Meeste Zeeuwen tegen werken op zondag Wel erg gelukkig in de Dapperstraat Buitenlanders zijn niet welkom PZC Blij met Beatrix 9£ enquête dinsdag 28 april 1998 Zaterdag 17 januari vroegen wij u in deze krant het hemd van het lijf. Twee pagina's met meer dan honderd vragen over uw dagelijkse leven en werk, over uw inkomen en uw politieke opvattingen en voorkeuren, en over uw lichamelijke en geestelijke gesteldheid. Dit grootscheepse onderzoek was een initiatief van de Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) van de Universiteit van Amsterdam en de Geassocieerde Pers Diensten (GPD), de nieuwsorganisatie van regionale dagbladen waarbij ook de PZC is aangesloten. Tienduizenden krantenlezers uit het hele land hebben de moeite genomen om mee te doen aan dit onderzoek. Zij besteedden soms uren aan het nauwgezet invullen van de 104 vragen, en schroomden daarbij niet om ons - anoniem - een uniek kijkje te bieden in hun privéleven. De afgelopen maanden hebben we al die gegevens verwerkt. Vandaag treft u in deze krant de resultaten aan van deze GPD/SEO-enquête 'De Staat van het Land 1998'. Pagina's vol met uitslagen en verhalen over wat we ook wel 'De Staat van de Nederlander' zouden kunnen noemen. De Zeeuwse deelnemers aan de enquête De staat van het land zien weinig in flexibilisering om economie en werkgelegenheid te bevorderen en hun eigen positie daarin te verbeteren. Ruim twee derde voelt er niets voor minder te gaan werken en daarbij inkomen in te leveren. Meer werken en meer verdienen spreekt nog minder invullers van de enquête aan. Acht op de tien willen daar niets van weten. Iets meer dan de helft heeft er geen zin in om op zaterdag te werken. De zondag is voor zes op de tien taboe als werkdag. Dat zelfde geldt voor werken in de avonduren. Werken op onregelmatige tijden spreekt de helft van de deelnemers niet aan. In werken op basis van een jaarcontract met een hoger salaris ziet meer dan drie kwart niets. De opvattingen over flexibilisering in Zeeland wijken nauwelijks af van het landelijke beeld dat de enquête te zien geeft. Over heel Nederland is alleen de afkeer van werken op zondag groter. Zeven op de tien verklaart zich er tegenstander van. De stelling in de enquête dat nascholing het risico op ontslag verkleint, spreekt ruim de helft van de inzenders aan. Helemaal waar, oordeelt 12 procent; waarschijnlijk, meent 19 procent; helpt soms, veronderstelt 29 procent. Een derde vindt daarentegen dat nascholing het risico op ontslag niet helpt verkleinen. De antwoorden op de stelling dat nascholing meer kans op promotie biedt, geven ongeveer dezelfde uitkomsten te zien. Landelijk wordt het heilzame effect van nascholing hoger ingeschat. Slechts ongeveer een kwart van de enquêtedeelnemers in heel Nederland is van mening dat nascholing het risico op ontslag niet vermindert en de kans op promotie niet vergroot. De onderwijsgevenden en ambtenaren onder de PZC-lezers die de enquête hebben ingevuld, voelen zich het meest zeker van hun baan. Ze achten het 'zeer onwaarschijnlijk' (onderwijsgevenden) en 'niet zo waarschijnlijk' (ambtenaren) dat ze hun baan het komende jaar zullen kwijtraken. Alleen zelfstandigen en werknemers in het onderwijs, de zorg en de detailhandel achten de kans reëel dat ze eenzelfde soort baan kunnen vinden als ze zonder werk zouden komen. Advertenties zijn voor de Zeeuwen die de enquête hebben ingevuld, de meest voor de hand liggende manier om werk te zoeken. Daarna volgen open sollicitaties en uitzendbureaus. Het arbeidsbureau komt pas op de vierde plaats. Van degenen die geen werk zoeken, antwoorden de meesten dat hun lichamelijke toestand het niet toestaat. Anderen hebben laten weten dat ze aan vrijwliigerswerk doet, dat hun gezin hen nodig heeft of dat ze geld genoeg hebben. Nederland is enthousiast over koningin Beatrix. Zij krijgt een 7,7 als rapportcijfer. Kiezers van het CDA koesteren haar hel meest. Zij waarderen haar met een 8,5. Maar aan de andere kant van het politieke spectrum zijn ook kiezers van bijvoorbeeld GroenLinks tevreden met haar. In die kringen scoort de vorstin nog altijd een 6,9. Het onderwijs kan er in de ogen van de deelnemers aan de enquête ook mee door: zij geven het gemiddeld een 7-min als rapportcijfer. Aanhangers van GroenLinks en de Socialistische Partij zijn het meest negatief over de kwaliteit van het onderwijs, die van CDA en D66 het meest positief. Ontevreden zijn de meeste Nederlanders over het landelijke verkeersbeleid. De uitbreidingsplannen rond Schiphol worden met niet meer dan een vijfje gewaardeerd. Het verkeersbeleid op gemeentelijk niveau komt er iets beter van af. Nederland moet niets hebben van een ruimhartig vreemdelingenbeleid. Zelfs politieke vluchtelingen, een categorie vreemdelingen waarvoor ook de WD de deur wil openhouden, hoeven niet op een gastvrij onthaal van de Nederlandse bevolking te rekenen. Drie op de vijf Nederlanders vinden, blijkens de GPD/SEO-enquête 'De Staat van het Land 1998', dat politieke vluchtelingen niet ruimhartig dienen te worden toegelaten. Slechts een op de vijf vindt van wel. Er is ook geen enkele clementie met vreemdelingen die in Nederland een misdrijf hebben begaan. Zij moeten dan onmiddellijk teruggestuurd worden naar hun land van herkomst, vindt maarliefst twee derde van de bevolking. Slechts twintig procent vindt van niet. De Nederlanders hebben bovendien een zeer uitgesproken mening over de vraag of immigranten onderwijs in him eigen taal moeten krijgen. Nee, zegt maar liefst driekwart. Slechts een op de tien vindt dat immigranten wel les in de eigen taal dienen te krijgen. Nog groter is de weerstand tegen een voorkeursbehandeling voor immigranten. Meer dan tachtig procent van de Nederlanders is daartegen. Slechts vijf procent is voor. Turken In een vergelijking met mensen van veertien andere Europese nationaliteiten worden Turken door de Nederlander zonder meer als de minst betrouwbare en minst sympathieke afgeschilderd. Zij scoren ook verreweg het laagst bij de vraag of met hen goed valt samen te werken. De lage waardering voor de Turken vinden we in alle partijen. Denen en Zweden worden in alle partijen het best beoordeeld. Ook mensen uit andere Zuid-Europese landen (zoals Griekenland, Spanje, Portugal en Italië krijgen Buitenlanders Hoe sympathiek. betrouwbaar, slim en göèd vindt u de inwoners van de volgende landen or regio's. De rapportcijfers Het landelijke en lokale milieubeleid komt er met een 6- minnetje ook maar mager vanaf. Ronduit niet te spreken zijn de geënqueteerden over de aanpak van de corruptie, de beursfraude en de bestrijding van de fraude met sociale uitkeringen. Zij geven het kabinetsbeleid op dit punt een dikke onvoldoende. 1 Denen 8.1 2 Zweden .fj 8,1 3 Vlamingen 7,3 4 Engelsen 7,1 5 Duitsers 6,9 6 Portugezen.. 6.0 7 Spanjaarden 5,9 8 Tsjechen 5,7 9 Walen 5.6 10 Grieken 5,4 11 Polen 5,4 12 Fransen 5,3 13 Italianen 5,3 14 Turken 4,6 V duidelijk minder waardering dan die uit Noord-Europese landen. De meest 'populaire' buitenlanders zijn in Nederlandse ogen de Zweden en Denen. Die vinden we het meest sympathiek en betrouwbaar en de beste vreemdelingen om mee samen te werken. Zij worden gevolgd door de Vlamingen (de meest sympathieke), de Engelsen en de Duitsers. Ook de Fransen kunnen in Nederland niet op bijzonder veel sympathie rekenen. Het zal na deze cijfers geen verwondering wekken dat een (overigens krappe) meerderheid van de Nederlanders immigranten niet als een 'verrijking van de Nederlandse cultuur' beschouwen. Zo'n 60 procent vindt bovendien dat immigranten geen versterking van de samenleving vormen. Slecht vijftien procent vindt van wel Bijna de helft van de bevolking vindt het ontstaan van een gekleurde samenleving geen goede ontwikkeling, 29 procent heeft daar geen oordeel over en 24 procent vindt een gekleurde samenleving juist eén goede ontwikkeling. Overigens maken de meeste Nederlanders een volstrekt verkeerde schatting van het aantal 'allochtonen' in ons land. Gemiddeld houden zij het op 15,3 procent van de bevolking, ongeveer twee maal het werkelijke aantal. Jongeren denken over het algemeen dat er meer allochtonen zijn, dan ouderen. Jongeren van 20 tot 25 jaar schatten huil aantal maar liefst op een kwart van de bevolking. Zij zijn ook degenen die de meeste contacten met allochtonen hebben. De aanhangers van de Centrumdemocraten en de Ouderenpartijen schatten het hoogst, die van het CDA en GroenLinks het laagst. Lichtpuntje Het onderzoek biedt slechts één lichtpuntje voor vreemdelingen. Iets meer dan de helft van de Nederlanders vindt dat immigranten recht hebben op dezelfde behandeling als Nederlanders. Al kan het ook als verontrustend worden uitgelegd dat bijna dertig procent van mening is dat immigranten geen recht op gelijke behandeling verdienen. Plet meest negatief over vreemdelingen zijn kiezers van de Centrum Democraten. Maar ook kiezers van de Ouderenpartijen, de kleine christelijke partijen en de WD hebben behoorlijk weinig met vreemdelingen op. Het minst negatief zijn kiezers van GroenLinks, gevolgd door die van D66 en de PvdA Maar zelfs bij GroenLinks loopt de kiezer niet over van welwillendheid. Ook GroenLinksers vinden in meerderheid dat een immigrant terug moet worden gestuurd naar zijn land als hij of zij een misdrijf heeft gepleegd. En ook zijn zelfs zij nauwelijks te porren voor de stelling dat immigranten de samenleving verrijken. Harm Harkema De Britse band Simply Red zong jaren geleden: 'Heaven is the place where nothing happens', in de hemel valt niets te beleven want alles is naar wens geregeld. Veel Nederlanders geven het niet licht toe - enig gekanker over de samenleving zit in onze volksaard - maar ze leven dicht bij het aards paradijs. Financiën en gezondheid, familie en gezin, slapen en seks, veiligheid en overlast; alles is zeer dik voor elkaar. De antwoorden in de GPD-enquête 'De Staat der Nederlanden 1998', die u in deze krant aantreft, stralen vooral dikke tevredenheid uit. De wereld is een groot dorp geworden, waarin Nederland de voldane plek inneemt van een piepklein villawijkje waar het goed toeven is. Maar de bewoner ervan is niet blind voor de verdere ontwikkelingen in het gehele dorp. Juist deze maand start een inzamelingsactie ter bestrijding van de honger en verdere wantoestanden in het Afrikaanse Soedan. Reken maar- dat in Nederland de hulporganisaties weer een respectabel bedi-ag gaan binnen halen. Nog vorige week overtrof de Nederlandse bevolking alle verwachtingen door voor een handtekeningenactie van Amnesty International niet één miljoen, maar wel bijna drie miljoen handtekeningen aan te leveren. Toch lijkt er iets veranderd: het is alsof het niet meer Neerlands eigen onrecht is. Alsof een ieder in dit land via de satelliet de verloedering aan de andere kant van de wereld wel waarneemt, maar zich niet langer verantwoordelijk voelt. De Derde Wereld wordt vooral nog aangedaan als exotisch oord voor de verre vliegvakantie, omdat ieder jaar naar Frankrijk zo gaat vervelen. En na terugkomst doet het verhaal de ronde: het valt best wel mee, de mensen zijn heel vrolijk. De Nederlander trekt zich terug in eigen gezin, familie en vriendenkring. Het groepsgevoel is niet vervangen door individualisme pur sang, zo blijkt uit de GPD-enquête, maar heeft een andere vorm aangenomen, dichterbij eigen huis en haard. De boontjes kunnen in die kleinere groep wel worden gedopt. De grotere verbanden in de Nederlandse samenleving zijn niet meer nodig in een wereld waarin alles naar wens verloopt. Dus houdt de Nederlander een hang naar geestelijk leven en mystiek, maar lopen de kerken leeg. Ook vinden velen een behoorlijke regeling van de werkoms tandigheden nodig, maar daalt de organisatiegraad van de vakbonden en andere vertegenwoordigende organisaties. En lopen op dit moment de politieke partijen in het hele land de straten af op zoek naar stemmen, maar ontvangen een minder dan flauwe reactie. Er zit om deze verkleining van de eigen leefwereld een scherp randje. Naast de gevoelde vervreemding van de ellende elders in de wereld, maakt ook dichterbij huis onbekend onbemind. Minder dan tien procent van de respondenten in de GPD-enquête zegt allochtonen te kennen. Ondertussen trekt wel ee.n flink deel van de respondenten in twijfel of de nieuwe Nederlanders een aanwinst zijn voor de samenleving. En zegt een substantieel deel voorstander te zijn van een enkele reis naar het geboorteland voor de allochtoon die hier de wet overtreedt. De nieuwkomers worden als last ervaren. Ook toont de enquête weinig zorg over de verharding van de kloof in de samenleving. De groep werklozen is in de afgelopen j aren steeds kleiner geworden, de gezondheidszorg in principe steeds beter. Echter, de mensen die langdurig werkloos zijn of zij die 'chronisch' een beroep moeten doen op de zorg door invaliditeit of een langdurige ziekte, raken financieel en sociaal de aansluiting met de gewone, 'succesvolle' samenleving kwijt. Zolang dit leed niet te dichtbij komt, is deze tweedeling in de samenleving voor de Nederlanders acceptabel. Een kwestie van jammer maar helaas voor de verliezers. Gemoedelijk In de villawijk is eenieder een gemoedelijke consument geworden. Met familie en gezin trekt menigeen - Airmiles in de broekzak - naar pretpark of vakantiedorp. Om daar met, door anderen verzonnen, spelletjes en attracties vertier te vinden. Op klussen na scoren in de GPD-enquête het hebben van hobby's en het lezen van een boek laag. De 24-uurseconomie is een aanwinst zolang het niet het eigen levensritme te zeer belast. Onderzoeken die in de afgelopen maanden duiden op depressieve gevoelens bij een op de vier Nederlanders kunnen, afgemeten aan de resultaten van de GPD-enquête, niet anders dan deels bezijden de waarheid zijn. Het enige dat de Nederlander mist, is soms een kick. Immers, elke dag een drankje of drie is routine. Hij droomt van een pilletje in het weekeinde of een keertje bungyjumpen boven de Victoriawatervallen in Zimbabwe. Datzelfde doen boven het Amsterdamse IJ is zo ordinair. Dan maar een weekendje New York om te winkelen als tussendoortje. In de afgelopen jaren speelt het paarse kabinet goed in op de consumptieve neigingen van de Nederlandse bevolking. Soms lijkt het kabinet bijna behaagziek. Op zondag uitgebreid winkelen kan tegenwoordig. En vanuit de overtuiging dat geprivatiseerde overheidsdiensten voor goedkopere en betere produkten zorgen, worden voor allerlei basisvoorzieningen stappen richting markt gezet: de nutsbedrijven moeten op eigen benen kunnen staan; het openbaar vervoer moet zelfstandig; de woningbouw kan half zelfstandig; zelfs de uitgifte van sociale uitkeringen moet op afstand van de overheid komen te staan. Ook in de markt zelf handelt Paars consumentvriendelijk: Schiphol mag stevig uitbreiden; er komen een hoge snelheidslijn en een Betuwelijn om de economie verderop ook nog draaiende te houden. Kloof Maar in een bijna voltooid paradijs is het moeilijk kiezers trekken. Sommige onderzoekers zeggen dat in Nederland uit teleurstelling een kloof tussen politiek en burgers gaapt. Teleurstelling zal voor een kleine groep kiezers aan de onder-kant van de samenleving inderdaad de drijfveer zijn. Deze groep met illustratie Edith Buenen verhoudingsgewijs veel allochtonen is echter in het politieke spectrum niet beeldbepalend. De matte houding van de consumptieve kiezer tegenover- de hedendaagse politiek is veel logischer te verklaren uit gebrek aan strijdpunten. Politiek is in wezen niet meer dan kiezen en verdelen, waarbij de eigen achterban vooraan staat. Maar deNederlanderhoeftnietmeerte kiezen, omdat de grootste groep alles al heeft of het binnen handbereik beschouwt. De kiezer heeft het gevoel de zaakj es behoorlijk op orde te hebben. Dat kan in de toekomst weer veranderen als de kwaliteit van de gezondheidszorg te wensen over gaat laten, als de privatisering van allerlei overheidsdiensten (zoals water, elektriciteit, openbaar vervoer, pensioen, zorg, woningbeleid) leidt tot prijsstijging en kwaliteitsverlies, als de vertrouwde baan op de tocht komt te staan. Kortom als de bestaansonzekerheid over basiszaken toeneemt; als de 'autochtone' Nederlander een reëler risico gaat lopen aan de verkeerde kant van de streep in de Nederlandse samenleving terecht te komen. Maar tot dat moment is het gras inhet kleine villadorp Nederland keurig gemaaid, start iedere auto zonder problemen en treffen man en vrouw elkaar naar tevredenheid met enige regelmaat in bed. In de hemel is het leven naar wens geregeld. Hans de Bruijn en Leonoor Meijer

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 11