Molukse jongeren tastend op zoek naar hun eigen plek De koektrommel en het gulle rondje PZC De kunst van het balanceren reportage 27 Haat tegen vreemd volk wortelt diep in de historie zaterdag 11 april 1998 De Molukse jongeren zijn bezig met een zoektocht naar hun plaats in de Nederlandse samenleving. Ze zijn met hun identiteit aan het worstelen, zegt Charly Behoekoe. Hij is beleidsmedewerker van Forum, instituut voor multiculturele ontwikkeling in Utrecht, waarin enkele jaren geleden negen landelijke welzijnsorganisaties voor minderheden werden samengebundeld. Behoekoe nam al enkele jaren geleden het initiatief tot een onderzoek onder Molukse jongeren. Het werd uitgevoerd door de Wetenschapswinkel Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Utrecht. Onlangs werd het boek gepresenteerd dat aan het onderzoek is gewijd. De titel: Wij zijn de geschiedenis van Nederland. Forum heeft tot die uitgave besloten omdat het onderzoek ook een inzicht geeft in de problemen van andere allochtone groepen. Hoe zien de Molukse jongeren zichzelf, was de vraag. Wat bezielt hen? En in hoeverre speelt hun etnische afkomst daarbij een rol? Directe aanleiding vorm den de rellen in Den Haag op 25 april 1995, toen Molukse jongeren op auto's gingen dansen. Niet lang daarna overleed RMS-president in ballingschap Manusa- ma en begonnen Molukse jongeren de strijd voor een vrije Molukse republiek nieuw leven in te blazen. Charly Behoekoe (48) trekt nu zijn con clusies: „De jongeren zijn zoekende naar wat ze willen in cle Nederlandse samenle ving. In die zoektocht is het vooral de kunst om te balanceren. Aan de ene kant moeten ze voldoen aan de normen en waarden van de Molukse gemeenschap, aan de andere kant aan de eisen die de grotere samenleving aan hen stelt. Doe je dan niet, dan kun je je moeilijk handha ven in multicultureel wordend Neder land." Charly Behoekoe was nog geen jaar oud toen hij met zijn ouders, beiden ver pleegkundigenbij het KNIL, naar Neder land werd getransporteerd. Hij groeide op in het kamp Vught, zijn echtgenote in het kamp Schattenberg bij Westerbork. Hechte gemeenschap Uit het onderzoek blijkt dat de Molukse bevolkingsgroep er goed in is geslaagd de eigen cultuur en de eigen identiteit te be houden. Dat is het resultaat van de hecht heid van de gemeenschappen en het feit dat men onderling dezelfde taal spreekt. „Een soort Maleis dat niet meer in Indo nesië wordt gebezigd, maar vooral in Ne derland. Daarnaast spelen de godsdienst en de strijd voor een onafhankelijke staat een belangrijke rol. De jongeren weten wat zij onder de RMS moeten verstaan. Maar: „Als de strijdpo- sitief uitpakt en er komt een onafhanke lijke staat, dan betekent het niet dat zij hunboeltje hier pakken en vertrekken. De geschiedenis is niet meer richtinggevend voor hun verdere leven. Jongeren die naar de Molukse eilanden zijn geweest en met eigen ogen de situatie daar hebben gezien, komen gemotiveerd en geïnspireerd terug. Maar dan wel met de bedoeling er vanuit Nederland iets aan te doen, wat leidt tot allerlei kleinschalige hulpverleningsprojecten. Behoekoe: „De Molukkers in Nederland moeten erkennen dat hun verblijf hier duurzaam is. Tegelijkertijd moeten zeker de leiders constateren dat Indonesië al bijna een halve eeuw een onafhankelijke staat is. We moeten niet meer doen alsof de Molukkers door een vreemde, onaardse mogendheid zijn bezet. De Molukkers zullen moeten beseffen dat de Molukse ei landen nu onderdeel uitmaken van Indo nesië. Vanuit dat besef zal een dialoog be ter te realiseren zijn. Stilstand Recente opmerkingen van de huidige pre sident in ballingschap Tutuhatunewa dat hij niet met Soeharto wil praten voordat er een onafhankelijke Molukse republiek is gevestigd, noemt Behoekoe 'science fic tion'. „Met dit soort denkbeelden en uit-. Begin maart van dit jaar bracht de ME in Den Haag een demonstratie van de Badan Persatuan, de grootste politieke Molukse organisatie in Nederland, tot staan omdat de beto gers van de afgesproken route wilden afwijken. foto Jos van Leeuwen spraken worden de jongeren op een verkeerd spoor gezet, een spoor dat onvol doende realiteitszin uitstraalt. Behoekoe constateert dat de Molukse identiteit al vierenhalve decennia stand houdt. „De ontwikkeling ervan is onvol doende geweest. Er is sprake van een ze kere stilstand. De culturele kenmerken van de eerste en tweede generatie worden nog steeds in volle omvang doorgegeven. Ook de jongeren van de derde en vierde generatie zien die nog steeds als onder deel van hun identiteit. Wat mij betreft is dat negatief, omdat je daarmee onvol doende toegeeft dat je als allochtone be volkingsgroep ook een rol hebt te spelen in deze Nederlandse samenleving. Je zult je daarin moeten inpassen, er je eigen in vulling aan geven. Dat is belangrijker dan je op te blijven sluiten in de eigen wereldje en net te doen of er geen andere bevol kingsgroepen zijn. Wijken De Molukkers zijn ooit samengebracht in aparte wijken. Kwam er een woning vrij, dan werd die als vanzelfsprekend toebe deeld aan een Moluklter. In Breukelen is daardoor onlangs een conflict ontstaan met de Molukse wijkraad doordat de wo ningbouwvereniging die gedragslijn wil de doorbreken en zelf wilde bepalen wie er een woning kreeg. Behoekoe: „Dat illu streert hoe de werkelijkheid door de Mo lukse verantwoordelijken worden gepre senteerd. Dat is op z'n minst discutabel. De Molukkers zijn de wijk gaan beschou wen als hmi eigen terrein, als de plaats waar zij het voor het zeggen hebben. Je ziet ook dat Molukse jongeren die buiten de wijk wonen beter in staat zijn de ont wikkelingen in de eigen gemeenschap te relativeren. Ze kijken er wat afstandelij ker naar. Ze houden er vaak een mening op na die hen niet in dank wordt afgeno men door degenen die in de wijk woon achtigzijn. Door die 'binnenwijkers' wor den ze daardoor niet gezien als 'echte' Molukkers. Dat komt in het onderzoek ook tot uiting bij het onderscheid tussen 'echte' Molukkers en 'halfbloedjes'. Echte Molukkers zijn degenen die Maleis spre ken en er dezelfde opvattingen op nahou den als de rest. Daartegenover staan degenen die dat niet doen of een gelaats kleur hebben die niet die van een 'echte' Molukker is." Charly Behoekoe: Echte Molukkers zijn degenen die Maleis s opvattingen op na houden als de rest." Conflicten tussen ouderen en jongeren ontstaan als jongeren de traditionele re- gels van de adat (gewoonterecht) niet meer zo nauw nemen. De Molukkers ken nen bijvoorbeeld pela-verwantschappen, sociale groepsverbanden die worden be zegeld door eikaars bloed te drinken. Vol gens de adat mogen degenen die pela van elkaar zijn niet met elkaar trouwen. „Ik heb zien gebeuren dat mensen van de eerste generatie die geboren en getogen zijn in die adat-cultuur met de handen in het haar zaten en raad inwonnen bij adat kenners op de herkomsteilanden. Ik denlc dat je niet moet leunen op adviezen van overzee, maar dat de Molukkers in Neder land zelf hun problemen moeten oplos sen. Zeker als je bedenkt dat diezelfde adat-regels op de Molukken met voeten worden getreden. Waarom zou je hier iets handhaven dat daar en hier op z'n minst im Frage wordt gesteld. Ik denk dat de jongeren van de derde en vierde generatie, behept als ze zijn met de Molukse identi teit, in de gaten hebben gekregen dat de adat-regels niet meer van deze tijd zijn." Vooruit kijken De Molukse jongeren moeten hun balans vinden in de Nederlandse samenleving. „Persoonlijk vind ik dat ze daarin nog te weinig worden gestimuleerd. We moeten vooruit ki j ken naar een multiculturele sa menleving, maar we weten allemaal dat de bejegening van allochtone groepen voor verbetering vatbaar is. Terugkeren de termen zijn discriminatie en racisme. Urk is daarvoor illustratief, omdat daar een Turkse eigenaar van een shoarma zaak het leven zuur werd gemaakt. Urk is kennelijk een gemeenschap waar de men sen erg naar zichzelf kijken en daardoor besluiten nieuwkomers niet toe te laten. Toch zie ik de toekomst rooskleurig, wan neer ik zie hoe in mijn eigen gemeenschap de derde en vierde generatie in het leven probeert te balanceren tussen de Molukse eigenheid en de Nederlandse normen. Dezelfde worsteling zie je bij andere al lochtone jongeren die abrupt worden ge confronteerd met de Nederlandse samen leving. Kijk maar naar al die allochtone vaders die nauwelijks in staat zijn hun ei gen kinderen in het gareel te houden." Barend Strang 1\ ITolukse jongeren zijn trots op -i.Vl.hun afkomst, trots om deel uit te maken van de Molukse groep. Ze hechten aan sterke fa miliebanden en aan het in stand houden van tradities, hoewel 'verwestering' hier zijn invloed doet gelden. Ze vinden het spre ken van Maleis belangrijk omdat je dan duidelijk tot de Molukse groep behoort. De strenge Mo lukse opvoeding wordt gezien als iets dat je een echte Molukker maakt, net als het hebben van twee Molukse ouders. Ook het geloof speelt een belangrijke rol, zowel het christelijke geloof als het geloof in voorouders. Het RMS-ideaal leeft bij de meerder heid, maar dat betekent niet dat de jongeren ook naar de Moluk ken willen terugkeren. Dit zijn conclusies uit het rapport 'Wij zijn de geschiedenis van Ne derland', dat gebaseerd is op 'vraaggesprekken met 39 Moluk se jongeren tussen 16 en 27 jaar uit het hele land. Het initiatief tot het onderzoek kwam van Forum, instituut voor multiculturele ontwikkeling. De interviews werden gehouden door twee stu denten psychologie en antropo logie, S. van de Calseijde en W. de Leur, van de Universiteit van Utrecht. Voor hen was het hun af studeerproject. Losse band De ondervraagde jongeren blij ken een zeer losse band te hebben met de Molukken. Driekwart van hen blijkt voorstander te zijn van de RMS, de vrije Molukse repu bliek. maar ze vinden het meer een zaak van de mensen op de Molukken zelf. Het oude ideaal van terugkeer leeft niet meer bij de meerderheid omdat ze gewend zijn aan de westerse levensstan daard. Voor de derde generatie lijkt het niet meer realistisch dat de RMS er nog zal komen, hoewel er ook geluiden zijn die er op wij zen dat het 'RMS-gevoel' weer aan het terugkeren is. Veel ondervraagden ervaren op de jaarlijkse RMS-dag op 25 april een gevoel van verbonden heid met andere Molukkers in Nederland. Dit lijkt een belang rijkere functie van deze dag dan de strijd voor de RMS. Waardering bestaat er voor de hechte banden binnen de ge meenschap, al bestaat er ook kri tiek op het wonen in de wijk. Het kan een verlies aan privacy bete kenen, overbemoeienis en rod del. Desiree: „Je hebt daardoor ook een hele grote sociale contro le; die kun je als heel benauwend ei-varen. Tenminste ik heb dat een beetje. Het zijn niet alleen je ou ders die je opvoeden, maar het is eigenlijk een stukje van de hele familie. Wij wonen clan niet zo dichtbijMaar de sociale controle is heel erg groot. Volgens velen moet het Maleis als onderdeel van de Molukse cultuur behou den blij ven. Je moet trots kunnen zijn op die cultuur en dé manier om je trots te uiten is via de taal, dus het Maleis. De taal mag niet uitsterven. Toch moet je ook Nederlands kunnen spreken. Willy, een van de ondervraagde jongeren: „Ma leis is wel belangrijk. Maar toch ook dat je niet altijd Maleis kan praten. Je woont in Nederland, dus kun je beter eerst cle Neder landse taal goed kennen. Niet dat ik het verafschuw om Maleis te praten, maar gewoon, als je on der elkaar bent dan kan het wel, vind ik." Gewoon Meer dan de helft van de deelne mers aan het onderzoek noemt zich zowel Moluks als Neder lands. Cherien: „Dan voel ik me wel gewoon, als Nederlandse wel. Ja, ja, Nederlands gewoon ook onder Nederlanders, ja. Want op mijn werk ben ik ook met Nederlanders, op school ook, weetje wel. gewoon, Nederlands. Dan doe ik ook over alle dingen gewoon mee ook." Respect Het meest genoemde verschil tussen Molukkers en Nederlan ders is, dat de Nederlanders geen 'u' zeggen tegen ouderen en dat ze ook niet met 'u' willen worden aangesproken. Dit heeft te ma ken met de strenge, beschermde Molukse opvoeding waarin res pect voor ouderen centraal staat. Ouders schuwen het middel van een pak slaag of 'een lepel sam bal' niet. Toch zeggen veel onder vraagden dat de opvoeding nu soepeler is dan vroeger. Het ver anderen of het verliezen van Mo lukse nonnen en waarden schrij ven ze toe aan 'verwestering'.. Een tweede verschil dat vaak werd genoemd betreft de 'koek trommel'. Bij een Nederlandse vriend of vriendin thuis gaat de moeder een keer rond met de koektrommel om die vervolgens weer in de kast te zetten. Bij de Molukkers blijft de trommel open op tafel staan en mag je zo veel koekjes pakken als je wilt. De Molukse gulheid, geplaatst tegenover de Nedex-landse gierig heid, komt ook tot uiting in het uitgaansleven. Molukkers geven sneller een rondje en trakteren ook onbekenden, terwijl Neder landers alleen een drankje aan bieden aan degenen die ze ken nen. Dat: Molukkers emotioneel zijn en Nederlanders zakelijk kan als een derde typerend verschil wor den gezien. In Frankrijk moet hij oppassen voor lichtvaerdigheydt en ydelheydt en in Italië voor dertelheydt en luellust. In Spanje ligt d' Afrikaenschen hooghmoedt op de loer en in Duitsland slemp.ery.en en dronckenscliap. De Leidse hoogleraar Justus Lipsius schreef deze waarschuwingen in 1586 in een reishandleiding voor zijn beschermeling Philippe de Lannoy. Marijke Meijer Drees voert Lipsius op in 'Vreemd volk', een bundel artikelen over de historische wortels van vreemdelingenhaat in onze multiculturele samenleving. De bundel opent met een bij drage over de Gouden Eeuw waarin Harald Hendrix de huidi ge strijders tegen racisme een hoopvol perspectief biedt. Als voorbeeld noemt hij de verande ring in visieop de 150.000 vluchte lingen die tijdens de Tachtigjarige Oorlog tussen 1572 en 1622 van de zuidelijke naar de noordelijke Ne derlanden trokken. Aan het begin van de zeventiende eeuw vonden de Noord-Nederlanders de nieuw komers nog onoprecht, onbe trouwbaar, arrogant, ijclel en op pervlakkig, maar beide groepen groeiden naar elkaar toe en kon den het al gauw prima met elkaar vinden. Stimulans Hendrix kan er natuurlijk niet om heen dat de immigranten uit de zuidelijke Nederlanden in het al gemeen hoog opgeleide en welge stelde landverhuizers waren 'die met hun kapitaal en hun deskun digheid een belangrijke stimulans hebben gevormd voor de opbloei van de Noord-Nederlandse eco nomie en cultuur sinds het einde van de zestiende eeuw'. Daarmee hadden ze het een stuk gemakke lijker dan de huidige allochtonen. 'Vreemd volk' is verschenen in de serie Utrecht Renaissance Studies en draagt als ondertitel 'Beeldvor ming over buitenlanders in de vroegmoderne tijd'. Meijer Drees beperkt zich niet tot de zestiende en zeventiende eeuw maar wijst de lezer ook op denkbeelden uit de Klassieke Oudheid en de bijbel. Zo verklaarde de Duitse humanist Joannes Boemus in 1520 de diver siteit aan volkeren op aarde uit de vloek van God over Noachs zoon Cham. Diens nakomelingen wa ren de in Afrika levende zwarte volkeren. Ze kwamen er in de visie van Boemus het slechtste af omdat zij in tegenstelling tot de nazaten van zijn broers Sem en Japhet niet in 'de ware God' geloofden. Wilde beesten In Egypte aanbaden zij zon en maan en elders in Afrika leefden zij volgens deze schrijver nauwe lijks anders dan de wilde beesten. „De wijdverbreide gelijkstelling van zwarte volken met monsters en aapachtigen had hierin een van haar wortels. Chams vervloeking fungeerde eeuwenlang als een ver klaring van en rechtvaardiging voor de slavernij van zwarte Afri kanen en van de dienstbaarheid van het continent Afrika aan Eu ropa." Meijer Drees vermeldt ook het in ternationaal befaamde bijbelse epos van de Franse hugenoot Guillaume clu Bartas, in twee de len verschenen in 1578 en 1584. In de vertaling van Zacharias Heyns uit 1621 kreeg de Nederlandse le zer onder meer uiteengezet dat de Duitser in oorlog moedig vecht maar omkoopbaar is, de Span jaard traag en scherpzinnig, de Fransman ongeduldig en de Itali aan wreed en boosaardig. Du Bartas constateerde boven dien een contrast tussen fysiek fraaie, krachtig ontwikkelde, met een 'licht', 'veranderlijck' en 'sacht' verstand begiftigde, zui pende, vechtlustige, primitief ge- ldede noorderlingen en minder mooie, zwakke, op reflectie ge richte, vasthoudende, sobere, ver fijnd geklede zuiderlingen. In de middenzone leefden volkeren die de gunstige kwaliteiten van nootd en zuid belichaamden. Jacob Cats Volgens Meijer Drees was het in clichés denken over vreemdelin gen in de zeventiende eeuw zo sterk verbreid dat we de sporen er van aantreffen in medische ver handelingen, diverse soorten reis teksten, geschiedwerken, spreek woorden- en anekdotenverzame- lingen, toneelstukken, pamflet ten, enzovoorts. Om niet in de overvloed te verdrinken neemt ze als voorbeeld de reisgids door Spanje en Portugal van Jacob Cats waarin deze in .1650 ook Lipsius citeert. Deze 'Wegh-wyser' bevat een sa menspraak tussen de oudere, le venswijze Philemon en de jonge, reislustige Pudens, die 'door vreemde talen, ende aenneminge van heussche manieren, aensien- licker 't huys' denkt te komen. Bij Cats komt ook de stereotiepe op vatting van buitenlanders over Hollanders ter sprake: wij hadden in Europa een reputatie van 'plompigheyt'. Fran^oise Ledeboer Vreemd volle, Beeldvorming over bui tenlanders in de vroegmoderne tijd - (red. Harald Hendrix en Ton Hoense- laars) telt 146 pagina's en is een uitgave van Amsterdam University Press, f35,50.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 71