Feiten kunnen alleen
maar in de weg zitten
Schrijver die niet schrijven kan
PZC
Eén pagina per
drie minuten
Bateman
tart de lezer
kunst cultuur
14
proza
vertaald
vrijdag 10 april 1998
sbw
De Noord-Ierse journalist
Colin Bateman situeerde
zijn eerste twee thrillers in het
getroebleerde Ulster (voor de
katholieke lezer: The North of
Ireland). Maar daarna was
deze Britse provincie toch
echt te klein geworden voor
het voorstellingsvermogen
van Bateman. In zijn derde
roman laat Bateman een Ierse
bokskampioen in Madison
Square Garden in New York
uitkomen tegen Mike Tyson.
Maar in zijn laatste thriller
geeft de thrillerauteur zijn
fantasie echt de sporen: de
Amerikaanse president wordt
gegijzeld door een Noord-
Ierse illegaal in het Empire
State Building. Auteur én
journalist Bateman: „Ik
geloof niet in de heilzame
werking van research. Feiten
kunnen je alleen maar in de
weg zitten."
Betty Trask zou zich vier jaar
geleden wel twintig keer in
haar graf hebben gecentrifugeerd
als ze had geweten dat Colin Bate
man voor zijn boek Divorcing
Jack de naar haar vernoemde lite
raire prijs was toegekend. Want
het proza van deze Noord-Ierse
journalist stond haar beslist niet
voor ogen toen zij een 'award' in
het leven riep voor debuterende
schrijvers van romantische fictie.
Seks en geweld, maar bovenal veel
(zwarte) humor voeren de bqven-
toon in de boeken van Bateman.
„Betty Trask was een schrijfster
van romantische boeken. Niet een
echt goeie, geloof ik", grijnst de
35-jarige Bateman. „Het meren
deel van haar fortuin kwam uit de
familie, niet uit de verkoop van
haar werk. Ik was met stomheid
geslagen toen Divorcing Jack de
prijs won. Er komen wel twee kus
sende mensen in voor, wellicht
kreeg het daarom de prijs. Ik denk
echter niet dat Betty me de prijs
graag had overhandigd: het boek
is verre van lieflijk. In ieder geval
was de prijs een goede start. Fi
nancieel gezien zeker, de 12.000
pond was tien keer het voorschot
dat ik van de uitgever had gekre
gen. Ik kon nu tenminste op huwe
lijksreis naar Barbados."
Vriendin
Het had niet overigens niet veel
gescheeld of Divorcing Jack (in
het Nederlands verschenen als
Demonen van het verraad) had
nooit de drukpers gezien. Coljj?
Bateman had de grootste moeite
om een uitgever te vinden voor zijn
roman over de drankzuchtige
journalist Dan Starkey, die geheel
tegen zijn zin zowel de IRA als
protestantse extremisten achter
zich aan krijgt. „Alle literaire
agenten in Londen die ik benader
de, moesten er niks van hebben.
Uiteindelijk gaf ik het op en legde
het manuscript onderin mijn bu
reaula. Maar mijn toenmalige
vriendin Andrea, nu mijn vrouw,
overreedde me het haar te laten le
zen. Ze was er weg van en ze vond
dat ik het moest sturen naar Har
per Collins, een van de grootste
uitgevers ter wereld. Binnen twee
Colin Bateman: „Ik wil niet bekend staan als de auteur die alleen maar verhalen verzint over de IRA"
foto Peter Kuijt
weken had ik het boek verkocht en
de uitgever nam meteen een optie
op mijn tweede, Cycle of violence.
Dat boek had ik geschreven in het
jaar dat ik met mijn debuut liep te
leuren. Ik vond mijn eerste roman
namelijk niet goed genoeg en wil
de uitvinden of ik het nog beter
kon."
Het duurde nog tot 1996 eer Bate
man zich fulltime op het schrijven
stortte. Tot dat moment was hij
adjunct-hoofdredacteur van de
County Down Spectator, eenloka-
le krant in zijn woonplaats
Bangor, een badplaatsje op - voor
geoefende terroristen - enkele mo
lotovcocktailworpen afstand van
Belfast. „Ik werkte daar sinds
1979. Naast mijn gewone verslag-
geverswerk, schreef ik een column
over van alles en nog wat". Ook
beproefde Bateman, hartstochte
lijk liefhebber van punkmuziek,
nog een blauwe maandag zijn ge
luk in de muziek. „Ik kon geen in
strument bespelen, dus leek de
functie van manager me de op een
na beste mogelijkheid om met
punk bezig te zijn. Maar ik was
geen goede zakenman. Ik slaagde
er zelfs niet in om al het geld zelf te
houden: we verdienden niet eens
wat..."
Zijn boeken ontstaan altijduit één
simpel basisidee, vertelt de schrij
ver. „Het idee voor Empire State
bestond uit slechts één zin: de pre
sident van de Verenigde Staten
wordt gegijzeld op de bovenste
etage van het Empire State Buil
ding in New York. Ik begon een
aantal karakters te ontwikkelen.
Maar als je van tevoren niet weet
hoe het boek zich ontwikkelt, heb
je je personages maar achterna te
lopen. Die hebben ieder hun eigen
verhaal en die moet je tot het eind
toe volgen. Daarom is het boek zo
dik geworden."
Naast het hoge humorgehalte, de
onwaarschijnlijke woordspelin
gen en de snelle dialogen -,ze ver
gelijken me wel eens met Quentin
Tarantino, maar ik was er veel eer-
der"- vormen ook de buitengewo
ne karakters de ankers van Bate
mans boeken. Ook het hilarische
epos Empire State herbergt er een
groot aantal van.
Zo is daar natuurlijk de hoofdper
soon Nathan Jones, de Noord-Ier
se illegale immigrant, dol op
drank maar vervolgens schutte
rend in een drukbevolkt urinoir,
die president Keneally alleen
maar gijzelt om zijn weggelopen
vriendin terug te krijgen. We zien
de First Lady, die zich in haar
wanhopige pogingen om zwanger
te worden, letterlijk wendt tot de
stafchef. Maar het meest bizarre
personage is George Burley, een
fanatieke racist uit Alabama, die
president Keneally bovenaan zijn
toptien van moordkandidaten (de
dikke en de dieetversie van Oprah
Winfrey staan op plaatsen 2 en 3)
heeft geplaatst. De weerzinwek
kende Burley - vergeleken met
hem is 'onze' Joop Glimmerveen
een koorknaap - zaait dood en ver
derf op weg naar zijn voornaamste
slachtoffer. Hij bijt bij een zwarte
prostituee zelfs de tepel af, om te
ondergaan hoe een gekleurde
vrouw smaakt... Niet alles van de
persoon Colin Bateman vinden we
ook terug in de karakters, voegt de
schrijver er snel aan toe.
Batemans eerste twee boeken
speelden zich af in Noord-Ierland
en gingen - vanzelfsprekend - over
de strijdende katholieke en pro
testantse milities. Het derde boek
had eveneens Belfast als start
plaats, maar verplaatste zichlater
naar New York. „Ik ben vrij ambi
tieus in het proberen te schrijven
van diverse soorten verhalen. Ik
wil niet bekend staan als de auteur
die alleen maar verhalen verzint
over de IRA Het leek me een uitda
ging om het boek te situeren in
New York, terwijl ik daar niet van
daan kom. Ik ben er wel geweest,
maar heb er geen research ge
pleegd. Wat ik bijvoorbeeld schrijf
over het Empire State Building
heb ik uit een foldertje. In de heil
zame werking van research geloof
ik niet. Feiten kunnen je alleen
maar in de weg staan.
Volgende boeken
De Nederlandse lezers hebben nog
nauwelijks kennis kunnen nemen
van Empire State, maarnualheeft
Bateman de manuscripten voor
twee volgende boeken klaar. Een
daarvan heet Mohammed Magui-
re en gaat over de zoon van een
Iers-Arabisch terroristenecht
paar en zijn strijd om een normaal
leven te leiden. „Ik vind het zelf
behoorlijk controversieel. Het
maakt de hongerstakingen van de
gevangen terroristen belachelijk.
Die hongerstakers worden hier
nogal op een voetstuk geplaatst,
daar maak je geen grappen over. Ik
heb nog nooit problemen gehad
met wat ik heb geschreven, terwijl
ik met de IRA en andere terreurbe
wegingen toch vaak de draak
steek. Maar op Mohammed Mag-
uire zou ik wel eens een sterke re
actie kunnen krijgen."
Het brengt Bateman op de films
over Noord-Ierland die volgens
hem vaak een eenzijdig beeld
schetsen. „Je hebt de Hollywood-
films over de gewetenloze IRA-
man. Niemand houdt ervan omdat
niet wordt getoond wat er werke
lijk aan de hand is. En dan heb je
ook films van Ierse regisseurs. Die
zijn de IRA vaak behoorlijk sym
pathiek gezind. Daar is niks mis
mee, iedereen heeft recht op zijn
eigen mening. Maar ik heb nog
nooit een film gezien, die de pro
testantse kant van de zaak be
licht."
In Divorcing Jack, de film (naar
het boek) waarvoor Bateman het
script schreef en die in mei op het
festival van Cannes zijn première
dient te beleven, is de Ierse kwes
tie naar zijn zeggen meer uitgeba
lanceerd weergegeven. Dat geldt
ook voor de filmscenario's en se
ries die hij voor onder andere de
BBC en Channel Four schrijft. En
met twee vrienden heeft hij inmid
dels een eigen maatschappij t j e op
gericht, dat werkt aan een film
over mensen die kinderen stelen,
The Babysnatchers.
„Ik schrijf vrij snel. Soms is het
wel eens hectisch als drie film
maatschappijen tegelijk binnen
twee weken een scenario van je
verlangen. Maar voor een gewone
jongen uit een doodgewoon
plaatsje is het maken van films en
het schi'ij ven van boeken toch per
fect? Dus voorlopig zeg ik nog
geennee. Datkomtlater wel, als ik
ooit een groot ego heb..."
Peter Kuijt
Colin Bateman - Empire State, uitge
verij Meulenhoff-M, 451 pag., f 39,90.
Van Bateman verschenen eerder: De
monen van het verraad, Cyclus van ge
weld en Lofzang op een zwaargewicht.
Het wordt geschreven, het wordt
gepubliceerd en het wordt door
sommige critici geprezen. Geen zinnig
mens die Steden. Verhalen onderweg
leest, het nieuwe boek van de Vlaamse
auteur Stefan Hertmans (geb. 1951), zal
begrijpen hoe dat allemaal kan! Het is
miserabel gesteld met het Nederlandse
essay, het is zoals bekend al te dikwijls
een toevluchtsoord voor letterkundige
beunhazen. Het gemiddelde literaire
essay is zodoende even lezenswaardig
als een ambtelijk rapport. Een
verzameling kromme zinnen en wankele
gedachten: daarbij blijft het meestal. Bij
Hertmans is het allemaal nog erger, de
schrijver bewijst dat hij niet schrijven
kan.
Blijkbaar is hij daar nog trots op
ook, want hij begint er meteen
in de eerste zin van het eerste arti
kel mee. Hij beweert dan over de
stad Sydney: „Het is alsof er sedert
eeuwen een substantie uit de men
selijke blik vloeit die de wereld be-
invloedt en verandert, een lijm die
de plekken en de dingen samen
bindt."
Onzin
Een uitspraak om lang over na te
denken, zo te zien. Maar nee, hij
trekt zijn onzin direct weer terug:
„Die substantie bestaat niet echt,
de dingen worden door geen lijm
tot een zinvol geheel aan elkaar
gesmeed." Geen lijm die dingen
aan elkaar smeedt? Een dubbele
stijlfout dunkt mij. Hertmans
heeft bij het smeden van zijn zin
nen in elk geval véél literaire lijm
nodig. Hij houdt van bijna einde
loos voort kronkelende zinnen. Op
pagina 35 vond ik een zin van meer
dan tweehonderd woorden, wan
hopig aan elkaar geplakt met
twintig komma's, drie gedach
testreepjes, twee puntkomma's en
Stefan Hertmans....eindeloos voort kronkelende zinnen....
één dubbele punt. Desondanks
ontspoort hij een keer of vier.
Hertmans heeft in deze beschou
wingen vrijwel niets te zeggen, hij
denkt dat te kunnen verbergen"
met een overdaad aan woorden.
Hij kan niet simpelweg zeggen:
'De dichter Alfred Musset schi'eef
eens'. Nee, dan neemt hij een aan
loop van meer dan honderd woor
den: 'Een van de Fransen die
schreef over een weltschmerz die
uit een diepe afkeer ontstond, dus
niet zozeer uit het verlangen naar
foto Klaas Koppe
de ondergang van het Ancien Ré
gime" en de restauratie van de
Bourbons, als wel uit de aanblik
van de bourgeoise koopcultuur',
blablabla. Een stuk over Tübingen
begint met een loze zin van 80
woorden, die gevolgd wordt door
een overbodige zin van ruim 150
woorden, waarna een belachelijke
zin van meer dan 90 woorden
komt.
Vervuiling
Triëst vormt, aldus Hertmans,
'door deze kwetsbare positie in elk
geval een concentratie van histo
risch bewustzijn'. Hij merkt over
deze stad ook op: 'Om acht uur 's
avonds bruisen de straten letter
lijk van de ambiance.' Dat woord
'letterlijk' intrigeert: zouinTiriëst
elke avond het wegdek smelten of
zo? Elders moppert hij: 'Voor het
leven benoemde urbanisten ach
ter hun tekentafels hebben meest
al geen kaas gegeten van de
subtiele verschuivingen in de de
mografie in het stedelijk weefsel',
enzovoorts. Over de inwoners van
Marseille onthult hij: 'De enige
plaatsbepaling die de Marseillaan
zichzelf gunt, is nationalistisch
gezien een negatieve.' En hij ver
volgt: 'De migrantenpopulatie
vormt een levende kern van een
onophoudelijke identiteitscrissis
cüe op haar beurt de grote vitali
teit van de stad voortbrengt.
Zo gaat het maar door: deze dolge
draaide aaneenschakeling van
verkeerd begrepen sociologische
prietpraat en misverstaan filoso
fisch jargon over Dresden, Am
sterdam, Brussel, Wenen en ande
re steden. Het is een blamage dat
sommigen zo'n boek aanbevelen,
dat het werd uitgegeven, dat het
werd gemaakt. Hertmans is ver
antwoordelijk voor ruim twee
honderdvijftig bladzijden literai
re vervuiling.
Hans Warren
Stefan Hertmans: Steden. Verhalen
onderweg - 256 pag. f 36,90 - Meulen-
hoff, Amsterdam
Herman Brusselmans is zo'n
schrijver die je nooit op
zijn woord mag geloven. In het
pas verschenen Bloemen op
mijn graf zegt hij ergens: „Ik
ben een enorm trage schrijver."
In de voorgafgaande zin heeft
hij zich al verraden: „Het
schrijven ging moeizaam,
ongeveer één pagina per drie
minuten." Ongetwijfeld is hij
de meest productieve auteur in
onze hedendaagse literatuur.
Dat leidt tot een stroom romans
en ander werk. Het nieuwe
boek bevat een selectie uit dat
bijwerk. De schrijver koos
gedichten, verhalen en
columns uit die hij de laatste
jarenschreef, en verder is er het
toneelstuk TV-loos.
Hij beweert meedogenloos
geselecteerd te hebben. Zo
zou hij sinds 1991 liefst 964 ge
dichten hebben geschreven,
slechts elf daarvan haalden de
zebundel. En die elf zijn nu ook
niet bepaald een evemenent.
Interessant is wel dat hij zich in
poëzie veel minder goed kan
verstoppen dan in proza. In hét
gedicht 'Koning' schrijft hij
bijvoorbeeld: 'In de tijd dat ik
nog zoop Was ik de koning
zeer te. rijk Ik was mijn zelfbe-
reide dope //Ik had wapens als
gelul, gezeik, Doortastende
afstandelijkheid Ik stond on
zichtbaar te kijk Ik zei:Kom
dichter want ik bijt" Ik zei:
Vlucht niet want ik dreig" Ik
ivas zondig zonder spijt.Nu hij
kennelijk wél spijt voelt, kan
hij ook niet tevreden met zich
zelf zijn. Het gedicht eindigt:
'Zie mij bezig, nuchter, laf,
naakt te kijk De dode koning
van een verdwenen rijk.
In de prozateksten uit dit boek'
komt het niet tot zo'n totale
ontmaskering en dat houdt het
wel zo opwindend. Want tegen
strijdigheid is toch de grote
kracht van Brusselmans. Je
vertrouwt hem als hij vertelt
dat hij 'opstaat voor zwangere
vrouwen in de tram'. Maar je
vertrouwt hem óók wanneer hij
daarop laat volgen dat hij
'nooit de tram neemt uit vrees
dat hij zal moeten opstaan voor
volgestoken wijven'. Zelden
laat hij na je te ontnuchteren.
„Vanavond ga ik haar voetjes
kussen"schrijft hij ergens.
Meteen voegt hij daaraan toe:
„Eerst moet ze haar voeten wel
wassen, natuurlijk, want wat
heb je aan het kussen van be
zwete voeten die ruiken naar de
Hongaaarse kaassoort waar
van de naam mij thans ont
schiet."
Brusselmans schrijft, in Bloe
men op mijn graf over veel meer
dan over de ware liefde en
vrouwen met stinkvoeten. Hij
onthult wat de zin van het leven
is als je een man bent en op de
koop toe ouder dan vijfender
tig. Het antwoord luidt: 'totaal
geen zin.' Hij geeft een opsom
ming van dingen die zijn leed
kunnen verzachten: „Dat ik, al
was het maar een uur, kan ade
men als een viïj mens?" Hij
zingt de lof van zijn vrouw. En
hij geeft een portret van de
'echte man', dat verdacht veel
op een zelfportret lijkt: „Een
echte man weet dat de toe
komst slechts bestaat omdat de
tijd dat vereist."
Ook in zijn bijwerk beweegt hij
zich tussen opschepperij en on
zekerheid, tussen gebral en
ontroering, tussen grofheid en
sentimentaliteit. Hij neemt
voortdurend wat hij geeft, en
begint toch weer aarzelend te
geven als hij overvloedig heeft
genomen. Hijkan je ergeren
met een melige grap, maar even
later laat hij je huiveren met
een aangrijpende ontboeze
ming over zijn overleden moe
der. Er bestaat, misschien op
Gerard Reve na, geen auteur
die zo z'n best doet onvatbaar
te blijven. Wij lezers zijn Brus
selmans' vriend en vijand tege
lijk.
H.W.
Herman Bmsselmans: Bloemen op
mijn graf - 288 pag./f34,90 - Pro
metheus, Amsterdam.
Frank Noë: Noorderzon (Bert
Bakker, 196 blz., ƒ29,90). Noor
derzon vertelt het verhaal van drie
cruciale weken in het leven van
een gevoelige jongen, die lang
zaam maar zeker in verzet komt
tegen zijn omgeving. Tweede ro
man van Frank Noë, die in 1995
debuteerde met de misdaadroman
De prooi.
Ger VerripsMannen die niet
deugden (Balans, 184 blz.,
29,90). Begin 1943 meldt de zes
tienjarige Sjeng zich aan bij de
Waffen-SS. Ger "Verrips beschrijft
een een huiveringwekkend, zelfs
indrukwekkend leven. Over de ge
volgen van een foute keuze.
Christie Hofmeester: Meestal ver
gaat de wereld om 9.00 uur (Podi
um, 252 blz., 34,90). Het roman
debuut van de 21-jarige Christie
Hofmeester is het autobiografisch
verslag van een gekmakende lief
de en een vrijwillige opname.
Ardashir Vakil: Bombay branding
(oorspronkelijke titel: Beach Boy,
Arena, 240 blz. ƒ37,90, vertaald
door Atty Mensinga). Op de drem
pel van de adolescentie begint
Cyrus Readymoney met zijn ver
kenning van een van de grootste
steden ter wereld, Bombay. Hij
laat zich meeslepen in door hem
felbegeerde Bollywoodfilms, hij
spijbelt van school, hangt bij de
buren rond en geniet waar hij kan
van culinaire buitensporigheden.
Hij ontdekt de betekenis van reli
gie, leugens, vrouwen en de dood.
Portret van de multiculturele up
per class in Bombay, debuutroman
van de Engels-Indiase schrijver
Ardashir Vakil.
Joe Simpson: De schaduwzijde
(oorspronkelijke titel: Dark Sha
dows Falling, Nijgh VanDitmar,
207 blz., 39,90, geïllustreerd,
vertaald door Paul Heijman).
Nieuw boek van bergbeklimmer
Joe Simpson Over de verwording
van de bergsport: de Himalaya is
niet langer het exclusieve domein
van uiterst bekwame alpinisten.
Wie over genoeg dollars beschikt,
kan zich via vaste touwen en met
behulpzame sherpa 's een weg naar
de top banen. Simson kaart in De
Schaduwzijde ook een ethische
kwestie aan: hoe vanzelfsprekend
is het nog dat klimmers in nood el
kaar helpen?
Zoë Jenny: De stuifmeelkamer
(oorspronkelijke titel: Das Blü-
tenstaubzimmer, Arena, 120 blz.,
29,90, vertaald uit het Duits
door Gerda Meijer ink). Debuutro
man van de Zwitserse schrijfster
Zoë Jenny (1974). Twaalf jaar na
de echtscheiding van haar ouders
besluit een achttienjarig meisje
haar moeder op te sporen. De her
eniging verloopt moeizaam. Wan
neer haar stiefvader dodelijk ver
ongelukt, sluit haar moeder zich
op in een kamer vol stuifmeel, als
om zich levend te begraven. Het
meisje redt het leven van de vrouw
bij wie ze liefde en geborgenheid,
zoekt, maar ze weet het pantser
van egoïsme en zelfbedrog niet te
doorbreken.
Jonathan James: De figurant (oor
spronkelijke titel: The Extra Man,
Prometheus, 336 blz.^49,90, ver
taald door Graa Boomsma). Een
jonge Joodse onderwijzer in New
Jersey wordt na een schijnbaar
onbetekenend incident te ver
staan gegeven dat hij maar beter
de school kan verlaten. Het
'schandaal' is het begin van een
zoektocht naar een eigen seksuele
identiteit, waarbij de grenzen tus
sen wat mannelijk en vrouwelijk is
vervagen. Tweede roman van de
Amerikaanse schrijver Jonathan
James in vertaling.
C.P. Snoiv: De Masters (Balans,
380 blz., geb., 45,-, vertaald door
Peter Abelsen). C.P. Snow (1905-
1980) is één van de bekendste En
gelse prozaïsten van deze eeuw.
Zijn hoofdwerk is een cyclus van
elf romans rond de centrale figuur
Lewis Eliot. Met elkaar geven de
ze romans een beeld van de Britse
samenleving van de eerste wéreld-
oorlog tot in de jaren zestig. De
Masters verscheen in 1951 en is
naast Corridor of Power zijn be
roemdste roman. Het verhaal over
het steekspel om de macht in een
Cambridge College voor het eerst
in vertaling.
Umberto Eco: Vijf 'morele dilem
ma's (Bert Bakker, 116 blz.,
29,90, vertaald doorYondBoeke
en Patty Krone). Vijf essays over
actuele zaken als ontkerstening,
persvrijheid, racisme en moderne
media. Vaak puttend uit eigen er
varingen schets Eco situaties
waarin wel of niet mogen - of wel
of niet moeten - vroeg of laat de
centrale vraag wordt. Umberto
Eco werd wereldberoemd met de
roman De naam van de roos, maar
geniet reeds veel langer grote faam
als literatuurwetenschapper en
essayist. Eerder verschenen de es
saybundels De alledaagse onwer
kelijkheid, De structuur van de
slechte smaak en Wat spiegels be
treft. Nancy Kricorian: Armeense
ogen (oorspronkelijke titel: Za-
belle, Vassallucci, 200 blz.,
39,90, vertaald door Suzan de
Wilde). Debuutroman van de in
Massachusetts geboren schrijfster
Nancy Kricorian over het leven
van een Armeense vrouw, Zabelle
Chahasbanian. Zij overleeft de
massamoord op de Armeense be
volking in 1915, ontsnapt aan de
hongerdood in de Syrische woes
tijn, wordt geadopteerd door een
welgestelde Armeense familie en
uitgehuwelijkt aan een Armeense
kruidenier die haar naar Amerika
voert. Naast alle strijd die zij moet
leveren wordt ze haar leven lang
vergezeld door de beelden uit haar
jeugd.
Jacqueline Harpman: Ik die nooit
een man heb gekend (oorspronke
lijke titel: Moi qui n'ai pas connu
les hommes, Thoth, 192 blz.,
34,90, vertaald door Peggy van
der Leeuw). Vierde roman van de
Belgische schrijfster en psycho
analytica Jacqueline Harpman in
vertaling. Veertig vrouwen zitten
gevangen in een onderaardse kel
der, nauwlettend in de gaten ge
houden door hun ongenaakbare
bewakers. De vertelster van het
verhaal is een jonge vrouw zonder
naam, die door de speling van het
lot als klein kind tussen de vrou
wen verzeild is geraakt. De enige
wereld die zij kent is die van de
kelder, terwijl de andere vrouwen
nog herinneringen aan de 'oude'
wereld hebben.
v