Als de oogst van het land is Couscous van gisteren PZC The Hunt Chris Tucker blijkt toch leuk Dumas met Amerikaans accent Algiers heeft nog één bioscoop kunst cultuur 23 vrijdag 27 maart 1998 Het meest frapperende aan The Hunt - een documentaire over de vossenjacht - is de evenwichtigheid waarmee gelijkelijk aandacht wordt gegeven aan de pro's en contra's van een fenomeen, waarover in Engeland heftig wordt gediscussieerd. Je zou kunnen stellen dat The Hunt direct aansluit bij 'Ro mance de Valentia', de uitnemen de documentaire die Sonia Herman Dolz drie jaar geleden re gisseerde over stierengevechten in Spanje. Zoals toen nadrukkelijk vermeden werd een door buiten staanders verafschuwde volks sport te verketteren, zo houdt ook The Hunt zich ver van een populis tische stellingname. Regisseur Niek Koppen heeft het belangrij ker geoordeeld om alles wat met vossenjachten samenhangt neu traal en uitvoerig te observeren en laat het vellen van een oordeel ge heel aan zijn kijkers over. Door zijn niet vooringenomen op stelling, wist hij het vertrouwen te winnen van een j achtvereniging in Ludlow (Midden-Engeland) en kreeg hij de gelegenheid om een seizoen lang de activiteiten te vol gen van een 'master of the hunt', een professionele organisator. Die stond de Nederlander zelfs toe om minder prettige taferelen te fil men die nooit eerder door een pro fessionele camera zouden zijn ge registreerd: het uitgraven en doodschieten van vossen, het ver scheuren van een vos door een meute honden, het afschieten van een jachthond die te traag is ge worden, het villen en slachten van een paard dat tijdens een jacht een hartverlamming opliep. Zulke scènes zijn allicht koren op de molen van de anti-jacht-lobby, maar niet minder aandacht wordt geschonken aan de argumenten die 280.000 Britse leden van j acht- verenigingen hanteren ter verde diging van hun passie. Militaire operaties Gedurende het seizoen, dat loopt van september tot maart, worden er in het Verenigd Koninkrijk door circa 200 verenigingen wekelijks Regisseur Niek Koppen geeft in The Hunt een realistisch beeld van de Engelse vossenjacht. zo'n 500 jachtpartijen gehouden. Die moeten als militaire operaties worden georganiseerd door een stuk of 28.000 mensen die daar hun brood mee verdienen. Het aardigste wat je er als buiten staander over zeggen kunt, is dat het uiterst pittoreske beelden op levert met al die roodgejaste rui ters galloperend met hun gevlekte honden door soms waanzinnig mooi heuvelland. De door Chris Cox gehanteerde camera kan daar verlekkerd naar kijken. 'Enjoying the countryside' is dan ook een van de meest begrijpelijke motivaties die jagers noemen voor hun deelname aan deze reeds 200 jaar bestaande sport. Daarnaast zou deze jachtvorm noodzakelijk zijn voor het in toom houden van de vossenstand. Van de nood werd een met passie uitgeoefende vrije- tijdspassering gemaakt. Niemand kan echter in ernst volhouden dat voor het reguleren van de Britse vossenpopulatie alleen de rumoe rige en brute methoden van bere den jagers effectief kunnen zijn. En ook voor 'enjoying the coun tryside' zijn ongetwijfeld alterna tieven denkbaar1. Van werkelijk belang is evenwel het sociale ele ment aan de jachtpartijen. Passend tenue Als de oogst van het land af is, stel len boeren en grootgrondbezitters hun terreinen open aan de hele ge meenschap voor de vossenjacht. Het is een achterhaald idee dat het alleen de elite zou zijn die dan zijn lusten gaat botvieren. Elke boer of dorpeling mag meedraven, al dient men zich de aankoop van een passend tenue en een rijpaard te kunnen permitteren. Maar vele eenvoudige plattelanders is het al les waard om op deze manier hun waardigheid binnen en binding met de gemeenschap te kunnen onderstrepen. Koppens film maakt zonder meer duidelijk dat het voor al die agra rische gemeenschappen een niet gering verlies zou betekenen als het Britse parlement een einde zou maken aan hun kleurrijk en ver broederend rossen door de landouwen. Maar als toeschouwer naar zijn film krijg je van Koppen alle ruimte om te concluderen dat de folklore toch enige aanpassing behoeft. Het zou zonder levende vossen moeten kunnen, met een uitgezet reulcspoor en een tevoren netjes geslacht schaap of zo. Of anders maar een puzzeltocht. Pieter van Lierop The Hunt, vandaag (vrijdag), zater dag. maandag en dinsdag in Cinema Middelburg. Chris Tucker was vorig jaar even te zien als irritante mediapersoonlijkheid die Bruce Willis in de weg liep in Luc Bessons 'The Fifth Element'. Hij viel daarin op, omdat hij uit de toon viel. Dat hij veel leuker is dan dat rolletje, bewijst hij met zijn hoofdrol in Money Talks. Hierin geeft hij de indruk dat hij veel meer uit de voeten kan en vrijer omspringt met de geleverde teksten voor zijn personage van Franklin Hatchett. Hij wordt gepresenteerd als de nieuwe Eddie Murphy of de nieuwe Richard Pryor, vanwege de teksten die uit zijn mond komen, maar in stijl en gedrag doet hij meer denken aan een andere komiek die de laatste jaren is doorgebroken, Jim Carrey. Debuterend regisseur Brett Ratner geeft toe dat de film is gemodelleerd naar de films die Murphy met Nick Nolte en Pryor met "Gene Wilder maakte. De rol van blanke 'aangever' wordt hier gespeeld door Charlie Sheen. Ooit was hij opvallend begonnen in films van Oliver Stone ('Platoon' en 'Wall Street') om al snel rollen te spelen waarin hij een persiflage van zichzelf ten beste gaf ('Hot Shots!'). Terwijl Chris Tucker zijn kans grijpt en zich uitstekend lijkt te vermaken voor de camera, loopt Charlie Sheen zich zichtbaar te vervelen. Hij weet dat dit niet de film zal zijn waardoor we hem zul len herinneren en hij beseft kenne lijk ook dat het scenario al te sim pel en te routinematig is. Dat was eigenlijk tegen de verwachtingen, omdat schrijvers Joel Cohen en Ale.c Sokolow ook het wél origine le en inventieve script van 'Toy Story' afleverden. Hatchett is een tweederangs krui melboefje, die wat rommelt met het op de zwarte markt verkopen van kaartjes voor sportevenemen ten en musicals. Dat is een mis stand in de samenleving van Los Angeles, wat door televisiever slaggever James Russell (Sheen) voor de camera's gebracht wordt met de door hem georganiseerde live arrestatie van Hatchett. Ver volgens belandt Hatchett in de bo- evenwagen op weg naar de gevan genis in een ontsnapping van een grote boef, die is verwikkeld in diamantsmokkel. Het gevolg is dat hij wordt achterna gezeten door boeven en politie, met als eni ge redding de publiciteit die Rus sell hem kan bezorgen. Onderweg zijn er achtervolgingen naar een ontknoping en een shootout in een verlaten stadion, die allemaal zeer routineus overkomen. Gouwe ouwen Voor de enige opwinding zorgt Tucker die graag liedjes van Barry White citeert als levenswijsheden om indruk te maken op de sjieke verloofde van Sheen. Voor die rol mag televisiester Heather Lock- lear opdraven, die opnieuw niet duidelijk kan maken waarom ze populair is. Ze heeft ook niets te doen, behalve zich als versiering achter Sheen verdekt opstellen. Iets gelukkiger gecast zijn haar schatrijke filmouders Paul Sorvi- no en Veronica Cartwright die met hun ervaring de gebreken in het scenario en de regie goed weten te camoufleren. Zij geven wél de in druk in dezelfde film als Tucker te spelen. Naast Barry White zijn er nog een paar voor de hand liggende 'gou we ouwen' uit de jaren zeventig te horen. Hoewel White's song is ver werkt in het script, zitten de mees te andere liedjes de uitstekende score van Lalo Schifrin in de weg. Dat is jammer, want behalve Tuc ker is Schifrin de enige andere naam die echt waar voor zijn geld levert in deze Money Talks. Voor Schifrin is dit de zoveelste film waarin hij zijn muzikaal talent laat horen; voor Tucker kan het de eerste film van een lange rij zijn, waarin hij zijn komisch talent mag demonstreren. Piet van de Merwe Money Talks, te zien in De Koning Hulst en Lumière Rotterdam. Gerard Depardieu in The man in the iron mask. Aramis spreekt Engels-En gels, Athos Amerikaans- Engels en Porthos spreekt een onverstaanbaar Engels met een zwaar Frans accent: Jeremy Irons, John Malkovich en Ge rard Depardieu, één voor allen en allen voor één als de Drie Musketiers. Voor eenEuropeaan die de zwie- rig-romantische feuilletons van Alexandre Dumas kent, een moeilijk te verwerken allegaar tje. Dat laatste geldt voor de hele film die debutant-regisseur Randall Wallace maakte naar Dumas' Musketiers-vervolg, 'L'homme au masque de fer'. ,De drie musketiers zijn ouder geworden, Depardieu ziet er zelfs uit alsof hij na jaren uit een Frans moeras is opgediept, en moeten niets hebben van de jon ge Lode wijk de Veertiende (Leo nardo DiCaprio). De Franse ko ning is wispelturig,, wreed, gevoelloos en laat karrensporen van vrouwenverdriet achter zich. Alleen D'Artagnan (de Ier Gabriel Byrne) blijft mismoedig zijn eens gezworen eed aan de vorst trouw. Dus keren de oude kameraden zich tegen elkaar. Daar diept schrijver Alexandre Dumas een mysterieuze, myt hisch geworden figuur uit de Franse geschiedenis op: een ge vangene van de vorst wiens naam aan niemand bekend is en die zijn gezicht verbergt achter een ijzeren masker: de tweeling broer van Lodewijk, met diens medeweten gekerkerd en on kundig gehouden van zijn af komst. De dubbelganger (óók DiCaprio dus) moet nu onge merkt op de troon geholpen worden, waarbij de kwade Lo dewijk zal worden ontvoerd. Romantische stof genoeg en re gisseur Wallace, die eerder het scenario voor Mel Gibsons 'Bra- veheart' schreef, treedt het met passende naïveteit tegemoet. Degen-gevechten, goed tegen kwaad in hapklare proporties, een zachtaardige 'blanco'-dub- belganger die in een vloek en een zucht alle ridderlijke deugden moet aanleren: wie daarmee ge noegen neemt, heeft aan The man in the iron mask een onder houdend niemendalletje. Maar wie zich al ergerde aan die niet rijmende accenten, zal daarna meesmuilen bij de half was-aanpak van Randall: die lijkt soms te denken dat hij een western-in-kostuum verfilmt, schrijft onwaarschijnlijk dom me dialogen en stapt als een boer in zijn eigen scenario rondJam- mer van de mooie koppen van Byrne, Irons en Malkovich als musketiers. Bert Jansma The man in the iron mask, te zien in Alhambra Vlissingen, De Koning HulstCinemactueel Bergen op Zoom, Lumière en Pathé Rotter dam. De maagdelijkheid is het meest besproken onderwerp in de documentaire In het huis van mijn vader van Fatima Jebli Ouazzani. In de Marokkaanse samenleving wordt het als een vereiste gezien dat een meisje als maagd trouwt. Ouazzani onderzoekt via vraaggesprekken waarom dat zo is en waarom dat zo belangrijk gevonden wordt. Daarbij gaat ze uit van haar eigen verhaal. Hoe zij van huis wegliep, omdat ze niet traditioneel, als maagd, wilde trouwen. Als gevolg daarvan heeft ze sinds die tijd niet meer met haar vader gesproken. Een aantal interviews en verslagen wordt door Ouazzani aan elkaar geplakt met stukjes speelfilm waarin ze als klein meisje met liefde wordt omgeven door haar vader. Dat vertelt ze dan ook nog eens op de geluidsband waardoor dit niet de beste stukken van de film te noemen zijn. Daaromheen zit gelukkig genoeg materiaal om de aandacht wel vast te houden. In Amsterdam interviewt Ouazzani een vrouw die gekozen heeft om wel traditioneel te trouwen. Met alle tierelantijnen in Marokko en natuurlijk het allerbelangrijkst als maagd. Deze bruid en haar bruidegom volgen we gedurende de hele film vanuit Amsterdam naar Marokko. Daar tussendoor tekent een Nederlandse gynaecoloog op een schoolbord voor dat het hele maagdenvlies geen vlies is, maar meer een randje. Op een Marokkaanse universiteit legt een professor aan ongelovig toehorende studenten uit dat al die poespas rond dat traditioneel, maagdelijk huwen meer mythe dan werkelijkheid is. Thuis op de bank met haar twee dochters bekent deze baanbrekende vrouw tegen Ouazzani dat ze nog niet weet of ze haar dochters vrij zal laten in him keuze. Langzamerhand wordt op deze manier duidelijk waarom deze documentaire deze titel heeft. Niet de ma agdelij kheid is het hoof donderwerp van deze film, maar de onvoorwaardelijke liefde tussen ouders en kinderen en de daarbij horende niet waar te maken verwachtingen van elkaar. Het meest ontroerend is dan ook het bezoek van Ouazzani aan haar oma en opa, waarbij het trieste maar ware vei'haal van haar oma, haar moeder en van haarzelf duidelijk wordt. Een van de eerste vragen van Ouazzani is waarom een meisje maagd moet zijn bij haar huwelijk. Opa heeft daar het antwoord op: een meisje dat geen maagd meer is, is als couscous van gisteren, dat lust een echte man niet meer. Oma kij kt bedenkeli j k richting opa en waarschuwt dat die oude gek zijn bek moet houden, want anders wordt er alsnog gescheiden. Oma is als klein meisje tegen haar wil uitgehuwelijkt en kon op haar beurt niet voorkomen dat haar dochter, de moeder van Ouazzani, op jonge leeftijd werd uitgehuwelijkt. Ouazzani zelfheeft op eigen kracht dat patroon doorbroken, maar tegen een prijs, het verbroken contact met haarvader. Een contact dat ze nu opnieuw tot stand wil brengen. Het is een klein, persoonlijk stukj e geschiedenis dat op zich misschien niet voldoende draagkracht zou hebben voor een film. Hoewel, oma is fascinerend genoeg om een uur lang naar te luisteren en de drie verschillende verhalen van die vrouwen zijn ook verbijsterend. Ingepakt in dat groter geheel van dat vraagstuk over het traditionele Marokkaanse huwelijk, zelfs met die kleine stukjes speelfilm, levert het een boeiende documentaire op, waarin die individuele verhalen al in een groter, universeler kader gezet zijn. Piet van de Merwe In het huis van mijn vader, vrijdag en zaterdag in 't Beest in Goes, volgende maand als onderdeel van het Festival Cultu reel Gekleurdin Cinema Middelburg. Scène uit Money Talks. Zohir Kherbache werkte zijn halve leven in Ouar- senis, een charmant bio- scoopje in het hart van Algiers. Hij verkocht de kaartjes, hing de posters op, draaide de films. Zijn trots was de projector van Prevo- st, een Italiaans merk. ,,Het was de modernste in heel de stad", zegt hij. Zohir werkt nog steeds in Ouarsenis, maar tegen woordig als bewaker. Hij waakt over een lege bio scoop, want sinds 4 januari zijn de deuren gesloten. De CAAIC, eigenaar van de zaal en distributeur van de films, is failliet. Ouarsenis, dat tot 1978 Le Francais heette, is niet de enige bioscoop die zijn deu ren gesloten heeft. La Salie Mogar, verderop in de straat, ging eind vorig jaar dicht nadat een bom er tientallen filmliefhebbers had ver wond. Uitgaansverbod Zohir herinnert zich nog de tijd dat Algiers een bruisend nachtleven had met cafés, clubs, restaurants en 54 bio scopen. „Van die bioscopen is er nog maar één open, niet veel voor een stad van twee miljoen inwoners, Het uit gaansverbod houdt de men sen 's avonds van de straat." Het uitgaansverbod? For meel kent Algerije geen avondklok, maar iedereen probeert voor donker bin nen te zijn. Vanaf acht uur loert het gevaar overal. Grootste nachtmerrie voor de Algerijnen is op een 'faux barrage' te stuiten, een weg blokkade van fundamenta listen die als agenten of mili tairen verkleed zijn. Dat betekent gewoonlijk de dood. Zohir laat de keurig bijge houden statistieken van zijn bioscoop zien. In november vorig jaar waren er nog maar 4.924 betalende bezoekers. „Wij fouilleerden iedereen bij binnenkomst, om het ri sico van aanslagen te beper ken. Desondanks bleven de mensen weg, vooral 's a- vonds. Wat alleenstaande mannen, dat was alles." Het was het verhaal van de neerwaartse spiraal. „Maar met zo weinig bezoekers konden we ons geen grote films meer veroorloven, zelfs geen films van Alge rijnse cineasten. De nieuw ste films waren minstens drie jaar oud. En omdat we geen goede films meer kon den bieden, ging het aantal bezoekers nog verder om laag. De laatste film die we hier gedraaid hebben, was Terrain Miné. Dat was een film uit 1992." Satelliet - Terreur is niet het enige dat het bioscoopwezen de das heeft omgedaan; Algerije is ook een van de landen met het meeste aantal satelliet schotels per hoofd. Volgens het laatste onderzoek, dat van 1995 dateert, telt het land 1,2 miljoen schotels. D aarmee heeft bij na de helft van de bevolking toegang tot vijftien kanalen. De kijkdichtheid van die buitenlandse zenders is zo hoog dat Algiers tijdens de Golfoorlog het toneel was van betogingen tegen CNN, de Amerikaanse zendei-. Zo verbitterd waren veel Alge rijnen over de uitzendingen van CNN, dat de Algerijnse staatstelevisie haar kans rook en met een eigen ploeg vanuit de Iraakse hoofdstad Bagdad uitzond. Wat de bioscoop echter par ten heeft gespeeld, is dat de buitenlandse zenders per avond zo'n zes films uitzen den. Her en der in de stad zijn ook obscure zaakjes verrezen waar videofilms worden gedraaid die van de televisie zijn opgenomen. Veelal zijn dat de films van pornografische aard die op vrijdagavond door de Fran se zender M6 worden uitge zonden, en die in veel islami tische gezinnen taboe zijn, Zohir Kherbache haalt uit een stoffige kast enkele manshoge posters te voor schijn, die vorig jaar nog de gepleisterde muren van zijn bioscoopje sierden. Op de vloer belanden achtereen volgens The Fugitive uit 1994 en Freejack uit hetzelf de jaar, alsmede A Perfect Wqrld met Kevin Costner en Clint Eastwood. Of hij wel eens van de Tita nic heeft gehoord? Zohir krabt achter zijn oor, denkt lang na, en antwoordt aar zelend: „Is dal niet die film uit de jai-en '50?" Cees van Zweeden

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 23