Moesman krijgt postuum gelijk Ultieme liefde is onmogelijk Ik wil zingen in mijn eigen zweet Zicht op enige echte surrealist Bruckner in het Concertgebouw kunst cultuur 23 Last Tango bewerkt voor toneel Bluesdiva Sista Monica in Vlissingen vrijdag 20 maart 1998 Zelf hield Jopie Moesman het erop dat er niet eerder dan halverwege de volgende eeuw, ten tijde van zijn 150e geboortedag, een overzicht van zijn werk zou komen. Op die viering zou hij dan „zittend op een wolkje" toezien, onderwijl een „goede oude bourgogne" savourerend. Hernieuwde belangstelling voor zijn in Nederland toch wat miskende werk kwam inder daad postuum, maar ook éérder dan de Utrechtse surrealist zelf gedacht had. Er was de door Loek Brons georganiseerde tentoon stelling in het Singer Museum in Laren, vijf jaar geleden. Gevolgd door het overzicht van de werken op papier in het Centraal Museum in Utrecht, vorig jaar. En nu is er dan een groot overzicht van de schilderijen en voorstudies in het Museum voor Moderne Kunst te Arnhem. De tentoonstelling laat ook een minder bekende kant van de Utrechtse surrealist zien: die van de ambachtsman Moesman, die talloze litho's' en kalligrafieën maakte en een uitnemend typo graaf was. Het overzicht wordt op de voet gevolgd door (volgende week) de verschijning van een kloeke en uitstekend gedocumen teerde en geïllustreerde Moes man-monografie door John Steen (bij uitgeverij Waanders). Geestverwanten J.H. Moesman (1909-1988) geldt als ,,de enige echte Nederlandse surrealist". Er waren - vooral in zijn geboorteplaats Utrecht - geestverwanten, maar velen daar van zijn in de kunsthistorie bijge zet als magisch realisten. Het ver schil tussen beide stromingen is mooi gedefinieerd door Pyke Koch, een door Moesman bewon derde stadsgenoot. Het magisch realisme, zei Koch, bedient zich van voorstellingen die wel moge lijk, maar niet waarschijnlijk zijn. Terwijl het surrealisme onmoge lijke, onbestaande of onbestaan bare situaties verbeeldt. Het on- J.H. Moesman: Avonduur, olieverf op linnen, ca. 1962. derscheid lag in de jaren dertig en kort daarna waarschijnlijk scher per dan tegenwoordig. Wie de ui tingen van de surrealisten en ma gisch realisten nu naast elkaar zet, kan concluderen dat de stromin gen dichter tegen elkaar aan schu ren dan de beoefenaren destijds toegaven. Doorslaggevend in Moesmans ontwikkeling richting surrealis me was eind jaren twintig de ont moeting met schilder Willem Wa genaar, die in Parijs kennis had gemaakt met de stroming. Ook vertoningen van de Filmliga, waar films te zien waren van onder meer Bunuel en Dali (m.n. 'Un chien an- dalou') bleven niet zonder sporen. Van belang waren verder de expe rimenten op het tekengenoot schap Kunstliefde, waaraan Moesman driftig meedeed. Het surrealisme vond in Neder land minder weerklank dan el ders, hetgeen deels Moesmans relatief geringe erkenning ver klaart. Maar ook zijn weerbarsti ge karakter - hij was een anarchist en een geboren dwarsligger - was er debet aan. Iedereen kon er van langs krijgen, de kritiek evengoed als de museumdirecteuren („net zo achterlijk en bekrompen als de eerste de beste lui van het stad huis"). Geen goed woord had hij verder over voor de hiërarchie in de museumarchitectuur, met ere- zalen en kleinere ruimten voor mindere goden. En zalen die wor den geteisterd door fout, van bo ven invallend licht en niet (zoals Moesman wilde) van opzij. Licht dat gereflecteerd wordt door wit ter dan wit gesausde wanden. Mopperkont Uit veel verhalen komt de kunste naar naar voren als een onverbe terlijke mopperkont die er beha gen in leek te scheppen het met iedereen aan de stok te hebben. Meer dan een querulant was hij echter volgens John Steen iemand die stond voor zijn zaakjes. Nu kon Moesman zich een onver zoenlijke houding permitteren. Hij schilderde niet om den brode, maar had een vaste betrekking bij 'het spoor', waar hij de interne dienstregelingen verzorgde. Het beeld van een nauwgezette amb tenaar lijkt op gespannen voet te staan met dat van de anarchist. Maar eigenlijk valt dat wel mee. Ook in zijn vrije werk was Moes man uiterst precies en hij hechtte groot belang aan vakmanschap. Het aardige aan de tentoonstelling in Arnhem, is dat de werken er ge toond worden in relatie met wat Moesman zelf 'hulpstukken' noemde: schetsen, tijdschrift- plaatjes, foto's, waar soms door hem geleende beeldelementen let terlijk op te herkennen zijn. Af beeldingen die hij soms jaren be waarde en later, in combinatie met andere afbeeldingen, in elkaar 'sampelde' tot zorgvuldig afgewo gen composities. En daarmee wordt tegemoet gekomen aan de wens van de kunstenaar, die het van grote importantie vond dat tentoonstellingen niet alleen het eindresultaat, maar ook de ont staansgeschiedenis laten zien. Met het in beeld brengen daarvan hoopte hij ook degenen die zijn werk probeerden te duiden, de wind uit de zeilen te nemen. Hij verafschuwde gepsychologiseer over zijn werk. „Over schilderijen moet je niet lullen, die moet je zien," was zijn credo. Gespleten Maar wie op de hoogte is van Moesmans levensloop, kan toch niet om een aantal merkwaardige biografische feiten heen. Het feit dat zijn moeder liever niet had willen trouwen en suïcidale nei gingen had bijvoorbeeld. Zijn on getrouwde inwonende tante Rieka In 1972 sloeg de film Last Tango in Paris in als een bom. Verhitte discussies werden gevoerd naar aanleiding van de rauwe, expliciete seksscènes en Marlon Brando en Maria Schneider waren een tijdlang voorpaginanieuws. Op basis van het script van Bernardo Bertolucci's legendarische film maakte Steven van Watermeulen een toneelbewerking, die binnenkort in Rotterdam en Gent te zien is. Steven van Watermeulen (29) heeft Last Tango in Paris nooit gezien. De commotie die de film destijds opriep, kent hij alleen van horen zeggen, van veertigers zoals zijn baas Ivo van Hove, directeur van Het Zuidelijk Toneel, die de film destijds wel vier keer gezien heeft. Toen Steven na het lezen van het filmscript had besloten om een toneelbewerking van Last Tango in Paris te maken, koos hij er bewust voor om de film niet als nog te gaan bekijken. Als ik zeg dat ik me niet kan voorstellen dat hij niet brandt van verlangen om die beroemde beelden nu eindelijk zelf eens te aanschouwen, haalt hij. zijn schouders op. Hij heeft ge duld, van wezenlijk belang is het niet voor hem. Toen hij op zoek was naar een ge schikte tekst voor zijn eerste regie, kreeg hij toevallig het filmscript van Last Tango in Paris in handen en ongeveer tegelijkertijd zag hij Johan van Assche samenspelen met Camilla Siegertsz: „Alles viel op dat moment samen. De vonken spatten er echt vanaf, van wat er Steven van Watermeulen: „In Last Tango zit de emotie in de binnenkant van de personages." foto Lex van Rossen tussen die twee mensen op het to neel gebeurde. Ik wist: zij moeten de hoofdrollen spelen in mijn stuk." Bertolucci's oorspronkelijke script is door dramaturg Bart Van den Eynde en Steven zelf ingrij pend bewerkt. „Het script is echt geschreven voor film, dat merk je aan alles. Voor toneel gelden ande re wetten: je kunt op toneel geen close-up van een fistfucking-scè- ne laten zien, om maar even wat te noemen." „Wat voor mij essentieel is in het verhaal, is de behoefte van twee mensen om een exclusieve i'elatie aan te gaan en het onvermogen om dat te combineren met de buiten wereld. Zolang zij samen zijn in het ontmantelde appartement, kunnen zij zich ongelimiteerd aan elkaar overgeven; als zij op den duur toch naar buiten moeten, stort hun wonderland in. Dat is een ervaring die voor veel mensen, zij het in minder extreme mate, heel herkenbaar is. Een verhou ding kan gebaseerd zijn op een deelaspect: je kunt fantastische seks hebben of juist erg goed kun nen praten met iemand. Op het moment dat je zo'n verhouding moet integreren binnen je sociale context, je familie, je vrienden, blijkt dat soms heel lastig. Zullen ze hem of haar wel accepteren, zal het enigszins klikken? Zeker voor mijn generatie geldt dat iedereen de nodige kortere en langere rela ties achter de rug heeft en uit elke relatie heb je wat opgepikt. Je moet je ervoor behoeden dat j e niet op zoek gaat naar de ultieme part ner die alles in zich verenigt wat j e ooit elders hebt aangetroffen. Je slaat nooit meer helemaal naakt een nieuwe weg in. Je hebt je rug zakje met al je bagage voor altijd bij je." De verschillen tussen de man en de vrouw in het stuk zijn groot. Hij is een al wat oudere man, wiens vrouw pas gestorven is. Hij trekt (wier gebit te zien is op een van de werken), die de meeste vrouwen vieze en verachtelijke wezens vond. De zachtmoedigheid van zijn vader, op wie hij gesteld was, maar die in zijn opvoeding nauwe lijks een rol van betekenis speelde. Moesmans op de klippen gelopen huwelijken (drie in totaal), waar van één bezocht door een seksuo- loog die in het werk het seksuele onvermogen van de kunstenaar meende te herkennen. Gebeurte nissen, die ongetwijfeld bijdroe gen aan een ambivalente vrouw-' beeld. Toevalligheden Die gespleten houding - enerzijds de fascinatie, anderzijds afkeer - moet ook een oningewijde wel op vallen. Bijvoorbeeld op het schil derij Avonduur (circa 1962), één van de meesterstukken van de ten toonstelling. We zien een aan tafel zittende vrouw met ontbloot bo venlijf. Haar gezicht gaat schuil in een kap van leer of latex. Haar lin kerborst ligt op tafel, ernaast een mes. Koud staal, warm week vlees. Op de achtergrond twee vuist vechters. Maar een mogelijk aan dit werk ten grondslag liggend trauma's werd door de maker op de typische Moesman-manier weggewuifd. Toeval, volgens hem zit ze te bidden,,zo meteen doet ze haar masker af en gaat ze biefstuk eten". Maar voor wie weet dat werk is geschilderd in de periode dat zijn tweede echtscheiding zich aandiende zijn het wel veel toeval ligheden op één schilderij Yvonne Jansen Overzicht J.H. Moesman: Museum voor Moderne Kunst Arnhem., tot 1 ju- Waar ze precies de vorige avond heeft opgetreden weet ze niet meer. „Kjollenborg?, Middeldamn?", probeert de Amerikaanse bluesdiva Sista Monica (42) zich te herinneren. Ze komt er niet uit. Ze heeft zich een half uur verslapen voor het interview en wrijft met haar beide vuisten, twee grote bruine knoesten, de slaap uit haar ogen. Pas als de koffie geserveerd wordt in het Apeldoornse ho tel waar ze logeert, leeft ze lichte lijk op. Het was gisteren weer vier uur 's nachts voordat ze op een oor lag. Ze heeft in bed nog even CNN gekeken, om niet helemaal ver vreemd te raken van het thuis front. Sista Monica is op tournee door Europa. Optredens in Engeland, Nederland, Turkije en Italië staan op het programma of zijn inmid dels achter der rug. Het is de eerste keer dat ze zo'n tournee doet. Pas sinds enkele weken is Sista Moni ca beroepsmuzikante. De lovende recensies van haar tweede, gelijk namige cd hebben haar doen be sluiten haar baan van personeels- manager in haar thuisstad Silicon Valley op te zeggen. Om in te gaan op de grote hoeveelheid aanbie dingen om op te treden, moest ze wel. Imposant Het is snel gegaan met de zange res, die zowel op als op het podium een - zowel letterlijk als figuurlijk - een imposante persoonlijkheid is. Pas sinds 1992 is ze op de podia te vinden. Daarvoor zong ze in kerkkoren. „En in bad, in de auto en in de huiskamer", voegt ze toe. „Vanaf mijn kindertijd zing ik al. Mijn ouders hadden platen van Bobby 'Blue' Bland, Ruth Brown, Sarah Vaughn, Aretha Franklin en Ella Fitzgerald. Met mijn muzi kale opvoeding zat het dus wel goed, alleen heb ik nooit echt het idee gehad dat ik met zingen mijn brood kon verdienen. Dat veranderde toen ze de rapper MC Hammer zag optreden in de Arsenio Hall Show. Hammer was jarenlang de buurman van Sista Monica geweest. Wat hij kan, kan ik ook, moet ze gedacht hebben. Ze formeerde haar eigen band en trad met succes op op festivals aan de Amerikaanse westkust en twee keer op de Bluesestafette in Utrecht. Haar debuut-cd Get Out Of My Way bevatte een handvol covers en vijf eigen nummers. Op haar nieu- zich terug in het appartement om dat te verwerken en bij toeval komt hetmeisje zijn leven binnen stappen. Zij is jong, mooi en heeft een rela tie met een cineastmaar gaat des ondanks op zijn avances in: „Zij heeft behoefte om de grenzen te tarten van wat mogelijk is. Ze wil een bijzonder, een fantastisch le ven leiden, ver buiten het gebaan de, het gewone, het denkbare. Zij komt uit een bourgeois-milieu en alles in haar snakt naar verzet. Ze jutten elkaar op om steeds verder te gaan, tot ze dan uiteindelijk ge confronteerd worden met de bui ten wex-eld en hun sprookje uit el kaar spat." Teder In zijn regie wil Steven van Water meulen de nadruk leggen op wat zich aan de binnenkant van de personages afspeelt. „Ik maak ge bruik van het feit dat er wordt ge speeld in een theater. De persona ges geloven, dat ze in een leeg appartement zijn, maar intussen zit er wel publiek te kijken. Er ont staat een soort binnenstebuiten si tuatie. Je kijkt naar hoe deze men sen zouden willen zijn: alleen, naakt en teder. Zoals zo vaak in het leven, staat het denken hen in de weg. Je kunt je niet totaal ont trekken aan de sociale omgeving, je kunt je niet ongestraft gedragen alsof je alleen op een eiland woont. En hoe ver zij ook gaan in een uit puttingsslag om eikaars grenzen te verleggen, uiteindelijk zit er bij hen allebei onder al die woede en die hartstocht een grote behoefte om gekoesterd te worden." Margriet Prinssen Het Zuidelijk Toneelspeelt Een laatste Tango zaterdag 28 maart in de Rotter damse Schouioburg en 30 en 31 maart in het Kunstencentrum Vooruit te Gent. we cd staat vrijwel alleen door haarzelf geschreven songmateri- aal. „Ik was best gespannen op de dag dat de cd voor het eerst in de winkels lag", zegt ze. „Die songs gaan allemaal over mezelf. Ze ko men echt vanuit mijn diepste bin nenste, je bent daardoor enorm kwetsbaar, je voelt je naakt. Het is net alsof je de intiemste passages ui t je eigen dagboek wereldkundig maakt. Ik heb me dan ook ver baasd over de positieve reacties van pers en publiek. Het meest bij zondere vind ik nog dat de num mers waarin ik mijn hart uitstort, waarin me het meest blootgeef, het meest aan blijken te slaan." Verwant Sista Monica voelt zich als zange res verwant met blueskoningen als Luther Allison en Albert Col lins, met James Brown en met Tina Turner. Het zijn in haar ogen ge passioneerde muzikanten; zan gers en zangeressen die in hun ei gen zweet zingen. Ze vindt dat ze met beide benen in de bluestradi tie staat. Sterker nog, ze ziet zich zelf als een ambassadrice van de blues. „Ik heb een grenzeloze be wondering voor zangeressen als Katy Webster en Etta James. Ze treden alleen nauwelijks meer op. Ik ben nog jong. Ik vind dat ik alles wat zijn in gang hebben gezet moet doortrekken. Ik heb er de energie, waardering en vechtlust voor. Ik vind dat blues en soul meer erkenning verdienen dan ze nu krijgen. Het is een belangrijk deel van de Amerikaanse cultuur. Op scholen geef ik gastlessen en zing ik bluessongs om jongere mensen bewust te maken van de rijke Afro-Amerikaanse muziektradi tie, Die mag nooit worden verge ten." Net als in gospel is blues sterk au tobiografisch en introspectief. De nummers van Sista Monica gaan over waar gebeurde belevenissen en echte gevoelens van liefde, pijn, verlies en verdriet. „Ik wil dat mensen die lijden, mensen die een steun in de rug kunnen gebruiken, iets hebben aan mijn muziek. Dat kan ik alleen bereiken als de mu ziek echt is en vanuit mijn binnen ste komt. Tijdens het zingen in de studio moet je ervoor zorgen dat hoofd en hart met elkaar in ver binding staan. Veel nummers heb ik in het donker opgenomen. Tij dens de opnames van de a capella traditional Amazing Grace schoot mijn keel vol. Ik vind dat je dat nummer moet zingen zonder pau zes en zonder te slikken. Na afloop had ik echt een brok in mijn keel: puur speeksel." Mark Roos Sista Monica treedt zondag 22 maart op in het Arsenaaltheater in Vlissin gen, 15 uur. Sista Monica: „Blues is een belangrijk deel van de Amerikaanse cul tuur." De muziek van Anton Bruckner blijft in het seizoen 1998-'99 een belangrijk thema van de 'Ma tinees op de vrije zaterdag' in het Amsterdamse Concertgebouw, net als in dit seizoen. Niet alleen diri geert Edo de Waart het Radio Fil harmonisch Orkest in Bruckners Tweede en Zesde symfonie, ook wordt kamermuziek en koormu ziek van deze componist uitge voerd. Aan Sibelius wordt eveneens en kele malen aandacht besteed, on der meer met een uitvoering van diens 'Kullervo' voor vocale solis ten, mannenkoor en orkest. Daar voor komen het City of Birming ham Symphony Orchestra Chorus onder leiding van hun nieuwe dirigent Sakari Oramo op 10 april 1999 naar Amsterdam. De VARA, die de programma's van de matinees samenstelt, presen teert in de categorie na-oorlogse muziek onder meer recente wer ken van Emmanuel Nunes, Giya Kantsjeli, Thomas Adès en Mag nus Lindberg. Er worden ook we reldpremières aangekondigd van werken van Stockhausen (twee slagwerkers en twee pianisten), Van Vlijmen (orkest en mezzo-so praan) en Louis Anclriessen. De jonge Nederlandse componist Pe ter van Onna is zelfs met twee stukken vertegenwoordigd. De serie opera's, die in concert- vorm worden uitgevoerd, begint met Wagners 'Tannhauser' onder leiding van Edo de Waart, met Charlotte Margiono en Peter Seif- fert in de hoofdrollen. Ook staan twee Italiaanse opera's (Donizet ti's 'Lucia di Lammennoor' en Bellini's 'Norma') en Glucks 'Iphigéie en Tauride' (onder lei ding van Marc Minkowski) op het programma. De reeks wordt afge sloten met 'Benvenuto Cellini' van Berlioz, te dirigeren door Valeri Gergjev. (GPD)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 23