In grote nood is de redding nabij Taal en letteren Voor kinderen schrijven is een kunst Appel in Tweestrijd kunst cultuur 19 proza MATTHIAS. SiKGENBEEK AMST AMENSI 51 artium liberalism magister jphilosophiae doctor, professor primus eloquent. patr. extraorp. 23 sept. 1737 ordinarius 20 sept. 1708, deinde eloquent et histor. patr natus 23 juni! 1774.0riit 26 n0y.embris 1834. poëzie vertaald jeugdboek vrijdag 20 maart 1998 Enkele tientallen jaren lang was er voor een studie in de letteren geen belangstelling. Een soft vak, met weinig arbeidsperspectiefVoor meisjes en watjes. Terwijl de opleidingen letteren weer de vooroorlogse omvang hebben en hun wonden likken, lijkt er toch iets te veranderen. Op 10 augustus 1796 namen de curatoren van de Leidse uni versiteit het besluit de zeer jonge doopsgezinde predikant Matthijs Siegenbeek te benoemen tot pro fessor in de Hollandse welspre kendheid. Het j'aar daarop sprak hij zijn studenten toe, 200 jaar ge leden. Siegenbeeks studenten deden klassieke letteren of rechten of theologie en voor predikanten en juristen was een goede welspre kendheid noodzakelijk. Siegen beek beoefende daarom het hou den van redevoeringen. Het heeft hier aan de Noordzee geleid tot een unieke domineescultuur waarin de gave van het woord be stond uit gedragen toespraken met een vaste opbouw, passende vermaningen en een stichtend slot. Hoe orthodoxer, hoe lager de versnelling. Na Leiden volgden ook de twee andere universiteiten, Utrecht en Groningen met hun letteren. Fra- neker en Harderwijk hadden de Franse tijd niet overleefd en Am sterdam moest nog tot het eind van de negentiende eeuw wachten, voordat het plaatselijke athenae um werd opgewaardeerd tot uni versiteit. Met dat onderwijs in de openbare welsprekend is de studie van onze vaderlandse taal- en let terkunde begonnen. Niet met al gemene instemming. Hoger on derwijs in de eigen taal was 'een bedenkelijke nieuwigheid'. Onder die titel is nu een bundel versche nen over de geschiedenis van dat nieuwe en overbodige vak. Spelling Natuurlijk bleef de studie zich niet beperken tot academische toespraken. Zij breidde zich uit tot stijlleer, hier en daar ook tot taal kunde. Siegenbeek regelde voor het eerst de spelling, die omstreeks 1860 vervangen is door die van De Vries Te Winkel met mensch en loopen. Siegenbeeks opvatting dat, je ligchaam moest schrijven werd door hen afgeschaft. De be langstelling voor taal diende nog een ander doel: het bevorderen van een passend nationalisme. Dat gebeurde al in de Franse tijd, maar het jonge Koninkrijk dei- Nederlanden kon enige suppor ters goed gebruiken. Aanvankelijk vormden de colle ges Nederlands niet meer dan een bijvak. De student in de theologie, Hildebrand van de Camera Ob- scuramoest als Nicolaas Beets omstreeks 1830 in Leiden de va derlandse taal, letterkunde en ge schiedenis, maar ook wiskunde bestuderen. Pas in de jaren 1870 krijgt de Nederlandse taal- en let terkunde de status van een echte studie. Ondertussen waren in de loop van de eeuw allerlei specia listen benoemd. Ook hier neemt Leiden, de eerste universiteit van het land, het voortouw. Professor Matthias de Vries ruilt in 1853 het 'Siberische Groningen' voor Lei den. Hij geeft.nog alle vakken. Maar in 1860 wordt er iemand voor geschiedenis benoemd, de beroemde Fruin. Later komt Jonckbloet als eerste hoogleraar in de letterkunde erbij. Ondertus sen werkt De Vries dag en nacht aan wat het grootste woordenboek ter wereld zal worden: een verza meling van alle Nederlandse woorden, met bewijsplaatsen, be tekenissen en de etymologie. Bin nenkort voltooid. Informatief De verzameling Een bedenkelijke niemoigheid is lezenswaard en in formatief. Maar nogal degelijk en opsommend soms. Zo wordt van 200 jaar studie van de Nederland se taal niet altij d een actueel beeld gegeven. Daarentegen beschrijft Frits van Oostrom in een enthousi ast verhaal hoe de legendarische Jonckbloet de studie van de mid deleeuwse letteren aanpakte. Jonckbloets negentiende-eeuwse tijdgenoten hadden aanvankelijk niet zo veel op met de middeleeu wen. De 16e eeuw met de Tachtig jarige Oorlog en de onderne mingslust van die tijd was de trots van de natie. Na 200 jaar is de dreiging voor de studie der vaderlandse letteren groot en de status van de taal ge ring. Aan de ene kant is er een steeds verdergaande; specialisatie. De taalwetenschap houdt zich be zig met dingen waar een doorsnee taalgebruiker en neerlandicus niet veel van weet. De eenheid van het vak is geëxplodeerd. En Euro pa maakt ons tot een klein land Boven: Matthias de Vries en L.A te Winkel kozen om streeks 1860 voor een spel ling met 'mensch' en 'loop- Links: Matthias Siegenbeek regelde voor het eerst de Ne derlandse spelling. met een marginale taal. Aan de an dere kant heeft het onderwijs en kele decennia geen afgestudeerde neerlandici nodig gehad. Op enke le uitzonderingen na interesseren weinig wetenschappers zich voor het vak Nederlands in het voort gezet onderwijs. En dan de spel ling. Een generatie neerlandici heeft zich op partijen en festijnen onmogelijk gemaakt door een spellingsherziening met verbij ste- rende elementen te laten passeren of zelfs te accepteren. Het wordt pijnlijk, laten we de gordijnen maar sluiten. Ach, in het land aan de Noordzee weten we dat in grote nood de red ding nabij is. Men slaat de handen ineen en ziet daar komt een 'Raad voor de Nederlandistiek' - zie het rapport Wat unbidan we nu? (waar wachten we op?). Natuurlijk ook een nieuw tijdschrift: Noordzee - taal letteren, 'het eerste journa listiek blad waarin alles wat er omgaat in de Nederlandse taal en letteren voor een breed publiek wordt gesignaleerd, uitgediept en becommentarieerd' - aldus het voorwoord. Dit dubbele begin- nummer geeft wat het belooft. Ac tuele zaken: schoolbibliotheek, achtergrondinformatie bij Vos- kuils Bureau compleet met foto's, een bizar interview met Grunberg, de schrijver van het boekenweek geschenk. Een kritisch stuk over het vernieuwde literatuuronder wijs onder de smakelijke titel 'Scholieren op rantsoen'. Joost Zwagerman legt nog eens precies uit waarom Arjan Peters van de Volkskrant een malafide recen sent is. Zo is er meer. De merk waardige belangstelling voor dia- en regiolecten wordt aan de hand van de Twentse Asterix-vertaling goedmoedig besproken. Lucas Ligtenberg is in Amerika op zoek geweest naar immigranten die nog Nederlands spreken. Het tijdschrift ziet er goed uit, hoewel de vormgeving doet den ken aan een schoolboek voor leer lingen die vermoeid in de bank hangen maar met korte teksten en veel plaatjes verleid moeten wor den nog even wakker te blij ven. Dat zal op termijn vervelen. Kroongetuige Over de veranderingen in het he dendaagse Nederlands schrijft Jan Stroop een mooi artikel. Hij heeft opgemerkt dat er vooral on der jonge, succesvolle, artistieke vrouwen een nieuw soort Neder lands gangbaar is. Met veel voor beelden legt hij uit dat door dit volksdeel de klinkers 'verlaagd' worden uitgesproken. Tijd klinkt dan als 'taait', dat is een slagje an ders dan de gebruikelijke rand stadvariant 'tait'. Koud wordt 'kaaut' en uit vangt het oor op als 'aut'. Dat wordt de taal van een maatschappij waar het begrip ABN tot een anachronisme is ge worden. De mentaliteit van 'sco ren, individualisme en dat-maak- ik-zelf-wel uit' bevordert dit pol- dernederlands. De kroongetuige van dit nieuwe Nederlands, aldus Stroop in Noordzee, is Trijntje Oosterhuis van een muziekgroep genaamd Total touch. Tijdens de dodenherdenking vorig jaar mocht ze met haar voordracht 'de ferleiden taaid fan frede is aurlog' laten horen hoe het 'poldeneide- lans' klinkt en gelaaik mocht ze bewaaizen dat het officieel erkend is. Lauister maar naar Paaul de Leeeiuw. Het tijdschrift Noordzee heeft nog onderwerpen genoeg - als het waterpeil maar niet te hoog wordt. Lo van Driel Erik Viskil: Wat unbidan we nu? Naar een raad voor de Neerlandistiek - SD U Den Haag 1998, 35,-. Jan W. de VriesEen bedenkelijke nieu wigheid - twee eeuwen Neerlandistiek - uitgeverij Verloren, 29,-. Noordzee -taal& letteren -1 ejrg. num mer 1-2, maart-april 1998 - uitgeverij SDU, jaarabonnement 85,-. Natascha Zwaai Kinderen van de zon (De Prom, 176 blz.. geill., ƒ24,90). In verband met een we tenschappelijk onderzoek ver keerde biol'oge en cultureel antro pologe Natascha Zwaai een jaar lang onder de Maya-indianen op het Mexicaanse schiereiland Yu catan. Haar belevenissen schreef zij op in Kinderen van de zon. De buut. Martin Koomen: Drink, drink het uur (De Prom, 128 blz., 24,90). De liefde van de auteur voor jazz en zijn hartstocht voor de extase die hij aan zijn saxofoon ontleen de, voerden hem in de jaren vijftig en zestig naar Parijs en Stock holm. Het verhaal van twee liefdes in zeven autobiografische kronie ken. Ammy Langenbach: Over de zandheuvels (De Prom, 128 blz., ƒ24,90). Veertien koite verhalen, waarin personages centraal staan uit het leven van een fascinerende, maar complexe vrouw. Debuut. Theo Verhaar: Nawakker (De Harmonie, 56 blz., 29,50). De vijfde bundel van Theo Verhaar verbeeldt de wankele balans die kenmerkend is voor overgangspe rioden tussen bloei en verval, tus sen aftakeling en opleving. Rétïfde la Bretonne: Monsieur Ni colas, deel 1 (oorspronkelijke titel: Monsieur Nicolas ou le coeur hu- main dévoilé, Aristos, 352 blz., ƒ49,90, geb. 69,-, vertaald door Zsuzcó Pennings, ingeleid en ge annoteerd door Ivo Gay). Van 1794-1797 werden depersoonlijke gedenkschriften van Nicolas-Ed- me Rétif de la Bretonne (1734- 1806) in zestien delen gepubli ceerd. Deze zeer productieve auteur, die bijna tweehonderd werken heeft nagelaten, voor het merendeel min of meer geroman tiseerde autobiografische herin neringen, verhaalt in Monsieur Nicolas over de liefdesavonturen die zijn leven hebben beheerst. Jeanette Winterson: De wereld en andere plaatsen (Contact, 157 blz., 36,90, vertaald door Maar ten Polman). De verhalen in De wereld en andere plaatsen laten Wintersons literaire ontwikkeling zien vanaf het begin van haar loopbaan tot nu. Henri James: Washington Square (Prometheus, 192 blz., ƒ29,90, vertaald door Martha Heesen). Henri James (1843-1916) werd be roemd met zijn romans The Port rait of a Lady, The Turn of the Screw en The Wings of the Dove. Washington Square, het verhaal van een jonge vrouw die zich on danks haar beperkingen ontwik kelt tot een sterke, waardige vrouw met een duidelijke eigen wil, verscheen oorspronkelijk in 1881 en is nu verfilmd met Jenni fer Jason Leigh, Albert Finney en Ben Chaplin in de hoofdrollen. Als auteurs voor volwassenen een keertje iets voor kinderen uit de mouw schudden, staan de mooiste zinnen meestal op de achterkant van het boek. Een piepklein maar prachtig pareltje - zo prijst de uitgever het verhaal Het Wondervan Guido van Heulendonk achterop de bun del Primeurs aan. De auteur won twee jaar geleden met zijn roman 'Paarden zijn ook varkens' De Gouden Uil in de categorie fictie en debuteert nu voor lezers vanaf twaalf jaar met precies 487 woor den. Maar als het wervende zinne tje niet gelogen is, kan er alleen het dingetje mee bedoeld zijn dat Anouschka opeens vasthad ('Phoejh, zo klein') toen ze in de pyjamabroek van haar broertje zocht wat tijdens de godsdienstles 'het wonder van de jongen' was ge noemd. Haar broertje heeft op school genoeg opgevangen over 'slechte mensen, kindermoorde naars en pedrofielen' om zijn ou dere zus daarna van zich af te slaan met 'Nu krijg jij EETS!' Alfabet Primeurs bundelt van elf auteurs met een oeuvre voor volwassenen het eerste verhaal voor jongere le zers. De volgorde waarin ze hun kunsten mogen vertonen wordt bepaald door het alfabet en dat betekent voor de lezer zichzelf tot pagina 77 geweld aandoen. Daar pas is Geert van Istendael aan de beurt. Na de eerste flauwe plaagzieke alinea's van zijn verhaal Ik en tan te Jen krijg je bij hem eindelijk het gevoel dat er iemand aan het woord is die het verzoek van de uitgever serieus nam: 'Schrijf een ontroerend, vertederend, cynisch, bloedstollend, span nend, grappig, inti mistisch boek waaraan zowel vol wassenen als jeugdi ge lezers plezier zul len beleven'. De bundel komt traag op gang met drie pagina's quasi- filosofisch gemuts van Alstein en twee meisjes in de regen aan de rand van een vijver over God en een eend. Maar in Antwerpen voor be ginners gaan de rem men er af. En als dan na die bijdrage van Lut de Block over Saskia die 'omwille van de zaak D. op school een portie voorlichting kreeg', maar tijdens een knuffelpartij op de bank 'wil samen vloeien met Jos' (haar buurman die ze - zegt ze - altijd zal blijven verdedigen) in Vies van Herman Brussel mans het spul echt goed op stoom komt, is er geen houden meer aan: Jef Geer- aerts over de eerste natte droom van een jongetje dat 's mor gens aan tafel verslag doet van 'de serie schokken diep in mijn buik, een megacool gevoel'; Luc Hanegreefs over een jongen met belangstelling voor de kleur van meisjesonderbroeken; Rudi Hermans over iemand van dertien diegeen veertienzal worden; Stijn Meuris' onnozels over eenenveer tig dat 'eigenlijk' elfendertig is; Piet Teigelers paranormaals met een kat, en Ingrid Vander Veken als laatste met vijftien 'speciaal geschreven' pagina's. Illustratie van Charlotte Ramel in De Woorden Gaan Goed Vandaag. Hoe kon bij dit willekeurige groepje auteurs de toevalligheid van het alfabet leiden tot zo'n val se opbouw in spanning met hal verwege een verhaal om op adem te komen en aan het einde een mi serabel hoogtepunt? Wat maakt een uitgever zo radeloos dat hij al dat ranzige waarschuwends bij el kaar zet? En welke populariteit zoekt die ene schrijfster met haar verhaal over een meisje van twaalf dat tijdens een vakantie voor het eerst ongesteld wordt en dan de vader van haar vriendinnetje in de tent moet dulden: 'Ik vind dat hij zo raar doet, ik vind dat hij zulke vreemde dingen zegt. IK begrijp hem niet, ik wou dat hij wegging. Maar dat durf ik niet te zeggen, want dan zal hij dat vertellen aan Kims moeder, en die zal het vertel len aan mij n moeder. En dan wordt die nog bozer. Zijn hoofd is nu heel dicht bij het mijne. Hij blaast door zijn neus, ik hoor het en ik voel het op mijn oor. Dat hij me misschien niet zo vaak meer zal zien, zegt hij, en dat hij dat heel spijtig vindt. Hij streelt met zijn vin ger over mijn roze lippen. Hij zoent me zachtjes op mijn wang, zoals mijn va der me nog nooit ge zoend heeft. „Je zal heel mooi worden la ter, weet je dat?" Armzaligst Erger nog dan al het onfrisse bedenkelijks is h,et povere en gees teloze taalgebruik van zoveel auteurs bij elkaar met een be perkt zicht op hoe jongeren zich gedra gen. Het armzaligst van allemaal is Jef Geeraerts met een beginzin van negen regels en gezever daarna over een nieuwe Honda Civic VT1 met dubbele nokkenas, een diffi- ciele bomma, een lui- e wij venkeuken met microwave, een natte droom die een etentje buiten de deur ople vert plus 500 frank van papa ('Willy, als we alleen zijn onder mannen'), en nog veel meer mega- en zelfs supercools. Wie na al dat druile rig droevigs weer licht in het leven wil zien, moet De ivoor- den gaan goed van daag van Helena Dahlback en Char lotte Ramel lezen en vooral onbekom merd kijken. Dat dit prentenboek voor kleuters je dronken van geluk maakt is mis schien wat overdreven, maar vrij van zorgen word je er wel door. Jan Smeekens Alstein en anderen: Primeurs. Houte- kiet, Anhoerpen; 138pag.;f 24,90. Helena Dahlback Charlotte Ramel: De Woorden Gaan Goed Vandaag. Ver taling Maydo van Marwijk Kooy; Mid dernacht Pers, Naarden; 18,50. Het tijdschrift 'Onze Taal', het maandblad van het ge lijknamige genootschap, pu bliceerde begin dit jaar een artikel, waarin René Appel probeerde te verklaren waarom spannende verhalen nu eigen lijk zo spannend zijn. Dat was deze thrillerauteur, meervou dig genomineerd voor en tot nu toe eenmaal winnaar van de Gouden Strop, wel toever trouwd. In een uiterst leesbaar artikel liet Appel een helder licht schijnen over fenomenen als puzzeldetectives, prospec tieve spanning en 'cliffhan- gers'. In zijn nieuwste thriller, Twee strijd, hanteert Appel een truc die hij evenepns in Onze Taal behandelde: het Jan Klaassen- syndroom. Zoals kinderen voor de poppenkast zien dat een nog onwetende Jan Klaassen met een knuppel wordt belaagd, zo is de lezer van de thriller al op de hoogte van iets wat de ro manfiguur nog niet weet. De twintiger Manon is in Twee strijd de onwetende. Haar vader is een hartstochte lijk slager; zijn blikveld reikt niet verder dan drie ons gegrill- de achterham en Duitse bief stukken, terwijl haar moécler nog steeds treurt om zoonlief Rolf die jaren geleden de deur van de ouderlijke woning ach ter zich dicht trok om niet meer terug te keren. Om het werk in de slagerij te ontvluchten, stort Manon zich in de armen van Roy Witteman, die haar eerder redde van een al te opdringeri ge vogel in een discotheek. Roy heeft een uitkering, maar 'klust' er hier en daar wel eens wat bij: het leveren van auto's op bestelling. Dan stapt hij over op de beter betaalde 'transporten'. Maar Manon, met wie hij inmiddels is gaan samenwonen, leeft dan nog op wolken en heeft nog nergens erg in. Dan gaat er iets mis: tijdens een transport wordt Roy 'geript'. 1-Iij is zijn vrachtje kwijt. Zijn opdrachtgevers eisen schade vergoeding. In een poging om snel aan wat duizendjes te ko men, doodt en berooft Roy een cafébaas. Hij wordt gepakt en veroordeeld, niet in de laatste plaats met behulp van de getui genis van zijn inmiddels zwan gere vriendin. Vijftien jaar luidt het vonnis, maar zijn slimme advocaat weet er in hoger beroep vrij spraak uit te slepen. Dan begint het boek pas echt: Roy wil Ma non haar verraad betaald zet ten, terwijl hij ook nog steeds zijn criminele compagnons achter zich aan weet. De apo theose vindt plaats in de Bijl mer, een locatie die de laatste tijd wel vaker door Nederland se misdaadschrijvers wordt op gezocht, denk bijvoorbeeld aan Gerhard Hormanns 'De plaag' en 'De vlucht van de 4de okto ber' van Tomas Ross. Slachtoffer Tweestrijd is een typisch Ap pel-product, een boek waarin de hoofdpersonen allen slacht offer zijn. Opnieuw betoont de auteur zich een meester in het neerzetten van kleine, mense lijke drama's, die voor de be trokkenen echter van wereld formaat zijn. Toch mist er iets aanhet boek: het is uit voor je er erg in hebt, teiwi j 1 j e nog zoveel vragen hebt. Om een voorbeeld te noemen: Appel maakt niet duidelijk waarom Roy vrij spraak kreeg en wie heeft hem eigenlijk 'geript'? Wat in Appel te prijzen is, is dat hij zo feilloos de geest van de ja ren negentig weet weer te ge ven. Scherp en zonder opsmuk tekent hij de omgeving van jon geren die Big Macs, GTST en de nieuwste clips op MTV in breedbeeld als maatstaf heb ben ;en die over de waarheid niets meer te melden hebben dan dat de nieuwste cd van Marco Borsato zo luidt. Twee strijd is een thriller van deze tijd. Peter Kuijt René Appel: Tweestrijd - uitgeverij Bert Bakker, 300 pag., f 29,90.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 19