7 DE MAATSCHAPPIJ. DAT BEN JIJ. 16 SBW PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 13 MAART 199 BESTE DORPSGENOTEN "Je kunt tegenwoordig zonder enige reden in elkaar geslagen worden op straat", zegt de buurman, en hij roert nog maar eens in zijn koffie. "Van mijn zoon zijn al vier fietsen gejat. Ik moet hem tegenhouden om zijn vol gende fiets niet zelf te gaan stelen." De buurvrouw valt hem bij: "Ik word elke dag weer somber als ik de krant lees. Er is geen respect meer voor elkaar. Ik zag pas iemand een patatzakje op straat gooien, terwijl hij nota bene naast een prullenbak stond. Weet je wat het is? De mensen zijn alleen nog maar met zichzelf en hun carrière bezig. We leven in een maatschappij waarin we niks meer voor elkaar over hebben." Gelukkig gaat ze toch nog een keer met de koekjes rond. "We leven in een maatschappij waar in we niks meer voor elkaar over hebben." Is dat waar? Meer dan 250.000 Nederlanders waren vorig jaar bereid om, soms door weer en wind, met een collectebus langs de deur te gaan. Zo'n 700.000 mensen geven een paar keer per jaar bloed, waarmee duizenden zieken geholpen en honderden mensenlevens gered worden. In ongeveer 10.000 Nederlandse gezin nen vinden pleegkinderen de warmte van een nieuw, ouderlijk huis. Onlangs meldde Ben Langevoort zich bij de politie in Delft. Hij kwam een portemon nee brengen die hij op straat gevonden had. De inhoud: f800,-. In 1997 gaven we ruim 5 miljard gulden aan goede doelen. 1,3 Miljard was afkomstig van het bedrijfsleven en 3,7 miljard van burgers. Dat is gemiddeld f568,- per huishouden. Het stond niet in de krant, maar kort geleden werd een straatruzie in nachtelijk Enschede in de kiem gesmoord door het doortastende optreden van een toevallig pas serende taxichauffeur. Enkele weken geleden belde mevrouw De Grunt in Middelburg de politie om een kapot stoplicht te melden. In Amsterdam-Noord is pas een in braak verijdeld door een slapeloze buurman die de politie waarschuwde. Bijna 100.000 mannen en vrouwen werken als vrijwilliger in onze verzorgings- en verpleeghuizen. Ze gaan wandelen met gehandicapten, organiseren bingoavonden of nemen de bewoners mee naar de kerk. Toen Jan Willems (81) laatst in een overvolle Rotterdamse tram stapte, kon hij binnen drie seconden kiezen uit twee zit plaatsen. Een halte later stond hij zijn plek af aan Ton van Veen (92). In heel Nederland zijn 3 miljoen vrij willigers actief. Ze repareren de schommel van de speeltuinvereniging, trainen zesjarige topvoetballers of zijn voorleesmoeder op de basisschool. Eén ding doen we bijna allemaal. In 1996 betaalden we met elkaar 238 miljard gulden aan belasting. We doen dat misschien niet voor ons plezier, wél omdat we ooit met elkaar heb ben afgesproken in een beschaafd land te willen wonen. Een land waarin kinderen onderwezen, zieken verpleegd en bejaarden verzorgd worden. "We leven in een maatschappij waar in we niks meer voor elkaar over hebben", zei de buurvrouw. Dat is niet waar. Nederland mag dan een land van indi vidualisten zijn, het is geen volk van asocialen. Hoe verdeeld we ook zijn, we kun nen nog altijd delen. De meesten van ons wonen dichter bij de hemel dan bij de hel. De meesten van ons. In Amsterdam en Leeuwarden zijn op straat twee jonge mensen vermoord, omdat ze niet voorbij wilden gaan aan het asociale gedrag van anderen. "Onze maatschappij verhardt, verkilt en verloedert", zei de buurvrouw die avond en niemand sprak haar tegen. Een golf van protest spoelde over ons land en de kranten stonden vol met ingezonden brieven. "In de oorlog mochten we 's avonds de straat niet op. Tegenwoordig durven we het niet. Waar hebben we toen voor gevochten?" In die dagen keerde een gevoel terug, dat sommigen van ons nog kennen uit de tijd van de oorlog en de wederopbouw. Het gemeenschapsgevoel. En het be sef dat het onrecht van de sterkste zal gelden als niemand zich verantwoordelijk voelt voor de maatschappij. De maatschappij. Het lijkt zo'n lood zwaar begrip waar niemand van ons invloed op heeft. Ten onrechte. Onze maatschappij is een huis waar in wij allemaal een kamer huren. Elke dag kunnen we dingen doen die ons leven en onze maatschappij mooier maken. De maatschappij is in elk geval niet alleen van de minister-president, de burge meester of het hoofd van de politie. We kunnen de zorg voor onze maat schappij niet uitbesteden aan de overheid. En we mogen ons ook niet achter die over heid verschuilen. De maatschappij is van ons allemaal. Van de jongen die 's avonds een boomtak van het fietspad haalt. Van de barman die weigert bier te schenken aan iemand die z'n barkruk niet meer kan vinden. Van de mensen die met elkaar hun straat mooier maken. En van de vader die niet wil dat zijn zoon een fiets gaat stelen. Nederland is op de wereldkaart slechts een dorp. Houden we wel genoeg rekening met onze dorpsgenoten? In welke maatschappij leven we eigen lijk? Dat bepalen we zelf. Op straat, in de buurt, in de stad, in ons land. Want wie is de maatschappij? Dat zijn wij. Dat ben jij. Dit is een publicatie van de Stichting Ideële Reclame SIRE telefoon: 0800-0013, internet: http://www.riv.net/sire

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 16