Paardenhaar voor de schouderpartij Mannen vallen in herhaling PZC Echte heren sterven uit mode 31 dinsdag 10 maart John F. Kennedy had het, de Hertog van Windsor had het en de stichter van Pakistan, Mohammed Jinnah, had het. Stijl. Een ,;avoir vivre waardoor mannen hen volgden en vrouwen hen aanbeden. Met een bijna ondraaglijke lichtheid bewandelden ze hun levensweg van grandeur en souplesse. Kennedy, de hertog en Jinnah waren uiteraard drie verschillende personen, maar één ding hadden ze gemeen: ze kleedden zich onberispelijk in een driedelig herenpak. Pak dus en geen kostuum, net zoals een pantalon broek heet en de juiste benaming voor een stropdas gewoon das is. De kleren maken de man, zo luidt het spreekwoord, maar zijn er tegenwoordig nog wel voldoende mannen die behoefte hebben aan kleren? Aan échte kleren dus: een zwart of anfhracietgrijs driede lig maatpak met losse knoopjes aan de mouwen, een piasgootje in de das en een wit linnen overhemd. Een pak dat in ein deloze sessies wordt gepast bij een kleer maker en niet in elkaar wordt gelijmd in een fabriek. Waar met liefde, passie en tederheid aan is gewerkt en dat past als een handschoen. Hoe staat het in Zee land met de kledingcodes bij de mannen? Worstelt de heer van stand om boven te blijven? Of gaat ook hier dit instituut verloren, net zoals de Barings bank, de bolhoed en de vossenjacht? Vrijheid In het bedrijfsleven heerst niet meer de strenge kledingmoraal van dertig jaar geleden. I. Baaijens van de Brabants- Zeeuwse Werkgeversvereniging: „On dernemers letten echt niet streng op kle ding. Als het maar bij elkaar past.Tra- ditioneel ligt het accent wel op stemmige kostuums in rustige tinten. In het Zeeuwse ondernemersmilieu is een stropdas normaal, maar deze kan net zo goed effen als gekleurd zijn. „Daarnaast maakt het niet echt uit of iemand een ge streept pak of andere modieuze ldeding draagt"vervolgt Baaijens. „Je zou kun nen zeggen dat de enige code in het Zeeuwse bedrijfleven netjes gekleed gaan is. Echte trends zijn niet te bespeu ren. De zakenwereld volgt gewoon de mode en niemand zal weggestuurd wor den als hij zich eens wat minder netjes kleedt. Zelf probeert Baaijens zich, ondanks zijn kleu renblindheid, altijd re presentatief te kleden. Een beetje trots toont hij zijn Parijse pak. „Tweedelig zwart, echt stijlvol." In het in 1996 uitgeko men boek Man en Pak luidden Jort Kelder en Yvo van Regteren Altena de noodklok over de herenmo de. „Daar is het bedroevend mee gesteld in Nederland", beweert Kelder. „Spekzo- len, polyester dassen, witte sokken. Het gaat echt mis hier." Elegantie en oog voor kwaliteit lijken volgens de auteurs niet besteed aan de Nederlander. Van Regteren Altena: „Nederlanders hebben in de we reld een imago van een smakeloos, lomp en onverzorgd volk." Nee, dan de Britten. Op Savile Row het Walhalla van de Engelse kleermakers worden met gevoel voor stijl en liefde voor het materiaal nog echte herenmode samengesteld. Maar de kroon spant nog de Italiaanse herenmode. Kelder: „Daar wordt nog ambachtelijk een pak ge maakt. Dat kreukt niet en aan ieder de tail wordt gedacht. Een modehuis als Mario Caraceni besteedt aandacht aan de boorden van het hemd (uiteraard van het beste linnen) het houdertje voor de anjer bij het knoopsgat (bekend van prins Bemhard) en of een pak juist dropt (precies om het herenlijf valt). foto's Lex de Meester Midden: Cees Legrand van Legrand Mode in Oostburg bij zijn vooroorlogse paspop. Rechts kleermaker Aart Vasseur en naai ster Varsenik Vartinian. Links: Ingel Baaijens, secretaris van de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging. „Niemand heeft het perfecte lichaam", gaat van Regteren Altena verder, „zodat oneffenheden door een ambachtelijke kleermaker ondervangen moeten wor den." De politiek was van oudsher een bastion van etiquette. Ministers droegen een zwart pak of een jaqcuet. Soms, bij voorbeeld op Prinsjesdag, wordt deze gewoonte even uit de mottenballen ge haald, maar tegenwoordig lijkt het ook op gemeente- en provinciehuizen anything goes wat de klok slaat. Gede- puteerdeD. Bruinooge: „Je bent een ver tegenwoordiger van de provincie. Zeker als je op bezoek gaat bij de koningin of ergens een opening verricht. Toch is er geen vaste politieke kledingcode. De ge woonte is dat men verzorgd gekleed gaat, al kun je wel zeggen dat een politi cus van de SGP zich anders kleedt dan een GroenLinkser." Ondanks deze ver schillen bestaat er dus een zekere mate van uiterlijke overeenstemming tussen de heren op het Abdijplein. Bruinooge: „De hele strenge gedragscodes rond kle ding zijn al in de jaren '60 overboord ge gooid." Kleermaker Sinds de opkomst van het confectiepak dreigt de kleermaker in Nederland te verdwijnen. Links en rechts zijn er nog wel een paar en één van deze bedrijven is de firma Legrand in Oostburg. In zijn winkel aan de Burchtstraat verkoopt C. Legrand de betere confenctiemode als Burberry's en Harris Tweed. Achter de zaak bevindt zich het atelier. Legrand: „Hier werkt Aart Vasseur, onze kleermaker. Hij zit al 34 jaar in het vak en is een van de weinigen in Ne derland die dit ambacht nog beheerst." hij wordt hierin bijgestaan door een jonge neef van Legrand. Met een ouderwetse trap- naaimachine, naald en draad en een vingerhoed maakt Aart van een lap stof een perfect zittend heren- pak. „We hebben voorna melijk klanten die extreme maten dragen", legt hij uit, „zoals hele lange en hele kleine mannen. Ook iemand met een handicap zoals één arm of een te kort been wil weieens aan kloppen voor een maatpak." Maar ook mannen die zichzelf goed willen verwen nen en veel prijs stellen op oudeiwetse kwaliteit gaan naar Legrand. Legrand jr: „Dat zijn voornamelijk Belgen, Zij zijn meer gewend om op sjiek te gaan dan Hollanders." Aart: „Aan één pak ben ik veertig uur werk kwijt. Daar horen vijf passessies bij om er zeker van te zijn dat de boel perfect zit. Daarnaast kijken we naar de stof." Die varieert van gewone wol tot duurder materiaal als Kasjmier en Vicuna. Le grand junior haalt de staalboeken te voorschijn: „Hier kan de klant uit kie zen", zegt hij terwijl al het materiaal door zijn handen glijdt. „Goed linnen voor een hemd, dikke en dunne wol voor het jasje. Echte paardenharen voering voor in de schouderpartijen." Aart geeft een roffel op een vooroorlogse paspop: „En hier gebeurt het vervolgens alle maal op. Met naald en draad en een paar lappen maken we hier iets moois. Iets bijzonders. Je betaalt er wel minstens drieënenhalf duizend gulden voor, maar dan heb je echt iets bijzonders. Niveau Toch lijkt de ambachtelijke kleermaker een snel uitstervend beroep. C. Legrand: „De confectie is tegenwoordig goed. Niet op het niveau van de handgemaakte 'kleding natuurlijk, maar je ziet dat het niveau stijgt. Van Burberry's krijgen we pakken aangeleverd die we hier op maat aan kunnen passen. Daar kun je bijna niet tegen opwerken. Alleen de echte fijnproever heeft nog detail voor het werk wat iemand als Aart levert en die zijn in Nederland helaas zeldzaam." Volgens Legrand junior is ook de smaak van veel heren niet optimaal. „Ze combi neren de vreemdste kleuren met elkaar. En button-down boorden op een blauw jasje. Uiteraard wijzen we iemand daar voorzichtig op, al zijn we niet te dwin gend, want de klant is nog altijd ko ning." Hij loopt langs het rek met jasjes, waarin alle Meuren, vanaf beige, tot en met lichtblauw domineren. „Natuurlijk, het echte pak is zwart of anthraciet. Maar de'fabrikanten bepalen de trends tegenwoordig. Daar kun je niet tegenop roeien. Een officiële smaak is er dus niet meer. Alles kan en daar heb ik persoon lijk geen bezwaren tegen. Ben Oerlemans De mannenmode voor komende zomer levert geen echte vernieuwing op, maar dobbert voort op de ingeslagen weg. Een waterweg welteverstaan, want water - met de bijbehorende sporten - bepaalt het komende seizoen (opnieuw) het beeld. De mannenmode is in rustig vaarwater gekomen. Deze zomer 'strandt' het schip op praktisch dezelfde plek als vorig jaar. Met andere woorden: de kleuren blij ven helder en fris als het vlagvertoon bij een regatta, de materialen zijn weer licht van gewicht en bij voorkeur wind- en waterdicht en de belijning is opnieuw sportief met een klassieke inslag. (Advertentie) herenmode Tips uit onze nieuwe voorjaarscollectie STRETCH comfort tijdens dragen verwerkt in o.a. Kostuums Desch Pantalons BraxMelka, Arrow) Dc foebjnct de kledin£ van (fosse Lange Delft 46-4S9{oek_Segeerstmal 4331 WRjMidtUlètiTg, telefoon OllS-613073 Een modebeeld kortom waarbij het kompas in de richting van comfort en elegantie wijst. Eén beetje conventioneel misschien, maar wel met een onbezorgd zomerse uitstraling. Het zal duidelijk zijn; de mode behoudt een hoog Popeye- gehalte. Een getatoëerd ankertje voldoet gegarandeerd het hele seioen als modieus accessoire. Want wie een beetje trendy voor de dag wil komen meet zich het ima go aan van de stoere sportzeiler, zelfs al is hij nog nooit (letterlijk) overstag gegaan. Vooral in de vrije-tijdsMeding voert de traditionele maritieme stijl de boventoon. Heel Massiek met witte broeken en blau we blazers, eens dé dracht op luxe cruises over de Atlantische Oceaan. Maar ook met kabeltruien en poloshirts in typische clubstrepen die in de verte aan roeivereni gingen uit de jaren vijftig doen denken, met fel geMeurde zeiljacks met capu chons en dubbele sluitingen, Bretonse visserstruien, sweatshirts en bermuda's. Tijdloos qua vormgeving en bovenal fleu rig, want naast de absolute topkleuren wit, tomatenrood en blauw (in schakerin gen van baby-blue tot diep marine- en inktblauw) doen ook andere heldere kleu ren het in dit thema uitstekend. Hard bo- terbloemgeel bijvoorbeeld, dat op prak tisch geen zeiljack lijkt te ontbreken, maar ook gematigder tinten rood, groen en geel, soms stijlvol als clubkleuren ge combineerd met beige of zwart, maar va ker nog samengevoegd in Meurblokken. Rustig Hoe vrolijk deze nautische look ook oogt, echt uitbundig is het niet. Eerder rustig, wat vooral komt door het ontbreken van drukke versieringen, zoals (geborduurde) badges en logo's, Alleen op de sweatshirts zijn grote (merk)namen te vinden. Maar verder wordt volstaan met subtiele con- trastbiesjes of stiksels. Datzelfde geldt voor de vrije-tijdskleding die niet onder het hoofdstuk marinemode De nieuwe mannenmode oogt niet erg nieuw, maar wel verzorgd, foto Charel van Tendeloo valt: voor de avontuurlijke survi val- en de zomerse strandlook bij voorbeeld. Twee stijlen die het eveneens moeten hebben van de kleuren. In de survivallook, die groten deels op de jongeren is toege schreven, zijn deze wat aan de donkere kant: véél kaki-tin ten, aangevuld met (rood bruin, groen, kerry, indigo en zwart en bleke kleuren grijs, beige, kiezel en beton. Ze roepen een tropisch, wat ko loniaal sfeertje op, dat nog wordt versterkt door een (verdwaald) batik- of etnisch dessin en details uit de safari- stijl. Hier en daar komen we bovendien nog een paar ja ren-zeventigdessins tegen, bijvoorbeeld op aansluitende tricotshirts. Evenals camou flageprints, die trouwens zo opvallend zijn dat amper nog van camouflage kan worden gesproken. Maar over het algemeen is de kleding in deze outdoor-trend toch effen. Dankzij de vele steek-, Mep- en balgzakken, sierstiksels, afritsbare broeks pijpen en lussen oogt ze echter le vendig genoeg. Bovendien spre ken de stevige stoffen als canvas en denim voor zich op de survivalber muda's en -broeken, de royale 'bag gy trousers', bodywarmers, overalls, jacks en overshirts. Ook PartTwo geeft de lente/zomercollectie graag een sportief imago mee. Wie wat vrolijkers zoekt kan ko mende zomer ook z'n hart opha len, want er is nog een derde vrije-tijdsthema dat uitsluitend geënt lijkt op het strandver- maak. Ogenschijnlijk bedoeld voor de man die zich over niets anders het hoofd wenst te bre ken dan over de vraag of zijn zonnebril wel past bij z'n korte broek. De kleuren lijken zo te zijn weggehaald van de boule- vardkraam met strandemmer- tjes, vliegers en windmolentjes of uit bakken met schepijs (ap pel- en pistachegroen, turquoi- ze, citroengeel, mandarijnoran je en sorbetroze). De dessins (alle denkbare ruiten en ruitjes, met uitzondering van Schotse, en lekker felle zonneschermstrepen) zijn al even on gecompliceerd als het strandvermaak zelf. Frisse blouses met korte mouwen van katoen, polo's van soepele tricot met V- hals en kraagje of een kleine rits, aanslui tende korte broeken en five-pocketbroe- ken staan garant voor een onbezorgd va kantiegevoel. Maar het kan natuurlijk niet altijd vakantie zijn. Soms moet er ook gewerkt worden. En ge lukkig maar, want de formele mannenmo de voor komende zomer is te mooi om in de kast te laten hangen. Wie er representatief uit moet zien hoeft zich niet gestraft te voelen. De kostuums zijn komend seizoen namelijk niet alleen licht van gewicht en luchtig in het dragen, maar vooral mooi van kleur. Tere tinten linde- en mosgroen, warm terra cotta, oker en specerij-bruin geven de slank gesneden jasjes een jeugdi ge uitstraling. Maar datzelfde geldt ook Popeye beheerst zomercollecties voor de kostuums in de aanmerkelijk koe lere grijs- en blauwtinten. Zowel het kostuum als de combinatie oogt deze zomer nobel. De slanke snit komt ex tra tot z'n rëcht dankzij de vlijmscherpe coupe en de fijne weefstructuren onder strepen het verzorgde karakter ervan. Na de nodige experimenten met sluitin gen en kraagvormen in voorgaande seizoenen lijkt de strijd vooidopig be slecht te zijn in het voordeel van de vrij hoge drieknoopssluiting met smalle revers. Simpele één- én tweeknoopsslui- tingen en overslagsluitingen staan de komende tijd duidelijk minder in de be langstelling. Alleen bij de meer trendy kostuums zijn nog wat kraagloze jasjes of lange, sluike jasjes met een opstaand boordje te vinden. Deze worden door gaans gedragen op een.gladde heupbroek met vrij smalle pijpen.'terwijl in de min der extravagante stijl juist de pantalons met twee ondiepe Sandplooien en vrij rechte pijpen stand houden. Kitty van Gerven

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 59