We binne van Schouwe
Lemnius was trouw aan de zieken
Phons
Gudde
zierikzee 750 dinsdag 10 maart 1998 27
Nooit was ik ergens aangenamer dan te Zierikzee
Multatuli 1878
Zierikzee heeft haar huidige
grandeur te danken aan een
langdurige periode van armoede.
Het lijkt tegenstrijdig, maar
volgens burgemeester J. Asselbergs
is het niet anders. Omdat er na de
Franse Tijd decennia lang geen geld
was om de oude, bouwvallige
panden te slopen, zijn ze bewaard
gebleven, waarna ze sinds de jaren
vijftig van deze eeuw met vooral
Haagse subsidies konden worden
opgeknapt. Maar de tegenstelling
'grandeur-armoede' is niet de enige
tegenstrijdigheid die de
monumentenstad kenmerkt. Haar
rol op Schouwen is evenzo
dubbelzinnig.
Die rol is immers zowel dominant als
dienend. Dominant omdat de meeste
voorzieningen er gevestigd zijn, dienend
omdat de rest van het eiland van die voor
zieningen kan profiteren. ,,De dominante
positie van Zierikzee wordt'echter vaak
overdreven", zegt Asselbergs. „We heb
ben hier op Schouwen-Duiveland zo'n
33.000 inwoners, Zierikzee heeft er onge
veer 10.000. Tweederde van de kernen
heeft er dus meer, waardoor Zierikzee ge
talsmatig in de minderheid is. Ook in de
samenstelling van de gemeenteraad zie je
weinig terug van wat volgens sommigen
de 'dominantie van Zierikzee' zou zijn.
Slechts zes van de drieëntwintig raadsle
den, iets meer dan een kwart dus, komt uit
Zierikzee. Dat Zierikzee het bestuurlijk
voor het zeggen zou hebben, is dus abso
luut onzin." Vólgens Asselbergs is het bo
vendien zo dat de gemeenteraadsleden in
de heringedeelde gemeente Schouwen-
Duiveland maar zelden opkomen voor de
belangen van hun eigen, oude gemeente.
En dat geldt niet minder voor de zes Zie-
rikzeese raadsleden. „Er heerst in de raad
toch het gevoel van: 'We binne van Schou
we'."
Zuigkracht
Dat neemt niet weg dat Zierikzee het hart
is van het eiland, zowel op bestuurlijk ge
bied als qua voorzieningenniveau. Maar
die centrale positie is volgens Asselbergs
niet anders dan in het recente verleden,
toen Schouwen-Duiveland nog verdeeld
was in zes (of zelfs achttien) kleine ge
meenten. Ook toen was het winkelcen
trum van Zierikzee het grootste van het
eiland en had het een bovenlokale functie.
Ook toen waren voorzieningen als het
kantongerecht, het ziekenhuis, het ver
pleeghuis, de grote scholengemeenschap
pen en het theater, allemaal met een eilan
delij ke functie, in Zierikzee gevestigd.
Als een stad eenmaal, om welke reden dan
ook, een sterke zuigkracht heeft op men
sen, instituties en bedrijven, dan blijft dat
zichzelf tot in lengten van jaren in stand
houden. En zo was en is het ook met Zie
rikzee.
Want Zierikzee had die zuigkracht, door
haar gunstige ligging aan de Oosterschel-
de. De stad bloeide in de Gouden Eeuw,
vergaarde bijkans nationale roem, maar
taande daarna gaandeweg. Rijkdom en
roem bleken vergankelijk, maar als 'na
tuurlijk' centrum van het eiland bleef de
stad, zichzelf in stand houdend, haar
vooraanstaande positie behouden. De
komst van de moderne tijd had nieuwe
kansen moeten bieden, en tot op zekere
hoogte - bijvoorbeeld in de toeristenbran
che - deed ze dat ook. Toch kalfde juist de
eilandelijke dominantie met de komst van
de moderne tijd af. „Door de ontsluiting
van het eiland via onder meer de aanleg
van de Zeelandbrug en de Oosterschel-
dekering, zijn tal van voorzieningen uit
Zierikzee verdwenen", zegt Asselbergs.
Voorzieningen met een functie voor het
hele eiland, wel te verstaan, zoals het kan
toor van de Belastingdienst, het CBR en
het waterschapshuis. „Mensen kunnen nu
met de auto voor dit soort instellingen
naar Goes. Vroeger móest je wel een CBR
of een belastingkantoor hier hebben, om
dat de verbindingen zo slecht waren. Nu
we eigenlijk geen eiland meer zijn, hoeft
dat niet meer, maar we moeten ervoor wa
ken dat de grens niet overschreden wordt.
Het gevaar bestaat dat er te veel voorzie
ningen verdwijnen. Ik denk dat we nu
echt aan de bodem zitten. Daarom moeten
we ons maximaal inspannen om uit alle
macht te behouden wat we nu hebben.
Asselbergs herinnert aan de enorme ophef
die tien jaar geleden ontstond toen sprake
was van sluiting van het Zweedse Rode
Kruisziekenhuis. Door een fusie met het
ziekenhuis in Goes is het streekzieken
huis uiteindelijk behouden gebleven. De
discussies over het al dan niet handhaven
van de mogelijkheid tot klinisch bevallen
in de kraamkliniek in Zierikzee, zijn nu
een heet hangijzer, „Als er iets met het zie
kenhuis dreigt te gebeuren, raken de ge
moederen in beroering", weet'Asselbergs.
„Het is toch 'ons' ziekenhuis. En dat is ook
volkomen begrijpelijk. Stel dat je hier
geen ziekenhuis hebt en de Stormvloed
kering is afgesloten door een file, of de
Zeelandbrug is niet toegankelijk. Wat
moet je dan? Voeg daar eens die enorme
drukte in het zomerseizoen bij. Je kunt
hier gewoon niet zonder ziekenhuis. Dat
bedoel ik als is zeg dat we nu echt aan de
bodem zitten. Er mogen geen voorzienin
gen meer verdwijnen.
Behalve nadelen, heeft de ontsluiting van
het eiland de Schouwen-Duivelanders
heel veel voordelen opgeleverd. Het isole
ment werd doorbroken, hun keuze werd
groter. Winkelen in Zierikzee hoefde bij
voorbeeld niet meer, omdat ook Goes in
middels 'naast de deur' lag en Middelhar-
nis redelijk snel bereikbaar werd. Zelfs
een stad als Rotterdam, met al haar voor
zieningen en uitgaansmogelijkheden, is
tegenwoordig niet ver weg meer. Ook
waar het bijvoorbeeld om het onderwijs
gaat, is de keuzevrijheid sterk toegeno
men. Ouders die hun kinderen naar een
reformatorische school willen sturen en
dus buiten het eiland op zoek moeten om
dat Schouwen-Duiveland geen reforma
torisch onderwijs kent, kunnen dat nu
veel gemakkelijker doen dan voor de ont
sluiting.
Die voordelen ten spijt, feit is dat de brug
gen en dammen een grote rol hebben ge
speeld in de verschraling van het voorzie
ningenniveau in Zierikzee en daarmee in
de teloorgang van haar regionale domi
nantie. Toch blijft de stad, die voor 'echte'
stedelingen niet meer dan een op een stad-
je gelijkend dorp is, ondanks alles het na
tuurlijke centrum van Schouwen, niet in
de laatste plaats omdat de andere dorpen
Dikke Toren
Bij de 'Hem', Schuithaven
op het eiland niets van haar dominantie
hebben overgenomen. Waar Zierikzee ei-
landelijke voorzieningen verloor, werd
dat nergens op het eiland gecompenseerd.
Wat verdween uit Zierikzee, verdween
van het eiland.
Gemeentehuis
Omdat het voorzieningenniveau niet nog
verder aangetast mag worden, doet de ge
meente er alles aan om te houden wat ze
heeft en dat zo mogelijk uit te breidenHet
ambitieuze museumhavenplan getuigt
daarvan. Ook de wens het theater ingrij
pend te vernieuwen en voor de toekomst
veilig te stellen, kan als voorbeeld dienen.
Verder is er de bouw van het nieuwe ge
meentehuis, dat bijna vanzelfsprekend in
Zierikzee komt. „Ik herinner me dat in de
stuurgroep die de gemeentelijke herinde
ling voorbereidde, de locatie van het nieu
we gemeentehuis ter sprake kwam", zegt
Asselbergs. „Het was een natuurlijke
keuze dat het Zierikzee zou worden.
De versterking van het voorzieningenni
veau, dat ook nog eens tot uiting komt in
de grote wens om meer bedrijven van el
ders naar de monumentenstad te lokken,
is niet alleen nodig om Zierikzee terwille
te zijn. Het gaat om het hele eiland, de hele
gemeente. Er moet immers 'eilandbreed'
gedacht worden, in de traditie van de die
nende dominantie, of de dominante ge
dienstigheid, die Zierikzee al zo lang voor
Schouwen-Duiveland heeft gehad.
Andries Molengraaf
Multatuli had natuurlijk groot gelijk.
Het is heerlijk om, als ik bij Bruinisse
het bruggetje overrijd, even later de
torens van Zierikzee te zien. Dan ben ik
weer helemaal thuis. Ziex'ikzee is net een
oud echtpaar, wijs en elegant. Mijn
familie woont hier al sinds halveiwege de
18e eeuw. Ik ben in Zierikzee geboren en
getogen. Twee jaar ben ik weg geweest,
toen ik in dienst zat. Dat was goed. Dan
zie je wat meer van de wereld en wat er zo
al te koop is. Maar ik kan mijzelf niet
ergens anders voorstellen. Ooit heb ik met
het idee gespeeld om in Vlissingen te gaan
wonen, omdat daar werk was. Maar op
dat idee ben ik toch weer terug gekomen
Het zou niet werken, ik hoor hier thuis."
„Over Ziexikzee heb ik een heel speciaal
gevoel. Dat is eigenlijk alleen maar in
superlatieven uit te leggen en dat wordt
wel erg saai. Ik geniet van alle mensen
hier, import zowel als autochtoon. En de
toeristen brengen meer mee dan alleen het
geld. Zij komen ook met ideeën en zijn
verder een toetssteen voor ons gevoel van
eigenwaarde. We zien aan hun dat we toch
niet zo achterlijk zijn als we soms denken.
Er heerst in Zierikzee wel een
uitgesproken stadsgevoel, de inwoners
voelen zich geen boeren."
„Die toeristen komen hier al j aren. Niet in
deze hoeveelheden maar ik kan me nog
herinneren hoe eind jaren veertig op
zondag de boten uit België vol met Belgen
hier aan kwamen. Dat was echt een
invasie. Toch geeft dat een extra
dimensie. Door mijn werk kom ik veel in
aanraking met zowel toeristen, als
nieuwe bewoners als de originele
Zierikzeeërs. Ik vind dat heerlijk. Ik heb
graag contact met mensen van
verschillende pluimage, Elk mens heeft
iets te bieden, daar wil ik voor open staan.
En wat die toeristen betreft: er is toch
niets mooier dan je eigen monumenten
aan anderen tonen. Je hebt toch niets aan
juwelen die in een kluis liggen? J
Inge Heuff
Net als de in 1832 afgebrande Sint
Lievenskerk, is hij vernoemd naar de
beschermheilige van Zierikzee. Maar
Levinus Lemnius werd niet bekend om
zijn toewijding aan de kerk of de
godsdienst, maar om zijn nooit aflatende
zorg voor zijn medemens. Als arts.
Lieven Lemse (ook Lemson, Lem of
Lempse, waarschijnlijk een afkorting van
Willemse), wei'd in 1505 in Zierikzee
geboren als telg van een bekend Zeeuws
geslacht. Na eerst in zijn geboortestad en
in Gent opgeleid te zijn, studeerde hij
medicijnen aan de universiteit van
Leuven onder de beroemde
ontleedkundige Ancheas Versalius.
Behalve medicijnen studeerde hij er ook
theologie. Na enkele omz wei-vingen in het
buitenland vestigde hij zich in 1527 weer
in Zierikzee, waar hij een praktijk als
geneesheer begon. „Hier leefde hij jaren
lang als een aanzienlijk en hoog geacht
burger, die een groot deel van zijn tijd
besteedde om lijdende stadgenooten bij te
staan en wiens ver-diensten vooral
uitblonken, wanneer besmettelijke
ziekten het volle teisterden", staat in het
eind negentiende eeuw verschenen boek
Levensberichten van Zeeuwen.
Vooral als epidemieën uitbraken,
vestigde het volk van Zierikzee zijn hoop
op Lemnius. „Zooals in 1529, toen de
Engelsche zweetziekte, de later meer
bekende gierstuitslag, velen wegrukte, en
nog méér bij het woeden der pest in 1532
en in 15 5 7Of Lemnius een
wonderdokter'was, valt te betwijfelen. De
auteurs van Levensberichten
benadrukken dat hij zich vooral
onderscheidde door zijn trouw aan de
zieken, die hij „door opgewekten zin en
onschuldige scherts, zóó wist op te
vroolijken, dat daardoor menigeen beter
genezen werd dan door een aantal bittere
drankjes." Naast zijn drukke praktijk als
geneesheer, vond de in hoog aanzien
staande Lemnius ook nog tijd om zich
bezig te houden met 'uitgebreide studiën
over wijsgeerige, natuur- en
geneeskundige onderwerpen'. Tussen
1554 en 1566 schreef hij - in het Latijn -
over i>al van onderwerpen, zoals
sterrenwichelarij, het vastbepaalde
levenseinde, het 'welleven' naar geest en
lichaam en 'planten der bijbelse
gelijkenissen'. Maar vooral zijn boek over
de geheime krachten van de natuur, De
occultis naturae miraculis (1559), heeft
hem naamsbekendheid gebracht.
Toch kende ook dit schier onaantastbare
zondagskind een grote tegenslag: de dood
van zijn vrouw. Omdat hij bovendien
ontdaan raakte door de Reformatie, die
de samenleving toen in haar greep hield,
besloot Lemnius zich terug te trekken in
het geestelijke leven. Hij wilde priester
worden, ontving de daarvoor
noodzakelijke 'noogere wijdingen' en
kreeg een plaats in het college van
kanunniken in de Sint Lievenskerk, dat in
1378 was opgericht. „Hier leefde de goede
en geleerde man in werkzame rust tot zijn
overlijden op den 1 Juli 1568", aldus
Levensberichten. Lemnius werd in de
kerk zelf begraven.
Andries Molengraaf
Onder de Beuze
Meelstraat
fotografie Pieter Honhoff
LemtiUJ Hipftocntt