Pleegkinderen zoeken gezin STERK Ongezien vogels bestuderen De sterren van de hemel Kruisje herinnert aan oma Koranles brengt God dichterbij Als het maar geen zeurpreken zijn foto Dirk-Jan Geltema Het lijkt, of we in deze rijd onze fantasie wat kwijt zijn. Ken: verhaal is maai'een verhaal. Toen niet. Verhalen waren: spiegels van het leven. Waar je van leerde, in geloofde. Uit. wat mensen beleefden en voelden ontstonden weer nieuwe- verhalen, verhaaltjes. ..Nacht. In het flauwe maanlicht het kasteelkilte. Flarden nevel hoven de slotgracht. 'Ssst'... jvat.. HELP!! Het SPOOKPAARD...!!'... „...In Haamstede verdwenen in de nacht van zaterdag op zondag op mysterieuze wijze twee kinderen." Ga niet daar, Niet 's nachts! Ook in Zeeland stikt het van de spannendste sagen, legenden en mysterieuze verhalen. Wie meer wil weten moet er maar eens in de bibliotheek naar vragen Bang voor de tandarts? Mis schien heb je dan wat aan de tip van Els. ,,Ik neem altijd m'n teddybeer mee. Dat geeft veel moed. Het helpt echt." Onzin of.....? Nou ja, als je erin gelooft, dan helpt het ook. Neem nou bijvoorbeeld Mieke. „Ik heb een kikker gevuld met rijst. Die leg ik bij m'n andere knuffels. Dan leg ik er een kussentje bovenop en dan denk ik dat. ik niet ziek word." Van de wijs Ook sporters hebben een heilig geloof in van alles en nog wat. „Als de tegenstander bij bas ketbal onder de ring staat en wil scoren, dan maak ik een speciaal geluidje. En dan missen ze." Zo kun je je tegenstander volgens Henk dus van de wijs brengen. Truus probeert op een andere manier de wedstrijd te winnen. „Als we korfballen draag ik een klein korfje rond m'n nek. Dan winnen we altijd." Rijk worden is geen enkel probleem. Is je tand of kies eruit? Leg hem dan maar on der je hoofdkussen. De vol gende ochtend ligt er dan een gulden. Als dat niet zo is moet je klagen bij Astrid, want bij haar werkt het wel. Trouwens voor meisjes met lang haar is er ook goede hoop. Doe twee staarten in je haar en je haalt altijd goede cijfers bij repetities. Voor Karin werkte het slechts één keer. „De volgende repetitie had ik - met twee staarten - een dikke onvoldoende. Ik geloof er dus niet meer in." Lekker gevoel En soms, ja soms geeft gelo ven je een lekker gevoel. Sandra draagt elke zaterdag en zondag een kettinkje met een kruisje eraan. Vroeger, toen oma nog leefde gingen ze altijd bij haar op bezoek. „Oma droeg een broche met een zelfde soort kruisje," ver telt ze. Zo denk ik vaak aan mijn oma. Ik denk dan dat oma nu een fijn leven heeft in de hemel..." Jij klein je vader tovenaar je schreeuwde mama stond al klaar. De wereld groter dan je kamer dan de school de stad, het land; je stond je. viel gelukkig altijd weer die hand. Ineens alleen ontdek je dat je ieder duwtje ook al in jezelf had. Marina van den Boogaart ...Ga daar niet! Niet daar! Wie gezien wordt moet voor eeuwig dwalen. Eeuwig... -Ie liet het wel daar 's nachts te. komen... Cöncentreëf je en het trekt zo aan je voorbij. Kinderen we ten vaak veel over de Middeleeuwen. Dat juist die tijdvoor boeken Óf tv-sëriés wordt gekozen is niet zo-gek. Het. leven moet toen behoorlijk intensief geweest zijn. Kastelen, toernooien, enorme feestén! Stinkende ridders in glanzende harnassen. Heksen, kunstenaars. Steenrijk tegenover doodarm, de Zwarte Dood, markten waar altijd wat gebeur de. ophangingen. Het leven was kort inaar hevig. Geen school. Kennis is macht erx die lag by de kerk en do adel. Niks democratie waarin iedereen wat te willen heeft. Het gewone volk werd dom gehouden. En bang, zodat ze zeker niet in opstand zouden durven komen. Kijk maar eens op schilderijen van Jeroen Bosch hoe mensen dachten over hemel en hel! De wereld was plat. Echt kijken naar de natuur begon nog maar net. Voor simpele zaken werden mysterieuze verklaringen-gezocht. Paddestoelen? Heksengebroed! Hoe zou "het gevoeld hébben? Heftig léven is heftig: voelen. Je leven op aarde bepaalde de vorm van leven na de dood. Voor altijd hemel of' hel. Heilig werd: geloofd in heksen, spoken en zaken als eeuwig dolende ridders. Wat'moet er toen veel angst geweest zijn. Na zeven of acht jaar koran school kan Miijde (14) het vers moeiteloos opzeggen. Het klinkt geheimzinnig en zangerig en ze besluit met de mooie zin: Bismillahirrahmannirralrim. Gelukkig wil Ferhan (17) het opschrijven en uit het Turks vertalen: In naam van God, de barmhartige In de schaduw van de grote Oostkerk in Middelburg staat het gebouw Demerary, dat tot moskee verbouwd is. Samen met Tarik (17) en Kübra (13) gaan Müjde en Ferhan er elke zater dag- en zondagochtend naar toe om de koranlessen te volgen. Van tegenzin is geen sprake, zeggen ze en ze worden ook niet door hun ouders gedwongen om te gaan: „Ze raden het ons wel aan, het, hoort er gewoon bij om naar de koranles te gaan." Arabisch Zo'n les is net als een gods dienstles op een gewone school, vindt Ferhan: „We beginnen met een bladzijde hardop voor te lezen uit de koran. Dat doen we in het Arabisch, de taal waarin de koran oorspronkelijk geschreven is. Het is een bevel van God om die taal te gebrui ken. We kunnen het wel lezen, maar begrijpen niet altijd wat er staat. Daarom is de imam erbij, die uitlegt wat er staat." Wat een priester of dominee is voor de christenen is de imam bij de islam, net zoals de koran de bijbel is, leggen de kinderen deskundig uit.... De verzen, waarvan Müjde een voorbeeld gaf, worden wel in de eigen taal gelezen en geleerd: „Die moet je uit het hoofd ken nen wanneer je gaat bidden. Dat doen we vijf keer per dag. En vrijdagmiddag is er nog een dienst in de moskee." Nut Het viertal kent geen twijfel over het nut van de wekelijkse lessen. Wübra: „Door de lessen kom ik dichter bij God." Müjde: „Ik wil alles over mijn godsdienst weten, in ieder geval zoveel mogelijk." Tank: „Je leest de verzen en hoort de uitleg, over hoe de islam is ontstaan." Ferhan: „Als je zegt: ik hen isla miet, maar je weet niet wat het betekent heb je er niets aan. Door Veel uitleg te krijgen ga je dat voelen en weten." De achtjarige Leunis Verboom uit Kortgene weet wat hij wil. „Ik word later astronaut of astro noom," zegt Leunis. Al jarenlang bestudeert Leunis de sterrenhemel. Om alles nog beter te kunnen zien, legde hij meer dan drie jaar lang al zijn spaar- en veijaardagsgeld opzij, om een grote telescoop te kunnen kopen. Op heldere avonden wordt het apparaat in de tuin opgesteld, waarna Leunis zijn kijker op de hemellichamen richt. Met de kijker worden de bergen en kraters op de maan goed zichtbaar. Leunis: „De donkere vlekken op de maan worden zeeën genoemd. Dat komt omdat het de diepste plekken op de maan zijn." Manen De planeten hebben voor onze jonge onderzoeker niet veel gehei men meer. Saturnus, de planeet met de ringen, heeft bij hem een streepje voor. Ook Jupiter behoort tot zijn favorieten. Leunis: „Als je naar Jupiter kijkt, kan je ook de manen zien die om de planeet draaien." Met het sterrenbeeld Orion is iets bijzonders aan de hand. Leunis: „Onder de drie gordelster ren kan je een sterrennevel zien. De nevel heeft prachtige kleuren." Het Russische ruimtestation MIR zag de toekomstige sterrenkundige met eigen ogen overvliegen. Leunis: „Zeker vijf minuten lang ging het schip in een rechte baan over onze aarde." Vliegende schotels en Marsmanne tjes zag hij tot nu toe nog niet. Leunis: „Ik denk dat er op de planeten die rond onze zon draaien geen ruimtewezens wonen. Mis schien wel in een ander sterren stelsel. De ruimte is oneindig groot. Wie weet wat daar nog alle maal is." Over graancirkels, waarvan sommige mensen beweren dat het afdrukken van ruimteschepen zijn, zegt hij: „Die worden vast gemaakt door mensen die stout zijn." Goed eten Leunis zou graag in de voetsporen treden van Nederlands enige ruim tevaarder Wubbo Ockels. Ter voor bereiding op eventueel bodemon derzoek schafte hij een microscoop aan. Planten, steentjes en suiker klontjes vormen een bron van onderzoek. Een paar maanden door de ruimte zweven lijkt hem wel leuk. Leunis: „Als het eten aan boord goed is, ga ik mee." Misdienaar Fabian: tijdig klingelen. foto Dirk-Jan Gjeltema Voor Fabian de Milliano (10) is het zo simpel als wat. „Als je ergens lid van ben, dan doe je mee. Dat geldt voor een sport club, maar ook als lid van de kerk." De familie De Milliano uit 's Heerenhoek is lid van de rooms- katholieke kerk. „M'n vader was vroeger misdie naar, m'n broer was het ook en nu ben ik aan de beurt. Niet omdat het moest, maar omdat ik het zelf wou." Drie jaar geleden trok hij voor de eerste keer de toog aan. Samen met enkele andere jongens helpt hij nu wekelijks meneer pastoor tijdens de mis. „Er zijn per week drie kerkdien sten," zegt hij. „Meestal help ik één keer in de week. Dat is vaak als het jeugdkoor zingt." Belletje Voor de kerkdienst worden de ta ken al verdeeld. Helpen bij het uit delen van de hostie, het water in de kelk schenken of het belletje op het altaar laten klingelen." Een secuur werkje. „Dat is om de aandacht van de kerkgangers te vragen," legt Fabian uit. „Maar je moet wel goed op de pastoor letten, zodat je niet te vroeg of te laat belt." Ook bij droeve omstandigheden is misdienaar Fabian aanwezig. „Bij een begrafenis dragen de misdie naars de kwast met het wijwater, het wierookvat en eentje draagt het kruis." Desondanks bevalt het baantje van misdienaar hem prima. De kerk diensten vervelen hem geen moment. „Als het maar geen zeurpreken zijn en niet te lang," lacht hij. „En zo af en toe een geintje op z'n tijd vind ik ook heel leuk." Een baan als pastoor ziet hij niet zitten. „Als ik straks ouder ben stop ik als misdienaar. Dan is het mooi geweest.-" Het hoogtepunt van het jaar is voor hem de pastoorsreis. „De mis dienaars mogen dan gratis een dag je naar een pretpark." Als beloning voor het hele jaar klaarstaan tijdens de mis. De leden van het jeugdkoor gaan ook mee. „Maar die moeten betalen voor de reis," vertelt Fabian. DINSDAG 10 MAART 1998 3 Ouder dan twaalf en weekeinde knelpunten „We zouden het fijn vinden om in alle regio's van Zeeland zoveel mogelijk pleeggezinnen te hebben, zodat we alle pleegkinderen hulp kunnen bieden." Dat zegt Luuk de Jong. Hij is werk zaam bij de Jeugdhulpverlening Zeeland bij de afdeling Pleegzorg. Er zijn nu zo'n 20 25 kinderen waarvoor een pleeggezin wordt gezocht. Luuk: „De grootste vraag is voor kinderen ouder dan twaalf jaar en voor kinderen, die voor het weele end een pleeggezin zoeken." Het gezin Brink uit Burgh is een pleeggezin. Moeder Marianne en vader Ron hebben samen drie eigen kinderen en drie pleegkinderen. Ron: „Het oudste pleegkind is al zes jaar bij ons. Als zij het niet zo goed gedaan had, waren er geen andere pleegkinderen meer bijgekomen." Pleegdochter Joleen denkt positief: „Je krijgt veel aandacht en als je papa of mama geen tijd voor je heeft, dan is er altijd wel een kind, met wie je kan spelen." Je weet van tevoren, dat pleeg kinderen niet altijd bij je kunnen blijven. „Maar als je weet, dat het kind goed terecht komt, heb ik er vrede mee," vindt Ron. Marianne is heel tevreden over de begeleiding van de pleegzorg. „Je hebt niet het gevoel, dat je er alleen voor staat. Ze luisteren naar je en helpen je de problemen op te lossen," zegt ze. Want problemen zijn er natuurlijk ook. Er is wel eens mot, maar dat heb je in elk gezin. Eén van de moeilijkste dingen vindt Marianne het contact met de ouders van de pleegkinderen. Marianne: „Hoe stel je je op naar de ouders toe. Soms word je beschouwd als iemand, die hun ldnd af wil pak ken. Maar dat is helemaal niet zo, wij bieden alleen maar hulp." Als mensen meer willen weten over pleegzorg kunnen ze gratis bellen: 0800-0223432. Bovendien is er vanavond een voorlichtingsbijeen komst over pleegzorg in Goes. Deze wordt .gehouden in hotel Terminus, tegenover het station en begint om 20.00 uur. De campagne van pleegzorg heet: Ik zoek een huis, waar ik voor donker binnen moet zijn. iMHHH Joost Krijger en Roland-Jan Ituijs: nadruk op de natuur. foto Dirk-Jan Gjeltema Nieuwe wandelroutes op Tholen „Het idee om wandelroutes uit te zetten op Tholen, komt van het Platvorm Leefbaar Platteland Tholen," zegt Sjaak Sommeijer. Hij is leraar Nederlands op het Groen College in Goes en zit ook in het Platform. „Wij hadden toevallig twee leerlin gen, die heel veel belangstelling hebben voor de grote, groene ruimte en zij kregen de opdracht om wan delroutes op Tholen uit te zetten." Be wegwij zering Roland-Jan Buijs en Joost Krijger zijn meteen aan het werk gegaan. Joost: „Onze opdracht hoorde bij het schoolproject rapporteren en telt mee voor ons eindexamen. We hebben er een acht! voor gehaald." Natuurlijk waren er al wandel paden op Tholen, maar nog geen met wegwijzers. Joost: „Het platform wilde graag vier routes. Twee bij St.Maartens- dijk, een korte en een lange en twee bij Oud-Vossemeer, ook een korte en een lange." Joost en Roland-Jan zijn ter plaatse gaan kijken welke plekken er interessant waren om er een wandelroute langs uit te stippelen en op welke manier ze dat vorm moesten geven. „We hebben geprobeerd de nadruk op de natuur te leggen, maar ook aandacht gehad voor cultuur historische waarde, bijvoorbeeld een vliedheuvel." Ze hebben tijdens hun werk veel steun gehad van Staatsbosbeheer (SBB). Zo kwamen ze erachter, dat SBB bij 't Stinkgat in de Van Haaftepolder een gluurmuur wilde neerzetten. Joost: „Een gluurmuur is een houten scherm, waarachter je vogels kan bestuderen zonder dat je zelf gezien wordt. De vogels hebben het niet in de gaten en worden dus niet gestoord door de aanwezigheid van de mens." Uitrusten De jongens hebben een beschrijving van de wandelroutes gemaakt, die bij de VW verkrijgbaar is. Rode of witte paaltjes geven de route aan en bij bezienswaardige plekken staan informatiepanelen. Joost: „Omdat de lange routes zo'n twaalf kilometer zijn, zijn er bank jes geplaatst om onderweg uit te rusten." illustraties uit Het kleine fornuis door Judith Ten Bosch Lang voordat Paul van Loon en R.L. Stine het griezelen uitvonden, joeg Hans Dorrestijn al kinderen de stuipen op het lijf met vreselijke. gedichten over afgrijselijke dingen. Zijn beroemde bundel uit 1983 De Bloeddorstige Badmeester werd. een poosje geleden, herdrukt. Met daarin natuurlijk De. kóndvan ome Kareieen poedel van formaat en o zo vals gemeen en kwaad De foute schoolconciergc, boordevol: van kinderhaat en stapelgek op kinderbloed; De moeder die gek werd van verdriet, en nog zeventien andere waaronder 't Enge restaurant. Dat laatste lied telt 38 lange ré gels en dat is teveel om het hier helemaal af te drukken.Maar de eerste tien gaan zo: 'k Heb als kind zoveel geleden, honderd maal zoveel als jij. Ik had ouders hele wrede. 'k Kroeg daaglijks op mijn lazerij. Mijn lot was door de weeks te dragen, al sloegen ze met harde hand, maar 'k moest alle zaterdagen met ze mee naar 't enge restaurant, 't, enge enge enge restaurant! Als je nieuwsgierig bent naar al hét gepeperds dat daar op tafel wordt, gezet, of 'overvallen wordt door weetlust en razend benieuwd bent naaf de afschuwelijke dingen die men er met kinderen doet, lees dan deze heerlijke treiterachtige bundel met grimmig-huivering- wekkende tekeningen van Sylvia Wève. De Bloeddorstige Badmeester wordt uitge geven door Bert Bakker en kost f18,90. Heel wat aangenamer dan in 't enge restaurant gaat het in De vrolijke keuken toe. Ovèr dit kookboek van Philip Mechanicus kon je eerder al iets op deze plek lezen. Een paar maanden terug verscheen een vervolg dat er precies hetzelfde uitziet, maar met een oranje buitenkant. En natuurlijk maakte ook in Het kleine fornuis Judith Thn Bosch de tekeningen. Het kleine fornuis telt negenen twintig recepten.) Eenvoudige... én iets moeilijkere... maar altijd om je vingers bij af te likken. Wel eens Crazy Soup gegeten van winterwortelen met het sap van een sinaasappel en een theelepel tje mosterd erbij? Of rózensalade van kleine rode bietjes en een komkommer? Franzzze toast? Crostini di fegatini? Mensenvlees mét chocoladesaus? Appelpudding a la Appel en Pudding? Koude hete zomersoep? Schoolsnert? Splinter nieuwe eieren; Aapse asperges; of Snelkoekjcs? Met wat Philip Mechanicus verzon maak je van een maaltijd één feestelijk eten tje. Maar zijn mooi uitge voerde boek is ook nog meer dan een kookboek. In elk recept vertelt hij je steeds' iets dat nou niet zó belang rijk is, maar wel heel inte ressant om te weten. Een voorbeeld: Salade werd Uitgevonden door Nebuk- -Jkacinezar die meer dan tweeduizend jaar geleden, koning van Babylon was. Hij combineerde een paar verschillende eetbare dingen (iets kouds met iets groens erbij) en bracht dat op smaak met olie of azijn en een beetje sal zout). Het kleine fornuis verscheen bij Leopold er» kost f24,90. Wat op de eerste bladzijde staat is waai" „Dat alleen de grotere men sen kunnen koken is bijgeloof... Iedereen die het. leuk vindt kan het. Niet meteen zo goed als de allerbeste kok, maar dat hoeft ook niet altijd." -JanSmeekens (HcpaiijfQass© i cj si 3 i: _A si jJ 3 b> -13 jj 3 fj 3 S3

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 26