Jij blijft mijn stad in wel en wee 750 dinsdag 10 maart 1998 Darinckdelven, circa 1520. collectie Stadhuis Zierikzee zierikzee Het openluchtspektakel Het Oproer van Zierikzee eindigt met een fraai slotlied. De componist hoefde niet lang na te denken. Hij koos voor een eenvoudige, maar doeltreffende benadering. Zierikzee, Zierikzee, jij blijft mijn stad in wel en wee. Het is een onvervalste ode aan de eeuwenoude stad aan de Oosterschelde. En hoe simpel ook, het dóet de mensen iets. „Toen ik dat voor de eerste keer moest zingen, kreeg ik een brok in mijn keel"vertelt een volbloed- Zierikzeese. Ze vindt dat die ervaring prima weergeeft hoe zij over de historische stad denkt. Net als zovele anderenis ze er trots op. „Het is mijn stad. Als ik weg ben geweest, dan ben ik blij wanneer ik weer thuis kom. We doen altijd een spelletje: wie het eerst de dikke toren ziet." De geboren en getogen Zierikzeese voelt zich zo bijzonder op haar plaats in de stad omdat ze iedereen kent en van veel situaties op de hoogte is. „Het is wel groter geworden en er komt veel import, maar de kern blijft. Die kennen elkaar. Dat vind ik prettig." De vreugde over het aangenaam verpozen is niet van de laatste tijd. Nooit was ik ergens aangenamer dan te Zierikzee meldde de schrijver Multatuli al in 1878. Het is een stad met een lang en rijk verleden. Met allures die nimmer bescheiden waren en - als officiële hoofdstad van Schouwen-Duiveland sinds de herindeling van 1997 - nimmer bescheiden zullen zijn. Een stad van stand, die het niet ontziet van tijd tot tijd bóven haar stand te reiken. Treffendste voorbeeld is het plan voor de bouw van de Sint-Lievensmonstertoren, die breder en hoger dan de Domtoren in Utrecht moest worden. De fundering werd in 1454 gelegd; door geldgebrek kwam het bouwwerk, een schepping van Rombout Keldermans, echter nooit af. Zierikzee was ooit na Middelburg de tweede belangrijkste stad in Zeeland. Die positie is nu veranderd in die van centrumplaats voor Schouwen-Duiveland. Op het voormalige eiland staat de stad onbetwist bovenaan. Brouwershaven probeerde die positie aan te vechten, maar bracht het nooit verder dan smalstad en dus zijn de tekens van vroeger er aanzienlijk minder in getal. Zierikzee daarentegen geldt op het gebied van monumenten als Lichtend Voorbeeld. Het is vergane glorie die dankzij een verstandige aanpak tijdig is omgezet in vernieuwde glorie. Rooms-Koning De burgers van Zierikzee kunnen het 750- jarig bestaan van de stad herdenken. Op 11 maart 1248 bevestigde graaf Willem n, Rooms-Koning, de stadsrechten. Het is aannemelijk dat er voor die tijd al sprake was van verleende (grafelijke) gunsten. Hoe dat precies zit is voer voor heemkundigen. In elk geval vierden de Zierikzeeënaren, niet gehinderd door geschiedkundig geredetwist, al in 1649 het achthonderd-jarig bestaan van de stad. De plaats zou gesticht zijn door ene de vijftiende eeuw kwam de klad er in. De halve stad brandde in 1414 af; de Sint- Elisabethsvloed van 1421 bracht minder welvaart, er moest het hoofd worden geboden aan vele geweldsconflicten. Zoals het oproer van 1472 tegen de belastingmaatregelen van Karei de Stoute. Als straf werden alle privileges ingetrokken. In 1600 kwam een drie kilometer lang havenkanaal gereed, waardoor Zierikzee een verbinding met de Oosterschelde behield. De stad bloeide weer op, al werd het eerdere hoogtepunt nooit meer geëvenaard. Sleutelfuncties Rijke burgers lieten niet alleen in de stad monumentale woonhuizen bouwen (en buitenhuizen in Schuddebeurs), maar deelden ook in bestuurlijk opzicht de lakens uit. Een kleine groep bezette sleutelfuncties en oefende - vaak achter de schermen - macht uit. Die situatie heeft tot vèr in de twintigste eeuw geduurd. En nu nog wordt er gemakkelijk gemanipuleerd met verschillende petten. De Franse tijd bracht verval. Handel en visserij belandden op een laag pitje. De treurnis zette zich in de negentiende eeuw voort. Zierikzee werd een agrarisch centrum. De inundatie aan het eind van de Tweede Wereldoorlog en de watersnoodramp van 1953 troffen de laaggelegen delen van de stad zwaar. De uitvoering van het Deltaplan zorgde voor een betere ontsluiting, bescheiden industrie (met als belangrijkste bolwerk de in 1900 opgerichte fabriek van bakkerijgrondstoffen Koninklijke Zeelandia), uitbreiding van visserij en vooral toenemende recreatie. Van een bijna ingedut plattelandsplaatsje, terend op een roemrijk verleden waar verder niets mee werd gedaan, schoolde Zierikzee zich tijdig om. Vergeten allures werden afgestoft. De stad maakt gebruik van de rijkdom uit het verleden en benut de bijbehorende charmante uitstraling. De woorden van Multatuli staan ruim honderd jaar nadat hij ze neerschreef nog (of is het: weer) recht overeind. Dat vind ook die volbloed-Zierikzeese.,Ik zou niet graag ergens anders willen wonen." In deze bijlage naar aanleiding van het 750-jarige Zierikzee besteedt de PZC- redactie aandacht aan de historie van de stad en de betekenis van het stadsrecht. Er wordt een blik op de toekomst geworpen: wat is er te verwachten op het gebied van wonen, werken en welzijn. Aan de orde komt ook de betekenis van Zierikzee als dé centrumplaats van Schouwen-Duiveland en wat dat betekent voor de positie van de andere kernen op het voormalige eiland. Er is aandacht voor de mening van de 'gewone inwoner' en er worden portretten geschetst van enkele vooraanstaande Zierikzeeënaren uit het verleden. Tenslotte worden enkele voorname monumentale gebouwen belicht. Rinus Antonisse Zierik, aan de waterloop de Ee. Dat was een zijkreek van de Gouwe, die Schouwen en Duiveland scheidde. Zieriks Ee derhalve en elke gelijkenis met 'zee' berust op louter'toeval. In 1949 werd, 701 jaar na het bevestigen van de stadsrechten, het elfhonderd-jarig bestaan van Zierikzee herdacht. De plannen om in 1998 wat aan de 750ste verjaardag van de officiële toekenning van de stadsrechten te doen, zijn bescheiden. Voor de inwoners van Zierikzee is het niet bijzonder, gewend als ze zijn te leven in een omgeving waar de historie overal levend aanwezig is - zeker in de oude stadskern. Wat dat betreft kan de stad nabij de Oosterschelde de vergelijking met Middelburg en Veere glansrijk doorstaan. De invloed van Zierikzee binnen de Zeeuwse archipel ligt vooral in het verleden. In 1290 verleende Floris V de stad tolvrijheid. Dat zorgde voor opkomst en groei van nijverheid en handel. Met name de handel met Engeland floreerde: vis heen, wol en steenkool terug. Zoals in andere Zeeuwse plaatsen vormden ook de lakenindustrie en zoutverwerking belangrijke bestaansbronnen. Er werd meerdere malen door Holland en Vlaanderen om de stad gevochten. Dichter Melis Stolce ontrukte de slag op de Gouwe in 1304 aan de vergetelheid. Zierikzee was geen Hanzestad, maar had wel evenveel invloed. De tweede helft van de veertiende eeuw telde de stad fors mee. In De zoutketen, detail van het schilderij Darinckdelven.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 21