Niet de techniek,
maar de mens
PZC
reportage
29
Stroomstoring
was niet nodig
zaterdag 7 maart 1998
Op 23 juni 1997 leek in Midden-
Nederland het leven stil te
vallen. De stroom viel uit en de
noodaggregaten en kaarsen
moesten aan. De N.V.
Samenwerkende Elektriciteits
Producenten (SEP) beweerde dat
het een kwestie van domme pech
was, pure overmacht. Die stelling
bleef ook overeind na een
onderzoek. Hoewel... onderzoek?
Deze krant ging zelf op speurtocht
en kwam tot andere conclusies.
Treinen rijden al maanden weer. Diep
vriezers houden als vanouds voedsel
vers. Garagadeuren zitten niet meer vast.
Koffiezetapparaten pruttelen geruststel
lend. Vergeten is de ontwrichtende
stroomstoring in Midden Nederland van
vorig jaar. Door domme pech het de tech
niek het eventjes flink afweten.
Niemand is schuldig aan de storing van
juni 1997, zo beweren de N.V. Samenwer
kende Elektriciteits Producenten (SEP)
en de vier stroomproducenten van Neder
land. Als totaal onverwacht drie centrales
kapot gaan, dan is er geen stroommeer. Zo
simpel is dat. Daarom krijgen de Neder
landse Spoorwegen geen schadevergoe
ding, wordt bijvoorbeeld het bedorven
deeg van bakkerij Hogenboom in Odijk
niet vergoed en krijgt de zakenman uit
Amersfoort geen geld nadat hij vier uur in
een lift vast zat waardoor een belangrijke
order naar een concurrent ging. Miljoen
claims van 1500 bedrijven en 500 particu
lieren zijn afgewezen. Overmacht is over
macht. ,,Het was gewoon de techniek die
faalde", verklaarde directievoorzitter N.
Ketting van de SEP. Met die officiële le
zing kan geen schadejurist uit de voeten.
Dossier gesloten?
Geenszins, want de werkelijkheid ligt an
ders, zeggen goed ingevoerde stroomdes-
kundigen. Het argument van overmacht
is onzin. Beleidsmakers en technici faal
den. De stekker had op 23 juni 1997 niet
uit de maatschappij getrokken hoeven te
worden. De schadeclaims zijn terecht in
gediend.
Duwtje
Om de kritiek van de deskundigen te kun
nen begrijpen, is een uitstapje naar de
wisselstroomtechniek onvermij delijk.
Stroom vloeit niet vanzelf van de ene naar
de andere plek. Elektriciteit heeft een
duwtje nodig om van hoogspanningslei
ding naar stopcontact te stromen. Het is
vergelijkbaar met vervoer van water.
Zonder voldoende pompen valt'de druk
van het water weg en komt er geen drup
pel meer uit de kraan. Ook stroom bereikt
zonder voldoende pompen de plek van be
stemming niet.
Precies dat is er op de bewuste 23ste juni
1997 gebeurd. Drie centrales vielen 's och
tends door storingen uit. Snel zocht de
SEP naar extra stroom die in Nederland
altijd voldoende voorhanden is. Elektri
citeit bleek snel te vinden in naburige net
ten. Maar er ontstond een vervoerspro
bleem met de stroom. Machines begonnen
raar te reageren op een te lage druk in het
net. Tot overmaat van ramp draaide een
medewerker van een centrale in Utrecht
verkeerd aan de knoppen. Daardoor viel
de druk nog verder weg. Een kettingreac
tie volgde. Centrale na centrale schakelde
zichzelf af wegens gebrek aan spanning.
En dat terwijl er voldoende stroom be
schikbaar was.
Basiskennis
Studenten van de Technische Universiteit
in Delft leren al in het eerste jaar dat een
juiste spanningshuishouding nodig is om
de stroom met voldoende druk bij de
klanten af te leveren, in het vakjargon
blindvermogen genoemd. „Hetlijkt onge
looflijk, maar deze basiskennis is bij elek
triciteitsbedrijven verwaterd", zegt Jan
Maas, hoofd studie en bedrijfsvoering van
de Delta Nutsbedrijven in Middelburg en
deskundige op het gebied van blindver
mogen. „Deze essentiële lesstof is groten
deels vergeten."
Het lijkt inderdaad te gek voor woorden.
Hooggeschoolde technici die in het eerste
jaar van hun studie hebben zitten slapen?
Kees van de Water (KEMA), op persoon
lijke titel: „De elektriciteitsbranche doet
geen adequate berekeningen naar blind-
vermogens. Het wordt niet nodig geacht."
Na de storing heeft hij energiebedrijf
REMU gebeld 'om eens te komen praten'.
Van de Water is bezig om de kosten in
kaart te brengen voor een net met extra
'stroompompen': voorzieningen die er
voor zorgen dat stroom beter van A naar B
vloeit. Eén zo'n pomp heet een condensa
torbatterij te koop voor zo'n twee milj oen
gulden per stuk. Het Gelderse NUON-net
heeft vijf van deze batterijen. Collega
REMU heeft er niet één. Nog een manier
om druk op peil te houden is het bijplaat
sen van extra centrales. Vrij vertaald
wordt de stroming van elektriciteit een
stuk krachtiger, waardoor de energie veel
gemakkelijker van A naar B stroomt.
Maar zo'n extra centrale zit er niet in. In
tegendeel: de centrale Merwedekanaal in
Utrecht staat op de nominatie buiten be-
De stroomstoring in Midden-Nederland ontregelde 23 juni vorig jaar ook het treinverkeer. Veel passagiers stapten uit om de
benen even te strekken, anderen bleven rustig in hun coupé zitten. foto Robin Utrecht
Medewerkers van het energiebedrijf REMU druk bezig met het herstellen van de aansluitingen.
f,
foto Jaap de Boer
drijf te worden gesteld. De onderne
mingsraad van de SEP heeft met succes de
centrale voorlopig van de sluitingslijst af
gevoerd.
Professor Belmans komt net uit de colle
gezaal van de universiteit in het Belgische
Leuven waar hij studenten voor de zo
veelste keer de principes van de wissel
stroomtechniek heeft uitgelegd. De Belg
is door de SEP betaald voor een extern on
derzoek naar de stroomstoring in Midden
Nederland. Contractueel is hij verplicht
geen mededelingen te doen over zijn
werkzaamheden, laat staan de resultaten
ervan (zo staat in zijn onderzoeksop
dracht). De SEP doet het woord, niet bij.
In een persbericht van de SEP staat dat de
professor het eens is met de lezing dat
door pure overmacht geen stroom gele
verd kon worden.
In werkelijkheid heeft de professor kri
tiek in het openbare rapport, dat totaal
onopgemerkt bleef omdat Belmans zijn
opmerkingen verpakte in ondoordring
baar vakjargon. Vrij vertaald zegt de
hoogleraar dat het een blunder is om al
leen maar bezig te zijn met de productie
van (voldoende) stroom. Wie geen reke
ning houdt met het vervoer van stroom
'gaat voorbij aan de realiteit van de pro
blematiek van de wisselstroomtechniek'.
Kortom, het drukprobleem in het
Utrechtse net is geen overmacht. De Belg
twijfelt of hij het achterste van zijn tong
zal laten zien. „Ach, laat ik ook maar mijn
academisch hart spreken", zegt hij uitein
delijk. „Jullie noemen het 'storing'. Wij in
België spreken van panne. Het elektrici
teitsnet in het midden van Nederland
kent zorgelijk zwakke punten. Er zijn on
voldoende voorzieningen om bij storin
gen de stroom effectief te vervoeren. Als ik
puur technisch naar het Utrechtse net
kijk, als onafhankelijk technicus, dan zeg
ik: zet er onmiddellijk twee grote 400 Me
gawatt-centrales bij. Maar dat wordt fi
nancieel niet haalbaar geacht. Tja, dan
vraag je om problemen."
De REMU zegt in een eerste reactie dat in
middels druk wordt gewerkt aan het ver
voersprobleem van stroom bij storingen.
Een woordvoerder van de REMU: „We
proberen in overleg met de SEP in de toe
komst beter rekening te houden met de
problematiek van blindvermogen. Of dat
te laat is? We zijn in juni vorig jaar pas
voor het eerst met de neus op de feiten ge
drukt. Beter laat dan nooit". Wat niet
wordt verteld, is dat in het Utrechtse net
al in 1996 een storing optrad bij het
koppelstation Dodewaard waarvan de
oorzaak terug te voeren was op het druk
probleem. Achter de schermen werd maar
ternauwernood voorkomen dat grote de
len van de provincie Utrecht in het donker
kwamen te zitten. De SEP en de REMU
weten dus al een tijdje hoe kwetsbaar het
Utrechtse elektriciteitsnet kan zijn wat
betreft vervoer van stroom bij storingen.
Nog een bedrijfsgeheim: op topdagen ver
laagt energiebedrijf REMU (net als veel
collega's) bewust de netspanning om min
der te hoeven betalen aan stroomprodu-
cent SEP. Verwarmingsketels doen er een
kwartiertje langer over om aan de kook te
komen en lampen branden ietsjes minder
fel. De stroom hoeft per kilowatt niet voor
ruim één gulden te worden ingekocht,
maar voor slechts twee dubbeltjes. Dat
scheelt de REMU een hoop geld. Maar in
feite betekent dat op het meest kwetsbare
moment (drukke dagen) meer risico
wordt genomen ten aanzien van span
ningsineenstorting en het daarmee sa
menhangende vervoersprobleem van
elektriciteit.
Licht
In het kantoor van de SEP in Arnhem is
tegen zes uur 's avonds slechts een enkel
raam verlicht. De meeste medewerkers
zijn naar huis. Ook vandaag is het perso
neel een lange stenen naald gepasseerd op
het midden van het terrein waar ook het
technisch onderzoeksinstituut KEMA is
gevestigd. Onder het monument staat de
tekst 'Onderzoek brengt licht'. Op ver
zoek van deze krant voelt de Groningse
ingenieur Wim van Es drie technische
hoofden van de SEP aan de tand. Het
wordt een urenlange zit. Dassen gaan los.
Flip-overs worden volgetekend met sche
ma's. Technische details vliegen over en
weer. Aanvankelijke verbazing bij de
SEP-hoofden. Waarom na acht maanden
opeens deze harde kritiek? De officiële
rapporten zijn toch goed ontvangen? De
claims zijn toch van tafel?
Van Es staat op scherp, maar probeert zijn
vragen zo rustig mogelijk te formuleren.
In staccato somt hij een aantal feiten op.
Op de bewuste dag was een grote centrale
in Nijmegen uit bedrijf vanwege een ke
telexplosie, belangrijk voor de stroom-
aanvoer naar Utrecht en Gelderland, 's
Ochtends vielen door een branderstoring
twee Utrechtse turbines uit. En in Lely
stad raakte een centrale uit bedrijf door
een fout in de voeding van de software
voor een turbineregelpomp. „Zoveel sto
ringen in één uur, dat is wel heel toeval
Bijna anderhalf uur zat Midden-Nederland 23 juni 1997 zonder stroom. Het betekende onder meer, dat keukenpersoneel - zoals hier in verzorgingshuis Haltna in Houten - niet
veel kon doen. foto Marc van der Kort
lig.Het riekt volgens Van Es 'naar inade
quaat beheer'. Wat is de oorzaak van de
serie storingen? Waarom staat hierover
niets in de officiële rapportage? John B.E.
Hoogveld, manager van het nationale
controlecentrum van de SEP, reageert ge
ïrriteerd: „Dat is op zo'n moment niet re
levant!" Prof. ir. W.L Kling: „De oorzaak
van de storingen weten we niet. Dat is een
zaak van de energiebedrijven. Als het echt
de spuigaten uitloopt, geven we aan het
eind van het jaar een boete. En als het
naar wens verloopt, geven we een pre
mie."
Van Es vraagt door. 's Ochtends kreeg ook
centrale Flevo 30 in Lelystad onverwacht
(trillings)problemen. De druk in het net
werd gevaarlijk laag. Om 9.00 was de sto
ring over. Een uur later ging Flevo 30 als
nog uit bedrij fVan Es zegt dat de vroegste
storing de technici alert had moeten ma
ken. Hij vindt dat een paar afgelegen ge
bieden afgekoppeld hadden moeten wor
den om de druk weer op peil te brengen.
„Je had wat dorpen op de Veluwe of in de
Achterhoek kunnen afschakelen. Daar
mee was een totale uitval voor heel Mid
den Nederland voorkomen."
Donker
De SEP-deskundigen bevestigen de le
zing, maar zeggen dat de gemiddelde
technicus nu eenmaal moeite heeft om zo
maar burgers in het donker te zetten. „Ze
zijn erop getraind alles draaiende te
houden, niet om delen van het net af te
sluiten", zegt Kling. Die natuurlijke
weerstand bleef zelfs bestaan op het
t hoogtepunt van de crisis. Zo blijkt uit ver
trouwelijke gegevens dat een medewer
ker van de NUON een verzoek tot afkop
peling niet blindelings uitvoerde. „Daar
heb ik persoonlijk grote moeite mee", was
zijn antwoord. Toch worden technici van
de NUON en de REMU niet naar een op
friscursus gestuurd, zegt de SEP. „Ze krij
gen intern al goede opleidingen."
Ingewikkelde technische normen over
bedrijfszekerheid vliegen over tafel in de
vergaderzaal van de SEP. „We hebben ons
keurig aan die normen gehouden", zegt
Kling. Van Es doet een beroep op het lo
gisch verstand van zijn collega-technici.
Leuk, al die normen, maar ze houden te
weinig rekening met het drukprobleem
dat al twee keer op rij voor trammelant
zorgde. Kling beaamt uiteindelijk dat het
personeel geen instructies heeft voor 'hoe
om te gaan met de problematiek van
blindvermogen'. „De spanningshuishou
ding is te complex om daar algemene re
gels voor te stellen."
Kwetsbaar
Van Es snapt ook niet waarom allerlei ap
paraten uit het elektriciteitsnet zijn ver
dwenen. Waarom zijn de laatste jaren vier
centrales gesloten in het net van Flevo
land, Gelderland en Utrecht? Dat maakt
het Utrechtse net alleen maar kwetsbaar
der. Waarom is onlangs een koppeltrans
formator in Dodewaard verplaatst naar
Diemen? Waarom is er in Lelystad geen
lijntje gelegd met een sterke stroomver-
binding naar het buitenland? De SEP-
hoofden reageren laconiek. Alle verande
ringen zijn uitgevoerd met inachtneming
van wettelijk vastgelegde technische cri
teria. Hun tegenvraag: waarom zouden
we miljoenen guldens uittrekken voor
voorzieningen die toch maar zelden wor
den gebruikt? Bij normale omstandighe
den zijn al die extraatjes helemaal niet
nodig.
Een persvoorlichter van de SEP wijst
naar zijn horloge. Maar Van Es is nog niet
klaar. Volgens de ingenieur zijn er talloze
mogelijkheden om de druk in het Utrecht
se elektriciteitsnet op peil te houden bij
onvoorziene storingen. Waarom is bij
voorbeeld in het net niet een aantal relais
aangebracht die in actie komen bij pro
blemen met blindvercnogen? „Waardoor-
automatisch een gx-oot bedrijf afgescha
keld moet worden waarmee we een lucra
tief leveringsconti-act hebben?", zegt ir.
G. A Maas van de SEP.
Hij lacht alsof Van Es een wereldvreemde
vraag heeft gesteld. Van Es zegt droogjes
dat het alteimatief heel Midden-Neder
land zonder stroom een stuk vervelender
bleek.
Van Es heeft nog zoveel vragen. Waarom
heeft een onafhankelijke instantie niet de
toedx-acht van de stroomstoring onder
zocht? Waarom mag de energiesector zelf
beoordelen wie verantwoordelijk is voor
de grote maatschappelijke schade of niet?
Waarom die geheimzinnigheid tijdens het
tegenonderzoek van de Belgische profes
sor Belmans? Waarom mag de man zelf
niet praten? Waarom belooft de SEP een
onafhankelijk onderzoek terwijl de bran
che notabene zélf de deskundigen heeft
aangewezen? De persvoorlichter maakt
een einde aan het gesprek. Drie uur dis
cussie moet voldoende zijn.
Claims
De vraag rijst bij wie burgers en bedrij ven
terecht kunnen met hun claims nu lijkt
dat het argument van overmacht geen
stand houdt. Het antwoord is niet eenvou
dig, constateer! ook professor Belmans in
zijn rappox-t. „De verschillen in verant
woordelijkheid leiden tot een uiterst com
plex geheel". De SEP heeft vooral een
overkoepelende functie. De Utrechtse
stroomproducent UNA is een productie
maatschappij en bewaakt de verbindin
gen in de provincie Utrecht. De REMU is
vooral vervoerder van stroom. Kortom,
iedereen is een beetje verantwoox-delijk.
Mede op grond van dit artikel bereidt een
tiental Eemlandse bedrijven, waaronder
Polynorm in Bunschoten, een rechtszaak
voor tegen de REMU, de leverancier van
de strctom. De Kamer van Koophandel
Gooi en Eemland in Amersfoort coördi
neert de juridische afhandeling voor ge
dupeerde ondernemingen. Met de REMU
voert de Kamer ook gesprekken over ex
tra voorzieningen in het net die proble
men met blindvex-mogen moeten voorko
men.
Secx-etaris A Boone: „Ik ben blij dat de
pers nieuwe informatie heeft opgediept,
maar wij houden de juridische procedure
simpel. Het is toch te gek voor woorden
dat een burger of ondex-nemerzich uitput
tend in de wisselstroomtechniek moet
verdiepen om een claim kracht bij te zet
ten. We staan tegenover een overmacht
aan techneuten. Daar hebben we geen zin
in. Wie levert de stroom? De REMU. Het
gaat om de simpele vraag of deze mono
polist niet veel zorgvuldiger had moeten
handelen. De REMU moet haar schade
maarweer op anderen verhalen. Dat gaan
wij niet voor ze uitzoeken."
Henk van Ess