regenval
Kind in concentratiekamp, dat kon niet
PZC
reportage
26
Oudste Geus
Nico van Kranen
zaterdag 7 maart 1998
RUDEN RIEMENS
In Vlaardingen wordt 13 maart voor de
twaalfde keer de Geuzenpenning
uitgereikt. Die penning verwijst naar de
naam van de eerste verzetsgroep in
Nederland, die zich De Geuzen noemde. In
tegenstelling tot voorgaande jaren wordt
de penning dit keer bij uitzondering
verleend aan vijf mensen uit vijf
werelddelen. Dit omdat het precies vijftig
jaar geleden is dat de Universele
Verklaring voor de rechten van de mens is
aangenomen door de algemene
vergadering van de Verenigde Naties. De
vijf activisten worden beloond voor hun
langdurige inzet voor verbetering van de
mensenrechten in hun land.
Nico van Kranen, de oudste nog levende
Geus, blikt terug op zijn verblijf in
concententratiekamp Buchenwald.
Hij is 90 jaar, drager van het Verzets-
herdenkingskruis en pas terug uit het
ziekenhuis. Hoewel zijn geheugen hem in
de steek begint te laten, weet hij de dag
van zijn arrestatie nog pi'ecies: 19 februa
ri 1941. Hij wist zich letterlijk door vier
jaar gevangenschap te spelen als muzi
kant. En hoewel de ultieme, hai'de
kamprealiteit weinig of geen ruimte open
liet voor solidariteit of kindvriendelijk
heid, zag Nico van Kranen kans op eigen
houtje het leven te redden van de kleine
Jan Berger, een zigeunerkind uit Nedex-
land.
De geschiedenis van Buchenwald is be
kend. Het was een strafkamp, geen ver
nietigingskamp. Er moest gewerkt
worden onder regie van de SS met mede
gevangenen in de rol van Kapo, oppasser.
Er waren goede en 'slechte' commando's.
De meest beruchte was de steengroeve
Steinbruch.
Geluk
Er waren ook slechte en 'goede' Kapo's.
Nico had geluk. Na zijn aankomst werd
hij ingedeeld bij de 'Entwassex'ung', de
dienst drainering/riolering. Hij kwam uit
een muzikaal gezin. Voor de oorlog voxin-
de hij met zijn drie broers en enkele ande
re muzikanten 'The Hodge Podge
Blowers', een popxxlair Rotterdams dans-
orkest. Hij was daarin drummer. Met eni
ge hulp van het toeval kon hij in het
kampox'kest komen als marstamboei'. De
Kapelle speelde dagelijks in weer en wind
marsmuziek aan de poort, 's morgens bij
het vexixek van de gevangenen naar hun
werk, 's avonds bij hun terugkeer in het
Lager.
De Kapelle mocht dan een licht comman
do zijn, ook hier eisten ondexwoeding, uit
putting en het sadisme van de SS hun tol.
De bezetting was sterk wisselend. Veel
muzikanten bekochten hun voorx'echt om
in het kamporkest te spelen met longziek
tes en hex'nxa's. En sommigen met de dood.
Overdag wanneer er niet gespeeld wei'd,
deden de muzikanten licht werk. Nico als
Stubendienst, huishouder in de gevange-
nenbarak. In de absurde en hectische
kampmaatschappij, waar aanvankelijk
de criminelen de 'macht' hadden en joden
en zigeuners de minste overlevingskan
sen hadden, behoorde hij daardoor tot de
'prominenten'. Hij kon zich vrij bewegen
in het kamp, zag en wist daardoor meer
dan anderen. In het Kleine Lager, een
soort concentratiekamp in het concentra
tiekamp, zaten steeds meer gevangenen
opeen geperst in onbeschrijflijke omstan
digheden. Hier trof hij de kleine Jan Ber
ger aan, toen nog samen met zijn vader en
zijn broer.
Emotie
„Dat kon niet", vond Nico, Achter die drie
woorden, uitgesproken in een zonnige
verzorgingsflat zeven hoog in Woerden,
gaat een wex'eld van verzet en een bex'g
emotie schuil. „Wij geloofden ook de ver
halen van de kampleiding niet dat de kin
deren naar huis terug mochten of naar een
ander kamp waar ze het goed zouden heb
ben.Daarom besloot hij hem daar weg te
halen.
„Het was heel simpel", zegt hij beschei
den over zijn solo-reddingsactie. Hij
smokkelde de jongen het Kleine Lager uit
en liet hem bij de kampadministratie in
schrijven als Hollander in de Hollander
barak. Daardoor was hij op papier geen
zigeuner meer en al veel minder kwets
baar1. Vexwolgens ging hij met hem naar de
Arbeitsdienstfhrer om te kijken of er
wei'k, een baantje voor hem was. Nico:
„Die keek hem zo eens aan, schudde zijn
hoofd, gaf hem twee gerimpelde appeltjes
en een schop onder zijn kont... Voor hem
was er niks in Buchenwald."
Door de administratieve truc bleef Jan
Berger het lot van de meeste zigeunerkin-
dex'en bespaard: transport naar een ver-
Nico van Kranen (90), de oudste Geus in Nederland....bescheiden....
nietigingskamp. Tot aan de beviijdingop
11 april 1945 wist Nico hem bij zich in de
barak en uit de klauwen van de SS te hou
den. „Dat was puur geluk."
Meerdere oud-Gexxzen bevestigen Nico's
verhaal. Een van hen zegt dat Jans ver
blijf in de Nederlandse barak 'top secret'
was. Zelfs de meeste medegevangenen
zouden niet van zijn bestaan geweten
hebben. Andei'en weerspreken dit. Geen
van hen weet echter hoe Nico het precies
voor elkaar gekregen had, noch waar het
onderduikexije zich bevond, waar Jan
sliep of wat hij overdag uitvoerde. Op veel
vragen blijft Nico zelf het antwoord glim
lachend schuldig. „Dat weet ik niet meer,
hoor. Het is zo lang geleden.Dat vergroot
het raadsel.
Met een in Weimar gekaapte bus keerden
foto Niels van der Hoeven
naast een man in een blauwwit gestreepte
pyjama. De aanblik daarvan deprimeerde
hem, omdat de gevangenenkleding in Bu
chenwald blauwwit gestreept was. Hij
werd stiller en stiller. Een oude
kampvriend zorgde ervoor dat hij op een
andere zaal kwam te liggen. Hij werd af
gekeurd en heeft sindsdien buitengewoon
pensioen. Het concentratiekampsyn
droom dat zich later bij meerdere oud-
Geuzen openbaai'de bleef Nico bespaard.
Jan Berger is nu een man van in de zestig.
Hij woont ergens in Noord-Brabant. Hij
wil niet praten over zijn kampervaringen,
ook niet na enig aandx'ingen. Er komen te
veel traumatische herinneringen en emo
ties bij hem boven. Wel zegt hij grif dat hij
het zonder de hulp van Nico niet overleefd
zou hebben en dat zigeuners nog steeds
de overgebleven Geuzen in het bevrijde
zxiiden van Nedexiand terug. Nico mét de
zigeunerjongen. Later verschenen er bij
Philips en voor de ramen van sigarenwin
kels lijsten met namen van kampoverle
venden. Een zus van Jan uit Stein, die in
de oorlog' ondergedoken had gezeten, trof
de naam van haar broer op zo'n lijst aan.
En na enige tijd vonden broer en zus el
kaar terug. Jans beide ouders, meerdere
broers en zusjes en vele andere familiele
den waren in Auschwitz vergast.
Na de oorlog vatte Nico de draad van zijn
leven weer op. Hij begon een speelgoed
winkel in Schiedam en kreeg zelf kinde
ren. Tot 1978 wist hij de zaak dx'aaiende te
houden. Toen vloerde een hernia - als ver
laat gevolg van schoppen en slagen - hem
alsnog. In het ziekenhuis lag hij op zaal
gediscrimineerd worden. Zijn vrouw ver
telt dat hij er niet over kan praten. „Dan
slaapt hij een paar nachten xxiet." Zelfs
met haar praat hij er niet over. Of hij ooit
hulp heeft gezocht? „Nee, daar is hij de
man niet naar."
De vervolging van de zigeuners is altijd
onderbelicht gebleven. Er bestaan boe
ken en publicaties, maar bij vervolging
denkt men bijna automatisch aan joden
vervolging. De verwarring rond 'hetmeis-
je met de hoofddoek' in de deuropening
van de goederenwagon onderstreept dit.
Zij wex-d het gezicht van de deportaties.
Geen oorlogsdocumentaire of terugblik
die dit aangrijpende beeld niet te pas en te
onpas citeert. Ook naar aanleiding van de
Liro-affaire (over het naoorlogse gesjoe
mel met joodse bezittingen) kwam het
fragment van zeven seconden, opgeno
men in Westerbork, weer regelmatig over
het scherm. Gemakshalve nam iedereen
aan dat het hier ging om een joods meisje.
De journalist Aad Wagenaar achterhaal
de .na superieur spemwerk echter haar
ware identiteit en haar naam. Het ging om
een zigeunermeisje uit Limburg genaamd
Settela Steinbach, 10 jaar oud toenzij aan
de reis naar Auschwitz begon.
De verwarring is begrijpelijk en werd mo
gelijk versterkt door het ongemakkelijke
schuldgevoel over het feit dat meer dan
honderdduizend joden tamelijk 'gladjes'
uit Nedexiand gedepox'teerd konden wor
den. Minder dan vijfduizend van hen
overleefden de kampen. Van de veel klei
nere zigeunerminderheid in Nedexiand
(Sinti en Roma) wex'den 'maar' 245 man
nen, vrouwen en kinderen afgevoerd,
waarvan er dertig terugkeerden.
Bruiloftsfeest
Een van die dertig was Jan Berger. Meer
dan eens zagen Nico en zijn protégé xxit het
kamp elkaar na de oorlog terug. Het weex'-
zien was telkens weer emotioneel. Jans
moeder was vioolbouwer. Wijlen Tata Mi-
rando was een oom van hem. Zelf was J an
jarenlang violist en gitarist. Op het 50-ja-
rig bruilofstfeest van Nico en zijn vrouw
Stien speelde Jan met zijn zigeuneror
kest. Als muzikaal eerbetoon aan zijn red
der en pleegvader in Buchenwald. Nico's
gezicht klaart op bij die herinnering.
Tegenwoordig brengt Jan geen muziek
meer, maar het evangelie. Dat hij meer
dan vijftig jaar later niet over zijn herin
neringen wil en kan praten, geeft aan hoe
diep kampei-vaxingen kunnen ingrijpen
in iemands leven. Blijkbaar zo diep soms
dat zwijgen verkozen wordt.
Comelis Pons