Stichting Veere bewaakt erfgoed
Frederlque Spigt komt steeds
dichter bij essentie rocksong
Het kind is de vader van de man
Bankjes bij brug
om even te rusten
zeeland donderdag 26 februari 1998 s 10
A-politieke organisatie houdt zich alleen bezig met de buitenkant van gebouwen
kunst cultuur
door Miriam van der Schot
VLISSINGEN - Wie tijdens
een flinke wandeling of fiets
tocht even op adem wil
komen, kan op een bankje
tussen het groen zitten en ge
nieten van een schitterend
uitzicht op de Zeeuwse wate
ren. In Vlissingen zijn de
bankjes niet helemaal met
rust omringd.
De gemeente Vlissingen
plaatste vorige week twee
banken in de Paul Kruger-
straat bij de Keersluisbrug.
Het uitzicht op het kanaal, de
boten en de werking van de
brug is echter niet. optimaal.
De banken staan bij het
kruispunt aan de kant van
het centrum van Vlissingen.
Waarom die bankjes daar
staan leek in eerste instantie
een raadsel. Want, wie vindt
het leuk om naar stoffige
auto's te kijken of naar de
wisselwerking van de ver
keerslichten voor de auto's,
fietsers en voetgangers? Toch
staan de bankjes er niet ge
heel ondoordacht. Volgens
P. R. van der Pol van de ge
meente Vlissingen zijn er veel
ouderen die, als ze een rondje
gaan lopen, tot het einde van
de Paul Krugerstraat gaan.
Zij kunnen bij het kruispunt
uitrusten voordat ze weer
naar huis gaan.
foto Ruben Oreel
door Josette van Velzen
VEERE - „Ja, het is prachtig en
heel sfeervol wonen hier", zegt
J. W. Oosterhoff over zijn ka
rakteristieke pand aan de
Markt in Veere. „Maar het is wel
arbeidsintensief en duur in on
derhoud en energieverbruik.
Daarom rijd ik ook in een Fiatje
Panda." Ex-huisarts Oosterhoff
is al zo'n vijfendertig jaar voor
zitter van de Stichting Veere.
Deze stichting werd in 1945 op
gericht 'tot herstel en verhoging
van haar zeer eigen stads-
schoon'.
Onlangs benoemde het zes leden
tellende bestuur van de stich
ting prof. dr. P. A Henderikx als
bestuurslid. Hij is hoogleraar
Middeleeuwse nederzettingsge
schiedenis aan de Universiteit
van Amsterdam. De stichting
kent een aantal begunstigers.
Van een van hen ontving de
stichting vorig jaar een legaat"3
van honderdduizend gulden.
„Een mooi bedrag waaruit
blijkt dat er waardering is voor
wat wij doen", vindt Oosterhoff.
De stichting stelt zich ten doel
het stedenbouwkundig schoon
van de stad Veere te bewaken en
bewaren en waar mogelijk te
verbeteren. „Een hele mond vol,
hè", zegt bestuurslid A S.
Louws. „De stichting is direct
na de oorlog ontstaan. Het zag
er hier nogal verwaarloosd uit.
Veere had niet direct met ver
woestingen door bombarde
menten of zo te maken gehad,
maar de oorlog had toch overal
zijn sporen achtergelaten. Men
was bang dat er op een goedko
pe, historisch niet verantwoor
de manier hersteld zou gaan
worden."
Carillon
Onder de personen die de eerste
aanzet hebben gegeven bevon
den zich de kunstenaar/graficus
Dirk van Gelder, de kunstschil
der Wim Vaarzon Morel en ar
chitect Klok. „Burgemeester
jonkheer Den Beer Poortugael
moeten we ook vooral niet ver
geten. Hij heeft veel voor de
stichting gedaan. Je bent sowie
so erg afhankelijk van de cul
tuurgevoeligheid van een bur
gemeester. En goede contacten,
met de diverse instanties zijn
van groot belang", verzekert
Oosterhoff. In de loop der jaren
hadden vrijwel* alle huizen een
eigen naam. Stadsarchivaris
Peter Blom weet hier heel veel
van en kan het allemaal haarfijn
uitzoeken. Wij willen stimule
ren dat wanneer iemand zijn
huis een naam wil geven, dat
niet zo maar een zelfverzonnen
naam, maar juist de oorspron
kelijke."
Momenteel is de stichting druk
doende een overzicht te maken
van wat er bouwkundig gezien
allemaal wel en niet mag in Vee
re. Naast gemeentelijke wet- en
regelgeving heeft een aantal
huizen ook met de monumen
tenwet te maken. Bovendien is
Veere beschermd stadsgezicht
en moeten panden ook aan die
voorschriften voldoen. „Om
maar een voorbeeld te noemen:
kunststof kozijnen mogen bier
niet. Maar lang niet iedereen
weet dat. En als ze eenmaal zijn
aangebracht, is het ook zoiets
om ze weer te moeten verwijde
ren", zegt Louws. „In overleg
met de gemeente willen we alle
regelgeving op een rijtje zetten
en daarmee vooraf duidelijke
informatie aan alle inwoners
geven over dit soort zaken."
Grote Kerk
Ook nieuwbouwplannen, voor
al die voor het Oranjeplein,
houdt de stichting met argus
ogen in de gaten. „Bij nieuw
bouw is het met name belang
rijk om de schaal en de vorm van
Veere goed voor ogen te houden.
De huidige grote lege plek bij
het Oranjeplein is heel lelijk.
Maar het zal voor een architect
nog een hele moeilijke opgave
zijn om op zo'n punt iets te bren
gen dat door velen mooi wordt
gevonden." De plannen om de
Grote Kerk tot een cultureel
centrum om te bouwen, betreurt
Oosterhoff een beetje. „Zoals je
de kerk nu kunt zien, is hij im
mers historisch van veel groter
belang dan wanneer die is ver
bouwd. En ik moet nog zien of er
hier überhaupt behoefte is aan
een cèntrum met duizend zit
plaatsen."
„Gelukkig draagt vrijwel ieder
een Veere een warm hart toe",
besluit de voorzitter trots. „Je
kunt onze invloed bij na niet me
ten, maar ik ben ervan ovei"-
tuigd dat zonder het bestaan
van de Stichting Veere er hier
beslist niet meer zo veel oor
spronkelijks over zou zijn."
De bestuursleden A S. Louws (links) en J. W. Oosterhoff van de Stichting Veere. foto Ruben Oreel
heeft de stichting er onder meer
voor gezorgd dat het carillon in
stand is gehouden. Met het on
derhoud ervan houdt ze zich nog
steeds bezig.
Toen de draaibrug over de kaai
versleten was, heeft- zij ervoor
geijverd dat er weer een bascu-
lebrug kwam zoals die er oor
spronkelijk was. Zo'n twintig
jaar geleden kocht de stichting
eën boomgaard aan de rand van
het stadje aan. Ze deed dit opdat
er geen andere bestemming aan
het terrein gegeven zou kunnen
worden. Tot op heden verpacht
ze de boomgaard aan fruitkwe
ker Krijger.
Ter gelegenheid van haar vijf
tigjarig bestaan en het zeven
honderdjarig bestaan van de
stad Veere gaf de stichting in
1996 in samenwerking met de
gemeente het'boek Veere, van
vissersbuurt tot vestingstad uit.
Ook kwam toen de maquette ge
reed die in de Grote Kerk te
bezichtigen is. Er is vijf jaar ge
werkt aan dit historisch verant
woorde schaalmodel van Veere
anno 1813. „Onze stichting is
geen politieke instelling", bena
drukt de voorzitter. „Wij. willen
juist meer wetenschappelijk te
werk gaan en zoveel mogelijk
kennis aanbieden. We onthou
den ons van een standpunt over
reclame op straat, openingstij
den yan de winkels of het ge
bruik van een pand als tweede
woning. Dat vinden we meer
iets voor de stadsraad. Als we
ons daarmee gaan bemoeien, ra
ken we in een wespennest ver
zeild. Zolang een pand aan de
buitenkant goed is, vinden wij
het goed."
Er blijven nog genoeg zaken
over waar de stichting zich wel
mee bezighoudt. „Zo zijn er be
paalde kleurvoorschriften",
legt Louws uit, „Bij elke stijl
huis uit een bepaalde periode
hoort een bepaalde kleurstel
ling. Niet iedereen houdt zich
daaraan. Daarproberenwij dan
iets aan te doen en het weer in
evenwicht te krijgen. Hetzelfde
geldt voor de de naamgeving
van de huizen. Oorspronkelijk
Middelburger Willem Bek debuteert in België met jeugdboek
door Ernst Jan Rozendaal
MIDDELBURG - Op 11
maart, als in Nederland de
Boekenweek aanvangt, begint
in België de Kinderboeken
week. Het thema is dit jaar
magie. Middelburger Willem
Bek komt dat uitstekend uit.
Onlangs debuteerde hij als
kinderboekenschrijver in Bel
gië. Zijn boek Vleder, versche
nen bij uitgeverij Standaard in
Antwerpen, gaat over heksen,
hypnose, merkwaardige ge
daanteverwisselingen en voo
doo. „Toch zou ik het niet het
predikaat horror meegeven"-,
zegt Bek. „Ik ben ervan over
tuigd dat geen enkel kind na
het lezen van dit boek moeite
heeft om in slaap te komen."
Bek (1960) is docent Engels
aan de ROC-vestiging Delta
College in Middelburg. Daar
naast doet hij vertaalwerk.
„Vooral commercieel", zegt hij
bijna verontschuldigend.
„Voor vertaalbureaus. Maar ik
heb ook een aantal uitgeverij
en mijn diensten als literair
vertaler aangeboden. Daar
zijn wat contacten uit voortge
komen." Bek vertaalde een ro
man van Rosemary Sutcliff
Roodgevlamde zijde), een
aantal reisverhalen en een
bundel met korte verhalen van
onder anderen J a ck London en
C. S. Forester. „De roman van
Sutcliff bracht me op het idee
zelf te gaan schrijven", vertelt
Bek. Ik dacht: 'Zoiets moet ik
toch ook kunnen?' Waarmee ik
overigens niet het idee had de
zelfde kwaliteit te kunnen ha
len."
Leeftijd
Zijn- eerste verhaal voor
kinderen was Marlou en de
reuzenpier, uitgegeven in de
educatieve Leeslijnserie voor
de basisscholen. Voor Bek
stond van meet af aan vast dat
hij voor kinderen wilde schrij
ven, alleen niet voor welke
leeftijd. „Tijdens het schrijven
ontdekte ik dat de categorie
vanaf tien jaar me het beste
ligt. De zinsbouw die daarbij
hoort, de zinslengte, het
woordgebruik - dat ging bijna
automatisch. Dat is natuurlijk
een mooie leeftijd. In groep ze
ven en acht van de basisschool
wordt nog fanatiek gelezen.
Daarna raken ze een paar jaar
lang geen boeken meer aan, Ik
zie dat aan mijn eigen doch
ter."
doorErnst Jan Rozendaal
VLISSINGEN - Optreden is voor zangeres
Frederique Spigt een levensbehoefte. Vroe
ger, als haar bands I've got the bullets en A
girl called Johnny even niet op tournee wa
ren, dezer dagen, nu haar eigen theatertour
tijdelijk stil ligt, of wanneer ze voor opna
men in een studio bivakkeert; Spigt vindt
altijd nog wel een mogelijkheid om haar
hart uit haar keel te zingen. Op het ogenblik
zit ze middenin de voorbereidingen voor het
Nationaal Songfestival. Dat weerhoudt
haar niet om vrijdag naar Strandpaviljoen
Panta Rhei in Vlissingen te komen voor een
akoestisch optreden met gitarist Jan van
der Mey. „Voor een gezellig optreden heb ik
altijd tijd."
Van der Mey kent ze sinds ze eindjaren tach
tig furore maakte met I've got the bullets.
Zelf timmerde hij destijds aan de weg met
zijn rockband Powerplay. „Ik zocht iemand
om liedjes mee te schrijven, maar andere
liedjes dan ik met de Bullets zong", beves
tigt Spigt. „Ik was op zoek naar een nieuwe
invalshoek. Jan van der Mey werd mij toen
aangeraden, omdat hij zo'n goede compo
nist zou zijn. Het klikte meteen. Wat ik zo
leuk vind aan Jan is dat hij mij in mijn waar
de laat. Als ik met een idee kom, probeert hij
er niet meteen iets anders van te maken. Hij
weet juist nog eens extra de nadruk te leg
gen op het eigene dat ik erin heb gelegd. En
wat ik voor Jan beteken? Hij is nogal op rock
georiënteerd. Ik denk dat ik hem nieuwe
ideeën aan de hand doe. Ik zorg voor het on
voorspelbare element"
Het lijkt erop dat Spigt in de loop der jaren
steeds dichter de essentie van de rocksong is
gaan naderen. I've got the bullets was een
grote band met blazers die zich toelegde op
Amerikaanse rocknummers met een flinke
scheut soul. A girl called Johnny ging uit
van een rockbezetting. Met twee gitaristen
werd stevige rhythm and blues gespeeld.
Haar laatste cd Frederique Spigt con la Pic-
cola Orchestra is grotendeels akoestisch.
Spigts rauwe stemgeluid contrasteert
prachtig met de slepende melodieën van een
strijkkwartet. In de samenwerking met Van
der Mey is de laatste schil van de ui gepeld.
Wat overblijft zijn een akoestische gitaar en
haar ongepolijste stemgeluid.
„Van een bewuste ontwikkeling is geen
sprake", reageert Spigt. „Die akoestische
optredens met Jan doe ik al jaren. En na
tuurlijk is er achteraf een lijn te ontdekken
in mijn carrière. Maar wat mij vooral aan
spreekt in die optredens met Jan is dat het
geheel niet van tevoren is geprogrammeerd.
We hebben veel meer vrijheid om op elkaar
te reageren, elkaar muzikaal echt op te zoe
ken en te improviseren. In een grote band
lukt dat niet."
Kroegconcert
Naast eigen composities zullen Van der Mey
en Spigt ook een aantal covers uitvoeren
omdat, zo zegt Spigt, het een gezellig kroeg
concert moet worden.
Haar komst naar Zeeland valt samen met de
voorbereiding op het Nationaal Songfesti
val, zondag over een week. Spigt zingt daar
het liedje 'Mijn hart kan dat niet aan' van de
Middelburgse componist Leo van de Kette
rij en tekstschrijver Huub van der Lubbe.
Dat liedje zou aanvankelijk door de Zeeuw
se popgroep Blsf worden uitgevoerd.
,Ik ben gevraagd door Huub van der Lubbe,
nadat Blof was afgehaakt", vertelt Spigt.
„Het eerste wat ik zei was: 'Absoluut niet.'
Hetzelfde als Huub van der Lubbe tegen
Leo van de Ketterij zei, toen die vroeg of hij
zijn tekst voor het songfestival mocht ge
bruiken. Maar net als Huub bedacht ik me
toen ik het liedje hoorde. Het is een goed'
liedje, met mooie akkoorden. Het heeft iets
melancholieks. De Nederlandse tekst bekt;
verrassend goed. Ik mag-het liedje op mijn
eigen manier uitvoeren. Dat gaf de door
slag."
Concessie
„Het probleem is natuurlijk dat songfesti-
valmuziek een genre op zich is geworden.
En dat genre ligt me niet. Daaraan wil ik
geen enkele concessie doen. Nu ik dat niet
hoef, vind ik het eigenlijk wel lachen om
mee te doen. Ik veiwacht overigens abso
luut niet naar Birmingham te worden uitge
zonden. Daarvoor is mijn aanpak waar
schijnlijk te eigenzinnig. Het zou een beetje
een revolutie betekenen in songfestival-
land."
Frederique Spigt en Jan van der Mey, vrijdag 27
februari in Strandpaviljoen Panta Rhei in Vlis
singen. Aanvang: 22 uur.
Willem Bek: „Vleder is een onderhoudend boek waarmee ik de fantasie wil aanspreken en stimule
ren. foto Ruben Oreel
foto Riet Molenaar
Kinderen hebben de fantasie
nog: die volwassenen vaak ver
liezen, vindt Bek. „Als ik We
der een motto zou moeten
meegeven, zou ik zeggen: 'Het
kind is de vader van de man.'
Daarmee bedoel ik dat kinde
ren eën beetje boven de vol
wassenen staan als het gaat
om fantasie en in hun gevoel
voor mystiek. Alsof op latere
leeftijd het stukje hersen
schors waarin de fantasie zit
afsterft."
Fantasie
De fantasie is in meerdere op
zichten het thema van Vleder.
Het boek gaat over het meisje
Jennifer dat zich inbeeldt dat
haar moeder een heks is. In de
bibliotheek verdiept ze zich in
boeken over heksen en magie
en op een gegeven ogenblik
maakt ze het recept voor een
zalfje dat mensen in vleermui
zen verandert. Als Vleder de
vleermuis ontdekt ze een ge
heim complot van de dorpsarts
Van Hoorn. Hoewel in het boek
heel wat raadselachtige din
gen gebeuren, blijft het ver
haal ook realistisch. Bek
houdt de mogelijkheid open
dat alles droom of inbeelding
is. 'Of het nou echt is of niet
doet er nietzoveel toe. Als je er
maar in gelooft.' Dat is de kern
van het boek.
„Nergens schrijf ik dat Jenni
fer in een vleermuis veran
dert", beaamt Bek. „De ene
lezer zal denken van wel, de
ander niet. Ik heb dat bewust
niet boven tafel gehaald."
De schrijver heeft het heksen-
thema enigszins van zijn
sprookjesachtigheid proberen
te ontdoen. „Ik heb mij ook in
de bibliotheek in een aantal
wetenschappelijke boeken
verdiept over heksenkringen
en magie. Kleinestukjes daar
van heb ik in mijn verhaal ge
bruikt. Hetzelfde geldt voor
vleermuizen. Wat ik daarover
schrijf, moet kloppen. Maar
wat me aansprak was om het
thema van de heks wat dichter
bij huis te halen. Vandaar dat
het meisje op een gegeven mo
ment denkt: 'Misschien is mijn
moeder wel een heks.' Ik heb
dat h'eksenthema ook niet al te
zwaar willen maken. Vleder is
geen eng boek en er ligt ook
geen al te diepe gedachte aan
ten grondslag. Het is een on
derhoudend boek waarmee ik
de fantasie wil aanspreken en
stimuleren. Een aansporing
om het leven* eens door andere
ogen te bekijken. Met een beet
je humor ook."
Geweigerd
Bek heeft Weder vier jaar gelei
den geschreven. Het lag an
derhalf jaar bij een Belgische
uitgeverij, waarna het werd
geweigerd. Naar Standaard
had hij een ander verhaal op
Jan van der Mey (links) en Frederique Spigt.
gestuurd. Dat bleek vanwege
de benodigde illustraties vrij
kostbaar om uit te geven.
'Heeft u nog 'meer?', was het
verzoek dat daarop uit Ant
werpen kwam. „Toen hebben
ze Vleder eruit geplukt." Het
boek is door Annemie Mer-
mans van tekeningen voor
zien.
Door kleine wijzigingen van
de uitgever speelt het boek wel
ineens in België. Guldens zijn
franken geworden en 'Als een
speer' is gewijzigd in 'Als een
weerlicht.' „Het is iets
Vlaamser dan ik het heb ge
schreven", zegt Bek. „Het
voordeel is wel dat de correctie
van het Nederlands heel se
cuur is uitgevoerd. Ik weet nu
dat het geen toeval is dat de
Belgen altijd het Groot Neder
lands Dictee winnen.
Bek is blij dat zijn boek na ja
ren leuren nu is gepubliceerd.
Zijn liefhebberij in het schrij
ven was: dooreen aantal afwij -
zingen in het slop geraakt, „ik
schrijf omdat ik het leuk vind.
Ik streef niet naar een glans-
Carrière als auteur. Maar als je
boeken niet worden uitgege
ven, ga je je wel afvragen wat
voor zin het schrijven nog
heeft. Nu zie ik het weer hele
maal zitten."
Willem Bek, Vleder, Uitgeverij
Standaard, Antwerpen. Prijs
f 27,50.