carnaval
Hats iekiedeeee!
20
21
23
0
PZC
donderdag 19 februari 1998
llustratie Cor de Jonge
Carnaval is een feest zo oud als
de mensheid zelve. De oude
Egyptenaren kenden het festijn
onder de naam 'cherubs', de
Babyloniërs vierden hun
Zagmukfeest, de Grieken
noemden het het Anthesteria-
feest en de Romeinen eerden op
uitbundige wijze Bacchus en
Saturnus.
De geschiedenis bulkt van de
nieuwjaars, lente-en
herrijzingsfeesten die op één of
andere manier overeenkomsten
vertonen met het hedendaagse
volksfestijn, waarmee het eind
van de winter wordt herdacht.
De term 'camlevale' (Vaarwel
vlees) werd voor het eerst
opgetekend in het Italiaanse
Subiaco in 965. De term werd
gebruikt in relatie tot het
opmaken van de vleesvoorraden
voor de vastentijd. Historici
betwijfelen echter of de
Italiaanse woorden
daadwerkelijk iets te maken
hebben met de huidige
festiviteiten, simpelweg, omdat
in de Middeleeuwen vlees nu niet
bepaald een alledaags gerecht
was voor de gewone mensen.
Taalkundigen gaan er dan ook
van uit dat de naamgeving is
afgeleid van carrus navlis
(scheepswagen), dat weer
terugslaat op de praalwagens die
ook in vroeger tijden door de
Romeinen en Grieken werden
ingezet bij lente-en
herrijzingsfestiviteiten.
De kerkvorsten in de vroege en
late Middeleeuwen wisten niet
precies hoe ze met de
lentefeesten om moesten gaan.
Bonifatius - dezelfde die bij
Dokkum werd vermoord -
schreef de Paus in zijn tijd met
het verzoek de februari-riten te
mogen verbieden of liever uit te
roeien. Pogingen daartoe
mislukten zowat overal, waarna
de katholieke kerk een andere
strategie koos en het
volksgebruik probeerde te
integreren in de kerkelijke
kalender. Carnaval werd de
voorbode van de 40 dagen lange
vastentijd voor Pasen, die bij de
Synode vanBenevento in 1091
werd vastgesteld. Later raakte
dientengevolge ook de term
'vastenavond' in zwang.
De katholieke kerk gedoogde tot
in de zestiende eeuw carnaval
dat in Italië, Frankrijk en delen
van Duitsland uitbundig gevierd
werd. De protestanten moesten
al helemaal niets van het
volksfeest hebben. Als gevolg
van de Reformatie wijzigde ook
de houding van de katholieke
kerk, die het volk gebood weer te
bidden en boete te doen. Pas in de
negentiende eeuw werden in de
Nederlanden weer wat
carnavaleske activiteiten op
touw gezet. In Limburg werden
halverwege de vorige eeuw de
eerste carnavalsverenigingen
opgericht, Den Bosch volgde in
1882 en pas begin deze eeuw
volgde de rest van het katholieke
volksdeel. Carnaval stelde in
Zeeland in de jaren voor de
Tweede Wereldoorlog vrijwel
niets voor. In Sas van Gent
waagde men nog wel gemaskerd
rond te lopen in de dagen voor de
vasten, maar vanaf de kansel
Werd daartegen geageerd. Ook in
Hulst - waar de Charleston niet
eens gedanst mocht worden van
de geestelijken - moest carnaval
nog geboren worden.
Eerste
Het eerste carnavalscomité werd
in 1956 opgelicht in Sas van
Gent door een groepje
feestgangers dat tot dan toe een
paar keer in Brabant de lucht
van lol en jolijt had opgesnoven.
Een jaar later ging de eerste
optocht door de Sasse straten, de
eerste in onze contreien. De
Sassënaren zetten de toon en in
de loop van de jai'en zestig nam
het georganiseerde volksfeest
ook in Zeeland, zeker bezuiden
de Westerschelde, een vlucht om
tien jaar later een hoogtepunt te
bereiken.
De laatste twee decennia is het
aantal carnavalvierders fors
afgenomen. Ook gingen in
verschillende dorpen - met name
in West-Zeeuws-Vlaanderen -
verenigingen en Raden van Elf
teloor. Niet iedereen staat
tegenwoordig te trappelen van
ongeduld om vier dagen
achtereen te hossen en te
huppelen. Daar staat tegenover
dat carnavaleske activiteiten,
zoals de buutreednersavonden in
Hulst, nog steeds mogen rekenen
op een toename van de
belangstelling. Hetzelfde gaat
op voor de grote optochten in
Hulst, Kloosterzande en Sas van
Gent.
Conny van Gremberghe
i 'i c&M
Programma
carnaval
1998
Vastenavond
legt Bergse
ziel bloot
Twee gezichten
van Goese
carnaval
Feestende
enclave op
Tholen
Vogelwaardse
bouwgroep
i u bi leert
Hoofdbrekens
voor Sasse
optocht