Optocht wordt nooit routine
Bouwen voor de lol, maar
met een serieuze insteek
Zes weken werk voor slechts één dag
carnaval donderdag 19 februari 1998 23
Iemand door
het slijk halen
is niet leutig
De optocht vorig jaar in Sas Van Gent. .foto Charles Strijd
Een carnaval zonder optocht is geen
carnaval. In Sas van Gent,
Betekoppenstad tijdens deze dagen, is dat
niet anders. Maar zo vanzelfsprekend als
de carnavalswagens achter elkaar
aansluiten, de loopgroepen al hossend en
confetti strooiend door de straten gaan,
de individuele deelnemers hun ludieke
act opvoeren en het publiek in groten
getale naar Sas komt, zo'n 'gigantisch
karwei' is de organisatie achter het
belangrijkste evenement van het jaar.
,,Een routine wordt het nooit", oordeelt
organisator Rinus van der Hooft van
stichting De Betekoppen.
Voor hem en de vele andere vrijwilligers
van het spektakel is het op de dag zelve,
zondagochtend, allesbehalve een kwestie
van rustig op gang komen. Eer de wagens
om half drie in de juiste volgorde staan, de
tien stoetopstellers iedereen instructies
hebben gegeven en het startsein voor de
harmonie klinkt om te gaan lopen, heeft
Van der Hooft er al heel wat zenuwachtige
uurtjes op zitten. En dan heeft hij het nog
niet eens over de uren voorbereiding
waarin de route en afstand worden
bepaald, contacten met de gemeente
worden onderhouden, de deelnemers
worden geselecteerd, de obstakels langs
de route worden weggehaald en wordt
vergaderd en nog eens vergaderd.
„Dat begint al direct na de carnaval van
het jaar daarvoor. In een speciale
evaluatiebijeenkomst, waar behalve
rasechte carnavalsvierders ook
carnavalshaters aanwezig mogen zijn,
kan iedereen zijn zegje doen en met
suggesties komen hoe we het de volgende
keer nóg beter kunnen doen."
Route
Op veler verzoek ondergaat de route van
de optocht dit jaar dan ook een
ingrijpende verandering. Niet het
Vlaanderenplein, maar het Suikerplein
vormt - terug van weggeweest - het
vertrekpunt. En niet op de Canadalaan,
maar op de Markt komen de deelnemers
rond half vijf te samen voor de afsluiting.
De Paul Krugerdreef en het Bolwerk zijn
deze keer uit de tocht gehaald. Reden voor
de wijziging was de wens om de optocht
direct vanaf het begin goed op gang te
krijgen; het grote publiek stond voorheen
pas verderop in de route. Daarnaast had
de optocht volgens Van der Hooft de
neiging om aan het eind wat dood te
bloeden. „We wilden er voor iedereen een
mooier eind aan breien."
„Voor ons was het Vlaanderenplein een
prima locatie. Voor een kop koffie en
toiletbezoek konden we gemakkelijk in
de Vlaanderen. Maar de wagenbouwers
keken daar anders tegenaan. Die willen
het liefst dat het gelijk zwart ziet van de
mensen. Nu het Suikerplein weer een
openbaar terrein is en de
voetbalvereniging haar kantine aanbood,
konden we deze wens in vervulling laten
gaan."
Gelukkig voor hen deed de gemeente (en
hoofdsponsor De Vlaanderen) niet
moeilijk. Een vergunning was na overleg
zo geregeld. „Dat contact verloopt altijd
prima. De gemeente zorgt voor de
afzetting en voor de dranghekken en
dergelijke. Daar hebben we geen
omkijken naar." Wel lopen de
bestuursleden en de wagenbouwers de
hele route na om te kijken of deze overal
breder is dan vier meter en of er geen
lantaarnpalen in de weg staan. „Meestal
is het een kwestie van de lampenkap
omdraaien." Ook boomtakken die over de
weg hangen, kunnen voor problemen
zorgen. „Op het Stationsplein
bijvoorbeeld moet een boom worden
gesnoeid."
De organisatie is nog voor nooit voor
grote verrassingen komen te staan, een
wagen met motorpech daargelaten. Zelfs
het parkeerverbod in de straten waar de
tocht door heen gaat, wordt altijd trouw
nageleefd. „We hebben nog nooit iemand
hoeven wegslepen." Wel is enige jaren
geleden met middenstandsvereniging Sas
70 afgesproken dat de Betekoppen
voortaan de uithangborden en reclame-
en lichtborden van de winkelpanden
verwijderen. „Die borden kunnen er
meestal wel tegen, maar de wagens niet."
De afsluiting van de Westkade, een
belangrijke doorgaande weg voor verkeer
van en naar België, duurt een uurtje.
Daarbij waakt het optochtcomité ervoor
dat de bus van tien over drie vanaf Zelzate
nog even kan passeren. „Maar is de bus
veel te laat, dan heeft de chauffeur pech
gehad." Om gaten in de stoet zoveel
mogelijk te voorkomen, wordt op vaste
punten drie minuten halt gehouden. „We
hebben het aantal stopplaatsen
verdubbeld ten opzichte van vorig jaar.
Maar als dat nog niet genoeg is, roept een
stoetopsteller via de walkietalkie om dat.
de voorsten even moeten stoppen,"
Blij
'Absoluut blij' is Van der Hooft met de
grote deelname dit jaar: dertig procent
meer inschrijvers als vorig jaar. Onder de
deelnemers (54) opvallend veel groepen
(23). Een verklaring hiervoor heeft hij
niet. „Misschien het mooie weer?" Maar
weer of geen weer (of het moet ontzettend
stormen), Golfoorlog of niet, the shoio
must go on. Zelfs een sterfgeval in de
organisatie brengt Van der Hooft
persoonlijk niet van de wijs. „Dat is het
ergste wat je kan overkomen: de optocht
afgelasten. Ga dat een wagenbouwer
vertellen!"
Pascalle Cappetti
5 eniet met volle teugen en pluk de
VJTdag zoveel je kan' is niet alleen de
strekking van de nieuwste
carnavalskraker van Guus Meeuwis
Vagant. De carnavalsvereniging De
Klutsers uit Vogelwaarde hanteert deze
tekst al jaren als lijfspreuk. Het komende
zottenfeest viert de groep het 11-jarig
jubileum. „Een reden temeer om er nog
een schepje bovenop te doen", zegt
woordvoerster Ellen Kox van de Klutsers.
Wat in 1987 door een zevental vrienden
onder pot en pint werd opgericht is door
de jaren heen nauwelijks veranderd. Een
enkele wijziging in het
vriendinnenbestand van de jongens
nagelaten is de groep vrijwel intact
gebleven. Veertien Klutsers aangevuld
met twee sponsors en inmiddels ook drie
jonge Klutsertjes vormen een hechte
groep die zich jaarlijks bij het carnaval
niet alleen presenteert met een wagen
maar zich ook als echte fuifnummers het
feestgedruis instorten. „Onze jongens zijn
bekwame techneuten die zich in het
wagenbouwerswereldje al snel
manifesteerden", aldus Ellen Kox.
„Na een paar jaar ervaring opdoen
wonnen we in 1989 bij de optochten in
Vogelwaarde en Lamswaarde de eerste
prijs met onze creatie De Tirolertjes. Tot
op heden hebben we deze prestatie nooit
kunnen evenaren. We zaten er nog wel
drie keer kort bijmaar De Polderj ongens
uit Hengstdijk staken ons telkens de loef
af. Als je bouwt voor de eerste prijs en
denkt dat je alles tot in de puntjes in orde
hebt, valt een tweede plaats wel eens
tegen."
„Sportiviteit en acceptatie zijn drijfveren
om toch te blijven bouwen, hoewel we
onze grenzen nu wat verlegd hebben. Dit
misschien ook wel door het feit dat we
voor een wagen nooit meer dan 2000
gulden uittrekken. Dit bedrag wordt bij
elkaar gesprokkeld door prijzengeld, een
beetje sponsoring en de verkoop van onze
wagen of onderdelen daarvan. Tegen
verenigingen met een groter budget
kunnen wij niet meer op. De Klutsers
bouwen nu echt voor de lol, maar wel met
een serieuze insteek. We willen niet voor
schut staan en zeker niet in ons
jubileumjaar."
In december zijn de mannen van de
bouwgroep met veel enthousiasme
begonnen aan de circuswagen. Met dit
exemplaar hoopt men toch weer waardig
voor de dag te kunnen komen. Voor het
eerst stappen de Klutsers af van het
werken met polyester. De piste van het
circus zal bevolkt worden door poppen
van papier-maché met een vakkundig in
elkaar geknutseld
bewegingsmëchanismeDaarvoor
werden in de bouwschuur van de familie
De Nijs aan de Noordstraat nabij
Kloosterzandé eerst bakken met oude
kranten en flink wat behangplaksel
aangevoerd. Dat zo'n bouwwerk
weersgevoelig is wordt op de koop toe
genomen.
Kleding
De dames leveren een bijdrage met het
maken van de kleding. Dit gaat echter
niet van een leien dakje. Ellen Kox: „Wat
dat betreft zijn we een stelletje onhandige
klutsers bij elkaar. We doen onze naam eer
aan. Vorig jaar leverden we onze eerste
creatieve inbreng met het maken van
pompoenen. De bollen wol lagen door
heel de kamer. Plezier volop, maar het
resultaat was nog niet om over naar huis
te schrijven."
„Dit jaar werden de naaimachines
letterlijk uit het vet gehaald. Dit zegt al
genoeg over onze kundigheid, beter
gezegd onze onhandigheid. Toch is de
kleding redelijk gelukt. Wij werken bij de
warme kachel en onze mannen in de
koude schuur. Na gedane arbeid bezoekt
de werkploeg trouw café Rue du Nord,
vlakbij de bouwplaats. De uitbaters,
Ruud en Sonja, zijn vanaf het begin onze
sponsors."
Tenue
Als de wagen weer op stal staat duiken ze
gezellig het feestgedruis in. Met hun
vertrouwde tenue - de jongens groene
overalls en de meiden in groene
tuinbroeken - zijn ze markante
verschijningen in de regio. De stoet in
Vogelwaarde op carnavalszaterdag
vormt de warming-up. Zondag neemt
men deel in Lamswaarde en dinsdag in
Kloosterzande. Daarna houden ze het
voor gezien.
Vanwege het jubileum heeft men al een
geslaagd voorproefje achter de rug.
Zaterdag 7 februari werd in Rue du Nord
samen met andere carnavalsverenigingen
uitbundig het 11-jarig bestaan gevierd.
De Klutsers staan scherp in de
startblokken. De adrenaline begint te
werken en het bloed begint te kriebelen.
Het halen van de finish zal wel met een
zwaar hoofd gepaard gaan. De leut is er in
elk geval niet minder om.
Edy de Witte
DéKlutsers, al elf jaar een hechte groep. foto PeterNicolai
Carnavalsvereniging De
Betekoppen in Sas van Gent wil
dit jaar niets te maken hebben met
de organisatie van de jaarlijkse
Spiekerskorner. Het bestuur vond
het peil van de deelnemers vorig
jaar zo laag, dat het het evenement
op maandagmiddag niet in het
programmaoverzicht heeft
opgenomen.
„Plet was geen kwestie meer van de
draak met iemand steken. Het was
gewóón veel te grof. Ik was blij dat
ik geen kleine kinderen meer hebIk
ben na een kwartier van schaamte
weggegaan", vertelt R. van der
Hooft van het bestuur van De
Betekoppen. „Iemand op de hak
nemen, zoals Wim Kan dat deed, is
leuk, maar hier werden mensen
gewoon door het slijk gehaald."
Organisatie
De organisatie van de
Spiekerskorner trekt zich de kritiek
aan en belooft in het
carnavalskrantje De Betekop
beterschap. Zij roept mensen op het
podium te bestijgen en over iets
'leutigs' te praten. Vrij vertaald:
„De laatste jaren is er hier en daar
wel wat kritiek gekomen over het
niveau van wat de verschillende
sprekers en sprekers te zeggen
hadden. Misschien terecht of niet,
maar we gaan proberen het niveau
wat op te krikken door
gerenommeerde zeveraars te
vragen mee te doen aan de
zeverhoek. Natuurlijk mag je de
draak met iemand steken, maarniet
schelden, want daar kopen we niets
voor en dat is ook niet leutig."
Elk jaar weer is er die knagende
onzekerheid. Kunnen ze met de
carnavalspakken voor de dag komen of
lopen ze op de verkeerde manier voor gek
in de grootste optocht van Zeeland, die
van de Kloorianen in Kloosterzande?
'Opper-kleermaakster' Riet de Waal-de
Kort dacht de afgelopen jaren meerdere
keren dat het 'niks werd'. „Ik herinner me
nog goed dat een keer door me heen schoot
'we zijn nog nooit zo lelijk geweest'. Toen
we buiten op straat stonden en de zon over
de groep scheen, zag ik dat ik me -
gelukkig - vergist had. We zagen er, net als
de meeste andere keren, prachtig uit."
In de vijf, zes weken voor carnaval staat de naaimachine bij de familie De Kort constant op tafel.
foto PeterNicolai
Riet en haar zussen en broers kregen de lol
in het vieren van carnaval met de paplepel
ingegoten, Pa en ma De Kort slaan, ook nu
ze de zeventig gepasseerd zijn, geen
Kloosters carnaval over. In haar jeugd
hielp Riet altijd mee aan het optuigen van
de wagen van de Van Kruijssens, de
f amilie van moeders kant. En het was
twaalf jaar geleden dan ook niet zo'n stap
om zelf te beginnen met een
carnavalsgroep. Zussen, schoonzussen en
een tante werden gemobiliseerd om de
kleren voor henzelf en hun kinderen te
maken.
Spaanse dansers
Intussen hebben ze dus al een dozijn
vermommingen gemaakt en gedragen. Ze
gingen als kabouters, als Spaanse
dansers, verkleed op de step, als
muzikanten of zelfs als muziekorgel door
de straten. Veelal oogstten ze succes met
hun uitmonstering, vaak vielen ze in de
prijzen. In het begin misschien mede
omdat er niet zoveel grote groepen
deelnamen, maar de laatste jaren is de
concurrentie groter. „Niet dat dat erg is,
helemaal niet. Hoe meer groepen, hoe
mooier en spectaculairder de optocht is.
We hebben er ook nooit moeite mee als een
andere groep beter scoort dan wij.
Meestal hebben we zelf op straat al
ingeschat hoe de prijsverdeling is en daar
zitten we - toch een beetje als kenners die
er oog voor hebben - niet vaak naast."
Rivaliteit
De grootste rivaliteit is wel verdwenen
voor de laatste echte 'binnengroep' - een
groep die alleen in eigen dorp in de
optocht meeloopt - van Kloosterzande.
Nicol de Smit, zus van Riet: „Vroeger liep
ook altijd een groep van de familie De Vos
mee en daar was altijd wel een gezonde
concurx-entiestrijd mee. Maar die groep is
jaren geleden afgehaakt dus zijn wij nog
de enigen die alleen in de Kloosterse stoet
meelopen." Riet voegt eraan toe dat de
deelname van loopgroepen, die ook elders
aan optochten deelnemen, wel is
toegenomen. „Ik geloof dat er vorig jaar
twaalf groepen meededen. Heel mooi én
geweldig gezellig."
Kinderen
De familie De Kort en hun aanhang
blijven het leuk vinden om zelf hun kleren
te maken. Niet alleen om per gezin - de
kinderen zijn misschien wel de
belangrijkste leden van de groep - wat
geld uit te sparen, maar ook om creatiever
en échter uit de hoek te kunnen komen.
„Een pak bedenken en maken, hoort echt
bij carnaval. Meestal ontwerpen we zelf
onze kledij, maar dit jaar hebben we voor
het eerst inspiratie uit een oud
carnavalsboek gehaald. Ook dan zorgen
we echter altijd voor wat persoonlijke
tielerantijntjes."
De loopgroep De Kort, dit jaar bestaand
uit negentien leden, kan de nieuwe
kleding altijd maar één dag aan, Op
sluitingsdinsdag trekt de optocht
namelijk door Kloosterzande en vóór de
optocht mag geen buitenstaander het
tenue zien. De zussen Riet en Nicol vinden
het echter totaal geen probleem dat ze een
week of zes - 'we beginnen nooit voor
Nieuwjaar' - in touw te zijn met het
maken van pakken die slechts één dag aan
de wereld getoond kunnen worden.
„Het moment om met een nieuwe outfit
naar buiten te komen, is de optocht door
ons eigen dorp. Van die traditie zullen we
nimmer afwijken. Dat wil niet zeggen dat
de tenues slechts één dag dienst doen.
Natuurlijk zijn we van vrijdag tot en met
maandag ook al present bij verschillende
carnavalsactiviteiten. Prima
gelegenheden om onze carnavalskleren
uit de kast te halen."
René Hoonhorst