Padmos kijkt naar de toekomst Groei is nog niet uit de streektaalmuziek PZC In het Frans klinkt een gedicht mooier De naam duidt de ligging van de straat zeeland 9 week 5 straatnaam maandag 26 januari 1998 arMarco Evenhuis Reacties op deze rubriek zijn welkom. Indien u wilt reageren, of wanneer u een tip voor ons heeft, kunt u schrijven of faxen naar de PZC, Postbus 18, 4380 AA Vlissingen, fax 0118-470102, onder ver melding van Bèl, bel. L.P. Padmos in 1963 in de fabriek in Bruinisse. en begon een vestiging in Stellendam. In feite waren vader en beide zoons Padmos te hard van stapel gelopen; de Oosterschelde ging niet hele maal dicht en de mosselvisserij bleef behouden voor Bruinisse en Machinefabriek Padmos. Laatste particulier Machinefabriek Padmos is de laatste visserij - scheepswerf aan deNederlandse kust die in par ticuliere handen is. Hans Padmos verklaart dat ze zich daarmee ook onderscheiden van andere bedrijven. En met succes. „Als je ziet dat er zo veel bedrijven over de kop zijn gegaan de afgelo pen jaren terwijl wij vorig jaar het eerste nieuw gebouwde Nederlandse droogdok in 30 jaar in gebruik hebben genomen en dat we 17.000 pk in 65 scheepsmotoren hebben geïnstalleerd, dan kun je wel stellen dat het goed met ons gaat. In 1979 trad L. Padmos terug uit de leiding. Vijf tien jaar later kwam zijn kleinzoon in het be drijf. De taken zijn onderling wel verdeeld maar iedereen is uiteindelijk bij alles inzetbaar. „En natuurlijk verschillen we wel eens van mening", erkent H. Padmos. „Maar dat hoort er bij Er is eigenlijk maar één onderwerp dat voor zichtig benaderd moet worden met de oudste twee heren Padmos: het milieubeleid van de pro vincie. „Wij investeren idioot veel om aan alle milieu-eisen te voldoen. Als we dan zien dat an dere bedrijven in deze branche daar ver in achter blijven maar gewoon kunnen blijven doordraai en, dan kunnen we niet anders doen dan vast stellen dat de provincie met twee maten meet. Maar lang blij ven ze daar niet bij stilstaan, dat is hun stijl niet. Liever kijken ze naar de toekomst: welke investeringen zijn er nodig, welke novi teiten zijn er op hun gebied ontwikkeld. En dat alles onder het motto van Padmos senior: Zaken zijn als kruiwagens, ze staan stil als niemand ze voortduwt." loop van den Bremen houdt landelijk overzicht van artiesten bij op Internet Joop van den Bremen:„Iedere week werk ik mijn Internet-pagina bij, wan t elke week duikt er wel ergens een nieuwe artiest op of verschijnt er een nieuwe cd." foto Dirk-Jan Gjeltema een stukj e regionale identiteit in hun muziek, in de vorm van hun eigen dialect. Dat is de basis voor die groepjes. Later stelde ik vast, dat dat niet alleen in de Achterhoek zo is, maar dat dat voor de meeste Nederlandse streken opgaat." Oubollig Een andere, wat minder positie ve kant van de streektaalmu ziek is volgens Van den Bremen de oubolligheid van een hoop artiesten. „Het is vaak niet echt muziek, het is meer een verhaal dat verteld wordt in de streek taal. Ik kan me best voorstellen dat een heleboel mensen door die oubolligheid worden afge schrikt." Wat Van den Bremen opvalt bij streektaalartiesten, is dat veel teksten over het thema versto ring gaan. „Vroeger was het zo, nu is het anders en over die ver andering wordt vaak vanuit een bepaalde melancholie gezon gen. Daarmee wordt het jammer genoeg algauw wat gezapig." Joop van den Bremen meent dat Zeeland wat achterloopt op de ontwikkelingen in bijvoorbeeld het oosten van het land. „Maar", zegt hij, „je mag het ook niet zo maar met elkaar vergelijken. Want als je kijkt naar streken als de Achterhoek, Oost-Brabant en Limburg, dan zie je dat de muziekcultuur daar van ouds her al veel sterker is dan in Zee land. Muziekkorpsen, schutte rijen, noem maar op. Muziek leeft er sterker en dat heeft sterk bijgedragen aan de groei van de streektaalmuziek in die gebie den." .Binnen de Nederlandse streek taalmuziek vind je een aantal typische geografische verschil len. Brabantse muziek is bij voorbeeld hele ruige muziek, feestmuziek. Veel ruige uit drukkingen, verbasterde vloe ken en ga zo maar door. Drentse muziek is heel anders, zo liefe lijk, zo zoet. Brabant en Drente zijn echt tegenpolen." Behalve geografische verschil len zijn er binnen de streektaal muziek natuurlijk ook stijlverschillen. „Demeeste dia- lectmuziek kun je indelen in twee stromingen. De ene stro ming is die van de zangers die nostalgische luisterliedjes brengen. En aan de andere kant heb je 'raggende', moderne mu ziek. Denk maar aan Normaal of Surrender. Binnen die laatste groep heb je allerlei verschillen de muziekstijlen. De jongere ge neratie speelt gewoon de mu ziek die zij zelf leuk vindt, maar dan wel in de eigen streektaal Repressie 'Echte', oorspronkelijke volks muziek in de streektaal is er maar weinig, weet Van den Bre men: „Er zijn wel wat volksmu ziekgroepen in de streektaal, maar niet zoveelHet Groningse Törf is er een voorbeeld van. Zij hebben nu bijvoorbeeld ook Groningse gedichten, die ze op muziek zetten. Maar ze spelen ook veel authentieke Groninger volksmuziek." „En in Brabant heb je bijvoor beeld Ut Muziek van Harrie Franken. Harrie Franken ver zamelt overigens oude, authen tieke volksmuziek en toen ik hem interviewde voor New Folk Songs, vertelde hij mij dat er ei genlijk maar heel weinig volks muziek in de streektaal bestaat. Dat komt doordat volksliederen vroeger de functie van krant hadden. Er werden bepaalde ge beurtenissen in beschreven. En degenen die die muziek brach ten. moesten overal waar zij kwamen verstaanbaar zijn. Vandaar dat de teksten van de meeste oudere volksliedjes in de standaardtaal zijn." In sommige streken is die au thentieke volksmuziek promi nenter aanwezig dan in andere. Van den Bremen meent dat dat te maken heeft met de mate van onderdrukking die bepaalde landen of streken hebben mee gemaakt. „In Frans-Vlaande- ren, waar de repressie van de ei gen taal en cultuur aan het einde van de negentiende eeuw enorm schijnt te zijn geweest, is die volkscultuur nog veel sterker. Daar is nu een echte revival op het gebied van taal. En ook de volksmuziek is er sterk in op komst. Datzelfde patroon zie je terug in bijvoorbeeld Ierland en Schotland. Veel Ierse volksmu ziek komt voort uit de Engelse onderdrukking. Een bijzonder sterke repressie heeft dus over het algemeen een bijzonder krachtige opleving tot gevolg." Internet Van den Bremens interesse in streektaalmuziek mondde uit eindelijk uit in een Intemet-pa- gina over dat onderwerp. „Het idee van mijn internet-pagina komt eigenlijk van een artikel van Louis Grijp in een bijzonder nummer van het Volkskundig Bulletin, 'Zingen in een kleine taal'. Daarin geeft hij per pro vincie een overzicht en een top-tien van de populairste streektaalartiesten. Ik heb dat overzicht verder uitgewerkt en op internet gezet." Streektaalmuziek leek Joop van den Bremen een aardig onder werp om iets over op internet te plaatsen. „Ik vind dat als je iets op internet wil doen, je alleen iets moet doen wat er nog niet is en waar je zelf iets van weet. Ik ben er best druk mee; iedere week werk ik mijn pagina bij. Dat is hard nodig, want elke week duikt er wel ergens een nieuwe artiest op of verschijnt er een nieuwe cd." „Ik ben wat dat betreft be nieuwd waar de Nederlandse streektaalmuziek naartoe gaat. De groei is er nog altijd niet uit. De angst die ik een beetje heb als het gaat over de toekomst van de dialecten, is dat de intellectue len ermee aan de haal gaan. Dat het institutionaliseert. Dan haal je het leven eruit. In de streek taalmuziek leeft het dialect. En daar is niks mis mee." Het adres van Joop van den Bremens Internetpagina over streektaalmu ziek is: http://people.zeelandnet. nl/vdbremen/strk/strktlnn.htm door Inge Heuff Aan Machinefa briek Padmos is van een malaise in de scheepsbouw niets te merken. De vestigin gen aan de Havenka de in Bruinisse en op het industrieterrein Deltahaven in Stel lendam, maken niet bepaald de indruk dat er te weinig werk is. De erfenis van vader Lau Padmos is door beide zoons, Piet en Hans, goed beheerd en voor al ook uitgebreid. Nu kleinzoon Léon al weer een aantal jaren is opgenomen in de bedrijfsvoering, lijkt niets de voortzetting van het familiebedrijf inde weg te staan. Een dubbel woonhuis aan de Vissershaven in Bruinisse was in 1930 het startpunt van Machi nefabriek Padmos. L.P. Padmos was toen negen tien jaar en hij had sinds zijn elfde jaar het vak geleerd bij Machinefabriek Bakker in Yerseke. üls vierde zoon van een mosselvisser was ervoor 'hem geen plaats meer aan boord en koos hij voor een andere carrière. Het resultaat is een familie bedrijf dat de pensioengerechtigde leeftijd al enige jaren heeft overschreden maar dat nog *oed floreert. „Toen onze vader met zijn instal latie- en onderhoudsbedrijf voor scheepsmoto ren begon, was het zo ongeveer afgelopen met de traditionele zeilvaart", legt H. Padmos uit. „Schippers gingen massaal over op motoren, een goede tijd dus om zo'n bedrijf te beginnen." Nieuwbouw Al in de beginjaren ontwierp enbouwde Padmos incidenteel een nieuw schip. Maar vanaf 1963 werd nieuwbouw van schepen in het beleid op genomen. Vooral viskotters zagen het licht op de tekentafel van Padmos. H. Padmos: „Het casco van een nieuwbouwschip besteden we uit. De rest doen we zelf, al dan niet met behulp van on deraannemers. In datzelfde jaar verhuisde het bedrijf van de Vissershaven naar de Havenkade. Tien jaar later volgde een veel ingrijpender verhuizing naar Stellendam. „Die verhuizing naar Stellendam had twee oorzaken", herinnert H. Padmos zich. „De Brouwersdam maakte dat Stellendam de centrale haven voor vissers uit Goedereede en Ouddorp werd. Onze klanten waren daardoor veel meer tijd kwijt om naar Bruinisse te varen, Daarnaast stond toen nog vast dat de Ooster- scheldekering een dichte dam zou worden. Daarmee zou er zoet en stilstaand water komen, wat de doodklap voor de mosselvisserij in Brui nisse zou zijn, onze belangrijkste klantenkring daar." Het familiebedrijf, altijd gespitst op nieuwe ontwikkelingen, besloot de situatie voor te zijn De gebroeders Padmos vormen de huidige leiding van het florerende familiebedrijf. foto Pieter Honhoff i \e drukste tijd kan dan ach- 'i 'ter de rug zijn, maar tot on- teer halverwege het voorjaar rat u nog tal van Zeeuwse jonden en optredens van eeuwse streektaalartiesten jivonen. Er is voor elk wat Is, vooral op het gebied van de aziek. Het aantal streektaal- tiesten mag hier dan wel niet ihard groeien als in andere de- i a van het land, het aanbod is 1 (hoorlijk gevarieerd. Dat adt althans Joop van den Bre- fli uit Vlissingen. Hij is een ffhebber van streektaalmu- ik en hij publiceert er regel- ';atig over in het folk-tijd- v: thrift New Folk Sounds. 3 ovendien beheert hij eenlnter- 1 it-pagina met een vrijwel i mipleet overzicht van streek- ülartiesten uit (bijna) alle Ne- (tlandse provincies. in den Bremens ouders zijn j a belangrijke factor geweest i wr het ontstaan van zijn inte- sse in streektalen: „Mijn ou- srs komen allebei van de Velu- jt En op een gegeven moment mijn moeder allerlei activitei- s gaan onplooien die uit- ffldden in een dialectrubriek I i bet Noord-Veluws Dagblad V i uiteindelijk zelfs in een «ordenboek van het Eper dia- st. Mijn vader heeft daar altij d tjgeholpen. Hij schrijft overi- Sis nog altijd verhalen in dia- s: haast die interesse in streekta- a is ook mijn liefde voor de jj fcmuziek heel belangrijk ge- ïst. Volksmuziek heeft me al- jd getrokken; ik verzamel al nds iiTn tienerjaren platen en I en sinds een jaar of vier ik mee aan het folk-tijd- irift New Folk Sounds. Op a gegeven moment ben ik in hl tijdschrift eens wat gaan drijven over streektaalmu- 3 ek. En dat is op den duur zo'n Stje m'n specialisme gewor- !n." J loh Foi Toch 'f 30 den Bremens eerste inter- voor dat tijdschrift was I, de leden van Boh Foi Toch, populaire Achterhoekse snd. Daarna volgde een artikel ftr streektaalmuziek in de ükhterhoek. Van den Bremen: tel ben ik gaan beseffen hoe d Zangrijk die muziek daar is en 'k het voor de mensen bete- ;flt. Wat ik toen eigenlijk ont- &theb, dat bijna elk plaats je Welzijn eigen groep of zanger «eft. En cüe leggen allemaal door Rolf Bosboom Voor Sietskc Klaasse uit Kamperland is het schrij ven van een gedicht een alle daagse bezigheid. De 16-jarige scholiere van de Stedelijke Scholengemeenschap Nehalen- uia in Middelburg heeft er al 120 op haar naam staan. Met een ge dicht in het Frans dingt ze mee naar een hoofdprijs in de poë ziewedstrijd 'Doe mij maar een gedicht'. De Stichting Promotie Talen riep leerlingen van middelbare scholen op een gedicht in En gels, Duits, Frans, Russisch, Spaans, Turks of Arabisch in te sturen. Meer dan 5.500 gedich ten kwamen er binnen. De jury selecteerde veertig prijswin naars. Tijdens het Nationale Taalcongres, zaterdag in de RAI in Amsterdam, maakt dichteres Diana Ozon voor elke taal de eerste prijs bekend. De win naars mogen een talenreis ma ken. Verder zijn er twintig twee de prijzen, een humorprijs en dertien extra prijzen. Gezien de populariteit van het Frans (2.400 inzendingen) worden in die categorie twee eerste prijzen uitgereikt. Sietske Klaasse - samen met CSW-leerling Johan Braspenning de enige Zeeuwse prijswin naars - schreef haar gedicht ook in het Frans. „Dat vind ik een mooie taal. Ik hou van de Franse litera tuur en van de uit spraak. Ik had ge dacht dat er juist veel gedichten in het En gels zouden zijn." Over een gedicht denkt Sietske niet lang na. „Ik doe niets anders dan mijn ge voel opschrijven, bij voorbeeld als er iets is gebeurd. Dan ben ik het kwijt. Dat is vaak in vijf minuten ge daan, ook omdat mijn gedichten niet rij men." Haar inzen ding, die over 'Kleu ren' moest gaan, schreef de 5 VWO- leerlinge eerst in het Nederlands, waarna ze het vertaalde. Het werd een wat zwaarmoedig gedicht over het verlangen naar kleuren die het versteende hart moeten ont sluiten: Mon coeur désire les couleurs claires etjoyeuses Les couleurs qui lèvent les pierres et les font dissoudre dans leur immense joie Car maintenant les pierres gardent les portes de mon coeurfermées et la couleur unique que je vois est noir paree qxieje suis morte en dedans „In het Frans klinkt het veel mooier dan in het Nederlands", vindt Sietske, die naar de Pabo wil om onderwijzers op een ba sisschool te worden. „Veel deel nemers hebben, denk ik, vrolijke gedichten over kleuren geschreven. Ik wilde het thema juist in verband brengen met iets minder vrolijks." „Ik zou het leuk vinden om mijn gedichten te publiceren in een boekje", zegt de jonge dichteres. „Voor jongeren kunnen ze vol gens mij interessant zijn om te lezen, omdat ze vaak herken baar zijn. Ze gaan over dingen die dicht bij hen staan." Sietske Klaasse foto Dirk-Jan Gjeltema door Inge Heuff Ooit stond de Eerste Zierik- zeesche .Stoom-Koek- en Banketfabriek van A A \V. Doe- leman in de Meeïstraat. Ook het huidige bedrijf Zeelandia heeft nu nog gebouwen die in deze straat uitkomen. Maar wie meent dat de oorsprong van de straatnaam gelieerd is aan de basisgrondstof van de fabriek, zit er ver naast. Al in het begin van de veertiende eeuw werd er op die plaats ge sproken over de Middelstraat. De ligging, tussen de Poststraat en de Melkmarkt en Bedde- weeg, kan de naam verklaren. Al snel raakte ook de verbaste ring Meeïstraat in gebruik. Bei de namen hebben zich ongeveer twee eeuwen weten te handha ven tot in de tweede helft van de zeventiende eeuw de naam Meeïstraat de strijd beslechtte. Alleen de Franse overheersing zorgde voor een tijdelijke her- noeming. De Meeïstraat kreeg toen de weidse naam Rue Impé riale (Keizerlijke straat). Plet begin van de straat wordt vooral gedomineerd door het voormalig stadhuis van Zierik- zee. Het oudste deel dateert uit het eind van de veertiende eeuw en was ooit stadsvleeshal. Een eeuw later volgde een belangrij ke uitbreiding van het pand. Daarbij werd het uiterlijk zoals wij het nu kennen, vastgelegd, inclusief Neptunus die met zijn drietand vanaf de hoge toren spits over de stad waakt. Tegenover clit gebouw staat het oudste nog bestaande stenen huis van Zierikzee. Ook hiervan wordt verondersteld dat het uit de veertiende eeuw dateert. Het huis loopt helemaal door tot aan de Poststraat maar aan die zijde is het weinig opmerkelijk. Dankzij de twee hanen die op de voorgevel in reliëf zijn uitge beeld, kreeg het huis de naam 'De Haene'. In de volksmond werd het echter het 'Tempelie renhuis' genoemd. Naast dit pand was eeuwenlang een loge ment gevestigd onder de naam 'De Faam'. De laatste hoteleige naar oveiieed in 1928 waarna het gebouw een andere bestem ming kreeg. Tegenwoordig zit er een filiaal van Zeeman in en is de ingang verplaatst naar de Poststraat. Kerk De straat heeft, naast oude huis jes en huizen in diverse stijlen, nogal wat pakhuizen. Vooral die tegenover het voormalig stad huis vormen samen een karak teristiek geheel. In de jaren veertig van de vorige eeuw werd een pakhuis verder op in de straat aangekocht dooi de Christelijk Gereformeerde Gemeente. De leden waren in 1836 uit de Hervormde kerk ge treden en zochten een eigen ge bedsruimte. De kerkruimte werd nog twee keer uitgebreid voordat uitgeweken werd naar een gebouw in de Minderbroe derstraat. Tegenwoordig zit er een fietsenhandel in het voor malige kerkgebouw. Een straat met karakteristieke gevels en oude panden met een rijke hisforie. foto Pieter Honhoff

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 29