Padmos kijkt naar de toekomst
Groei is nog niet uit de streektaalmuziek
PZC zeeland
In het Frans klinkt
een gedicht mooier
De naam duidt de
ligging van de straat
week 5
straatnaam
maandag 26 januari 1998
foor Marco Evenhuis
FAMILIE
Reacties op deze rubriek
zijn welkom. Indien u wilt
reageren, of wanneer u
een tip voor ons heeft,
kunt u schrijven of faxen
naar de PZC, Postbus 18.
4380 AA Vlissingen, fax
0118-470102, onder ver
melding van Bèl, bèl.
loop van den Bremen houdt landelijk overzicht van artiesten bij op Internet
door Inge Heuff
Aan Machinefa
briek Padmos is
van een malaise in de
scheepsbouw niets te
merken. De vestigin
gen aan de Havenka
de in Bruinisse en op
het industrieterrein
Deltahaven in Stel
lendam, maken niet
bepaald de indruk dat
er te weinig werk is.
De erfenis van vader
Lau Padmos is door
beide zoons, Piet en Hans, goed beheerd en voor
al ook uitgebreid. Nu kleinzoon Léon al weer een
aantal jaren is opgenomen in de bedrijfsvoering,
lijkt niets de voortzetting van het familiebedrijf
üi de weg te staan.
Een dubbel woonhuis aan de Vissershaven in
Bruinisse was in 1930 het startpunt van Machi
nefabriek Padmos. L.P. Padmos was toen negen-
tien jaar en hij had sinds zijn elfde jaar het vak
néleerd bij Machinefabriek Bakker in Yerseke.
Als vierde zoon van een mosselvisser was er voor
hem geen plaats meer aan boord en koos hij voor
een andere carrière. Het resultaat is een familie
bedrijf dat de pensioengerechtigde leeftijd al
enige jaren heeft overschreden maar dat nog
d floreert. „Toen onze vader met zijn instal
latie- en onderhoudsbedrijf voor scheepsmoto
ren begon, was het zo ongeveer afgelopen met de
traditionele zeilvaart", legt H. Padmos uit.
„Schippers gingen massaal over op motoren, een
goede tijd dus om zo'n bedrijf te beginnen.
Nieuwbouw
Al in de beginjaren ontwierp en bouwde Padmos
incidenteel een nieuw schip. Maar vanaf 1963
werd nieuwbouw van schepen in het beleid op
genomen. Vooral viskotters zagen het licht op de
tekentafel van Padmos. H. Padmos: „Het casco
van een nieuwbouwschip besteden we uit. De
rest doen we zelf, al dan niet met behulp van on
deraannemers."
In datzelfde jaar verhuisde het bedrijf van de
Vissershaven naar de Havenkade. Tien j aar later
volgde een veel ingrijpender verhuizing naar
Stellendam. „Die verhuizing naar Stellendam
had twee oorzaken", herinnert H. Padmos zich.
„De Brouwersdam maakte dat Stellendam de
centrale haven voor vissers uit Goedereede en
Ouddorp werd. Onze klanten waren daardoor
veel meer tijd kwijt om naar Bruinisse te varen.
Daarnaast stond toen nog vast dat de Ooster-
scheldekering een dichte dam zou worden.
Daarmee zou er zoet en stilstaand water komen,
wat de doodklap voor de mosselvisserij in Brui
nisse zou zijn, onze belangrijkste klantenkring
daar."
Het familiebedrijf, altijd gespitst op nieuwe
ontwikkelingen, besloot de situatie voor te zijn
L.P. Padmos in 1963 in de fabriek in Bruinisse.
en begon een vestiging in Stellendam. In feite
waren vader en beide zoons Padmos te hard van
stapel gelopen; de Oosterschelde ging niet hele
maal dicht en de mosselvisserij bleef behouden
voor Bruinisse en Machinefabriek Padmos.
Laatste particulier
Machinefabriek Padmos is de laatste visserij-
scheepswerf aan de Nederlandse kust die in par
ticuliere handen is. Hans Padmos verklaart dat
ze zich daarmee ook onderscheiden van andere
bedrijven. En met succes. „Als je ziet dat er zo
veel bedrijven over de kop zijn gegaan de afgelo
pen jaren terwijl wij vorig jaar het eerste nieuw
gebouwde Nederlandse droogdok in 30 jaar in
gebruik hebben genomen en dat we 17.000 pk in
65 scheepsmotoren hebben geïnstalleerd, dan
kun je wel stellen dat het goed met ons gaat."
In 1979 trad L. Padmos terug uit de leiding. Vijf
tien jaar later kwam zijn kleinzoon in het be
drijf. De taken zijn onderling wel verdeeld maar
iedereen is uiteindelijk bij alles inzetbaar. „En
natuurlijk verschillen we wel eens van mening",
erkent H. Padmos. „Maar dat hoort er bij
Er is eigenlijk maar één onderwerp dat voor
zichtig benaderd moet worden met de oudste
twee heren Padmos: het milieubeleid van de pro
vincie. „Wij investeren idioot veel om aan alle
milieu-eisen te voldoen. Als we dan zien dat an
dere bedrijven in deze branche daar ver in achter
blijven maar gewoon kunnen blijven doordraai
en, dan kunnen we niet anders doen dan vast
stellen dat de provincie met twee maten meet."
Maar lang blij ven ze daar niet bij stilstaan, datis
hun stijl niet. Liever kij ken ze naar de toekomst:
welke investeringen zijn er nodig, welke novi
teiten zijn er op hun gebied ontwikkeld. En dat
alles onder het motto van Padmos senior: Zaken
zijn als kruiwagens, ze staan stil als niemand ze
voortduwt."
Joop van den Bremen:„Iedere week werk ik mijn Internet-pagina bij, want elke week duikt er wel ergens een nieuwe artiest op of verschijnt
er een nieuwe cd." foto Dirk-Jan Gjeltema
een stukj e regionale identiteit in
hun muziek, in de vorm van hun
eigen dialect. Dat is de basis
voor die groepjes. Later stelde
ik vast, dat dat niet alleen in de
Achterhoek zo is, maar dat dat
voor de meeste Nederlandse
streken opgaat."
Oubollig
Een andere, wat minder positie
ve kant. van de streektaalmu
ziek is volgens Van den Bremen
de oubolligheid van een hoop
artiesten. „Het is vaak niet echt
muziek, het is meer een verhaal
dat verteld wordt in de streek
taal. Ik kan me best voorstellen
dat een heleboel mensen door
die oubolligheid worden afge
schrikt."
Wat Van den Bremen opvalt bij
streektaalartiesten, is dat veel
teksten over het thema versto
ring gaan. „Vroeger was het zo,
nu is het anders en over die ver
andering wordt vaak vanuit een
bepaalde melancholie gezon
gen. Daarmee wordt het jammer
genoeg algauw wat gezapig."
Joop van den Bremen meent dat
Zeeland wat achterloopt op de
ontwikkelingen in bijvoor-beeld
het oosten van het land. „Maar",
zegt hij, „je mag het ook niet zo
maar met elkaar vergelijken.
Want als je kijkt naar streken als
de Achterhoek, Oost-Brabant
en Limburg, dan zie je dat de
muziekcultuur' daar van ouds
her al veel sterker is dan in Zee
land. Muziekkorpsen, schutte.-
rijen, noem maar op. Muziek
leeft er sterker en dat heeft sterk
bijgedragen aan de groei van de
streektaalmuziek in die gebie
den."
Binnen de Nederlandse streek
taalmuziek vind je een aantal
typische geografische verschil
len. Brabantse muziek is bij
voorbeeld hele ruige muziek,
feestmuziek. Veel ruige uit
drukkingen, verbasterde vloe
ken en ga zo maar door. Drentse
muziek is heel anders, zo liefe
lijk, zo zoet. Brabant en Drente
zijn echt tegenpolen."
Behalve geografische verschil
len zijn er binnen de streektaal
muziek natuurlijk ook
stijlverschillen.„De meeste dia-
lectmuziek kun je indelen in
twee stromingen. De ene stro
ming is die van de zangers die
nostalgische luistei'liedjes
brengen. En aan de andere kant
heb je 'raggende', moderne mu
ziek. Denk maar aan Normaal
of Surrender. Binnen die laatste
groep heb je allerlei verschillen
de muziekstijlen. De jongere ge
neratie speelt gewoon de mu
ziek die zij zelf leuk vindt, maar
dan wel in de eigen streektaal."
Repressie
'Echte', oorspronkelijke volks
muziek in de streektaal is er
maar weinig, weet Van den Bre
men: „Er zijn wel wat volksmu
ziekgroepen in de streektaal,
maar niet zoveel. Het Groningse
Törf is er een voorbeeld van. Zij
hebben nu bijvoorbeeld ook
Groningse gedichten, die ze op
muziek zetten. Maar ze spelen
ook veel authentieke Groninger
volksmuziek."
„En in Brabant heb je bijvoor
beeld Ut Muziek van Harrie
Franken. Harrie Franken ver
zamelt overigens oude, authen
tieke volksmuziek en toen ik
hem interviewde voor New Folk
Songs, vertelde hij mij dat er ei
genlijk maar heel weinig volks
muziek in de streektaal bestaat.
Dat komt doordat volksliederen
vroeger de functie van krant
hadden. Er werden bepaalde ge
beurtenissen in beschreven. En
degenen die die muziek brach
ten, moesten overal waar zij
kwamen verstaanbaar zijn.
Vandaar dat de teksten van de
meeste oudere volksliedjes in de
standaardtaal zijn."
In sommige streken is die au
thentieke volksmuziek promi
nenter aanwezig dan in andere.
Van den Bremen meent dat dat
te maken heeft met de mate van
onderdrukking die bepaalde
landen of streken hebben mee
gemaakt. „In Frans-Vlaande-
ren, waar de repressie van de ei
gen taal en cultuur aan het einde
van de negentiende eeuw.enorm
schijnt te zijn geweest, is die
volkscultuur nog veel sterker.
Daar is nu een echte revival op
het gebied van taal. En ook de
volksmuziek is er sterk in op
komst. Datzelfde patroon zie je
terug in bijvoorbeeld Ierland en
Schotland. Veel Ierse volksmu
ziek komt voort uit de Engelse
onderdrukking. Een bijzonder
sterke repressie heeft dus over
het algemeen een bijzonder
krachtige opleving tot gevolg."
Internet
Van den Bremens interesse in
streektaalmuziek mondde uit
eindelijk uit in een Internet-pa
gina over dat onderwerp. „Het
idee van mijn internet-pagina
komt eigenlijk van een artikel
van Louis Grijp in een bijzonder
nummer van het Volkskundig
Bulletin, 'Zingen in een kleine
taal'. Daarin geeft hij per pro
vincie een overzicht en een
top-tien van de populairste
streektaalartiesten. Ik heb dat
overzicht verder uitgewerkt en
op internet gezet."
Streektaalmuziek leek Joop van
den Bremen een aardig onder
werp om iets over op internet te
plaatsen. „Ik vind dat als je iets
op internet wil doen, je alleen
iets moet doen wat er nog niet is
en waar je zelf iets van weet. Ik
ben er best druk mee; iedere
week werk ik mijn pagina bij.
Dat is hard nodig, want elke
week duikt er wel ergens een
nieuwe artiest op of verschijnt
er een nieuwe cd."
„Ik ben wat dat betreft be
nieuwd waar de Nederlandse
streektaalmuziek naartoe gaat.
De groei is er nog altijd niet uit.
De angst die ik een beetje heb als
het gaat over de toekomst van de
dialecten, is dat de intellectue
len ermee aan de haal gaan. Dat
het institutionaliseert. Dan haal
je het leven eruit. In de streek
taalmuziek leeft het dialect. En
daar is niks mis mee."
Het adres vanJoopvan den Bremens
Internetpagina over streektaalmu
ziek is: http://people.zeelandnet.
nl/vdbremen/strk/strktlnn.htm
De gebroeders Padmos vormen de huidige leiding van het florerende familiebedrijf.
foto Pieter Honhoff
De drukste tijd kan dan ach
ter de rug zijn, maar tot on-
jjveer halverwege het voorjaar
hint u nog tal van Zeeuwse
Bonden en optredens van
Zeeuwse streektaalartiesten
tijwonen. Er is voor elk wat
nils, vooral op het gebied van de
auziek. Het aantal streektaal-
uliesten mag hier dan wel niet
lohard groeien als in andere de-
lenvan het land, het aanbod is
behoorlijk gevarieerd. Dat
rindt althans Joop van den Bre
men uit Vlissingen. Hij is een
liefhebber van streektaalmu-
riek en hij publiceert er regel
matig over in het folk-tijd-
ichrift New Folk Sounds.
Bovendien beheert hij een Inter
net-pagina met een vrijwel
tompleet overzicht van streek
taalartiesten uit (bijna) alle Ne
derlandse provincies.
feu den Bremens ouders zijn
tea belangrijke factor geweest
voor het ontstaan van zijn inte
resse in streektalen: „Mijn ou
ters komen allebei van de Velu-
»e. En op een gegeven moment
smijn moeder allerlei activitei
ten gaan onplooien die uit
mondden in een dialectrubriek
in het Noord-Veluws Dagblad
en uiteindelijk zelfs in een
woordenboek van het Eper dia-
lect.Mijn vader heeft daar altijd
oij geholpen. Hij schrijft overi
gens nog altijd verhalen in dia
lect."
■Naast die interesse in streekta
len is ook mijn liefde voor de
volksmuziek heel belangrijk ge
weest. Volksmuziek heeft me al
tijd getrokken; ik verzamel al
nnds m'n tienerjaren platen en
d's en sinds een jaar of vier
werk ik mee aan het folk-tijd
schrift New. Folk Sounds. Op
fon gegeven moment ben ik in
tint tijdschrift eens wat gaan
schrijven over streektaalmu
ziek, En dat is op den duur zo'n
oeetje m'n specialisme gewor
den."
Boh Foi Toch
fern den Bremens eerste inter
view voor dat tijdschrift was
"vet de leden van Boh Foi Toch,
j|en populaire Achterhoekse
band. Daarna volgde een artikel
ever streektaalmuziek in de
Achterhoek. Van den Bremen:
;.Toen ben ik gaan beseffen hoe
belangrijk die muziek daar is en
wat het voor de mensen bete
kent. Wat ik toen eigenlijk ont-
jicktheb, is dat bijna elk plaats-
jewel zijn eigen groep of zanger
"ceft. En die leggen allemaal
door Rolf Bosboom
Voor Sietske Klaasse uit
Kamperland is het schrij
ven van een gedicht een alle
daagse bezigheid. De 16-jarige
scholiere van de Stedelijke
Scholengemeenschap Nehalen-
nia in Middelburg heeft er al 120
op haar naam staan. Met een ge
dicht in het Frans dingt ze mee
naar een hoofdprijs in de poë
ziewedstrijd 'Doe mij maar een
gedicht'.
De Stichting Promotie Talen
riep leerlingen van middelbare
scholen op een gedicht in En
gels, Duits, Frans, Russisch.
Spaans. Turks of Arabisch in te
sturen. Meer dan 5.500 gedich
ten kwamen er binnen. De jury
selecteerde veertig prijswin
naars. Tijdens het Nationale
Taalcongres, zaterdag in de RAI
in Amsterdam, maakt dichteres
Diana Ozon voor elke taal de
eerste prijs bekend. De win
naars mogen een talenreis ma
ken. Verder zijn er twintig twee
de prijzen, een humorprijs en
dertien extra prijzen. Gezien de
populariteit van het Frans
(2.400 inzendingen) worden in
die categorie twee eerste prijzen
uitgereikt.
Sietske Klaasse - samen met
CSW-leerling Johan
Braspenning de enige
Zeeuwse prijswin
naars - schreef haar
gedicht ook in het
Frans. „Dat vind ik
een mooie taal. Ik hou
van de Franse litera
tuur en van de uit
spraak. Ik had ge
dacht dat er juist veel
gedichten in het En
gels zouden zijn."
Over een gedicht
denkt Sietske niet
lang na. „Ik doe niets
anders dan mijn ge
voel opschrijven, bij
voorbeeld als er iets is
gebeurd. Dan ben ik
het kwijt. Dat is vaak
in vijf minuten ge
daan, ook omdat mijn
gedichten niet rij
men." Haar inzen
ding, die over 'Kleu
ren' moest gaan,
schreef de 5 VWO-
leerlinge eerst in het
Nederlands, waarna
ze het vertaalde. Het werd een
wat zwaarmoedig gedicht over
het verlangen naar kleuren die
het versteende hart moeten ont
sluiten:
Mon coeurdésire
les couleurs
claires etjoyeuses
Les couleurs
qui I event les pierres
et les font dissoudre
dans leur immense joie
Car rnaintenant
les pierres gardent les portes
de mon coeur fermées
et la couleur unique que je vois
est noir
paree que je suis morte en dedans
„In het Frans klinkt het veel
mooier dan in het Nederlands",
vindt Sietske, die naar de Pabo
wil om onderwijzers op een ba
sisschool te worden. „Veel deel
nemers hebben, denk ik,
vrolijke gedichten over kleuren
geschreven. Ik wilde het thema
juist in verband brengen met
iets minder vrolijks."
„Ik zou het leuk vinden om mijn
gedichten te publiceren in een
boekje", zegt de jonge dichteres.
„Voor jongeren kunnen ze vol
gens mij interessant zijn om te
lezen, omdat ze vaak herken
baar zijn. Ze gaan over dingen
die dichtbij hen staan."
Sietske Klaasse foto Dirk-Jan Gjeltema
door Inge Heuff
Ooit stond de Eerste Zierik-
zeesche Stoom-Koek- en
Banketfabriekvan A A W.Doe-
leman in de Meelstraat. Ook het
huidige bedrijf Zeelandia heeft
nu nog gebouwen die in deze
straat uitkomen. Maar wie
meent dat de oorsprong van de
straatnaam gelieerd is aan de
basisgrondstof van de fabriek,
zit er ver naast.
Al in het begin van de veertiende
eeuw werd er op die plaats ge
sproken over de Middelstraat.
De ligging, tussen de Poststraat
en de Melkmarkt en Bedde-
weeg, kan de naam verklaren.
Al snel raakte ook de verbaste
ring Meelstraat in gebruik. Bei
de namen hebben zich ongeveer
twee eeuwen weten te handha
ven tot in de tweede helft van de
zeventiende eeuw de naam
Meelstraat de strijd beslechtte.
Alleen de Franse overheersing
zorgde voor een tijdelijke her-
noeming. De Meelstraat kreeg
toen de weidse naam Rue Impé
riale (Keizerlijke straat).
Het begin van de straat wordt
vooral gedomineerd door het
voormalig stadhuis van Zierik-
zee, Het oudste deel dateert uit
het eind van de veertiende eeuw
en was ooit stadsv'leeshal. Een
eeuw later volgde een belangrij
ke uitbreiding van het 'pand.
Daarbij werd het uiterlijk zoals
wij het nu kennen, vastgelegd,
inclusief Neptunus die met zijn
drietand vanaf» de hoge toren
spits over de stad waakt.
Tegenover dit gebouw staat het
oudste nog bestaande stenen
huis van Zierikzee. Ook hiervan
wordt verondersteld dat het uit
de veertiende eeuw dateert. Plet
huis loopt helemaal door tot aan
de Poststraat maar aan die zijde
is het weinig opmerkelijk.
Dankzij de twee hanen die op de
voorgevel in reliëf zijn uitge
beeld, kreeg het huis de naam
'De Haene'. In de volksmond
werd het echter het 'Tempelie
renhuis' genoemd. Naast dit
pand was eeuwenlang een loge
ment gevestigd onder de naam
'De Faam'. De laatste hoteleige
naar overleed in 1928 waarna
het gebouw een andere bestem
ming kreeg. Tegenwoordig zit er
een filiaal van Zeeman in en is
de ingang verplaatst naar de
Poststraat.
Kerk
De straat heeft, naast oude huis
jes en huizen in diverse stijlen,
nogal wat pakhuizen. Vooral die
tegenover het voormalig stad
huis vormen samen een karak
teristiek geheel,
In de jaren veertig van de vorige
eeuw werd een pakhuis verder
op in de straat aangekocht dooi
de Christelijk Gereformeerde
Gemeente. De leden waren in
1836 uit de Hervormde kerk ge
treden en zochten een eigen ge
bedsruimte. De kerkruimte
werd nog twee keer uitgebreid
voordat uitgeweken werd naar
een gebouw in de Minderbroe
derstraat. Tegenwoordig zit er
een fietsenhandel in het voor
malige kerkgebouw.
Een straat met karakteristieke gevels en oude panden met een rijke
historie. fojto Pieter Honhoff