Brei is nog steeds het geweten van België Chansonnier als muziektheater Jacques Brei Bomen hebben een eigen verhaal Nederland is dol op leesclubjes en leesgenoot schappen Jan Vayne kiest voor verstilling Nederlandse Maïs Girls klinken en ogen spicey Aanhoudend succes voor Helmut Lotti Freek de Jonge danst het jaar uit met een diepvries kippetje Radio en televisie op oudejaarsdag Fran Drescher is een goed gebekte televisie-oppas Radio en televisie op nieuwjaarsdag woensdag 31 december 1997 clig." Robrechts muzikale rol heeft in Brei Blues vooral een rockkarakter tegenover de klassieke stem van Woutei-s. Lemaire zit daar tussen in: zij zingt net zo goed soul als Piaf, een combinatie waarmee ze tot in Frankrijk en Canada beroemd is. De inge vlochten nummers, waaronder een paar pas ontdekte chansons, zijn dan ook van een nieuwe muzikale begeleiding voor zien, die live wordt gespeeld door drie muzikanten. Annette Embreclits Brei Blues: Stadsschouivburg Utrecht, do 1 jan premièret/m. za3jan 20.00 uur. Dinsdag 6 ja- nuari ArenbergschouwbiLrg Antwerpen Brei Blues staat voor vrijdag 30 januari geprogram meerd in de Middelburgse Stadsschouwburg en komt vrijdag 27 maart in het Zuidlandtheater Temeuzen. lijke drive laten zien door een intieme voorstelling te maken die uitstraalt dat -het niet allemaal zb lelijk hoeft te zijn als het is. Dat tederheid en de drang om din gen anders te doen wel bestaansrecht hebben. Een soort gezonde schizofrenie die ik als kunstenaar herken: jë wilt dol graag dé', wereld veranderen maar weet dat je kunst dat niet vermag. Toch blijf je het proberen." „Het gaat orh een emotionele kracht, van daar slechts driespelers, want pure emo tie op toneel-kun je moeilijk met vijftig mensen in een musicalsetting doen", vult Lemaire aan. „Mijn Johanna staat symbool voor de zoektocht naar een ideale wereld, hoe hulp- en hopeloos ook, die uit de rijke beeldspraakvanBrels teksten klinkt. Pie- ter heeft zich juist afgewend van de we reld door zich uit het burgerlijk leven te rug te trekken. Zoals Brei voelt hij zich een mislukking, in zijn jeugd en zijn hu welijk en is daarom altijd op zoek gegaan naar iets anders. En Charles gaat in de strijdlinies te keer om het laagje vernis van het menselijk gedrag af te scheuren." Brave soldaat De jonge zanger Robrecht, naar eigen zeg gen in vergelijking met Brei een brave sol daat, beaamt dat na Brei niemand meer zo ver is gegaan in het relschoppen met taal: „Rockbandjes waren plechtige communi canten tegenover Brei. Daarom geeft hij lucht aan ongenoegens van mensen. Ze ker nu is zo'n ventiel in België hard no- In 1971 speelde Brei met Catherine Rouvel in de film Les Assasins de l'Ordre. foto Kippa Zo gespleten als België is in zijn taalstrijd, zo verdeeld is het land ook in zijn waardering voor de beste chansonnier aller tijden: het enfant terrible Jacques Brei. „Je houdt van hem of je haat hem. Een tussenweg is er niet", aldus de Belgische zangeres Jo Lemaire, die samen met acteur Erik Wouters en zanger Philippe Robrecht de hoofdrol speelt in Brei Blues, het nieuwste muziektheaterstuk van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. Morgen, 1 januari 1998, vindt in Utrecht de Europese première plaats, als opening van het Brel-jaar. Een ode aan Brei, niet als aanbeden god maar als dromer, strijder en kluizenaar. Want, zeggen de drie Brel-vertolkers: „Ook al stierf hij twintig jaar geleden aan long- Chansonnier Jacques Brei, bij le ven even beroemd als berucht, krijgt twintig jaar na zijn dood een Brel-jaar. Belangrijk onderdeél daarvan is het muziektheaterstuk Brei Blues, waarvan de musical-af deling van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen op nieuwjaarsdag de première brengt. Daarna is dat eerbetoon aan Brei te zien in tal van plaatsen in Nederland en België. Hij werd in 1929 geboren in het Bel gische Schaarsbeek, als zoon van een kartonfabrikant. Hij werkte en kele jaren in het bedrijf van zijn va der, brak met zijn familie en vertrok in 1953 naar Parijs. Arm en alleen maakte hij zijn eerste 78-toeren- plaat ('II y a' en 'La Foire'), trad op in kleine zaaltjes en bereikte in 1957 een doorbraak met 'Quand on n'a que 1' amour'. Het bracht hem als vedette op het podium van het Olympia-theater. Al snel hoorde Jacques Brei tot de groep beroemde Franse chansonniers. Brei werd in Europa, de Verenigde Staten en Canada een ster van de eerste orde met zijn zelf geschreven liedjes. In zijn rauwe, niemand en niets ontziende en tegelijk poëti sche chansons was er altijd de er gernis over de Vlamingen en tege lijk de liefde voor het vlakke land. Eenzaamheid, liefdesleed en angst voor de dood waren steeds terugke rende thema's in zijn liedjes. In 1966 trok Brei zich terug als zan ger, maar begon hij een nieuwe car rière als acteur en regisseur. Zo speelde hij in de musical 'De man van La Mancha' en in films van Marcel Carné - Les Assassins de l'Ordre - en Claude Lelouch. Nadat hij in 1974 aan longkanker was ge opereerd, trok hij zich terug in het gebied van de Stille Oceaan. Hij overleed 9 oktober 1978 in Parijs. kanker, nog steeds werken zijn chansons als een ventiel voor de samenleving. Hij zong waarover wij nauwelijks durven praten." In een documentaire over zijn carrière merkt Jacques Brei op een gegeven mo ment op: „Mijn belangen heb ik verwaar loosd, maar mijn dromen waren altijd nummer een." En met zijn vurige ogen als kolen onderstreept hij nog eens zijn mot to: „Ik vergis me liever dan dat ik mijn mond hou. Want van voorzichtigheid krijg ik het warm." En dus zong hij in nummers als 'Les Vieux', 'Marieke', 'Seul' en 'Les Bour geois' over brandende liefde en extreme haat, over de angst voor eenzaamheid en ouderdom, over de gespletenheid van zijn Vlaamse land en over die opportunisti sche burgerij waar hij zelf een telg van was: „De bourgeoisie, dat is het idee dat je altijd aan later moet denken. Dat is de kleinschaligheid van de ziel, die mensen zo verschrikkelijk oud maakt. Zingend geweten Geen wonder dat 'het zingend geweten van België', ooit begonnen als vertegen woordiger van zijn vaders kartonnagefa- briek, in de voorstelling Brei Blues wordt getypeerd als een strijder en een dromer. Maar ook als een kluizenaar, want op het toppunt van zijn roem kapte hij met zijn publieke optredens om een wereldreis te maken met zijn zeilboot. Door een kan kergezwel in de longen kwam hij echter nooit verder dan Haïti. Niet dat Brei zelf als personage voorkomt in de voorstelling, net zo min als zijn be kende podiumpresentatie met armen als zeemeeuwen die het beroemde Brel-effect sorteren: ingetogen beginnen met een chanson om het uiteindelijk fortissimo in een vurig opzwepend ritme, meestal ëen driekwartsmaat, de zaal in te slingeren. André Ernotte en Elliot Tiber, de libretto- schrijvers van Brei Blues, kozen ervoor Brels karakter te splitsen over drie perso nages, jeugdvrienden, die elkaar ontmoe ten in een leegstaand hotel aan de Noord zeekust: Johanna de dromer (Jo Lemaire), Charles de strijder (Philippe Robrecht) en Pieter de kluizenaar (Erik Wouters). Ze willen van het hotel een opvanghuis voor zwervers maken. Hun verhaal vertegen woordigt de thematiek waartoe Brei zich zo onweerstaanbaar aangeti'okken voel de. „Natuurlijk lukt het nooit een imitatie van Brei te maken. Dat niveau haal je niet", vertelt Wouters, die/zelf eerder ook als regisseur van muziektheater werkte. „We proberen ons niet té veel aan te trek ken van het heilig icoon dat hij voor veel Belgen is. We willen jtfist Brels inhoude- De Belgische zangeres Jo Lemaire (m) speelt samen met acteur Erik Wouters (1) en zan ger Philippe Robrecht de hoofdrollen in het theaterstuk Brei Blues. Harmonie Wouters: „Brels begeleidingen zijn eigen lijk gedateerd: nogal sentimenteel, bom bastisch en overladen. Ik hou daar wel van, maar je maakt jezelf belachelijk op een podium. Vandaar het hele scala aan kleuren, van nachtclubmuziekjes met een dronken sax tot pure rock roll, reggae en latin." Maar de harmonie tussen tekst en muziek en het vuur dat daaruit spreekt is volgens de drie zangers annex acteurs be houden. Lemaire: „Het organisch samengaan van muziek, verhaal en melodie is bij Brei pu re magie. Met een ongelooflijke eerlijk heid en snelheid kan hij in een nummer tot de kern van de emotie doordringen. Dat gebeurt als het goed is in de voorstelling ook." „Hopelijk net zo onvermoeibaar als Brei dat doet", vult Robrecht aan. „Ja, maar hij bleef zich als kunstenaar wel voortdurend vragen stellen over wat hij deed", merkt Wouters nog op. „Uit angst als chansonnier ook zo'n grijze 'ambte naar' te worden. Dat haal ik uit de span ning en de zenuwachtigheid van zijn op tredens. Iedere keer gaat hij voor de volle honderd procent. Dat haait een ambte naar niet." Jacques Brei in 1971 met Liesbeth List, die veel van Brels' chansons gezongen heeft. foto ANP

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 37