Kardinaal Willebrands
voelt steeds meer stilte
PZCoud nieuwwoensdag 31 december 1997 26
God komt
dichterbij
Het liefst op de Johan Friso
ment. Onder zijn raam stond de he
le dag een politieagent die het ver
keer leidde met behulp van een
fluit. In de directe omgeving kende
hij iedereen. De winkeliers, de hou
ders van de vele kraampjes. „Het
geluid van de wereldstad hing als
een deken om je heen. Dag en nacht,
ik hield ervan om te gaan wande
len. Rome is meer dan zo maar een
stad. Je voelt er de zwaarte van de
geschiedenis op iedere meter. En
daar komt nog bij dat 't het centrum
is van de wereldkerk. Hoe je er ook
over denkt, daar komen toch ont
zettend veel lijnen van het chris
tendom bijeen."
Gezondheid
Met de overgang naar Denekamp
heeft hij meer moeite gehad dan hij
had verwacht. Hij wilde weg uit
Rome omdat hij te oud werd en zijn
gezondheid hem steeds meer zor
gen baarde.
„Je merkt toch dat je achteruit
gaat. Ik ga dingen vergeten, zoals
bepaalde passages uit boeken die ik
vroeger heb gelezen. Daar kun je je
aan ergeren, maar beter is het om
het te aanvaarden. Zo is het leven.
Ik ben nu een oude man. Van de 34
jongens uit mijn seminarieklas in
Warmond zijn er nog drie in leven.
Wat mag je nog verwachten? Ik heb
er lang over getwijfeld, maar dit
jaar heb ik tegen mijn Italiaanse
huishoudster gezegd: er moet iets
veranderen, want zo kan het niet
langer. Ga terug,naar je familie, dat
is beter. Ik ga'terug naar Neder
land. Wat moet ik in Rome nog
doen? Het werk is gedaan, je loopt
er alleen maar in de weg."
Als de krachten het toelaten, wil hij
nog wel regelmatig teruggaan. On
langs nog is hij. er een paar weken
geweest. Om zijn kamers te helpen
ontruimen, afscheid te nemen van
wat hem dierbaar is geworden. Ir.
het Nederlands College blijft er eer.
kamer waar hij in principe kan lo
geren. „Ik kan er komen wanneer ik
wil." Denekamp kwam als nieuwe
woonplaats in aanmerking omdat
hij het kende uit zijn tijd als aarts
bisschop. „Ik wilde terug naar dit
bisdom. Ik had hier plezierige con
tacten en daarnaast hebben ze de
faciliteiten om oudere priesters en
religieuzen op te vangen. Je bent
hier nooit alleen. Er is leven, een ge
meenschap van mensen verenigd
rond hetzelfde ideaal van Christus.
Het is hier bovendien prachtig. Dit
landschap stemt tot nadenken. Je
kan er uren wandelen.
Oecumene
Ook deze ochtend heeft de kardi
naal er, getooid met zwarte alpino
pet, al een stevige tocht op zitten.
Zonder stok, al had hij die een tijd
geleden nog nodig. Wandelend
langs het Almelo-Nordhorn kanaal
denkt hij dan terug aan wat hij -
veel meer dan zijn werkzaamheden
in Utrecht - als zijn levenswerk is
gaan beschouwen: het streven naar
herstel van de verloren eenheid der
christenen. Nog altijd geldt Wille
brands in katholieke kringen -
samen met de legendarische kardi
naal Bea - als een van de voornaam
ste pleitbezorgers van de oecume
nische gedachte.
„Het is onzin mij daar helemaal
mee te identificeren, maar ik kan
niet ontkennen dat deze gedachte
mijn leven is gaan beheersen",
merkt hij op. Niet voor niets sieren
de portretten van kardinaal Bea en
de metropoliet van Kiev zijn boe
kenkast. Beiden zijn persoonlijke
vrienden geworden, naast broeders
in de strijd voor toenadering tussen
de kerken.
Met de Orthodoxe kerk bijvoor
beeld zijn de contacten tijdens Wil
lebrands' jaren op het Secretariaat
voor de Eenheid der Christenen
steeds nauwer aangehaald. „On
langs hadden we het feest van de
apostel Andreas. Voor de ortho
doxe kerken is dat de grootste dei-
apostelen. Dan gaat er altijd een
delegatie uit Rome naar het oosten.
Ik ben jarenlang meegegaan. Dit
jaar heb ik nog even gebeld: hoe
was het? Zulke dingen laten je toch
nooit los."
Willebrands, die in 1960 naar Rome
werd gehaald na jarenlang als
voorzitter te hebben gefungeerd
van de Nederlandse Willibrordver-
eniging, was de Vaticaanse spin in
het oecumenische web. De 'Flying
Dutchman' was de naam die hij
zich in die jaren verwierfterwijl hij
namens de paus alle kerken afreis
de om hen te bewegen waarnemers
naar het concilie te sturen. Zo'n
beetje overal had hij zijn contacten,
bijvoorbeeld met Dr. Visser 't
Hooft, de toenmalige secretaris
generaal van de Wereldraad van
Kerken.
„Het was een periode van ongeloof
lijke hoop. Het Concilie zie ik nog
altijd als de grootste gebeurtenis
uit mijn leven. Ik vind ook dat er de
afgelopen jaren veel is bereikt.
Contacten tussen de christenen zij n
nu normaal geworden. Er is res
pect, het veiied en lij kt bezworen, al
blijven er natuurlijk dingen die ons
verdelen. De katholieke kerk zal
hoe dan ook altijd vast blijven hou
den aan het pausschap, dat is we
zenlijk voor de katholieke traditie.
Maar ik ben ervan overtuigd dat er
in de toekomst vollediger vormen
van eenheid bereikt zullen worden.
Let wel: ik baseer me daarbij niet
op wetenschappelijk onderzoek,
maar op mijn geloof, op de hoop die
stoelt op het verlangen van Chris
tus zelf: 'Dat zij allen één zijn.' De
In 1983 volgde Mgr. Simonis (links) Willebrands op als aartsbisschop van
Utrecht.
Kardinaal Willebrands (links) in 1995 in de tombe van Sint Petrus in
Rome.
Heilige Geest zal helpen, al kan hij
niet dwingen, maar de mensen zélf
zullen het moeten doen."
Johannes Willebrands groeide op
in Bovenkarspel.'De oudste in een
gezin van zeven kinderen die als
schooljongen nog met de protes
tanten vocht. Van zijn broers werd
er eentje missionaris in Suriname
en een ander bakker in Bergen aan
Zee.
Als seminarist had Willebrands
grote belangstelling voor filosofie.
Hij las Blondel, Newman en Kier
kegaard en hield geleerde verhan
delingen over Aristoteles die zeer
in de smaak vielen bij de leiding
van het seminarie. „Als ik in mijn
leven een grote liefde had, dan lag
die wel bij de filosofie.' Eigenlijk is
alles wat er daarna is gebeurd, één
grote beweging om mij daarvan af
te houden. Ik kreeg steeds minder
tijd om te lezen. Het leven wierp
steeds meer belemmeringen op.
Wat er met je gebeurt, heb je maar
ten dele zelf in de hand. Je wordt
gestuurd, geleid. Door God, door de
Kerk. Sommige dingen komen op je
weg. Toen ik naar het seminarie
ging, deed ik dat om in een parochie
te gaan wei-ken. Daar is dus niets
van terechtgekomen. Mijn leven is
een hele andere kant opgegaan."
Aartsbisschop
Hoe grillig het leven soms kan ver
lopen, ondervond hij toen de paus
hem in 1975 benoemde tot aartsbis
schop van Utrecht. Moeilijk was
het, zegt hij nu, 'heel moeilijk' om
kardinaal Alfrink op te volgen.
Willebrands, afkomstig uit het bis
dom Haarlem, kende het Utrechtse
diocees nauwelijks en had de Ne
derlandse ontwikkelingen slechts
van afstand gevolgd. „De polarisa
tie was groot. Ik had ook maar één
doel: de eenheid bewaren. In die zin
lag er ook beslist een parallel met
mijn werk voor de oecumene. Maar
ik heb de hulp gekregen van velen
en niet het minst van kardinaal Al
frink zelf, die voor mij een grote
steun is geweest."
In het Twentse klooster, vlak bij de
grens met Duiitsland, vult hij zijn
dagen nu met gebed, de dagelijkse
misviering, lezen en wandelingen.
Ook heeft hij de nodige contacten.
Veel uren brengt hij door in zijn ka
mer, met uitzicht op de weilanden.
Behalve de portretten van zijn ou
ders, staan er foto's van twee pau
sen: Paulus VI en Johannes Paulus
II. Beiden heeft hij het best en het
langst gekend. In beide gevallen
schudt hij ze de hand, in een hou
ding die een zekere eerbied ver
raadt. „Die eerbied was en is er
zeker, maar die sluit zeker vriend
schap niet uit."
Boven zijn bed hangt een icoon met
de lijdende Christus. Ook voor de
kardinaal zelf is de dood inmiddels
nabijal vervult hem dat niet met
angst. „Ik kan en mag hopen op
Christus. Natuurlijk geloof ik niet
meer als de schooljongen van vroe
ger. Als volwassene denk en voel je
anders. Maar de kern van toen staat
nog overeind. Ik heb twijfels ge
kend, maar nooit aan die essentie.
Wel over het feit dat de kerkge
schiedenis zoveel periodes heeft
gekend waarin christenen elkaar
verketterd hebben en waarbij het
gelijk en ongelijk nooit meer te ach
terhalen is. Mijn geloof heeft zich
verdiept. God is in zekere zin dich
terbij gekomen, ,en ik dichter bij
Hem. Ik weet dat er een hemel is,
maar hoe die eruit ziet, kan ik al
leen maar vermoeden. Er zijn de
uitspraken van de profeten en van
Christus zelf: dat is mij genoeg."
Herman Haverkate
Diep in zijn hart was hij het
liefst in Rome gebleven.
Maar hij koos voor de stilte van
het Twentse platteland.
Kardinaal Jo Willebrands,
ooggetuige van bijna een eeuw
kerkgeschiedenis. Een
klooster in het Twentse Noord -
Deurningen is zijn laatste
halteplaats.
Familiefoto van het gezin Willebrands in 1915, met Jo - de latere kardinaal
- in het midden.
Hij was, sinds paus Adrianus VI
in de zestiende eeuw, met af
stand de hoogste Nederlander in
het Vaticaan. Rome was de stad
waar zich veertig jaar lang - afge
zien dan van dat korte intermezzo
als aartbisschop van Utrecht - het
leven van kardinaal Johannes Wil
lebrands voltrok. Vanuit het raam
van zijn woning kon hij de Sint Pie
terzien. Graag was hij er gestorven,
maar ouderdom en een verslechte
rende gezondheid dwongen hem te
rug te keren naar Nederland.
Na lange aarzeling hakte hij dit
voorjaar de knoop door en vertrok.
Johannes Willebrands, 88 jaar in
middels, vestigde zich in het kloos
ter van de zuster Franciscanessen
in Noord-Deumingen bij Dene
kamp, het vermoedelijke eindsta
tion van een bewogen leven. „Ik
weet dat ik de Heer zal zien. Waar
om zou ik dan bang zijn voor de
dood?"
Buiten hangt een lichte nevel over
het landschap. Het is er stil. Zelfs
het dichtbebouwde terrein van de
Nicolaasstichting ligt er deze och
tend verlaten bij. „De stilte kan
hier volkomen zijn", zegt de kardi
naal. „Ik moest daar eerst erg aan
wennen, maar het is een verrijking.
Het sluit aan bij de stilte die ik ook
steeds meer bij mijzelf bespeur."
Als er geklopt wordt en een zustef
de dagelijkse post brengt, ver
schijnt er een licht ironische glim
lach op zijn gezicht. Te midden van
de enveloppen en kaarten ligt ook
de Osservatore Romano, de officië
le krant van het Vaticaan. „Ziehier,
mijn voornaamste band met Ro
me."
Kern
In zijn sober gemeubileerde kamer
drinkt hij langzaam zijn koffie. Eén
kop, een gewoonte die het gevolg is
van jarenlange consumptie van
Italiaanse espresso. Hij is net terug
van de kapel waar hij de mis heeft
gelezen, het ritueel waarmee hij el
ke dag begint. „Ik zou niet anders
kunnen, dat is de kern van je pries
terschap."
Langzaam schuifelend tussen de
rolstoelen heeft hij er de communie
uitgedeeld aan de oudere en hulp-
Kardinaal Willebrands in de omgeving van Denekamp, waar hij rust zoekt in het klooster van de zuster Francis
canessen: Dit landschap stemt tot nadenken. foto Carlo ter Ellen
behoevende zusters. „Ik ben terug
gekeerd tot het wezenlijke van mijn
roeping. Ik wil dit heel graag doen.
Deze mensen vormen een gemeen
schap, ik ben dienstbaar aan hen.
Natuurlijk zijn ze oud, maar dat
maakt mij niet depressief. Voor al
deze religieuzen geldt dat er een
perspectief is dat vei'der reikt dan
deze muren."
Hij is oud geworden, Johannes Wil
lebrands. Getekend door de jaren,
die in zijn geval een van de intrige-
rendste periodes uit de kerkge
schiedenis omspannen. Hij was er
bij toen paus Johannes XXIII het
Tweede Vaticaans Concilie bij el
kaar riep, zoals hij er ook bij was
toen de kardinalen van Gods Kerk
op aarde hun collega's Luciani en
Woytila in de Sixtijnse kapel ver
kozen tot ï'espectievelijk Johannes
Paulus I en Johannes Paulus II.
Verkiezingen waarbij ook de naam
van Willebrands zelf, prominent lid
van de Curie, circuleerde en over
het verloop waarvan de kardinalen
tot geheimhouding zijn verplicht.
Ach"zegt hij met een veelzeggen
de glimlach, „iedereen is kandi
daat. Maar zoals wij in Rome ple
gen te zeggen: wie als getipt paus
het conclaaf binnengaat, komt er
doorgaans als kardinaal weer uit.
Ik heb genoeg van de laatste pausen
meegemaakt om te kunnen zeggen
dat niemand op deze wereld deze
taak ook maar een ogenblik zou
moeten ambiëren."
Veertigjaarwas hij in Rome. Op een
steenworp afstand van het Sint-
Pietersplein bezat hij een apparte-
Op geen enkele ander
schip doet Peter de
Feijter zo graag dienst als op
de Prins Johan Friso. „En
vraag het maar aan de andere
dertien PSD-kapiteins: ze
zitten allemaal het liefst op
de PJE Je raakt snel gewend
aan de praktische 'inrichting
en de techniek van dit schip.
Het is absoluut een
verbeterde versie van de
Koningin Beatrix." De
Feijter hééft iets met de 'PJF,
zoals de bemanning de
nieuwste veerboot noemt. Hij
was kapitein op 3 juni, toen
het schip voor het eerst in de
dienstregeling zat en was
betrokken bij de nieuwbouw.
„De PSD huurde de Beatrix
van De Schelde; die bouwde
het schip naar eigen
inzichten. Maar de PJF is in
opdracht van de PSD
gebouwd, en daarbij is alle
ervaring van de afgelopen
jaren in het ontwerp
verwerkt." Toch kwam de
Johan Friso de eerste
maanden met enige
regelmaat in de publiciteit
vanwege technische
mankementen. Een
losgetrild draadje, een defect
relais, problemen met de
benedenrijdekdeuren. De
Feijter zucht. „Dat is peanuts
vergeleken met de problemen
die we met de andere
veerboten hebben gehad. De
Juliana heeft het eerste jaar
alles bij elkaar zes maanden
aan wal gelegen voor
reparaties. De Schelde had
nog geen ervaring met de
techniek die voor veerboten
nodig is. En ook bij de
Beatrix zijn er in de eerste
vier maanden véél meer
mankementen geweest dan
nu. Dat heeft het publiek
echter niet gemerkt, omdat
het om proefvaarten ging.
Met de Johan Friso zijn we na
tien dagen al in de normale
dienstregeling gegaan."
Extra lastig was het daarom,
dat aanvankelijk maar een
deel van de instructieboeken
voor de technische
installaties voorhanden was.
Het verhelpen van
mankementen duurde soms
langer dan nodig. Pas begin
september, nadat de PSD de
onderaannemers een
ultimatum had gesteld,
werden de handboeken
geleverd.
Dat er zo weinig tijd was om
de boot 'in te varen', had alles
te maken met de late levering
van de boot. Niet 1 april,
maar 24 mei. Over de te late
levering is intussen een
hartig woordje gesproken
met de bouwers. H. Thomaes,
adjunct-directeur van de
PSD: „We hebben juridisch
advies ingewonnen over de
boeteclausule. De
Scheldewerf zegt dat de
vertraging hen niet te
verwijten is. Tot 29 april
willen we daar wel in
meegaan, omdat er een
staking was bij de Noorse
leverancier van onderdelen,
maar de grens is getrokken
bij 29 april. Vanaf die datum
willen we 35.000 gulden per
dag."
foto Ruben Oreel
Ontmoeting met Paus Paulus in 1976.