Mysterie rond
Torenberg blijft
Na de raad een praatje in dialect
PZC
Het heeft niets met
specerij te maken
zeeland
week 50
Zeeuwind gaat groot
met duurzame stroom
bèl bèl
straatnaam
maandag 8 december 1997
door René Hoonhorst
In het (schelpen)museum van
Zaamslag is het kasteel dat in
de Middeleeuwen op de Toren-
berg stond in volle glorie te be
wonderen. Een poortgebouw,
verschillende boerenschuren,
een ophaalbrug en een versterk
te burcht. Compleet met vee,
boerenknechten en ridders op
de kantelen.
„Prachtig", vindt museumbe
heerder Gerrit de Zeeuw de ma
quette die een
bevriende Ter-
neuzenaar
voor het muse
um maakte.
„Maar of het
kasteel er zo
heeft uitge
zien, is sterk de
vraag. Hoogst
waarschijnlijk
niet. Het enige
dat zeker is dat
er een soort
burcht, com
pleet met
toren, een
poortgebouw
en enkele schu
ren hebben ge
staan. Bij ar
cheologische
opgravingen
zijn funderingen teruggevon
den en wees meer op een motte-
kasteel met voorburcht. Hoe de
vesting er precies uitzag, is ech
ter onbekend. Of het een echt
kasteel was, is allesbehalve ze
ker. Het kan ook een versterkt
herenhuis zijn geweest. Wel
staat vast dat er een hoge toren
bij hoorde en het gebouw moet
ook behoorlijk groot zijn ge
weest, want in de Tachtigjarige
Oorlog is het meermalen onder
komen geweest voor groepen
soldaten."
Net als van het andere kasteel
van Zaamslag, dat van de tem
pelridders aan de westkant van
het dorp, weten historici be
hoorlijk wat van de Torenberg.
Minstens zoveel bleef echter in
nevelen gehuld. Deskundigen
buitelen over elkaar heen met
tegenstrijdige lezingen over de
juiste historische duiding van
het verleden. Zo gaan de meeste
onderzoekers ervan uit dat op
de Torenberg een zogenaamd
mottekasteel stond. Op een spe
ciaal daartoe opgeworpen
vliedberg, de motte, werd een
verdedigingstoren gebouwd.
Deze 'opperhof' werd later uit
gebreid met een voorburcht
('nederhof') met woonboerderij
en schuren.
Sommige vorsers twijfelden in
de jaren tachtig of op de Toren
berg een echt mottekasteel
stond, omdat in eerste instantie
geen overblijfselen van het boe
renbedrijf werden gevonden.
Voormalig provinciaal archeo
loog R. van
Heeringen
schreef in het
Zeeuws Tijd
schrift (zesde
nummer van
1989) dat on
derzoek van
de Rijks
dienst voor
Oudheid
kundig Bo
demonder
zoek wel
degelijk had
uitgewezen
dat ervan het
eind van de
twaalfde tot
en met de
zestiende
eeuw een
kasteel - of
iets wat er op leek - was op een
aarden wal. Grote kuilen die in
'87 bij de opgravingen werden
gevonden, dienden in de late
Middeleeuwen waarschijnlijk
als vlasrootputten. Later wer
den ze volgestort met vuilnis.
Heer Jan
Een enkele historische bron ver
meldt al omstreeks het jaar 980
een zekere Jan van Saemslacht.
Directe opvolgers van Heer Jan
zijn echter tot de veertiende
eeuw, als Robert van Zaamslag
opduikt, niet te vinden. Alge
meen wordt aangenomen dat
Jan van Borssele Zaamslag rond
1385 aan het kasteel heeft ge
holpen. Tot dan toe was de To
renberg niet meer dan een,
waarschijnlijk door een machti
ge boer opgeworpen, heuvel met
een houten woontoren. Jan van
Borssele verving de houten be
bouwing door een stenen toren
en woonhuis en gaf waarschijn
lijk ook opdracht voor het op
richten van een stenen poortge
bouw. In de twee eeuwen daarna
beleefde de Ambachtsheerlijk
heid Zaamslag haar grootste
bloeiperiode. De heer van
Zaamslag, meestentijds verte
genwoordigd door een'schout,
was weliswaar economisch niet
erg machtig vergeleken bij de
grote abdijen en graafschappen.
Maar met het benoemingsrecht
van schouten, pastoors en kape
laans maakte de heer wel be
stuurlijk de dienst uit in de
heerlijkheid.
De Tachtigjarige Oorlog luidde
echter het einde in voor de heer
lijkheid. Zaamslag viel ver
schillende keren in handen van
Spaansen en Staatsen. Het
doorsteken van dijken in 1584
deed het dorp in de rivier ver
dwijnen.
Toren
Met of zonder toestemming van
de wisselende machthebbers
werden de stenen van de vesting
de jaren daarna gebruikt voor
bouwwerken elders in de streek.
Alleen de toren bleef nog dik een
eeuw overeind. Volgens de over
levering moet het eenbehoorlijk
bouwwerk zijn geweest wat tot
in Vlissingente zien was. Op.een
tekening van Francois Horen-
bault uit 1569 is de Torenberg
prominent te zien. Als Horen-
bault nauwkeurig de maten
heeft aangehouden, valt het
burchtcomplex een beetje te
gen. De toren maakt zelfs een
wat lullige, indruk naast de drie
keer zo hoog afgebeelde kerkto
ren. „Ach, die tekening is mooi,
maar biedt natuurlijk weinig
historisch houvast", relativeert
De Zeeuw. De amateurarcheo-
loog van Zaamslag is al blij dat
de Torenberg al meer dan een
kwart eeuw beschermd monu
ment is. De boerderij aan de
rand van de vliedberg wordt
door de huidige bewoners, de
familie Van Dij clt, opgeknapt
volgens de stijl van de vorige
eeuw. De Zeeuw had nog liever
gezien dat de gemeente Terneu
zen de hele omgeving van de To
renberg' had opgekocht. Een
beetje bitter: „Maar Terneuzen
heeft nog nooit oog gehad voor
de historie, laat staan er geld in
gestoken. Ze hebben een paar
straten een geschiedkundige
naam gegeven en dat was. het
dan."
Maquettte van het kasteel. Of het er echt zo heeft uitgezien is overigens de vraag. foto Cha rl es Strijd
Op deze heuvel in Zaamslag stond vroeger een soort burcht met in elk geval een toren, een poortgebouw
en enkele schuren. foto Charles Strijd
door Frank Balkenende
Het vlot niet zo met de wind
energie in Zeeland. Het
streven naar 250 Megawatt in
het jaar 2000 lijkt veel te hoog
gegrepen, de productie van
groene stroom ligt in de provin
cie momenteel rond de veertig
Megawatt. Met grootschalige
locaties tracht gedeputeerde
Van Zwieten de windenergie
productie 'op te vijzelen in de
hoop dat rond de eeuwwisseling
er enige daden kunnen worden
genoemd. De Vereniging
Zeeuwind maakt het de gedepu
teerde in elk geval naar de zin
met een plan voor zestien turbi
nes in de Willem Annapolder bij
Kapelle. Een voor Zeeuwind
ongekend groot project.
Vandaag (maandag) zal
Zeeuwind haar nieuwe plannen
uiteenzetten tijdens de algeme
ne ledenvergadering in de
Zeeuwse Bibliotheek in Middel
burg. Volgens projectcoördina
tor J. H. P. Springer heeft 'een
bescheiden club als Zeeuwind'
zich tot nu toe moeten beperken
tot een molentj e hier en een paar
turbines daar. Nu is de coörpe-
ratieve vereniging geen com
mercieel bedrijf dat de produc
tie per se voortdurend moet
opvoeren. Springer: „Kijk, we
hebben ons enerzijds gericht op
voorlichting, on
der meer aan par
ticulieren zoals
boeren, organisa
ties en instellin
gen. Dat is aardig
gelukt. Ander
zijds moet je ook
af en toe een
windmolen plaat
sen om het pu
bliek te laten zien
dat duurzame
energie mogelijk
en rendabel is."
Dat blijkt nog niet
zo eenvoudig. Er
is vaak weerstand
van omwonenden
en soms van ge
meenten, hoewel
die allemaal lid
van zijn van
Zeeuwind. „De
agrarische sector
is zeer geïnteres
seerd in wind
energie, ook als
een tweede pijler J. H. P. Springer
onder het bedrijf, maar in Zee
land komen solitaire turbines
moeizaam van de grond. Meest
al door ruimtelijke bezwaren,
zoals bijvoorbeeld in Oostburg.
Licht
Helaas stelt het college zich zeer
terughoudend op, terwijl je ook
kan bekijken, of je voor enkele
boeren geen kleine centrale lo
catie kan scheppen", vindt
Springer. Maar er schijnt licht
aan het eind van de tunnel. Een
fors park in de Willem Annapol
der, waarbij - ook dat is nieuw
voor Zeewind - wordt samenge
werkt met een ingenieursbu
reau dat de helft het aantal tur
bines voor zijn rekening neemt.
En nu de provincie groene
stroom gebruikt voor haar kan
toren in Middelburg, zal
Zeeuwind ook gemeenten vra
gen zo'n contract af te sluiten.
Met nadruk op 'het goede
voorbeeld'. Verder zijn daar de
plannen voor grote windmolen
parken in de Noordzee, die
Springer toejuicht, mits dat niet
leidt tot vertraging van projec
ten ter land.
En mag het nu alsjeblieft eens
flink gaan waaien, want dit en
vorig jaar was er weinig wind en
daardoor weinig stroomop-
brengst. „Dat Zeeuwind dan
toch nog winst maakt, vind ik
tof."
Wethouder Hamelinck Terneuzenvindt Zeeuws niet passend in formele bestuurscultuur
door Rinus Willemsen
Als hij met zijn z'n beleids
medewerker bezig is nieu
we plannen te ontwikkelen,
praat hij in het dialect van zijn
geboorteplaats Lamswaarde.
De ambtenaar komt uit Bosch-
kapelle. In raadsvergaderingen
en bij officiële gelegenheden
praat hij Nederlands. 'Het is ei
genlijk iets, dat zo in de loop dei-
jaren gegroeid is', zegt de Ter-
neuzense wethouder Piet Ha
melinck. 'Niet dat ik iets tegen
dialect heb, integendeel'.
Inmiddels heeft hij er acht jaren
opzitten als wethouder en mo
menteel loopt hij warm voor de
volgende vier jaar. Als we vra
gen naar de dialectcultuur in
het Terneuzense stadhuis, moet
hij toegeven dat daar eigenlijk
nog niet echt over gedebatteerd
is. 'Vroeger hadden we een col
lege met niet-Zeeuwen en dan is
het toch moeilijk om over inge
wikkelde onderwerpen in het
dialect te praten, maar'tegen
woordig is er een college dat uit
allemaal Zeeuwen bestaat en
toch praten we geen dialect.
Zo'n vergadering heeft, net als
een raadsvergadering, toch iets
formeels en gevoelsmatig past
een discussie in dialect daar ei
genlijk niet bij. Het is vreemd,
maar zo voel ik dat nu eenmaal'
zegt Hamelinck, die onder an
dere wethouder van cultuur in
de Scheldestad is.
Thuis praat hij natuurlijk dia
lect. Dat hoorden we trouwens,
toen we hem opbelden en zijn
vrouw, nadat ze de telefoon had
opgenomen, tegen hem riep:
'Kanne hie nie opnemen?'
Ons kent ons
Dialect spreken heeft iets gezel
ligs, iets amicaals en het hoort
dan ook thuis in de sfeer vanons
ken ons. Hamelinck geeft grif
toe, dat hij geen Nederlands zal
spreken als hij in de kantine van
de voetbalclub is en daar met de
spelers wat nakaart over de af
gelopen wedstrijd. 'Datisnunet
de plaats waar een zeer losse
sfeer iswaar over en weer op en-
hartig wordt gesproken en waar
we op een ongedwongen en na
tuurlijke manier met mekaar
omgaan. Ik denk er dan niet aan
om Nederlands te gaan praten.
Maarin een commissievergade
ring, is dat anders. Terneuzen is
geen dorp, het is een centrumge
meente waarin je mensen tegen
komt van buiten Zeeland en dat
drukt toch een stempel op de
omgangstaal'. Maar na een ver
gadering willen de wethouders
en de burgemeester nog wel eens
in het dialect een praatje ma
ken, zo deelt Hamelinck ons
mee.
'Ook met m'n beleidsmedewer
ker die van Den Bos komt praat
ik m'n eigen dialect. Lam-
z weerds ee. We zitten dan samen
om de tafel en discussiëren over
de plussen en minnen van een
bepaald plan. Dat gaat altijd
gewoon in het dialect. Eigenlijk
is dat heel gek, want op dat mo
ment zijn we er ons eigenlijk
niet zo van bewust, dat we in ons
moederstaai bezig zijn met al
lerlei zaken die in een vergade
ring niet in het dialect gevoerd
worden.'
Over de streektaal is de wethou
der dus duidelijk: op de werk
vloer kan dat best, maar in de
vergaderingen komt daar wei
nig van terecht. Niet dat er een
bewuste boycot is tegen het dia
lect, maar gevoelsmatig past het
er niet bij. Net als de voorberei
ding van de raadsvoorstellen, is
het wel mogelijk dat de officieu
ze nabesprekingen ook weer wel
in dialect kunnen.
Karakter
Maar de Zeeuwse cultuur is bre
der en dieper dan het dialect.
Terneuzen, met de kernen
Zaamslag en Hoek, behoren tot
het Land van Axel, dat toch wel
een heel eigen karakter in het
Zeeuwsch-Vlaamse landschap
heeft. Die typische kenmerken
van weleer vinden we terug in
het streekmuseum van het Land
van Axel, in Axel. We denken
dan aan de klederdrachten en de
volksgebruiken. 'Vanuit de ker
nen Hoek en Zaamslag bereiken
ons eigenlijk geen signalen die
erop wijzen, dat het eigene van
deze dorpen nog duidelijker
naar voren moet worden ge
bracht', zegt de wethouder,
'maar als die berichten in het
stadhuis binnenkomen, dan
zullen we daar serieus naar kij
ken. Het gemeentelijk beleid is
in grote lijnen voorwaarde-
scheppend en daar passen die
ideeën van een dorp of stads
wijk mooi in.'
Intussen heeft Terneuzen weer
een bloeiende Heemkundige
Kring, vinden er historische
rondleidingen plaats en is er een
bescheiden onderwijsmuseum
in de binnenstad. Allemaal po
sitief. Terneuzen werkt aan een
ander beeld. Honderden toeris
ten bezoeken jaarlijks het Por
taal Vlaanderen bij de sluizen
van het Kanaal van Terneuzen
naar Gent. Straks zullen hon
derden bussen naar het het
informatiecentrum bij de Wes-
terscheldetunnel rijden. De
nieuwe schouwburg zal een
uitstraling krijgen tot in Mid
delburg en Goes. Wordt het
streekeigene dan niet te veel op
de achtergrond geschoven? Ha
melinck vindt van niet: 'Als er
bij ons wensen in die richting
binnenkomen, zullen we die se
rieus onderzoeken', zegt hij,
voorzichtig formulerend. Mis
schien kan hij in zijn toekomsti
ge wethoudersperiode een brug
slaan tussen moderne kunstvor
men en het streekeigene. Tien-
In het Terneuzense gemeentehuis blijft het dialect volgens Hamelinck beperkt tot informele gesprek
ken: „Terneuzen is geen dorp, het is een centrumgemeente waarin je mensen tegenkomt van buiten Zee
land." foto Peter Nicol^i
Reacties op deze rubriek
zijn welkomIndien u loilt
reageren, of ivanneer u
een tip voor ons heeft,
kunt u schrijven of faxen
naar de PZC, Postbus 18,
4380 AA Vlissingen, fax
0118-470102, onder ver
melding van Bèl, bèl.
Piet Hamelinck praat thuis 'I-amzweerds'
foto Charles Strijd
tallen onderwerpen liggen in de
omgeving van het stadhuis en
stadskantoor voor het oprapen,
't Komt uut de lange mande' is
een Axelse uitdrukking, die ge
bruikt wordt wanneer lang op
resultaten moet worden ge
wacht. Terneuzènaars hebben
minder geduld en zijn meer ge
richt op resultaten. Het uitpra
ten van de plannen voor de toe
komst kan dus prima in het
Lamzweerds. 't Is maor 'n weet,
ee.
Agenda
Zaterdag 13 december kan in
gebouw De Pompweie in Kort-
gene worden gekeken en geluis
terd naar een optreden van
Engel Reinhoudt en de Zeeuws-
-Vlaamse volksmuziekgroep
Ambras. Voor meer informatie
en voor het. reserveren van kaar
ten kunt u terecht bij de organi
sator, het Nutsdepartement van
Noord-Beveland.
Voor de tweede achtereenvol
gende keer verzorgt de Stich
ting Goed Zeeuws, Goed Rond
een feestelijke kerstmiddag in
de Goesse Prins van Oranje. f)e
bezoekers van de middag kun
nen zaterdag 21 december ge
nieten van een aantal prachtige,
sfeervolle verhalen in dialect.
En net ale tijdens de succesvolle
middag van vorig jaar, zullen
Engel Reinhoudt en Amdras
voor toepasselijke muziek zor
gen.
Meer informatie is te krijgen via
Stichting Goed' Zeeuws, Goed
Rond, tel. 0113-351317. Via dat
nummer kunnen ook kaarten
worden gereserveerd.
Vorige week verscheen Terneu
zen van Toen tot Noe samenge
steld door Bram Vertinde. Hij
schreef in de periode 1995 -
1996 bijdragen in de Blideklan-
ken, het huisblad van verzor
gingstehuis De Blide. Het boek
bestaat uit twee delen: 'Een
wandeling door Terneuzen' en
'Over Terneuzen'. In de verha
len zit niet alleen folklore en
plaatselijk nieuws, maar ook
veel dialect. Vandaar natuurlijk
de vermelding in deze rubriek.
De prijs is 30,- en het werkje
wordt uitgegeven door de
Heemkundige Kring Terneu-
doorWendy van der Vliet
Het ruikt er niet naar kaneel,
en er is ook absoluut niets te
zien wat met kaneel te maken
heeft. Toch heet de dijk ten
noordwesten van Kwadendam-
me de Kaneelpolderdijk. Het is
een kleine, bochtige dijk, waar
aan een enkele boerderij staat.
Rechts is de kerktoren van
Kwadendamme te zien, links
niets dan polders, waar je ook
kijkt.
Toch is de naam Kaneelpolder
simpel te verklaren. Vroeger lag
in de Zak van Zuid-Beveland de
bevaarbare kreek de Zwake,
waarvan nu alleen de Zwaakse
Weel nog over is. In de veertien
de en vijftiende eeuw werd het
gebied ingepolderd. De namen
van deze polders zijn over het
algemeen niet erg origineel. Zo
zijn er bijvoorbeeld veel polders
naar personen genoemd: Jan
Vierloospolder, Hugo Veer
manspolder, en zo zijn er nog een
paar. Andere polders zijn ge
noemd naar het water waarin ze
zijn bedijkt, bijvoorbeeld de
Zwakepolders, de Diepekreek-
polder en de Godvlietpolcler.
Ook cle Kaneelpolder werd ver
noemd naar het water waarin
hij is bedijkt: naar de bevaarba
re kreek de Zwake. Kaneel is na
melijk een verbastering van het
woord kanaal, oftewel bevaar
bare kreek.
Wirwar
In de veertiende en vijftiende
eeuw was het inpolderen van de
Zwake een echte rage. Iedei'e
ambachtsheer uit die tijd wilde
er graag aan meedoen. Het wa
ter werd steeds verder terugge
drongen en het uiteindelijke
resultaat was al vroeg te voor
spellen. In 1312 hielden de am
bachtsheren van Baarland er al
rekening mee dat de Zwake tus
sen Baarland en Zuid-Beveland
wel eens helemaal ingepolderd
zou kunnen worden. Anderhal
ve eeuw later was dat het geval.
Om de inpoldering nog sneller te
laten verlopen, werden er soms
polders bedijkt van een minie
me omvang. De ongelooflijke
wirwar van dijken en dijkjes in
de Zak van Zuid-Beveland ge
tuigt nog steeds van dit indivi
dualisme en de daarmee ge
paard gaande economische
kortzichtigheid van de am
bachtsheren. In de zestiende
eeuw ging men, aan de grootte
van de polders te zien, economi-
schertewerk.
De Kaneelpolderdijk. De wirwar van dijkjes in de Zak van Zuid-
Beveland, die zo lieflijk oogt, vindt zijn oorsprong in het onecono
misch inpoldergedrag van de Middeleeuwers. foto Willem Mieras