r Londen lokt en vermoordt
Sint op het nippertje
PZC
Peter
Ackroyd
kunst cultuur
11
jeugdboek
proza
poëzie
vertaald
vrijdag 5 december 1997
TT et wachten is op zijn grote "W" Tj "B 71 1 ~W J
het werk van Peter Ackroyd uit tot
een groot portret van Londen. Een
gesprek met de schrijver over zijn
woonplaats en zijn onderwerpen.
De Britse schrijver Peter Ackroyd is
nog geen vijftig. Hij wordt gerekend
tot de brilj antste van de j ongere generatie
auteurs. Zo staat hij in de archieven. Maar
op de 'brightyoungman' die defoto's daar
laten zien, lijkt hij van geen kant meer. Hij
oogt oud. Wat er van zijn haar over is, is
spierwit-geworden. Echter, zijn reactie
vermogens en intelligentie lijken onder
het toeslaan van de jaren niets te hebben
ingeleverd. De meermaals bekroonde bio
graaf van Charles Dickens, William Blake
en T.S. Eliot en schrijver van thrillerach
tige, historische romans, heeft een snelle
en scherpe geest.
Van Peter Ackroyd is in ons land pas ver
schenen de roman Het proces tegen Eliza
beth Cree. Het verhaal is een staaltje
vertelkunst, waarin verbeelding en histo
rische werkelijkheid, zoals in al Ackroyds
fictie, weer uitbundig de liefde bedrijven.
Decor is het 19e-eeuwse Londen, vol mis
daad en armoede, de wereld die Ackroyd,
vooral dankzij zijn onderzoeknaar het le
ven van Charles Dickens, op zijn duimpje
kent.
In het boek staat een reeks seriemoorden
centraal. De pers en het volk schrijven die
moorden toe aan de 'golem van Lime-
house'. De golem is een begrip uit de jood
se mythen, het is een homunculus, een
soort namaakmensje, voortgekomen uit
de brouwsels van alchemisten. Maar in dit
verhaal over bloederige moorden komen
wij ook Karl Marx tegen, de reusachtige
rekenmachine van Charles Babbadge, de
peetvader van de tegenwoordige compu
ter, en de met een prostituee getrouwde
schrijver George Gissing. Een titelrol - de
Engelse titel luidt 'Dan Leno and the Li-
mehouse Golem' - is weggelegd voor de le
gendarische musicalkomiek Dan Leno.
- Umoet zo langzamerhand een enorm ar
chief hebben. Met elk boek dat u schrijft
komt er weer een vloed aan historisch ?7ia-
teriaal los.
Ackroyd: ,,Ik heb een afspraak met Yale
University. Die koopt al mijn onderzoeks
materiaal als ik klaar ben met een boek.
Elke twee of drie jaar gaat er weer een la
ding de deur uit. Ik kan dat thuis niet be
waren. Het is te veel. Yale en ik hebben een
contract, dat zij tot aan mijn dood mijn
spullen mogen aankopen. Na mijn dood
gaat ook mijn bibliotheek naar hen toe.
Voor mij is dat alleen maar handig, ik hoef
geen zorg meer voor te dragen dat al dat
materiaal op orde blijft."
- Wat is er bij u het eerst: de interesse in een
biografie of het verlangen een historische
roman te schrijven
,,Mijn documentatie voor biografieën-en
het schrijven van romans werken samen.
Mijn systeem is dat ik afwisselend werk
aan een roman, daarna een biografie, dan
weer eernroman enzovoorts. Mijn werk
wijze is dan dat ik 's ochtends schrijf en
's middags onderzoek doe. Wanneer ik
werk aan een roman ben ik diezelfde dag
bezig met documentair onderzoek voor de
biografie. Zo beïnvloedt dat elkaar. Te
genwoordig heb ik een onderzoeksassis
tent die mij veel werk uit handen neemt.
Maar vroeger moest ik alles zelf doen en
toen is die werkwijze een gewoonte ge
worden."
„Voor deze laatste roman heb ik overigens
weinig gericht onderzoek gedaan. Het
meeste zat al in mijn hoofd. Ik ben altijd
geïnteresseerd geweest in het verschijnsel
van de 'music-halls' en Dan Leno. Over
hem en de betekenis van het volkstheater
heb ik altijd al willen schrijven. Gissing
en de andere karakters kende ik ook al
Illustratie van Guido van Genechten in Dag.
Voor sinterklazen die met de trek
schuit kwamen en daardoor nu mis
schien ten einde raad zijn, maar nog op
het nippertje kunnen slagen.
Mats Letén: Kaj zegt Haj en Kaj wil een
appel. (Vertaling Karin Kustermans;
Ludion, 13,50 per stuk). Geestige ver
haaltjes over een jongetje met (nu nog)
een klein verstand in een grote bol. Het
ventje oogt onnozel en lijkt niet tot drie
te kunnen tellen, maar wie - als hij - met
zoveel dadendrang in kleine gebeurte
nissen grote avonturen kan beleven
hoeft zich over later geen zorgen te ma
ken.
Guido van Genechten: Stil, Dag, Oren
dicht en Leuk hè (Bakermat/Zirkoon,
13,50 per stuk). Vier kartonnen pren
tenboekjes met telkens een korte zin
('haha, knort het varken') onder een ste
vig geschilderd portret van een dier, van
dichtbij huis of ver hiervandaan. Pas op
de laatste pagina's wordt duidelijk aar-
om het paard, de eekhoorn, de hond, de
papegaai en de andere dieren doen wat
ze doen.
Betty Shtyzer en Pauline Oud: Kijk dit is
Tijn (Kirnio, 19,90). Net als elke andei-e
peuter is Tijn erg geïnteresseerd in de fo
to's die zijn ouders van hem maakten
toen hij nog een baby was. Op de linker
pagina's van het boekje is telkens een 'fo
to' getekend waarop te zien is wat hij
vroeger nog niet kon, maar dat hem nu
hij al gToot is, moeiteloos afgaat. In het
bijbehorende fotoboekje Kijk dit ben jij
kunnen eigen foto's worden ingeplakt.
Een apart blad met lees- en speelideeën
geeft Quders, enleidsters in peuterspeel
zalen en kinderdagverblijven suggesties
voor activiteiten rondom het vooxiezen'
van dit derde boekje over Tijn.
Patsy Backx: Het verhaal van Stippie en
Jan (Gottmer, 15,00). Prentenboek met
verhaal op rijm over een schoonmaker en
een hondje.
Het tweetal werd aan de kant gezet,
maar weet later met een dansact iedei's
hart te winnen. Als enige kinderboek
kreeg het boek in 1993 het predikaat
'Best Verzorgd'. De jury was over het
bindwerk slecht te spreken, maar wilde
niet om het boek heen, omdat de prenten
erin 'iets heel zorgeloos (hebben) en geen
enkele concessie (doen) aan de goede
smaak'. Na drie succesvolle di'ukken be
gint het nu als kax-tonboek een nieuw le
ven.
Sjoerd Kuyper: Robin en Knor met teke
ningen van Sandra Klaassen (Leopold,
150 pag., 29,90).
Kloeke bundel met 61 voorleesverhalen
die voor peuters en kleuters later mis
schien zullen samenvallen met gelukki
ge herinneringen aan de tijd toen hun ei
gen wijde wereld nog de tuin achter hun
huis was.
De verhalen verschenen eerder in Robins
zomer, Robin en Suze en Robin op
school. Voor het tweede boek over het
jongetje dat bij menigeen een warm
plekje in het hart vond, kreeg Sjoerd
Kuyper in 1994 een Zilveren Griffel; dit
jaar voor zijn zesde Robin en God de
Gouden Griffel.
Arnold Lobel: Oom Olifant (Vertaling
Ank van Wijngaarden, Ploegsma. 64
pag., 19,50). Herdruk van een 'Blok-
boekje' over een oilfant zo oud, dat hij
meer rimpels heeft dan er bladeren aan
de bomen zitten; meer rimpels dan er
zandkorrels op het strand liggen, en
meer rimpels dan er sterren aan de hemel
staan: Maar een leukere oom dan hij kan
het neefje dat een tijdje bij hem moet lo-
geren (zijn ouders worden vermist na een
zeiltochtje op zee) zich niet wensen. Ar
nold Lobel (1933-1987) kreeg in 1971
een Zilveren Griffel voor 'Valentijn' en
tien jaar later een voor 'Bij Uil thuis'. In
1983 werd zijn 'Kikker en pad zijn best
tevreden' bekroond met een Zilveren
Penseel.
Hans Hagen: Jubelientje vangt een
vriendje met tekeningen van Philip
Hopman.(Van Goor,76 pag., 22,90).
Het vierde (voor)leesboek over een aan
genaam bijdehandje en haar oma die de
lekkex-ste eitjes van de hele wereld bakt.
Een kort fragment om de smaak te pak
ken te krijgen:,Vier puppies heeft ze de
ze keer", zegt de boer. „Vier verse hond
jes. U krijgt er één bij een doos
eieren.Gratis! Maar op is op. U moet er
als de kippen bij zijn." „Een gratis hond
je?!" roept Jubelientje. „Je moet twee
dozen kopen, oma. Twee hondjes..."
„Alsjeblieft niet", fluistext oma. „Nu
zijn nog schattig en klein. Maar ze wor
den net zo groot en gevaarlijk als hun
moeder. Of groter.."
„Ach, dat valt toch wel mee", zegt de
boer. „Als u ze goed opvoedt, lijken ze
kleiner. Wilt u één doos? Of twee? Of
drie-" „Vier!" roept Jubelientje. „De ei
tjes geven we weg en de hondjes houden
we zelf."
Jan Smeekens
Louis Ferron:Tinpest (De Be
zige Bij, 188 blz., ƒ36,50).
Nieuwe roman van Ferron,
gebaseerd op een thema uit
Dino Buzatti's roman II deser-
to dei Tartai'i, zoals in 1975
verfilmd door Valerio Zurlini.
Gert-Jan van Exel: Sneue Ei
kels (De Bezige Bij, 169 blz.,
ƒ29,50). Hilarisch portret
van een groepje studenten in
de jaren negentig. Debuutro
man van Gert-Jan van Exel
(1966).
Ijsvrij (Prometheus, 188 blz.,
24,90). De beste schaatsver-
halen uit de Nederlandse lite
ratuur, verzameld door Max
Dohle, met een inleiding van
schaatser Ben van der Burg
Lex Veldhoen: Hilde (Ad
Donker, 160 blz., ƒ29,50,
geïll.). Over het leven van me
juffrouw Eigner, een 'Duitse
dienstbode'. Biografie.
Evert BlankesteijnEen geur
van augustus (Kwadraat, 224
blz., ƒ34,90). Debuutroman
over afscheid en de weigering
om te veiiiezen wat men lief
heeft. Evert Blankesteijn
(1956) publiceerde eerder ge
dichten.
Jacob David MeesDagboek
1872-1874 (Verloren, 110 blz..
ƒ25,-). De dagelijkse aante
keningen van de Rotterdamse
baxxkierszoon Mees tijdens
zijn rechtenstudie geven een
vrolijk beeld van het toenma
lige studentenleven.
J.A Deelder: Het lot van de
eenhoorn (De Bezige Bij, 59
blz., 25,-). Nieuwe gedich
ten.
Patty Scholten: Ongekuste
kikkers (Atlas, 57 blz.,
29,90). Nieuwe gedichten
van de voor de VSB Poëzie
prijs genomineerde Patty
Scholten. Eerder verscheen
Het dagjesdier.
Gerard Reve: Verzamelde ge
dichten (Veen, 141 blz.,
24,90). Reves verzamelde
gedichten in een derde druk.
Thema's: God, de Liefde, de
Dood en Alcohol.
Charles PerraultSprookjes
(Aristos, 208 blz., ƒ49,90,
vertaald door Ernst van Alte-
na, geillustreerd door Peter
van Hugten). Boek met de ori
ginele versie van de elf
sprookjes die onder de titel
Sprookjes van Moeder de
Gans beroemd zijn gewox-den.
Tot nu toe waren ze alleen be
kend in de bewex'king van de
gebroeders Grimm.
Rosa Montero: Vrouwenpor
tretten (Wereldbibliotheek,
189 blz., 34,50, vertaald
door Barber van de Pol). Vol
gens Rosa Montero zijn de
vijftien vrouwenportretten
wier levens zij in dit boek be-
schxijft, met een verkeex-d
beeld in de geschiedenis te
recht gekomen of ze zijn daar
niet eens in opgenomen. Over
Agatha Christie, George
Sand, Simone de Beauvoir en
twaalf andere vrouwen.
Bohumil Hrabal: Vita Nuo-
va/Schilderijententoonstel-
ling (Bert Bakker, 312 blz..
45,-, vertaald door Kees
Mercks). Bohumil Hrabal
(1914-1997) was een van.de
meest oorspronkelijke Tsje
chische schxijvers. Vita Nuo-
va kan worden gezien als een
slotstuk van zijn autobiogra
fie die hij als zijn laatste grote
werk aan het begin van de ja
ren negentig schreef en waar
van Trouwpartijen het eex-ste
deel was.
Laurence HalocheDe geniet
ingen van het vlees (oorspron-
kelijke titel: Les plaisirs de la
chair, Meulenhoff, 248 blz,,
34,90, vertaald door Mix-jam
de Veth). Literaire debuut van
de Franse j ournaliste Laux-en-
ce Haloche (1966). De roman,
waarin een decadente, vexio-
x-en wereld vol magische
kx-achten wordt opgeroepen,
speelt in 1768. Hoofdpersoon
is een meisje, dat probeex-t
haar afkomst - dochter van
mensen die beschuldigd zijn
van hekserij en kannibalisme
- te verloochenen.
Zhuang ZiDe innerlijke ge
schriften (Meulenhoff. 166
blz.. ƒ39,90, vertaald door
Kristofer Schipper). 'Het
boek?van Zhunang Zi' is een
van de vroegste taoïstische
geschriften, 2400 jaar geleden
geschreven door Zhuang
Zhou, een tijdgenoot van
Aristoteles. Weinig boeken
hebben zo'n invloed gehad op
de culturen van China en Ja
pan als d i t werkD e i nnerlij ke
geschriften, die het oudste en
meest originele deel uitma
ken van dit boek, zijn nu door
taoïsme-specialist Kristofer
Schipper vanuit de oorspron
kelijke Chinese tekst toegan
kelijk gemaakt.
James Salter: Dwars door de
dagen (oorspronkelijke titel:
Burning the Days, Meulen
hoff, 385 blz., 55,-, vertaald
door Gerda Baardman). Met
Dwars door de dagen schreef
James Salter (1926) zijn me
moires over zijn leven, dat
door twee heel verschilllende
carrières gekenmerkt wordt:
die vaix gevechtspiloot bij de
Amerikaanse luchtmacht en
schrijver.
goed. Het is eigerxlijk het boek, waarvoor
ik de minste research heb gedaan. Maar
het is geschreven in de tijd dat ik ondex--
zoek deed naar het leven van William Bla
ke en Thomas More.
Biotoop
- Peter Ackroyd ontpopt zich steeds meer
als een literaire carthograaf van Londen.
Alle romans, alle levensgeschiedenissen
hebben deze stad als biotoop. Zoudtuooit
over een andere stad kunnen schrijven
Peter Ackroyd, literaire carthograaf van Londen.
foto Jacques Zorgman
„Ik kan mij het haast niet voorstellen.
Londen heeft mij altijd, door alle perio
den heen, geïntex-esseerd. En niet een tijd
vak in het bijzondei-. Dat komt vooral om
dat ik zelf en de mensen over wie ik schiijf
Londenarenzijn. Londen is voor mij in de
eerste plaats het gebied waarin ik werk,
letteiiijk en figuurlijk. Dat is de reden
waarom ik nu Thomas More als onder
werp heb. Ook een Londenaar."
„Het hedendaagse Londen is zeker zo in
teressant als dat van de achttiende of de
zestiende eeuw. De stad is altijd boeiend
gebleven, dat verschilt niet zo per perio
de. Londen is hei'bouwd, er is veel veran
derd, maar de geest is dezelfde gebleven.
Als ik door Cheapside loop, in het cen
trum van Londen, voelt het aan alsof daar
al tweeduizend jaar menselijke activiteit
heerst. Dat is een merkwaardige ervaring
omdat deze straat volledig modei-n is.
Maar de contouren zijn nog geheel histo
risch, de middeleeuwse structuur is nog
dezelfde."
„Voor mij is het verleden van de stad net
zo aanwezig als het heden. Ik denk niet
dat ik over andere steden zo makkelijk
zou kunnen schrijven. Ik ben namelijk
geen toeristisch type. Alleen wanneer ik
een plaats heel goed ken ben ik er in geïn
teresseerd. Ik moet echt weten wat er in
een straat gebeurd is, wie daar woonden.
Daarom zou ik nu een biografie van de
stad kunnen schrijven, als was hef een le
vend organisme."
- En wat voor soort persoon wordt dat
Acki"oyd: „Duister', mysterieus en mach
tig. Het is altijd een stad geweest die ge
bouwd is op geld. Een andere functie heeft
zij eigenlijk nooit gehad. Het karakter
Ackroyds nieuwste boek, Het proces tegen Elizabeth Crewe, speelt tegen het decor van het 19de-eeuwse Londen.
foto Shawn Baldwin
van de stad is daax-om eeuwenlang nogal
duister gebleven en onderdrukkend. Ar
men kunnen er goed leven. De misdaad is
omvangrijk, de armoede is groot. Het is
ook geen prettige stad, maar een lelijke.
Vooi-tdui'end is er hei'bouw geweest, ver
nielingen en branden. Maar daarom inte-
resseexrt het mij ook zo. Londen is de stad
van de armen en de onderdrukten. Zij
trekt mensen aan en maakt hen dan tot
slachtoffer, vermoordt hen."
Marx
- In uw boek komen wij Karl Marx tegen.
Het lijkt alsof u hem goed kent. Heeft u
idëe waarom Marx geloofde dat het Lon-
dense proletariaat, dat toch arm genoeg
was, geen revolutie, zou maken
„Het moet iets met het Engelse tempera
ment te maken gehad hebben. Hoe zal ik
het zeggen: de Britten vinden iets nogal
gauw belachelijk. Onder die omstandig
heden kun je geen revolutie hebben. Maxx
had dat in de gaten. Het zit ook in Engelse
literatuur, de wijze waarop tragedie, ly
riek en pantomine zijn gecombineerd. Ex-
is nooit spi-ake van één soort stemming,
maar van meerdere gelijk. Kax-1 Max-x be
greep dat het Londense proletariaat zijn
gevoel voor humor niet zou verliezen. En
dat is nodig om revolutie te kunnen ma
ken."
- U laat Karl Marx het theater 'het opium
van het volk' noemen. In Nederland ken
nen ivij Dan Leno nauwelijks, wie was
hij?
,„In Engeland is hij ook nauwelijks be
kend. Maar Londen kent hem. Hij was een
grote ster van het volkstoneel uit de late
negentiende eeuw. De beroemdste artiest
in zijn tijd. Het was een vreemde man,
leek soms wel niet goed wijs. Het grootste
deel van zijn leven is hij dronken geweest.
Hij overleed al op zijn 45ste. Maar als hij
op het toneel stond had hij nergens last
meer van, zijn optredens schijnen echt
magisch geweest te zijn. Hij was de lieve
ling van het publiek. Voor mij is hij sinds
een jaar of tien, toen ik hem ontdekte, een
held."
„Wat er van hem bewaard is gebleven zijn
zijn grappen, de üedjes die hij schx-eefHet
is heel eigenaardige humor, waarop het
Londense proletariaat dol was. Dat is
misschien ook de reden waarom mijn
Max-x niet in dat px-oletariaat geloofde. De
muziekhal was inderdaad opium voor
hen. Bijna niemand ging naar de kerk. De
'pantomine' was hun religie."
„Het volkstheater gaf hen een mogelijk
heid met de om-echtvaardigheid en ar
moede om te gaan op een pathetische en
sentimentele wijze. Daarom accepteer
den zijn hixn leven. In de 'pantomine' wer
den hun eigen gevoelens op het podium
ondex-zocht en leerde Dan Leno hen daar
om te lachen. Het was een heel klein man
netje, die een paar keer door de politie in
elkaar geslagen is. Met hem konden zij
zich identificeren. Het moet een louteren
de invloed op het Londense proletariaat
gehad hebben."
Jan-Hendrik Bakker
Peter Ackroyd: Het proces tegen Elizabeth
Cree - Uitgeverij Bzztöh, f 34,50.