Opzij is vriendin en waakhond PZC I Niet zo prikkelend meer Geen vrouwelijke charmes Strijd nog lang niet gestreden Vriendin voor een goed gesprek Laat die mannen nou maar Hij heeft nog steeds de broek aan reportage 29 zaterdag 22 november 1997 Vrouwen zijn baas in eigen buik, hebben een plek verworven op de arbeidsmarkt en staan hun mannetje in de maatschappij. De emancipatiebeweging heeft haar vruchten afgeworpen. Niet in de laatste plaats dankzij het gevecht van Opzij. Maar wat is de huidige rol van het feministisch maandblad, dat deze maand 25 jaar bestaat? Van de radicale Dolle Mina-spreekbuis tot het lijfblad van hoog opgeleide vrouwen, met inmiddels 25 procent mannelijke abonnees. Drie lezeressen en een lezer vertellen over hun band met het vrouwelijk opinieblad. „Met Opzij komt er een vriendin binnen". Femia Clijnk en Michiel: Het natuurlijk spel tussen man en vrouw wordt ontkend. foto Roland de Bruin :§ii Hi -v, Rob van Tergouw, directeur van de Rutgersstichting: Opzij is gemeengoed geworden. foto CeesZorn Rob van Tergouw, arts Rutgers Stichting: Hij leest Opzij weliswaar pas als zijn echtgenote het blad uit heeft, maar wel altijd trouw. Rob van Tergouw (51), dik twintig jaar arts bij de Rutgers Stichting in Am sterdam, voelt zich verwant met het feministische vrouwenblad. „Er zijn parallellen tussen de Rutgers Stichting en Opzij. Ze hebben allebei bijgedragen aan de emancipa tie van de vrouw." Seks voor het huwelijk, lust in plaats van voortplanting, de opkomst van de pil, abor tus, de rolverdeling tussen man en vrouw; de uitkomsten van de seksuele revolutie wa ren in het begin van de j aren zeventig onderwerpen waarmee de Rutgers Stichting zich bezig hield en die in Opzij uitvoerig aan de orde kwamen. „Wij herkennen onszelf in Opzij-discussies", zegt Van Tergouw. Al meent de arts dat Opzij „vlakker" is geworden. „Vroeger was het een fel blad. Iets was zwart of wit, je was voor of tegen, alles was absoluut. Opzij voerde een voorhoede gevecht. En nu lijkt de strijd gestreden. De emancipatie van de vrouw is vergevorderd. Al zijn de omstandigheden voor een gelijke rolverdeling tussen man en vrouw nog lang niet ideaal. Opzij neemt daarover nu fatsoenlijke standpunten in. Dat mag je ook ver wachten, maar het is allemaal niet zo prikkelend meer. Dat is volgens Van Tergouw ook logisch. „Opzij heeft een breder lezerspubliek gekre gen. Vroeger was het toch een elitair gedoe. Die discussies over vrije seks én de rol van de vrouw werden in kleine kring gevoerd, terwijl de rest van Nederland van niets wist. Opzij is numeer gemeengoed geworden. En dat is goed. Ik kan er heel tevreden van wor den als ik Opzij in de supermarkt zie liggen." Alleenstaand moeder Femia Clijnk: Haar vrouwelijke charmes gooit ze regelmatig in de strijd. Een verleidelijke glim lach of zielige huilbui komen goed van pas in de mannenwereld waarin Femia Clijnk (40) werkt. „Opzij benadrukt vaak de lasten voor de vrouw in een mannenwe reld. Maar als we een beetje ons best doen, winden we al die mannen toch om onze vin gers?" Clijnk, coördinator in de ambulante psychiatrie in Amsterdam, trakteerde zichzelf vier jaar geleden op een Opzij-abonnement, nadat ze het blad jaren los had gekocht. ,Ik herken veel in OpzijOmdat ik traditioneel ben opgevoed, heb ik nooit geleerd voor mezelf op te komen. Ik moest naar de huishoudschool omdat dat zo hoorde, terwijl ik makkelijk atheneum had kunnen doen. Met emancipatie ben ik niet grootgebracht, het werd eerder tegengewerkt. Ik heb vanaf mijn puberteit zelf ontdekt dat vrouwen wel degelijk iets voorstellen en iets kunnen. Daarover heb ik mijn eigen gedachten ge vormd en die toets ik aan Opzij. Lezen is een feest van herkenning: zie je wel, wat ik denk, klopt." Hoewel ze de Opzij-lijn af en toe niet helemaal volgt. „Opzij-vrouwen zijn of slachtof fers van hun echtgenoten, bazen en collega's of ze hanteren zelf mannelijke uitgangs punten. Terwijl daartussen volgens mij nog een hele wereld ligt. Je kunt toch gewoon vrouw blij ven? De psychiatrie is toch nog altijd een mannenwereld. Ik moet daarin za kelijk zijn. Dat is de ene kant. Aan de andere kant zorgden die mannen heel goed voor me toen ik zwanger was. En nog krijg ik, zodra ik een traan laat, alle aandacht die ik wil. Met charmes kun je een hoop voor elkaar krijgen. En over dat dubbele in de relatie tussen mannen en vrouwen lees je in Opzij weinig. Het natuurlijke spel tussen man en vrouw wordt ontkend. Terwijl dat nou net zo leuk is. Clijnk is alleenstaand moeder van een dochter (15) en een zoontje (7 maanden). „Vol gens mij is emancipatie dat mijn kinderen later kunnen doen wat ze willen zonder dat ze belemmerd worden door hun sekse. Maar daarbij moeten ze wel gewoon een vrouw en een man kunnen blijven." De emancipatie is nog lang niet voltooid, meent Clijnk. „Als ik lees dat vrouwen in de zelfde functies minder worden betaald dan mannen, weet ik niet wat ik zie. En het is nog altijd onmogelijk om in hogere functies parttime te werken. Een beroep als arts is niks voor vrouwen die kinderen willen. Terwijl het prima zou kunnen als je goede af spraken maakt. Maar pas als een beroep schaars wordt, komt er tijd voor vrouwen. Een geëmancipeerd blad moet daarbij de vinger aan de pols houden. Maar soms overdrijft Opzij ook. Als je zwanger wordt, terwijl je net een nieuwe baan of promotie hebt gekre gen, mag een baas dat niet vervelend vinden. Want vrouwen hebben het recht om zwanger te worden. Dat vind ik dus onzin. Als je op dat niveau wilt meedoen, moet je als vrouw ook accepteren dat je in sommige posities niet zwanger kunt raken." Cisca Dresselhuys, hoofdredactrice van Opzij: Als het moet, voeren we actie. foto CeesZorn Hoofdredacteur Cisca Dresselhuys: De rol van Opzij is in 25 jaar dan wel veranderd, maar nog lang niet uitge speeld. Eénstapop wegnaar emancipatie van de vrouw is gezet, namelijk ar- beidsparticipatie. „Maar het is slechts één stap", zegt Cisca Dresselhuys, hoofd redacteur. „Vrouwen zijn en masse de arbeidsmarkt op gegaan. Maar mannen zijn niet met z'n allen de keuken in getrokken. We zijn er nog lang niet." Eigenlijk is er niets bijzonders aan Opzij. „Het is een blad als alle andere bladen", vindt Dresselhuys. „Vrouwen herkennen zich in de verhalen. Alleen gaan die bij ons over bredere problemen. Als je wilt weten hoe chrysanten goed afsnijdt en of de tijgerprint nog wel in is, lees je Libelle of Margriet. En voor vragen over de combinatie van kind en carrière lees je Opzij." Ze kent haar 80.000 lezers goed. Driekwart is vrouw en hoog opgeleid. Meer dan de helft heeft een baan, de helft heeft kinderen en de PvdA geniet de grootste poli tieke voorkeur onder de abonnees van Opzij. „Opvallend is dat er ook heel veel poezenbezitters bij zijn. Ik denk dat een poes een makkelijker huisdier is voor een werkende vrouw dan een hond. Poezen redden zich wel als j e er niet bent. Maar je kunt het ook dieper zoeken. Renate Dorrestein zag ooit een belangrijke overeen komst tussen poezen en feministes: eigengereidheid. Huisdieren komen weinig aan bod in Opzij. Betere verdeling van zorgtaken, het huishouden en arbeid blijft het stokpaardje. „Helemaal nu de Emancipatieraad is opgeheven, moet Opzij voor waakhond spelen. We zijn een gewoon blad, maar met een extra functie vanwege onze achtergrond in de vrouwenbeweging. Als het móet, voeren we actie voor verbetering van de positie van de vrouw." Dat blijft nodig, meent de hoofdredacteur. „Want de huishoudens waarin alles fifty-fifty is verdeeld kom je maar heel weinig tegen. Nog altijd stopt een meer derheid van de vrouwen met werken als er een kind wordt geboren. Omdat man nen zogenaamd niet part-time mogen werken van hun baas. Maar als ze echt zou den willen helpen zorgen en huishouden, dan zouden ze dat wel doen. Ik denk dat veel mannen de schuld afschuiven op hun werkgever." Nel Nijhof, oudste abonnee (85): Een handvol gouden tientjes verdiende ze met ingezonden brieven naar Mar griet. En Nel Rijhof (85) spelt iedere maand Voetbal International. Ze is fan van Ajax. sport is haar grote passie. Maar haar hartligt bij Opzij. „Ik lees het blad nooit in één keer uit. Met. Opzij moetje zuinig doen." Zé verfoeide ooit de traditionele vrouwenbladen. Huis, tuin, mode en recepten; de inhoud paste niet bij haar hang naar „zwaardere kost", maar ze las ze wel, de Margriet en de Libelle. In Opzij yond ze uiteindelijk wat ze zocht: „Een vriendin die niet even óp bezoek komt, maar met wie je een echt gesprek kunt voeren.Op zij biedt Nel Nijhof stof tot nadenken en discussie. „Dat houdt de geest jong", vindt ze. „Als je oud bent, krijg je meteen het stempel krakkemikkig. Alsof je al leenmaar achter de geraniums over koetjes en kalfjes zit te neuzelen. Daar wil ik tegen strijden. Maar wel vreedzaam, hoor." Voor Nel Nijhof is lezen geen eenrichtingsverkeer. Opzij deelde ze met vriendin nen en nu die er niet meer zijn bespreekt ze het blad met een verpleegster. Boven dien klimt Nel Nijhof in de pen als ze het ergens niet mee eens is of juist wel. „Ik zoek contact." Zo verdiende ze haar Margriet-goud, maar bouwde ze ook een band op met Opzij -hoof dredacteur Cisca Dresselhuys. „En ik heb naar aanlei ding van verhalen in Opzij briefwisselingen gehad met bisschop Muskens, Simon Carmiggelt en Renate Dorrestein." Interviews met interessante mannen pluist ze uit. Journalist JanBlokkerviel na-uitlatingen in Opzij echt van een voetstuk. „Hij heeft kritièk op zo veel dingen, maar kan zelf nog geen kopje koffie zetten." Marie-José van den Ende, inkoop ster herenmode: Je kunt natuurlijk overal een pro bleem van maken. Dus ook van de verschillen tussen mannen en vrouwen. Maar Marie-José van den Ende (30), product-manager bij een grote herenmode-keten, bekijkt het liever van de andere kant. „Mannen deden vroeger alles verkeerd en ze begrepen ons niet. Maar nu is er pri ma met ze te werken. Mannen en vrouwen vullen elkaar aan. Maar van gelijke rolverdeling is nog lang geen sprake, weet Van den En de. „Ik deed laatst een hele dure cursus in de reclamewereld met bij na alleen maai- mannen. Van die hippe, snelle, moderne jongens. Maar bij de meesten zit de vrouw thuis, die hoeft niet te werken. Dat wordt gezien als luxe, maar ik kon het bijna niet geloven. In de prak tijk vallen die vooruitstrevende mannen dus erg tegen." Zelf heeft Van den Ende er één ge troffen die later ook een deel van de zorg voor eventuele kinderen op zich wil nemen. „Ik heb de leeftijd, hè? In mijn omgeving krijgt ieder een kinderen. Ik denk er veel over na. Aan de ene kant heb ik zo'n leu ke baan, aan de andere kant kan ik niet te lang wachten met moeder worden. Over dat dilemma lees ik graag in Opzij. Hoe combineer je kinderen met een carrière? Ik wil dan vier dagen gaan werken, maar ik heb nu aan zes dagen soms niet eens genoeg. Hoe het dan moet als ik een kind krijg, weet ik nog niet. Maar in Opzij vind ik bevestiging: het kan, er zijn oplossingen. Dat maakt Opzij anders dan alle andere bladen. Het is een bron van infor matie, maar ook een toetssteen. Het gaat allemaal wat dieper. Al vind ik dat er best meer aandacht mag zijn voor zakenvrouwen zoals ik. Ik was laatst in mijn eentje naar Parijs voor m'n werk. Nou, je moet niet denken dat je dan ergens kunt eten. Tafeltjes voor één vrouw hebben ze niet. Ik zal vast niet de eerste zijn die dat is overkomen." „Voor m'n werk lees ik ook Man, vanwege de modeplaatjes, en Quo te. Veel vrouwen begrijpen niet waarom ik die bladen lees, omdat ze echt alleen voor mannen zijn be doeld. Maar ik vind dat juist wel leuk. Laat die mannen maar, denk ik dan." Evelien de Jager Opzij viert het jubileum op vrijdag 28 november. De mannelijke dominantie in het hu welijk staat nog steeds fier overeind. Twee opeenvolgende feministische gol ven hebben die positie niet aan het wan kelen kunnen brengen. Uit Nijmeegs on derzoek blijkt zelfs dat de invloed van de man nog groter is dan altijd werd aange nomen. Niet zij, maar hij bepaalt in de re gel het kindertal. Zij beslist naar welke film er zaterdagavond wordt gegaan. Alle clichés ten spijt over vrouwen die thuis de broek aan hebben, in werkelijk heid zijn het in ons land toch de mannen die het voor het zeggen hebben in het hu welijk. Niets nieuws eigenlijk. Die domi nantie wortelt diep in het verleden. Eeu wenlang is de man degene geweest die voor het brood op de plank zorgde. Daar aan dankte hij zijn overheersende rol. De vrouw was de afhankelijke partijTerwijl hij de kost verdiende, bracht zij de kinde ren groot en deed het huishouden. De heftige emancipatiegolven van dé ja ren zestig en zeventig veranderden daar weinig tot niets aan: het beeld van de on afhankelijke man en de afhankelijke vrouw is blijven bestaan. De socioloog dr. M. van Berkel toont aan dat beeld en wer- kelijkheid elkaar niet ver ontlopen. Ster ker nog, in werkelijkheid is het zelfs alle maal nog een stuk erger. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de man, en niet de vrouw, bepaalt in de regel de grootte van het gezin. Dat is even slikken, want het hoofdstuk kinde ren gold altijd als het specifieke domein van de vrouw. Als ze in het huwelijk er gens haar invloed kon laten gelden, dan was het wel op dat terrein. Niets is minder waar, zo blijkt uit de studie waarop Van Berkel onlangs aan de Katholieke Uni versiteit Nijmegen is gepromoveerd. Van Berkel ontdekte dat het in bijna hon derd procent van de gevallen degene is met de hoogste opleiding die uitmaakt hoe groot de kinderschare wordt. In die huwelijken waar de vrouw 'het meeste letters heeft gegeten', bepaalt zij de ge zinsgrootte. „Maar omdat in drie van de vier huwelijken de man de hoogste oplei ding heeft genotenmoet j e vaststellen dat zijn stem het zwaarst weegt", aldus de so cioloog. Aantal kinderen Hoe hoger de opleiding overigens, des te minder kroost. Laag geschoolde echtpa ren zetten gemiddeld dubbel zo veel kin deren op de wereld als stelletjes met een hoge opleiding. Echtparen waarbij man en \touw alleen de lagere school hebben doorlopen, verwelkomen gemiddeld vijf kinderen. De teller bij paren met een uni versitaire opleiding blijft meestal steken bij twee blagen. „Een verklaring daar voor? Hoe hoger de opleiding, des te beter de baan en des te minder de noodzaak om uit economische overwegingen kinderen te nemen, Wat je ook ziet, is dat. hoger op geleiden meer waarde hechten aan tijd voor zichzelf", aldus Van Berkel. De^ emancipatiegolven hebben ook de huishoudelijke taakverdeling goeddeels intact, gelaten. Nergens is de dominantie van de man zo sterk ingebakken als daar. Driekwart van de bevolking mag dan wel vinden dat de taken gelijk moeten worden verdeeld, in de praktijk komt van die no bele gedachtegang bitter weinig terecht. Zijn aandeel is de afgelopen twintig jaar met nog'geen drie procent gestegen: van 8,6 uur naar 11,3 uur in de week. Gemid deld spendeert zij twee tot drie keer zo veel tijd aan het huishouden. En als hij al eens wat doet. dan zijn het de relatief prettige klusjes. Eten koken en boodschappen doen. Met een beetje aan dringen wil hij ook wel afwassen. Gemid deld neemt de man daarvan dertig pro cent voor zijn rekening. Maar wassen, stofzuigen en het bed opmaken, da's maar niks gedaan. En kom bij hem al helemaal niet aan met een stofdoek of een wc-bor- stel. Opleiding speelt nauwelijks een rol van betekenis bij de verdeling van de huis houdelijke taken. Laag of hoog opgeleid, de vrouw schrobt, boent en wast zich suf. Helemaal bar en boos is het in die gezin nen waar de vrouw een veel hogere oplei ding heeft dan haar man. „In geen enkel ander huishouden zie je zo'n traditioneel, rolbevestigend patroon. De man doet bij na niets in het huishouden, zij juist meer dan gemiddeld. Alsof ze door in huis su per-traditioneel te doen de niet-traditio- nele situatie buitenshuis wil compense ren", zegt Van Berkel. „De man heeft dan minder reden zich bedreigd te voelen." De hoog opgeleide man heeft daar geen reden toe en doet dan ook meer in het huishou den. ,Let wel, niet veel maar wel meer dan gemiddeld", tempert de socioloog al te ho ge verwachtingen. Politieke voorkeur Is er dan geen enkel terrein waar de vrouw haar stempel op kan drukken? Moet ze al tijd rekening met hem houden? Zo troos teloos is het volgens de socioloog ook weer niet. Ze laM zich betrekkelij k weinig door hem beïnvloeden waar het gaat om de po litieke voorkeur. Nog altijd meer dan om gekeerd - de man trekt zich namelijk zo goed als niets aan van het stemgedrag van zijn vrouw - maar toch. Het enige gebied waar de man echt zijn dominantie laat va ren, is het uitgaansleven. Zij bepaalt wel ke theatervoorstelling wordt bijgewoond, welk filmpje er wordt gepikt en welke tentoonstelling wordt bezocht. Net als bij de bepaling van de gezins grootte is hier de opleiding van belang, maar dan net andersom. Wat we zien is dat de partner met de laagste opleiding uitmaakt welke film er op zaterdagavond wordt bezocht. Dat'het tot cultuurver schraling binnen het huwelijk leidt, wordt op de koop toegenomen. Van Ber kel:,In het buitenland is dat anders, maar in Nederland slaan we een voor de partner te hoog gegrepen voorstelling liever over. De conclusie van Van Berkel is dat de man nog niet veel terrein heeft prijsgegeven van zijn dominantie. Zijn overheersing in het huwelijk brokkelt wel af naarmate het aantal vrouwen met een hogere opleiding stijgt, maar erg hard gaat het niet. Hans Bekkers

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 29