We moeten nadenken
over onze omgeving
Opeens lag Oostzaan op de uitvliegroute van Schiphol
Op zoek
naar het
Zeeuwse
gezicht
reportage zaterdag 22 november 1997 27
Vlak water
Zeelandbrug
Weidse polders
Dorpspomp
Zeeland. ..Iedereen die in Zeeland wel
eens met een baksteen sjouwt is in het
bestuur vertegenwoordigd." Hij legt
uit dat het niet de bedoeling van de
stichting is om kritisch te zij n. Het gaat
er veel meer om eventuele kritiek uit te
lokken.Je kunt het ook positiever uit
leggen en zeggen dat wij architecten,
opdrachtgevers en bouwers proberen
te stimuleren door schouderklopjes uit
te delen", vult Eric Vinken aan. Hij is
een van de drie provinciale ambtena
ren die aan de stichting als ondersteu
ning zijn toegevoegd. Van Hunnik:
Wij hebben zelf geen oordeel over wat
mooi en lelijk is. Wij bepalen ook niet
wat goed en slecht is. Dat vragen we
aan een onafhankelijke jury. Wij zijn
meer voorwaarden scheppend bezig.
Nieuw is wel dat er zoveel groeperin
gen in het bestuur bij elkaar zitten, die
allemaal iets met bouwen te maken
hebben. Dat is tot nu toe nog niet ver
toond in Zeeland."
Architectuurprijs
Op verschillende manieren wil de
stichting de discussie losmaken. De
eerste activiteit is al aangekondigd.
Dat is de Zeeuwse architectuurprijs.
Die prijs gaat naar een project 'dat een
inspirerende bijdrage levert aan de
ruimtelijke kwaliteit in Zeeland'. Het
ene jaar worden gebouwen beoor
deeld, het andere jaar ruimten. Ieder
een, ook de Zeeuwse burger, kan pro
jecten aandragen. Dat moeten gebou
wen, straatmeubilair en civiel-techni-
sche objecten zijn die in deze provincie
zijn gerealiseerd of opgeleverd tussen 1
januari 1993 en 1 januari 1997. Een on
afhankelijke jury beoordeelt de voor
drachten.
Een tweede activiteit van de stichting
bestaat uit een educatief project voor
het voortgezet onderwijs. Het komt er
op neer dat een tentoonstelling, lesma
teriaal en (werk)boekjes worden sa
mengesteld die op scholen gebruikt
kunnen worden in de lessen.
Signaal
Een derde activiteit die op stapel staat
is het uitschrijven van een prijsvraag
voor Zeeuwse vakantiewoningen. Eric
Vinken: ,,De stichting heeft zelf dan
wel geen mening, maar het feit dat spe
cifiek voor vakantiewoningen een
prijsvraag wordt uitgeschreven is wel
een signaal."
Van Hunnik: „We moeten met z!n allen
meer nadenken over onze omgeving.
Dat is niet alleen een zaak van archi
tecten en ontwerpers. Het geldt ook
voor opdrachtgevers. Als je toch iets
verandert aan je omgeving, waarom
zou je het dan niet fraai doen. Niet dat
mensen bewust lelijke dingen maken,
maar er zou best wat meer over nage
dacht en gediscussieerd kunnen wor
den." Om mensen daadwerkelijk rond
de tafel te krijgen en over vormgeving
te laten praten gaat de stichting per re
gio publieke debatten organiseren.
„Mensen hebben over van alles en nog
wat een mening, dus ook over hun
(woon)omgeving. Maar hoeveel Zeeu
wen weten dat het waterpaviljoen op
Neeltje Jans een prijs voor zijn ont
werp heeft gekregen. Of er een Zeeuws
gezicht is? Daar doe ik geen uitspraak
over. Laat er maar een zoektocht ko
men naar het Zeeuwse gezicht. Daar
moet wat mij betreft iedereen aan mee
doen. Dat is wat de stichting wil. Dat er
over gepraat wordt. Sommige dingen
zijn te belangrijk om alleen aan des
kundigen over te laten. We bouwen
toch niet alleen voor architecten? De
gein is dat je dingen neerzet, waarvan
mensen over 100 jaar nog zeggen dat
het de moeite waard is."
René Schrier
Het Zeeuwse Gezicht is vooral
het Zeeuwse land en water.
Dat blijkt bij een rondje langs vijf
Zeeuwen van wie verwacht mag
worden dat ze wel eens over het
Zeeuwse gezicht nadenken. Mensen
denken niet in de eerste plaats aan
stedebouw en architectuur als ze
zich het Zeeuwse gezicht voor de
geest halen.
Toch vraag je je nogal eens af als je
door Zeeland rijdt: hoe hebben ze
dat daar neer kunnen zetten? Niet al
leen in de Zeeuwse steden verrijzen de
meest wanstaltige gebouwen. Ook
dorpen worden toegetakeld met uit
breidingsplannen die niet voor niets
witte schimmels genoemd worden. Het
besef dat sommige architecten mis
schien wat al te zeer de vrije hand krij
gen. begint langzaam maar zeker in
Zeeland door te dringen. Een enkele
gemeente zet het architectuurbeleid
op de politieke agenda of stelt een
beeld-kwaliteitsplan op. Het zijn eer
ste voorzichtige signalen. Links en
rechts duiken ook architectuur-prijs
vragen op. Zoals onlangs voor lande
lijk bouwen in de Zak van Zuid-Beve
land. Het is tekenend dat bij die wed
strijd niet een van de gerenomeerde
Zeeuwse architectenbureaus won,
maar dat de Bouwwinkel Zeeland met
de eerste prijs aan de haal ging.
Ook het provinciaal bestuur vindt dat
er meer en beter nagedacht moet wor
den over architectuur en de invulling
van open ruimten. Het is hoognodig
dat de Zeeuwse burgers daar bij be
trokken worden vindt gedeputeerde
drs. G.L.C.M. de Kok. Hij nam daarom
het initiatief om de stichting Het
Zeeuwse Gezicht op te richten. De offi
ciële doelstelling van de stichting
luidt: 'Permanent aandacht vragen
voor de kwaliteit van de vormgeving
en het beeld van de bebouwde en onbe
bouwde omgeving in de provincie Zee
land'.
Discussie
Ook gedeputeerde J.G. van Zwieten is
bij het initiatief betrokken, maakt hij
duidelij k als hem naar het Zeeuwse ge
zicht wordt gevraagd. Hij was op zijn
terrein, dat van de ruimtelijke orde
ning en de volkshuisvesting, al bezig
met de discussie over beeld en kwali
teit. We moeten er voor zorgen dat we
niet alleen conserverend bezig zijn. We
moeten ook ontwikkelingen voortzet
ten met behoud van kwaliteit. Er zijn
nogal wat mensen die roepen: er mag
niks, en als er dan gediscussieerd
wordt blijken die mensen vaak de bo
ventoon te voeren.
De stichting het Zeeuwse Gezicht zal
niet als een kritische waakhond speu
rend door de provincie gaan op zoek
naar wanstaltige gebouwen. Ook uit
de bestuurssamenstelling is af te lei
den dat deze club niet de luis in de pels
van de Zeeuwse architectuur wordt.
Het zijn vooral gevestigde namen op
het gebied van bouwen, ontwerpen en
besturen die de bestuursfuncties ver
vullen. Een greep: de voorzitter van de
Zeeuwse afdeling van de
architectenbond BNA B. Gillissen, de
voorzitter van de Zeeuwse afdeling
van de makelaars NVM M. Faasse, de
Goese wethouder C.R.M.M. Linssen,
aannemer G. van Kralingen, bankier P.
van de Steenoven, de architecten D.
Monfils en J. W. Bosch en gedeputeerde
De Kok.
Voorzitter is H.J. van Hunnik, oud
hoofdingenieur-directeur voor volks
huisvesting en ruimtelijke ordening in
Middelburg
Saeftinge
K. Kostense, voorzitter van de
stichting Het Zeeuwse Land
schap, denkt aan vlak land en
water als hij aan het Zeeuwse
landschap denkt. Verder vindt
hij de menselijke schaal ook erg
Zeeuws. „Het zijn nog niet van
die Amerikaanse stukken land
De percelen worden omlijnd
door dijken en bomen.Als Kos
tense mensen van buiten de pro
vincie Zeeland wil laten zien
neemt hij ze mee haar Saeftinge
en het Zwin, „Daar ligt nog het
echte Zeeland, het restant van
tientallen: eeuwen geleden, Dat
zoiets allemaal in één provincie
ligt, dat is typisch Zeeland."
J.G. van Zwieten, gedeputeerde
belast met volkshuisvesting en
ruimtelijke ordening, wil verge
zichten zien als hij aan Zeeland
denkt. Het is wat hem betreft
vooral de kleinschaligheid en
het feit dat de wordingsgeschie
denis nog in het landschap terug
is te vinden. Aan de nadere kant
hoort wat Van Zwieten betreft
ook de Zeelandbrug bij het
Zeeuwse Landschap: „Als je nu
zo'nbrug over de Oosterschelde
aan zou willen leggen, zou ie
dereen protesteren. Maar de
Zeelandbrug hoort er nu onver
brekelijk bij. Niemand zou hem
nog; willen missen." Specifieke
dorpssilhouetten zijn er niet zo
duidelijk in de beleving van Van
Zwieten. „Je hebt overal wel
ring- of dijkdorpen. Nee, het
specifieke van Zeeland zit hem
vooral in het landschap."
West-Zeeuws-Vlaanderen
H.C. van der Maas, voorzitter van de Land- en Tuinbouw Organisatie Zeeland, wil
weidse polders zien. met aan de einder eendijk waarop bomen staan. Dat is zijn Zeeuw
se landschap. Maisvelden zijn hem al te hoog, want dan kan hij de horizon niet meer
zien. „Het gewone open polderlandschap, voor zover dat nog mogelijk is, dat is het
Zeeuwse landschap. Let wel, ik doel met op een museumlandschap. Er moet wel wat
mogelijk zijn. Ookbossenpassen wat mij betreft niet in dat landschap. Wel bomen op de
dijken. Dat zijn de coulissen." Van der Maas verlangt na een paar dagen Oostenrijk en
Zwitserland weer naar het vlakke land: „Dat zit waarschijnlijk in je genen, dat open
polderlandschap."
Ing. R.H. ter Heide, directeur
van het Bureau voor Toerisme
Zeeland, zou het liefst in één
plaatje alle aspecten van het
Zeeuwse landschap vatten. Dat
is een beetje beroepsdeformatie.
Wat hem betreft bestaat het
Zeeuwse landschap uit strand,
duinen, kleine polders, wat rode
daken van een Zeeuwse cul
tuurhistorische kem en een
mooie blauwe lucht. Een van de
mooiste vergezichten op het
Zeeuwse land ziet Ter Heide als
hij in zijn auto over de storm
vloedkering richting Middel
burg rijdt. Bovenop het viaduct
over de Roompotsluis liggen
dan rechts het strand en de dui
nen van Walcheren en links het
polderland van Noord-Beve
land en in het midden de histori
sche toren van Veere. Aan de an
dere kant; hij heeft zich ook wel
eens laten fotograferen voor de
historische dorpspomp van Sint
Anna ter Muiden als voorbeeld
van een typisch oud Zeeuws
dorpje.
Lamswaarde. fotografie lex de meester
Prof. dr. H.L.F. Saeijs, hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat directie Zeeland,
denkt bij het Zeeuwse Landschap aan dijken, getij dewateren, luchten en een open
landschap met hele specifieke heggetjes. Vooral een getijdewater als de Westerschelde
is wat Saeijs betreft typisch Zeeuws: „Zo'n enorme watervlakte die op en neergaat, met
scheepvaart en bijvoorbeeld zo'n boulevard in Vlissingen. Dat is Zeeland." Als Saeijs
gasten heeft die hij Zeeland wil laten zien rijdt hij met hen naar de stormvloedkering,
de Krammersluizen en de sluizen in Terneuzen. „Onderweg kom je door het echte
Zeeuwse land. Die sluizen en dammen liggen als kunstwerken in die entourage."
René Cappel en z'n vriendin Ingrid Kragt slapen dit week
einde weer beneden op de bank. „Kikkers en kerkklokken
waren de enige geluiden die je hier pakweg een jaar geleden
's avonds hoorde. Nu komt er om de minuut een startend vlieg
tuig over met bulderende motoren."
Bij het verleggen van de uitvliegroutes - bedoeld om Amster
dam en Zaandam te ontlasten - zagen de plannenmakers per
ongeluk Oostzaan over het hoofd. „We hebben tien jaar krom
gelegen om dit huis te betalen. Ik laat me niet wegjagen. Daar
om hang ik elke avond aan de klachtenlijn van Schiphol."
René Cappel uit Oostzaan staat al lange tijd onbedreigd num
mer één op de lijst van frequente bellers bij de Commissie
Geluidhinder Schiphol (CGS). De vrijwilligers van deze klach
tenlijn voor Schiphol vinden de onophoudelijke stroom tele
foontjes om gek van te worden. Hij hangt soms de hele avond
aan de lijn. Dan componeert hij waslijsten van tijdstippen
waarop vliegtuigen overkomen en belt deze vervolgens in se
ries van vijf door. Ooit noteerde hij op één dag 114 lawaaima
kers.
Oostzaan, een dorp met achtduizend inwoners, is het grootste
slachtoffer van de nieuwe uitvliegroutes van Schiphol. Be
doeld om Amsterdam en Zaandam te ontlasten, voei't de nieu
we uitvliegroute van de Zwanenburgbaan nu pal over Oost
zaan. Cappel: „Bij de besluitvorming, waar Amsterdam en
Zaandam bij betrokken waren, was Oostzaan bestuurlijk ge
makshalve bij Zaandam gevoegd. Natuurlijk had het Zaanse
gemeentebestuur geen bezwaar tegen verplaatsing van de
vliegroute richting Oostzaan. Niemand anders bij de CGS rea
liseerde zich dat Oostzaan een zelfstandige gemeente is."
Volgens Cappel krijgt Oostzaan nu ongevraagd het vuil van
Amsterdam en Zaandam op zijn bord. „Toevallig hoorde een
Oostzaans raadslid van een Zaandamse collega wat er stond te
gebeuren. In de haast werd toen in april vorig jaar een voorlich-
René Cappel: Ik blijf de klachtenlijn van Schiphol bellen tot ik
er bij neerval, totdat ze er helemaal gek van worden.
foto Ron Pichel
tingsbijeenkomst gehouden door de Rijksluchtvaartdienst en
de CGS. Daar werd verteld dat de toestellen op een hoogte van
twee- tot drieduizend meter zouden overkomen. Later veran
derden ze dat getal in zo'n zevenhonderd meter. Maar haast
niemand in het dorp maakte zich echt zorgen, 't Zal zo'n vaart
wel niet lopen", dacht iedereen.
Op 10 oktober vorig jaar om één uur 's middags verscheen bo
ven Oostzaan het eerste vliegtuig. „Die dag slaagden we er in
het dorp te mobiliseren. De noodklok van de kerk werd geluid
en we lieten zwarte ballonnen op. Schiphol moest het vliegver
keer tijdelijk stilleggen."
Sindsdien zijn er, zij het tot nu toe vergeefs, duizenden be
zwaarschriften ingediend. Na Amstelveen is Oostzaan de
plaats waar de meeste geluidshinderklachten vandaan komen.
René Cappel, in het dagelijks leven slager te Amsterdam,
neemt met zijn telefonades een flinke portie van die klachten
voor zijn rekening.
De overlast werkt zo diep door dat Cappel zich ernstig gehin
derd voelt in z'n hobby: de tuin, de vijver en de vissen. Een klein
paradijsje waar pakweg duizend vissen in rondzwemmen, ,,'t
Lijkt wel of de duvel ermee speelt. Elke keer als ik buiten kom
begint dat gesodemieter in de lucht weer. Dan vlucht ik maar
weer zo gauw mogelijk naar binnen .Toen we hier kwamen, was
het heerlijk wonen: eigen huis, grote tuin. Inclusief de verbou
wing waren we vierenhalve ton lichter. Dat we hier aan een vrij
drukke weg kwamen te wonen, namen we op de koop toe. Tien
jaar lang hebben Ingrid en ik voor ons droomhuis gespaard. En
nu worden we geterroriseerd door die vliegtuigherrie."
Zes dagen in de week staat Cappel van zes uur 's morgens tot
acht uur 's avonds te ploeteren in de slagerij. „Zondagochtend
wil ik uitslapen. Onze slaapkamer is een houten opbouw op het
huis. Maar uitslapen is er niet bij. Om kwart over zes zondag
morgen begint die ellende. Dan ga ik naar beneden en kijk wat
tekenfilms, waarna ik vaak op de bank in slaap val. Ingrid
komt altijd wat later en nog een stuk chagrijniger dan ik naar
beneden. Onze relatie staat onder hoogspanning. Overdag
gaan we maar op bezoek bij verre vrienden."
Cappel weigert zich neer te leggen bij de situatie in 'zijn' lucht
ruim. „Ik was hier 't eerst. We hadden nooit kunnen vermoeden
dat we ooit last van vliegtuigen zouden krijgen. We wonen he
melsbreed zeventien kilometer van Schiphol vandaan!
In zijn tuin begeeft hij zich nauwelijks meer. „Ik verwaarloos
m'n vissen. Van de zomer had ik een barbecue gepland voor ze
ventig gasten. De dag daarvoor bêlde ik of de Zwanenburg-
baan in gebruik zou zijn. 'Ja', zeiden ze. Ik heb iedereen maar
afgebeld."
Spreiden
Tegen vliegtuigen op zich zegt Cappel niets te hebben. „Wij
gaan ook als het even kan met een charter naar de zon. Maar la
ten ze alsjeblieft de overlast spreiden. Amsterdam is voorstan
der van de groei van Schiphol tot zestig miljoen passagiers.
Laat die maar lekker over Amsterdam vertrekken."
Het enige dat Cappel rest is z'n stem te laten horen. „De eerste
keer belde ik de politie. Die bel je toch ook als je buren overlast
veroorzaken? Die gasten konden er natuurlijk niets aan doen.
Waar moest ik dan met m'n klachten naartoe? De politie wees
me toen op de klaaglijn, waar je overigens ook niks aan hebt.
Vijf klachten per telefoontje tellen als één grote klacht. Onzin.
Elke klacht is er toch één?"
Dat bellen kost Cappel en zijn vriendin zo'n vijftig tot honderd
gulden in de twee maanden. „Maar ik blijf bellen tot ik er bij
neerval. Totdat er iets verandert. Totdat ze er helemaal gek van
worden. Tja, anders had ik net zo goed in de Bijlmer kunnen
gaan wonen."
Een stemadvies wil Cappel met het oog op de komende verkie
zingen ongevraagd wel geven. „De laatste keer raadde ik In
grid aan WD te stemmen. Maar die arrogante Jorritsma kan ik
niet meer luchten of zien. Ze stelt Schiphol boven de wet. Ze
laat ons stikken. Ik ga naar de Groenen, of hoe ze ook mogen he
ten."
Bill Meyer