Privé kun je moeilijk genuanceerd zijn
Kinderen hebben een hekel aan verhuizen
PZC
Politici
en hun
pubers
reportage
25
zaterdag 22 november 1997
Zwaar alcoholmisbruik door
jongeren leidt steeds opnieuw
tot fatale vechtpartijen.
Levensgevaarlijke XTC-pillen
verzieken de house-cultuur. Soft
drugs duiken soms zelfs in lagere
scholen op. De jeugd
experimenteert als vanouds, en de
politiek roept om maatregelen:
jacht op XTC-producenten,
alcoholontmoediging, minder
koffieshops. Vier Kamerleden, allen
ouders van kinderen in de
gevaarlijke leeftijd, praten over de
moderne verlokkingen. 'Ik wil mijn
kind in het weekend niet als een
dweil thuis hebben.'
Ook Tweede Kamerleden liggen wel
eens wakker van hun kinderenPieter
Jan Biesheuvel (CDA), vader van vier kin
deren: ,,De eerste keer dat mijn dochter
's nachts alleen thuis zou komen? Ik deed
geen oog dicht!"
„Je hoort ieder geluidje in huis", vult Nic
ky van 't Riet (D66) aan. Biesheuvel: „Ze
hebben ook van die goeie smoezen om nog
later thuis te komen. Mijn zoons moeten
dan eerst nog de meisjes thuis brengen. En
die smoes klopt nog ook.
WD-defensiespecialist Theo van den
Doel hoort het glimlachend aan. Een af
spraak is bij hem thuis in Ermelo een af
spraak. Zijn zoon is een verstandige jon
gen, die zelf bedenkt dat het onveilig is
zonder licht te fietsen. En voor zijn doch
ter stapt de oud-militair zelf nog op het
stalen ros om haar over de donkere wegen
rond Ermelo halverwege tegemoet te rij
den.
Remi Poppe, lid van de tweemansfractie
van de SP: „Ik heb één keer de vergissing
gemaakt bij een feest naar binnen te gaan
om mijn dochter op te halen. Nou, dat was
foute boel."
Beleid
Politiek Den Haag breekt zich eeuwig het
hoofd over de jeugd. De jongeren zuipen,
ze blowen, ze slikken, ze vechten, ze ro
ken, ze housen tot vroeg in de ochtend.
Het land hangt vol met verboden vruch
ten, en bied daar als puber maar eens
weerstand aan. Politici roepen dan om be
leid. Een alcohol ontmoedigingsbeleid!
Nuloptie koffieshops! Jacht op XTC-pro-
ducenten!
Maar wat voor beleid voeren de bezorgde
ouder-parlementariërs zelf thuis? En
kunnen ze uit de voeten met hun partij
standpunt?
Om met het laatste te beginnen: dat valt
niet altijd mee.
De democrate Van 't Riet werd door haar
wereldwijze zoons wel eens met het D66-
standpunt om de oren geslagen. „Toen ik
zag in wat voor omgeving mijn jongste
zoon terecht kwam toen hij soft drugs ge
bruikte, beviel me dat helemaal niet.
Maar toen ik daar over begon, kreeg ik te
horen dat D66 daar heel liberale opvat
tingen over heeft. Dus waar ik me dan
toch mee bemoeide?"
Biesheuvel: „Mijn kinderen vinden die
nuloptie van het CDA veel te ver gaan. Al
le koffieshops dicht, dat is volgens hen
niet reëel. Maar daar laat ik me niet door
afschrikken." SP'er Poppe legt uit dat
zijn partij harde standpunten inneemt
met betrekking tot hard drugs, maar soft
drugs gedoogt. „Verder weet ik er minder
van dan mijn dochters. Ze moeten mij uit
leggen wat voor drugs je precies hebt."
Van den Doel zegt „zich helemaal te kun
nen vinden" in de partijlijn. Drugs moe
ten ver weg blijven van zijn kinderen, en
als Ermelo z'n eerste koffieshop zou krij
gen, dan gaat de WD'er daartegen in het
verzet. „Heeft Ermelo geen koffieshops?
Wat heerlijk! Het ideaal van het CDA ver
wezenlijkt", roept Biesheuvel.
Overeind
Nicky van 't Riet huldigt het officiële
D 6 6-standpunt dat er koffieshops moeten
zijn om te voorkomen dat soft drugs ge
heel in de criminele sfeer verdwijnen.
Maar privé valt zo'n genuanceerd stand
punt soms moeilijk overeind te houden,
legt ze uit. „Ik hou persoonlijk niet van
koffieshops. Bij mij in de buurt zijn er
geen, en ik zou er ook helemaal geen kof
fieshop willen. Ik ben ook blij dat D66
heeft geholpen het drugsbeleid wat aan te
scherpen om de overlast terug te brengen.
Ik heb heel erg de behoefte gevoeld om in
mijn partij aan de orde te stellen dat het
handhavingsbeleid me teleurstelde."
Als kinderen van veexdien gewoon soft
drugs kunnen halen, „dan ben je verkeei'd
bezig", weet Van 't Riet. „Er wordt binnen
D66 wel eens wat makkelijk gedaan over
de acceptatie van soft drugs. Daar is in
onze partij ook veel discussie over Maar
Theo van den Doel, WD, zoon van 17 en dochter van 14.
Nicky van 't Riet, D66, twee zoons van 19 en 17.
Pieter Jan Biesheuvel, CDA dochter (23), drie zoons (20,17 en 15).
Remi Poppe, SP, twee dochters van 25 en 19.
jongeren die blowen lopen de kans slecht
te gaan scoren op school. Ze raken afwe
zig en zijn niet meer bij de les. Dan kun je
wel zeggen: soft drugs zijn niet versla
vend, maar dat is toch niet vol te houden
als je ziet wat voor effecten soft drugs
kunnen hebben."
Remi Poppe, die geheel voorgeprogram
meerd is op het thema tweedeling van de
samenleving, vindt echter dat Tweede
Kamerleden en hun gezinnetjes „wel in
erg rooskleurige omstandigheden" zitten.
Ze hebben goede inkomens, er is interes
sant werk. „Als jongeren de keuze maken
voor dmgs of alcohol, dan hebben ze geen
perspectief. Dan gaat het om de mensen in
de oude wijken met de lage inkomens. Die
hebben minder weerstand tegen de aan
trekkingskracht van alcohol of drugs."
Biesheuvel: „Is dat nou wel zo? Redeneer
je niet te gemakkelijk. In de jaren dertig
was er ook weinig perspectief voor veel
mensen, maar toen hield men elkaar meer
vast."
Poppe: „Er was meer gezamenlijke strijd.
De mensen hadden nog een doel."
Vooral de commercie zit de arbeider-poli
ticus dwars. „Je ziet het overal. In de
house-cultuur, in het onderwijs, op televi
sie. Ik vind dat de jeugd door de commer
cie wordt uitgekleed. Wat je tegenwoor
dig moet betalen voor een pilsje. Vroeger
kostte een biertje vijftig cent. En trou
wens, als je ziet tegen wat voor een loon
mijn studerende dochter moet afwassen
om wat bij te verdienen. Daar werkte ik
dertig jaar geleden al voor!
Van den Doel: „Nou schets je wel een heel
somber beeld."
Poppe: „Nee, ze werken zich de blaren
voor niks."
Van den Doel: „Mijn zoon had van de zo
mer een bijbaantje. Hij was hartstikke
trots op wat hij verdiende. Dat was wel
niet veel, maar voor zo'n jongen is dat..."
Poppe:,Bij mijn dochters gaat het wél om
de hoogte van het loon. Het zijn geen bij
baantjes, ze moeten er dingen van beta
len. Het zijn gewoon loonslaven
Grenzen
De politici, consensus-zoekers van be
roep, stellen thuis grenzen als het moet.
De zachtaardige Van 't Riet werd even een
dictatortje, toen zoonlief begon te blowen
en met de verkeerde vrienden thuis
kwam. Eruit, die gasten. Van den Doel,
niet geplaagd door zorgen over blowende
kinderen, verwacht geen wangedrag en is
daar thuis glashelder over „Ik wil niet dat
ze te veel drinken. Dronken thuis komen,
accepteer ik niet. En in het weekend wil ik
ze ook wel eens een avond thuis zien. Het
is verder belangrijk om zelf het goede
voorbeeld te geven. Ik rook graag een si
gaar, maar als de kinderen erbij zijn, doe
ik dat niet. Ze hoeven niet in mijn i-ook te
zitten."
Biesheuvel: „Die kinderen moeten op
school heel hard werken, dus ze hebben
behoefte aan veel vrijheid in het weekend
Maar ik wens ze op zaterdag of zondag
overdag niet als een dweil aan te treffen.
Zoiets geeft spanningen, ik vind dat hele
maal niks."
Hebben de vier nu een striktere moraal
dan toen ze zelf jong waren?
Poppe: „Ik niet. Mijn ouders waren van de
blauwe knoop, dus ik dronk al gauw te
veel in de ogen van mijn moeder. Maar ze
gingen daar gelukkig niet krampachtig
mee om. En dat doe ik als vader nu ook
niet. Mijn kinderen hebben altijd de ruim
te gehad om zelf alles uit te vinden, en zo
lang we daar thuis open over kunnen zijn,
gaat het goed." Poppe heeft als principe:
kinderen hoeven niet bang te zijn als ze
een keer een fout maken. „Als die angst
weg isdan weten ze ook veel beter met al
cohol of drugs om te gaan."
Ook Poppe's dochtei's maakten hun fou
ten. „Mijn vrouw en ik werden een keer
's nachts wakker: We hoorden onze doch
ter beneden huilen. Ze had op een feestje
een XTC-pil geslikt en dat was helemaal
niet goed afgelopen. Ik vond het heel goed
dat ze dat allemaal meteen vertelde. Die
heeft ervan geleerd, dacht ik. Volgens mij
was ze ook kwaad op zichzelf, dat ze er
met die XTC toch was ingetuind."
Van 't Riet vindt van zichzelf wel dat ze
minder toegeeflijk is dan vroeger. „Ik idea
liseer me veel beter waar onze kinderen
aan bloot staan." Biesheuvel knikt heftig
van ja. Maar Theo van den Doel denkt dat
hij nu minder sti'eng is voor zijn kinderen
dan hij dertig jaar geleden voor zichzelf
was. „Maar ja, in mijn tijd was het toch
ook niet gewoon om 's nachts om half vier
thuis te komen."
Poppe: „Dat was sluipen."
Van den Doel: „Néé. Het was niet ge
woon."
Autoriteit
Echte 'kinderen van de jai'en zestig' zijn
ze niet, deze vier Kamerleden. Er werd
hooguit voorzichtig meegedaan aan de
opstand tegen de autoi'iteit. Alleen Remi
Poppe demonstreerde driftig mee tegen
Politici met kinderen in de 'gevaarlijke' leeftijd: Ze moeten in het weekeinde niet als een dweil thuiskomen.
fotografie Rob Keeris
de Amerikaanse militaire betx-okkenheid
in Vietnam. En de flower power ging ook
al langs hen heen. Biesheuvel: „Ja, in mijn
studentenflat werd wel geblowd, maar
die stank alleen al vond ik afstotend."
Alleen Poppe heeft in z'n jonge jai'en een
keer hasj gerookt - „ik vond er geen moer
aan" - en tegenwoordig beperken deze
Kamexdeden zich nog steeds tot een be
schaafd glaasje alcohol. En allemaal heb
ben ze druk hun best gedaan de dingen
thuis bespreekbaar te maken.
Het minste dat ze verlangen is een uitleg,
als de afspraken niet zijn nagekomen. Van
't Riet: „Ik ben een te bezoi-gde moeder in
de ogen van mijn twee zoons. Zij hebben
het idee dat alles wel goed komt, dus, ma,
maak je maar geen zorgen. Maar ik wil
weten waar ze uithangen. Ze fietsen in het
weekend 's nachts de hele Utrechtse regio
rond, en als er dan zo'n verki'achter rond
loopt in de burnt van De Uithof, dan vind
ik dat eng. Als ik thuis kom, móet er een
briefje op de trap liggen waar ze heen zijn.
En als ik een tijd afspreek waai'op ze thuis
moeten zijn, dan is dat heilig. Ik heb wel
diep in de nacht in de kou voor de deur lo
pen ijsberen, omdat er een te laat kwam."
Ze veitelt dat ze weet hoe laat de gelegen
heden sluiten, waar haar zoons komen.
„Als ze dan een uur later nog niet thuis
zijn, dan word ik elke minuut ongei-uster.
En als ze om half vijf aankomen in plaats
van om drie uur. zeg ik wel eens: waarom
doe je me dit aan? Mijn zenuwen kunnen
daar absoluut niet tegen."
Beelden
Biesheuvel is thuis ook een pratei*. Hij ha
mert steeds op het vertrouwen dat er moet
bestaan tussen hem en zijn kinderen. „Ik
heb bepaalde beelden van wat ze doen, als
ik daar niet bij ben. Ik ga er ook van uit dat
die beelden kloppen."
En wat nu als hij later hoort dat z'n kinde
ren wel degelijk drugs hebben gebruikt
zonder dat aan hem te vertellen?
Biesheuvel: „Dat zou ik erg vinden. Niet
alleen het verzwijgen, maar ook dat ze zo
iets hebben gedaan. Als ik het nu zou ho-
ren, dan zou ik meteen denken: is dit het
begin van het afglijden? En ik zou heel erg
het gevoel hebben dat ik als ouder heb ge
faald."
Maar hebben kinderen geen recht op hun
eigen geheimen? Waarom zouden ze alles
vertellen?
Van den Doel: „Nou, er zijn natuurlijk ook
wel dingen die ze niet belangrijk vinden
om aan jou te vertellen." Biesheuvel: „Ik
hoop het niet."
Dus bij Pieter Jan Biesheuvel kloppen ze
op de slaapkamerdeur om te vertellen dat
ze gisternacht voor het eerst de liefde heb
ben bedreven?
Van 't Riet: „Dat zou ik niet willen weten,
hoor!"
Poppe: „Het is gelukt, pa!
Van 't Riet: „Er zijn gezinnen waar ze dat
soort dingen uitwisselen, hoor ik wel
eens."
Biesheuvel: „De vertrouwensrelatie moet
overeind blijven, ook als er dingen gebeu
ren waar ik moeite mee heb. Maar weet je,
ik heb veel meer moeite om mijn geloofs
beleving op mijn kinderen over te bren
gen, dan om ze er van te overtuigen dat ze
verstandig om moeten gaan met de mo
derne verlokkingen." De gereformeerde
CDA' er ziet nu dat hij een van de weinigen
is in zijn straat die op zondagochtend ter
kerke gaat. „Zie jij je kinderen maar eens
mee te krijgen, als het al gebruikelijk is
geworden dat hun feesten tot zondagoch
tend duren."
Schuldgevoel
Allemaal zijn ze bang dat het politieke
werk hen zo opslokt, dat ze eigenlijk te
weinig tijd hebben voor hun kinderen.
Lichte schuldgevoelens komen van tijd
tot tijd boven, maar daar gaan ze niet
minder hard van werken. Poppe: „Ik ben
nou al dertig jaar bezig om van een klein
partijtje een grote te maken, dus ik ben
bijna nooit thuis. Wat dat betreft ben ik
eigenlijk een slechte vader."
Van 't Riet: „Ik heb ze net weer verteld dat
ik deze week alleen op dinsdagavond en
zaterdagavond thuis zal zijn." Van den
Doel: „Ikzieze 's morgens bij het ontbijt."
Maar kinderen kunnen veel hebben van
hun ouders, zo blijkt. Geen van de pubers
verwijt hun vaders en moeders dat ze
meer aandacht hebben voor de politiek
dan voor hen. Van 't Riet: „Dat gaat an
ders. Regelmatig wordt de indringende
vraag gesteld: wanneer ben je thuis."
En Biesheuvel heeft geleex'd om snel een
pauze in te lassen tijdens een van zijn vele
spreekbeurten, als de pieper gaat. „Dan
kijk ik zq tijdens het praten schuin naar
dat apparaatje, en dan zie ik dat het een
van mijn kinderen is. Pauze, denk ik dan,
en snel terugbellen. Niks aan de hand,
blijkt meestal. Maar je wéét het natuur
lijk nooit."
Maurice Wilbrink en
Koos van Wees
Kinderen hebben weinig te wil
len als hun ouders, om wat
voor reden dan ook, van woon
plaats veranderen. Heimwee, leer
problemen, teruggetrokken of
juist agressief gedrag kunnen de
gevolgen zijn van de angst en on
zekerheid bij verlies van de
vertrouwde omgeving. Weten
schappelijk onderzoek naar de
psychosociale uitwerking van ver
huizen op kinderen is nodig, con
cludeert Hannie Vink. Bij Kok Ly
ra in Kampen verscheen van haar
en haar man Piet Schelling een
gids met tips over verhuizen met
kinderen.
De Culemborgse weet waar ze
over schrijft, want als predi
kant wisselde haar man vaak van
standplaats. Ze haast zich overi
gens te zeggen dat verhuizen vele
positieve kanten heeft. Vader en
moeder zijn monter vanwege een
nieuwe baan met betere beloning.
En kinderen profiteren vaak mee
van een mooier huis en een grotere
tuin. Ook is er een nieuw in te rich
ten, soms grotere kamer of voor
het eerst een eigen ruimte. En als j e
gepest werd in je oude omgeving
kun je een nieuwe start maken.
In twintig jaar sleepte het echt
paar de vier eigen kinderen mee
naar Brussel, Heinkenszand, Al
melo, Den Haag en Culemborg.
Verantwoord en zonder noemens
waardige vervelende nasleep,
dachten ze. Tot Hannie Vink (49)
voor de laatste verhuizing begin
dit jaar in het kader van haai- pu
blicatie plompverloren haar kin
deren naar verhuiservaringen
vroeg.
„Daar schrok ik van. Er kwam
heel wat los." Haar jongste zoon,
nu achttien jaar, liep na de verhui
zing uit Almelo als achtjarige vast
op de nieuwe school. Een twintig
jarige dochter, nota bene al zelf
standig op kamers in Den Haag,
wilde niet komen op de verhuis-
dag. „Ze wilde niet geconfron
teerd worden met de aanblik van
het lege ouderlijk huis, waar ze zo
graag was."
Ongelukkig moment
Achteraf, maar dat is altijd mak
kelijk redeneren, hadden de
Schellings misschien beter een
half jaar met de laatste verhuizing
kunnen wachten. Dan waren al
hun kinderen uit huis geweest. In
hun geval had dat best gekund,
maar soms dwingen de omstan
digheden tot een ongelukkig ver-
huismoment. Voor ouders is het
volgens de schrijvers belangrijk
gedragsverandering bij kinderen
tijdens de verhuisperiode te her
kennen en te erkennen, hoe moei
lijk dat door de drukte vaak ook is.
Problemen hoeven ook niet altijd
meteen de kop op te steken in of di
rect na de onrustige verhuisperio
de. Velen blijken pas veel later te
beseffen wat de verandering te
weegbracht, vaak in combinatie
met andere moeilijkheden. Zo ver
telde een veertigjarige vrouw dat
ze bij een verhuizing een koffieke
tel in de tuin zag liggen die daar
niet hoorde.
Zo'n zelfde ketel zag ze jaren later
bij iemand in huis. De herinnering
riep het gevoel van eenzaamheid
op van toen ze acht jaar was. Een
ander, inmiddels 45 jaar en als
kind drie keer verhuisd, kan het
nog altijd niet verdragen dat tij
dens een van die keren het spel dat
ze op haar zesde verjaardag kreeg,
was zoekgeraakt.
Volgens Hannie Vink is er geen
pasklaar recept om de ingrijpende
verandering van woonomgeving
zo rimpelloos mogelijk te laten
verlopen, Daarvoor verschillen si
tuaties en kinderen te veel. Bij
peuters en jonge schoolkinderen is
het zaak ze niet te vroeg op de
hoogte te brengen. Ook worden
heel jonge kinderen erg onrustig
van het bekijken van allerlei wo
ningen. „Laat ze spelenderwijs
vertrouwd raken met het idee. Bij
voorbeeld door kinderboeken over
verhuizen."
Tafel
Omdat kinderen sterk hechten aan
een vertrouwde omgeving is het
belangrijk de balans te bewaren
door in de nieuwe woning voor ori
ëntatiepunten te zorgen. Veel ou
ders veranderen van meubilair in
een nieuw huis. „Een echtpaar be
sloot toch maar weer de oude tafel
te gebruiken, omdat de nieuwe
niet beviel. Toen het zoontje van
vijf iets bekends zag, glinsterden
zijn ogen. Onze tafel!riep hij ver
rukt."
Gooi in je opruimwoede niet te
snel ogenschijnlijk waardeloze of
niet meer gebruikte spullen van
kindei-en weg, zo staat te lezen in
'Verhuizen met kinderen'. Laat de
kinderen indien mogelijk mee in
pakken en in- en uitladen. Maak
de verhuisdag gezellig door iets
extra's rond eten en drinken te or
ganiseren.
„En zorg dat je als ouders uitge
rust bent, want kinderen kunnen
wel eens vervelend zijn."
Scholen schieten nogal eens te
kort in het op hun gemak stellen
van verhuizende kinderen, con
stateert Hannie Vink. „Van een
nieuw kind vragen om voor de
vreemde klas iets over zichzelf te
vertellen, is goed bedoeld maar
ook doodeng. Schoolhoofden met
wie ik contact had voor mijn on
derzoek realiseren zich deze emo
ties vaak nog onvoldoende, net als
hulpverleners van maatschappe
lijk werk en Riaggs."
Kinderen kunnen ook last krijgen
door bijvoorbeeld hun accent. Je
wordt voor b<?er uitgescholden als
je in de stad komt wonen of gaat
door voor kakker als je op een
plattelandsschool verschijnt met
een Hooghaarlemmerdijkse tong
val. „Machteloosheid kan kinde
ren onzeker maken en tast het
zelfvertrouwen aan. Dat stralen ze
in hun nieuwe omgeving dan ook
uit, terwijl hun eerste houding
grotendeels bepaalt of ze geaccep-
teerd of geplaagd worden."
Wiebe van der Hout