Of men mij verkettert
interesseert me niet
Gedachte herinneringen
lijken vaak zo echt
PZC
Jan Foudraine
windt zich nog
één keer op
li
reportage
31
zaterdag 1 november 1997
Hij geeft geen hand, hij geeft er
twee. En hij legt graag af en toe
zijn hand op je been. Jan Foudraine,
psychiater en schrijver, wil het liefst
versmelten met de ander. We moeten
uit onze bunker komen, het masker
afdoen. Aandacht voor elkaar in
plaats van Prozac voorschrijven aan
tieners. ,,Of men mij wel of niet
verkettert, interesseert me geen
Psychiater en schrijver Jan
Foudraine: „We zijn vergeten
hoe zinnig het voor een mens
is om door periodes van ver
driet te gaan."
fotografie Roland de Bruin
Foudraine: „Mijn hele reputatie
naar'de maan? Denk je dat het
mij iets kan schelen of ik een socia
le status heb, of ik serieus wordt
genomen door collega's, door de
media? Ik heb een boek geschre
ven, omdat ik wil zeggen wat ik
wil zeggen. Deze persoon is zo
vaak ingedrukt, dat ik me nog één
keer wilde uitdrukken. Ja, ik ben
ingedrukt, aan alle kanten, door
collega's, maar vooral door de me
dia. Ze zagen me als een gevaar,
een bedreiging, weet ik wat ze al
lemaal in me zagen. Pas vroeg ie
mand aan me: staat u eigenlijk al
leen? Dat is een lieve vraag. Inte
ressant ook. Maar ik kan 'm niet
beantwoorden. Deze mens, die hier praat, weet
niet of hij een zielemaat heeft. Doet er ook niet
toe, ik heb niet voor niets mystici als
Krishnamruti en Bhagwan ontmoet. Als je
Krishnamruti mag ontmoeten, met hem alleen
zijn in één kamer, dat is al... en dan mocht ik
nog een uur met hem praten ook! Hij is een
atoombom aan intelligentie, een vuur, een pas
sie. Dat is iets onvergetelijks. En Bhagwan, dat
wasdat wasdat was tien atoombommen te-
gelijk! Ik weet nog altijd niet waarom ik dat
deelachtig ben geworden, maar ik weet wel dat
ik daardoor niet meer geblokkeerd ben.
Knipmessend
Ik had ook professor in de psychiatrie kunnen
worden, dan had ik nu veel aanzien gehad en
had ik knipmessend op symposia en congres
sen geslaan, hadden mensen mij heel belang
rijk gevonden, werd ik nu hooglijk gewaar
deerd. Gelukkig is dat niet met me gebeurd.
Die status hebben ze me niét gegeven. Ik ben
een andere weg op gegaan, de weg die het minst
wordt ingeslagen. Ik ben 'Wie is van hout...'
gaan schrijven en dat had vele consequenties:
Ik werd van alle kanten aangevallen, belache-
lijkgemaakt. Dat had weer nieuwe consequen
ties: Ik trok vijftien jaar langs mystici. Dat had
weer nieuwe consequenties: Ik werd afgeschil
derd als een idioot. Dat had weer nieuwe con
sequenties: Ik begon te schrijven aan 'Bunker
bouwers', wat je gerust 'Wie is van hout...deel
2' mag noemen. Dat heeft weer nieuwe conse
quenties: hoe de reacties ook zullen zijn, ze
kunnen me gestolen worden. Of men mij wel of
niet verkettert, interesseert me geen moer."
Jan Foudraine ontvangt in een royale hotelsui
te, afgehuurd door zijn uitgever. Hij heeft
plaatsgenomen bij het raam, met uitzicht op
een gracht. De herfstzon straalt naar binnen,
op de rechter wang van de psychiater die 25
jaar geleden in 'Wie is van hout...' een schok
kend, negatief beeld van de psychiatrie schets
te. Het boek werd een bestseller, die deze week
in herdruk verscheen, tegelijk met zijn nieuw
ste boek, 'Bunkerbouwers'. Daarin verklaart
Foudraine, 69 jaar inmiddels, nog één keer zijn
grote liefde voor de psychotherapie en windt
hij zich nog één keer op.
„Ik ben niet verbitterd. Ook niet teleurgesteld.
Als je aan mij vraagt of ik verbitterd ben, zegt
dat iets over hoe jij mijn boekenleest, hoe jij te
gen mij aankijkt. Ik ben wel zorgelijker, wel
bang, als ik die oceaan van menselijke ellende
zie. Je kunt toch alleen maar somber worden
als je ziet dat een arts het anti-depressiemiddel
Prozac voorschrijft bij een meisje dat intens
verdrietig isomdat haar vriend haar heeft ver
laten. Nee, dat is geen grap, dat gebéurt. We ne
men de tijd niet meer om te kijken wat er wer
kelijk met de ander aan de hand is. Als je dat
toch ziet, zo'n meisje met een normaal verdriet,
dan is het angstwekkend dat een arts Prozac
voorschrijft. Dat geloof je toch niet, dat is toch
een gods-schandaal! De farmaceutische indu
strie verdient er miljarden aan, psychiaters
krijgen donaties van de industrie. Schrijf maar
op: een aantal psychiaters is reeds in betaalde
dienst van farmaceutische bedrijven. Laat
journalisten dat maar eens uitzoeken.
Geduld
„We zijn vergeten hoe zinnig het voor een mens
is om door periodes van verdriet te gaan. De
crisis in een leven kan van enorme betekenis
zijn. Ik zeg niet dat de mens moet lijden, dat zeg
ik helemaal niet, maar verdriet, een depressie
kan een mens rijper maken. Daar moet je geen
pillen voor geven, dat moet je niet als een her
senziekte bestempelen. Verdriet moet zijn tijd
hebben, daar moet je met iemand over praten,
daar moet je geduld voor nemen.
„Ikben natuurlijk niet op mijn achterhoofd ge
vallen. Ik zeg.niet dat er geen hersenziekten be
staan. Ik zeg niet dat alle depressies metp raten
zijn op te lossen. Ik zeg niet dat alle schizofre-
nen met psychotherapie zijn te genezen. En ik
zeg ook niet dat je nooit medicijnen moet ge
bruiken. Maar als we Prozac gaan voorschrij
ven aan tieners, dan moet er toch iemand zijn
die zegt: zijn we helemaal gek geworden?! Ik
kan nu eenmaal niet onverschillig blijven, het
gaat om grote levensvraagstukken: Wat is lief
de? Wie ben ik? Waarom ben ik hier op aarde? Ik
zeg: keer in. Letterlijk: zak je lichaam in. Laat
toch zitten, die hersenen. De psyche is een grote
ijsberg, het meeste en het belangrijkste zit on
der water. Ga op zoek. Vraag: Wat is er aan de
hand? Waarom ben je depressief? Omdat je veel
te snel klaarkomt bij het vrijen? Nou hier heb je
lekker een anti-depressiepilletje, dan kun je
het vijf minuten langer doen. Dat is toch geen
oplossing?! Maar het is wel de tendens; die van
de allesoverheersende oppervlakkigheid. Ter
wijl we hongeren naar de diepere zin van het
bestaan. We hongeren in wezen naar liefde. De
vraag: wat is liefde? mag je niet ontwijken.
Maar in plaats daarvan bouwen we een bunker
om ons heen, en bij sommigen is die van zwaar
gewapend beton.
Natuurlijk zal men mij weer eenzijdigheid ver
wijten. Ik ben onderhand wel gewend een per
sona non grata te zijn. Toch zeg ik nog altijd
over 'Wie is van hout..', het boek dat mijn leven
zo heeft bepaald, dat ik er geen seconde spijt
van heb gehad. O nee, het is een schitterend
boek. Mijn vrouw zegt dan: Jan, dat mag je niet
zeggen. Maar ik zeg het wel. Ik
vind het eenvoudig a-dem-be-ne-
mend. Ja, ik ben dus ook ge
trouwd. Ik weet dat ik me daar in
mijn Bhagwan-tijd enorm tegen
heb verzet. Ik zie het nog niet zit
ten, getrouwd zijn, maai' zoals al
tijd in mijn leven geldt ook hier:
alles gebeurt gewoon."
Hij geeft geen hand, hij geeft er
twee. Omsluit daarmee de hand
van de gast. Legt enkele keren zijn
hand op het been van de intervie
wer.
,,We leven allemaal in separatie,
gescheiden van elkaar, maar in
wezen zijn we allemaal op zoek
naar hetzelfde: het aanraken van
eikaars hand, contact, ontroering, het ver
vloeien in elkaar. Het gaat om eenheid, om één
worden, met elkaar. Een leven, een bewustzijn
waarin er geen 'ik' meer is. Hoe worden wij één?
Als we die staat bereiken, zouden we über
haupt niet meer denken, het is het denken dat
je scheidt van de ander. Een man en een vrouw
die gezamenlijk een orgasme beleven, die op
dat moment hun gescheiden werelden verlaten
en voor een moment werkelijk in elkaar vloei
en, dat is het hoogtepunt van eenheid.
Gezeik
Ik wil wel over mijn bewustzijn praten, maar
alleen in een wezenlijke ontmoeting met een
ander. Niet voor een verhaal in de krant. Ik
denk ook dat het niet eens te begrijpen is, als ik
het zou vertellen. Mijn gang langs de mystici
was ook niet begrijpelijk. Waarom ik wel en jij
niet? Ik zou het niet kunnen zeggen. Ik weet wél
dat ik door hen bevrucht ben. Waarom moet het
trouwens over mij gaan, over mijn persoon? We
zitten in een cultuur van de personality-show.
Allemaal gezeik. We moeten naar de zaak, die
is belangrijk, maar we gaan met z'n allen naar
de persoon. Dat is ook weer die veroppervlak-
kiging.'Van Bhagwan is een enorme personal! ty
gemaakt, ja geméakt, door jullie, Iker. Maar
Bhagwan zelf is altijd wars geweest van elke
vorm van personalitay, van show, en dat was
het ook absoluut niet in Poona. Het was een
prachtige man. adembenemend, en dat is-ie
voor mij tot de dag van vandaag gebleven, ook
al is hij dood. Ik ben blijvend door hem beïn
vloed, maarik weet niet of ik er eenbetere psy
chotherapeut door ben geworden".
Ik ben altijd dezelfde geweest. Waarschijnlijk
niks. Misschien zijn we allemaal niks. Ik vil af
en toe gewoon mijn zegje doen. Soms denk ik
dat anderen dat ook willen, maar stiekem den
ken: Laat die Foudraine het maar doen. Ik heb
nu eenmaal mijn neigingen, ik wil existentiële
vragen stellen, de menselijke zinvraag. Dat is
mijn marsroute, en dat is geen doktersroute.
Die stem wordt te weinig gehoord. Je moet
voortdurend twijfel hebben. Dat is iets anders
dan sceptisch zijn of wantrouwend. Dat ben ik
niet, ik ben goed van vertrouwen. Ik ben snel te
verneuken. Ter-wijl ik op mijn qui-vive zou
moeten zijn. Over mijn ontmoeting met Bhag
wan, of beter: Osho, want zo wilde hxj genoemd
worden kort voor zijn dood, over die ontmoe
ting dus hebben veel mensen gevraagd of ik
niet sceptisch was. Dat kan helemaal niet. In
zo'n ontmoeting speelt dat geen enkele rol. Dan
is er alleen maar écht vertrouwen, bestaat er
geen wantrouwen meer. Je legt al je wikkels af,
je draagt geen masker meer."
Dick Hofland
In Amerika lijkt de rage voor
bij, de rage van de hervonden
herinneringen. Plotseling te
ruggekeerde herinneringen aan
seksueel misbruik in de jeugd,
welteverstaan - in Nederland
mede bekend van de Epese in
cestzaak. In de Verenigde Staten
slaan de slachtoffers terug: zo
wel ex-cliënten als ex-verdach
ten eisen en krijgen nu hoge
sommen van psychotherapeu
ten die duizenden gezinnen in de
VS uiteenrukten met hun gelei
de herinnering, groepstherapie,
hypnose. Waardoor dochters
van doorgaans oplettende bur
gers zich ineens de meest ver
schrikkelijke vormen van sek
sueel misbruik herinnerden die
ze tot dan toe 'verdrongen' had
den.
Aanvankelijk met tegenzin trok
klinisch psycholoog prof. dr.
Elizabeth Loftus ten strijde te
gen deze uitwas, en mede door-
haar toedoen is het verschijnsel
op zijn retour. In haar triomf
tocht over de wereld deed ze ook
Nederland aan.
Loftus, 52 jaar, is hoogleraar
psychologie aan de universiteit
van Seattle Washington en jaren
geleden min of meer tegen haar
wil partij geworden in de 'hype'
rond 'hervonden herinnerin
gen'. Omdat ze expert is op het
gebied van het menselijk geheu
gen trad zij in honderden pro
cessen op als getuige-deskundi-
ge, onder andere in dat van
Rodney King, O.J. Simpson en
Michael Jackson.
..Ik was met name begaan met de
echte slachtoffers van incestu
euze seksuele mishandeling,
want die zijn er wel degelijk,
maar die dreigden tegelijk met
het badwater van de valse herin
neringen te worden weggegooid.
En het stuitte me tegen de borst
dat we hier iets vreemds zagen:
jegaatmet een bepaald kwaaltje
naar de dokter en die zorgt er
voor dat je met een heel ernstige
ziekte naar huis gaat."
Lijfwachten
Ze was onlangs in Maastricht
voor een van haar lezingen. „Ik
had wel wat weerstand ver
wacht, maar niks hoor. Ook in
Groningen en Enschede niet. Al
lemaal keurig nette vragen naar
details van mijn onderzoek."
Dat was in de VS wel anders, de
laatste jaren. Ze heeft enkele
malen lijfwachten moeten aan
vragen. Telefonisch werd ze be
dreigd. ('We komen die trut ka
pot slaan'). Een keer kwam ze in
een vliegtuig terecht naast een
vrouw die ontdekte wie ze was:
'Oh, dus u bent dat akelige
mens!' Op Internet zijn nog al
tijd diverse nieuwsgroepen ac
tief waarin op zeer giftige wijze
over Loftus wordt gesproken.
Mensen zagen het als hun taak
haar telefonisch te verwijten
'het resultaat van vijfentwintig
jaar feminisme' te vernietigen.
Eigenlijk was ze liever gewoon
onderzoeker van het geheugen
gebleven, ('lekker in mijn lab')
maar toen ze eenmaal werd be
trokken bij mensen die om haat-
hulp vroegen, was ze blij er een
rol in te kunnen spelen. „Ik
draag een verantwoordelijk
heid, en ik kon toch moeilijk
langs de kant blijven toezien
wat mensen anderen, hun eigen
vader en moeder vaak, aande
den."
Ze is er trouwens niet zo zeker
van dat die beweging op zijn re
tour is. „Het aantal gevallen
wordt minder, omdat veel rech
ters ervan overtuigd zijn dat de
getuigenis over een hervonden
herinnering niet erg betrouw
baar is." Maar dat neemt niet
weg dat de psychotherapeuten
er nog wél zijn. Er is nu een ver
eniging van slachtoffers van het
False Memory Syndrome, waar
in Loftus de rol speelt van we
tenschappelijk expert. „Daar
zie je wel dat steeds meer vrou
wen die problemen hebben ge
had, gaan beseffen dat hun her
inneringen vals zijn." Hoe kan
dat? Ze wisten het toch zeker?
„Ja, maar als de verzekering niet
meer betaalt; of wanneer ze in de
media verhalen lezen over men
sen die zich teruggetrokken
hebben, dan gaan ze twijfelen.
Of de therapeut verhuist, of de
therapeut zet ze uit' de groep."
Epidemie
Loftus bestrijdt dat de 'epide
mie' iets te maken zou hebben
met de Amerikaanse maat
schappij. „We zien ook veel ge
vallen in Engeland, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Australië; in
Zweden schijnt het bijzonder
hevig te zijn, ik moet daar vol
gend jaar heen."
Toch bestaat in geen van die lan
den, behalve de VS, een radicaal
feministische stroming waarvan
de exponenten rustig kunnen
schrijven dat verkrachting 'de
normale manier (is) van vaders
om hun dochters de finesses van
het vrouw-zijn bij te brengen'
(Andrea Dworkin). Het rechts
systeem in de VS werkt ook in de
hand dat er veroordelingen ko
men: de getuigenis van een
dochter tegen haar vader en al
helemaal de bekentenis van die
laatste, is vaak al voldoende
voor een veroordeling, zonder-
nader bewijs.
Een overeenkomst tussen de
Amerikaanse en de Nederlandse
situatie is natuurlijk ook dat zo
wel daar als hier een ondercate
gorie therapeuten is ontstaan
(Elizabeth Loftus citeert in haar
boek een advocaat die gewaagt
van 'een huisindustrie slecht op
geleide en politiek geïnspireerde
seksueel-misbruiktherapeu-
ten') die een geheel eigen uitleg
hebben van wat Freud ooit 'ver
dringing' noemde.
„Ze gebruiken het begrip hele
maal verkeerd. Een traumati
sche ervaring - bijvoorbeeld ge
welddadig seksueel misbruik op
jonge leeftijd - is te extreem om
gewoon te vergeten en je weer te
herinneren." Ze noemt ook het
voorbeeld van concentratie
kampslachtoffers en Vietnam-
veteranen die er iets liefs voor
over zouden hebben als ze eens
een dag met aan hun traumati
sche ervaringen zouden hoeven
denken.
In Nederland hebben 'hervon
den herinneringen' ook een aan
tal malen geleid tot een rechts
zaak die uitmondde in krasse
veroordelingen. Het bekendst is
de Epese incestzaak die echt het
klassieke verloop had, compleet
met satanische rituelen, ge
welddadige abortussen en kin
dermoorden die pas tijdens het
proces bleken, soms zelfs pas tij
dens het hoger beroep. Overi
gens was in die zaak 'incest' op
zich wel bewezen geacht.
Schema
P.J. van Koppen van het Neder
lands Studiecentrum Crimina
liteit en Rechtshandhaving
heeft onlangs de minister een
advies gestuurd voor de manier
waarop aangiften van seksueel
misbruik in de jeugd moeten
worden benaderd. De bedoeling
is vooralde aangiften van histo
risch echt misbruik te onder
scheiden van 'hervonden' en
daardoor mogelijk niet waarge-
beurd misbruik. In het advies
wordt een soort schema gegeven
dat door de politie gehanteerd
kan worden. Opvallende ken
merken: herinnering aan ge
beurtenissen voor het derde le
vensjaar is niet mogelijk en zijn
derhalve altijd pseudo-herinne-
ringen; aangiften van satanisch
misbruik zijn nog nooit door an
der bewijs ondersteund. Hoog
stens voorzichtig doorrecher
cheren, aldus verder het advies,
is geboden wanneer uit de aan
gifte blijkt dat een vrouw actief
heeft deelgenomen aan het sek
sueel misbruik van haar eigen
kinderenals de aangeefster zegt
dat ze zich pas recent - in thera
pie - het misbruik is gaan herin
neren, enzovoort.
Loftus: „Natuurlijk heel nuttig -
maar de aangeefsters van seksu
eel misbruik kunnen van deze
tekst gebruik maken om hun
verhaal zo in te richten, dat het
toch tot een proces komt."
Waarom heeft een mens eigen
lijk een kneedbaar, en dus
hoogst onbetrouwbaar geheu
gen? „Gezonde mensen hebben
herinneringen die in de loop van
de tijd beter worden. Je cijfers
van school, de manier waarop je
je uit een benarde situatie hebt
gered, je maakt het steeds mooi
er. Misschien is dat nodig om je
rug recht te houden in het leven.
Mensen met depressie hebben
dat juist niet, in tegendeel."
Theorieën over hoe de hersenen
werken interesseren haar na
tuurlijk zeer, maar: „Ik vind het
irritant als beweerd wordt dat
we bepaalde dingen doen omdat
dat eeuwen geleden zinvol was,
of toen we nog krokodil waren."
Ze zwijgt even en zegt dan:
„Maar dat is filosoferen over
wat eventueel wel of niet het ge
val zou kunnen zijn. Ik zit liever
te denken over de vraag: hoe be
denk ik een experiment waar
mee ik dit of dat kan bewijzen?"
Santé Brun
Elizabeth Loftus: Ik kon toch moeilijk langs de kant blijven toezien wat mensen anderen, hun eigen va
der en moeder vaak, aandeden. foto Frits Widdershoven