Rivierkreeftje is in Europa luxueus hapje Chapeau voor de hoed Mals kalfje, lekker dier PZC 'n plek onde de zon... >r Spelen met eten Ingeblikte melk met schuimkraag Kraak de scharen met je tanden tafel en trend 39 De zonneboiler zaterdag 11 oktober 1997 Ruim honderd jaar geleden woedde de kreeftenpest. Europa was in rep en roer, net als nu met de varkens. Er ontstonden verschrikkelijke epidemieën die tot massale sterfte van de arme beestjes leidden. Zowat alle Europese rivierkreeften gingen op het eind van de 19e eeuw jammerlijk ten onder aan de schimmelziekte kreeftenpest. Merkwaardig genoeg bleken Amerikaanse rivierkreeften immuun voor de ziekte. Dus importeerden handelaars daarvan duizenden exemplaren om mee voort te kweken. De ruim 10 centimeter lange Europese rivierkreeft was tot 1870 heel 'gewoon. Het beestje zwom zomaar in onze rivieren. Het was beslist geen luxe lekker nij. Geen idee wanneer in Neder land de laatste Europese rivier- kreeft werd gevangen. In elk geval is de diersoort sinds 1973 be schermd. Dat betekent dat niet al leen sindsdien het vangen verbo den is, maar ook het verhandelen. Ook geen verkoop dus van in an dere landen opgeviste exempla ren. Amerikaanse soorten zijn echter niet beschermd. Onze binnenwateren zijnlang niet meer zo schoon als honderd jaar geleden. Niettemin hebben enkele soorten Amerikaanse rivier kreeftjes zich tot op de dag van vandaag in diverse Europese ri vieren en meren weten te handha ven. In de bodem graven ze me terslange, diepe gangen waarin ze overwinteren. Hier en daar wordt nog altijd wat met deze kreeftjes gekweekt, maar dat blijft vooral hobbyisme. De handel vindt het nauwelijks interessant. Grauwzwart Het is niet eenvoudig om de Ame- rikaantjes te onderscheiden van de Europese rivierkreeft. De Eu ropeaan graaft geen lange gangen, maar dat weet je niet als de beest jes bij de visboer liggen. Al die kreeftjes zijn grauwzwart, soms een beetje bruinachtig, olijfgroen of met een blauwe zweem. Alle kreeften hebben een kleur die uit twee componenten is opge bouwd: blauwe kleurstof en rode kleurstof. De verhouding tussen die twee bepaalt de kleur van het pantser. Het blauw is niet bestand tegen verhitting, daarom zijn alle gekookte kreeften spreekwoorde lijk zo rood als een kreeft. Braspartijen Zweden en Finnen zijn in Europa de grootste liefhebbers van rivier kreeft. In de Scandinavische na zomer houdt men in die contreien met onmatig veel drank besproei de rivierkreeftbraspartijen. Elk stukje kreeften vlees wordt steeds voorafgegaan door een borrel en weggespoeld met bier. In de meeste West-Europése landen blijft het gebruik van ri vierkreeft beperkt tot de luxere restaurants. Het is een klein en kostbaar hapje, en of de smaak die prijs nu echt rechtvaardigt? In elk geval staat zo'n prachtig rood kreeftje schitterend als decoratie van gerechten. Kreeftenpest De tegenwoordig in Europa meest gekweekte soort is de Turkse ri vierkreeft, ook wel Galiciër ge noemd. Het beest is een beetje groenachtig, lichter dan de andere soorten, met hier en daar een rode kleurzweem. Tot 1965 vond nie mand in Turkije die kreeftjes com mercieel interessant. Tegenwoor dig kweekt men ze speciaal voor de Europese markt. Overigens sloeg in 1984 de gevreesde kreef tenpest nog eens ongenadig toe in een aantal Anatolische meren. De kweek vindt vooral plaats in koude, donkere bunkers die boven kunstmatig aangelegde vijvers zijn gebouwd. De kreeftjes, die ge middeld zo'n zestig gram wegen, worden zowel levend als diepge vroren geëxporteerd en zijn het hele jaar leverbaar. En er is nog een andere soort ri vierkreeft te koop in Nederland. Nooit levend, uitsluitend uit de diepvries. De beestjes in hun ge heel, maar ook wel de staartjes of uitsluitend het eetbare vlees. Die rivierkreeft komt uit Noord-Ame- rika, uit de moerassen van Louisiana, en het is de enige soort die ook als hij nog leeft een don kerrode kleur heeft. De naam luidt voluit 'red Louisiana swamp cray fish', want rivierkreeft heet nu eenmaal crayfish in het Engels. Toch noemen de eigenwijze Louisianen hun geliefde hapje nimmer bij die naam. Crawfish is het en nooit anders. Hoewel vol gens elk woordenboek een craw fish een langoest is, een schaaldier dat in zee leeft en geen kreeften scharen heeft. De crawfish is de trots van zuide lijk Louisiana waar nog altijd Frans gesproken wordt. Het stadje Breaux Bridge is zelfs officieel 'la capitale mondiale de l'écrevisse' gedoopt. Ze produceren er jaar lijks wel tien miljoen kilo, vooral op de rijstvelden. Die staan im mers het grootste deel van het jaar onder water. Zo snijdt het mes van slimme farmers aan twee kanten. Smaakpapillen Jaarlijks viert Louisiana een Crawfish Festival waar liefheb bers zich onbeperkt tegoed kun nen doen. Een plaatselijke lekker bek beschreef dat zo: Breek de kop van de staart. Zet de kop aan je lippen en zuig er alle sappen uit. Pak de staart tussen je duimen en breek hem open. Haal het vlees uit het karkas en verslind het vrolijk. Kraak de scharen tussen je tanden en zuig ze uit. Crawfish smelt op je tong, streelt je smaakpapillen, en is tienmaal zo lekker als zee kreeft." Martin van Huijstee Tot in de jaren vijftig waren hoeden een vast bestanddeel van de garderobe van vrouwen uit alle rangen en standen. Tegenwoordig zijn ze vrijwel uit het straatbeeld verdwenen en is koningin Beatrix vermoedelijk de enige vrouw in Nederland die nog een flinke voorraad in huis heeft. De expositie 'Chapeau, Chapeaux!' in het Rijksmuseum toont 150 hoeden uit de periode 1650-1960. Er zijn veel kunstwerkjes bij die een sfeer van voorbije deftigheid oproepen, maar er is ook de stoere damesmotormuts die de feministen van vlak na de Eerste Wereldoorlog in herinnering brengt. De verzameling van het Rijks museum presenteert geen chronologisch overzicht van de geschiedenis van de modehoed maar stapt in clusters van zowel mannen- als vrouwenhoeden dooi de eeuwen. ConservatorBiancaM. du Mortier verklaart deze opbouw uit de samenvoeging van de col lecties van het Nederlanclsch Mu seum van Geschiedenis en Kunst, het. Koninklijk Kabinet van Zeld zaamheden en het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap in 1885. Deze hadden een respectie velijk kunsthistorisch/esthetisch, historisch en oudheidkundig ka rakter en dat zorgde voor een vari atie die nog steeds zichtbaar is. Dat het Rijksmuseum niet alleen modehoeden in huis heeft, maakt deze tentoonstelling juist extra spannend. In een zacht verlichte vitrine bij de ingang staat bijvoor beeld de haarvilten hoed die graaf Ernst Casimir van Nassau-Dietz droeg toen hij in 1632 tijdens de Tachtigjarige Oorlog bij Roer mond door een musketkogel in het hoofd werd getroffen. Daarnaast prijkt de hoed die graaf Hendrik Casimir op had toen hij in 1640 bij Hulst door een pistoolschot in het achterhoofd werd geraakt. In bei de hoofddeksels zitten gaten, al wordt er niet bij verteld of het heu se kogelgaten zijn. Ook vice-admiraal Jan Coenraad Koopman droeg een hoed, toen hij op 28 oktober 1830 tijdens het bombardement op Ajitwerpen door een kogel werd getroffen. Koopman is overigens wel heel erg onvoorzichtig geweest: zijn hoed torent zo hoog dat hij voor de Bel gen een verbluffend makkelijk doelwit moet zijn geweest. Het grootste deel van de hoeden op deze expositie moet het zonder dergelijke details over de dragers stellen omdat hun namen niet werden geregistreerd. Een uitzon dering uit deze eeuw is de rouw- hoed die mevrouw Tjarda van Starkenborgh Stachouwer-Mar- burg droeg tijdens de begrafenis van de Belgische koning Albert in 1934 en die van de diepbetreurde koningin Astrid een jaar later. Een dame van hoge komaf kon niet al te vaak met dezelfde hoed ver schijnen, ma ar in dit geval was dat vast niet erg omdat de hoed schuil ging onder een zwarte sluier die tenminste tot haar navel reikte. Pruikentijd Ook de namen van de mannen die ooit de huismutsen op deze expo sitie droegen zijn niet overgele verd. Dat wordt echter goedge maakt door een tekstbordje dat verhaalt over het derde kwart van de 17e eeuw, toen de mode voor mannen het dragen van valse haarlokken en zelfs complete pruiken voorschreef. Wie schilde rijen met mannen uit de pruiken tijd ziet, moet zich daaronder voortaan een zeer kort geknipt of kaal geschoren hoofd denken, waarop ze thuis zo'n versierde muts zetten om geen kou te vatten. Op de expositie is ook een voor beeld aanwezig van een kraamhe- renmuts, die jonge vaders in de 17e en 18e eeuw thuis droegen tot ne gen dagen na de geboorte. Net als bij kleren spreekt het van zelf dat ook het. uiterlijk van hoe den altijd sterk onderhevig was aan wisselingen in het modebeeld. De expositie toont dan ook een enorme variatie aan luifels, veren, raffia, stro, glas, plastic, linten, bloemen. Wie geld had ging voor zijn hoeden naar Parijs, waar be roemde ontwerpers als Madame Albouv, Rose Descat, Jeanne Lan- vin en Paulette er een dik belegde boterham aan verdienden. Een van hun klanten was me vrouw U. Jannink-Veraguth, die in 1993 haar collectie van 50 Pari j- se haute couture-hoeden ten ge schenke deed aan het Rijksmuse um. Of ze daarmee kon wedijveren met koningin Beatrix blijft onge wis, maar aan de beeldschone ex clusieve modellen op deze exposi tie is in elk geval te zien dat ook mevrouw Jannink op haar hoeden nooit bezuinigd heeft. Franfoise Ledeboer Expositie: Chapeau, Chapeaux! - Rijksmuseum, Stadhouderskade Am sterdam, t/m 29 maart 199S - dagelijks geopend van 10 tot 17 uur. (Advertentie) Sitsen muts, eerste helft 18e eeuw. De zon geeft ons enorm veel energie: meer dan veertig keer zoveel dan we jaarlijks aan gas, electriciteit én benzine verbruiken. Die zonne-energie kunnen we thuis het hele jaar door (óók bij 'n bewolkre hemel) gebruiken. Bijvoorbeeld om het douche- of badwater te verwarmen met een zonneboiler. daar wil ik alles van weten Voor elk daktvpe 'n zonneboiler Overheidssubsidie Milieuvriendelijk Aanzienlijke besparing op energiekosten Past op bijna elke CV-ketel TNO getest Koop- en huurmogehjkheden Al méér dan 20.000 zonneboilers geplaatst! 1 Bel voor meer informatie Holland Solar (030) 232 80 08 of stuur de ingevulde bon in een ongefrankeerde envelop naar: Holland Solar, Antwoordnummer 9004, 3500 ZA Utrecht. U ontvangt dan het actiepakket 'Alles over zonneboilers'. Naam Branchevereniging Holland Solar in samenwerking met de Stichting Promo Zonneboiler, opgericht door AGPO, ATAG/LZE en NEFIT FASTO 1 Postcode plaats Italianen zijn verzot op Ne derlands kalfsvlees. Fransen en Duitsers lusten er ook een flinke portie van en Spanjaar den krijgen hoe langer hoe meer de smaak te pakken. Kalfsvlees is mals, zeer licht verteerbaar en heeft de juiste hoeveelheid vet. Dat vinden koks en consumenten in die landen het belangrijkst. Ne derlanders beginnen het ook te ontdekken. Het gaat langzaam, want kalfsvlees is wat duurder dan koeien vlees. Generaties lang was kalfsvlees in Nederland exclusieve spijs voor de notabelen. De dominee, de burgemeester, de notaris en de dokter aten op zondag een stukje kalfsvlees. Gewone mensen konden zich dat niet veroorloven. Die aten mis schien gehakt. Geen kalfsge hakt. Ook dat was te bijzonder. Gewone mensen waren aange wezen op goedkoop half-om- half gehakt, liefst uit de aan bieding. Fijngemalen uit taaie stukken koe en varken. Nog steeds is Nederland gehaktland bij uitstek. Kookkunst Bijna overal in Europa besteedt men een groter deel van het in komen aan vlees dan wij ge wend zijn. Kwestie van geld over hebben voor smakelijk voedsel. In menig buitenland beschikt men bovendien over meer kooktechniek dan in het doorsnee Nederlandse huis houden voorhanden is. En kalfsvlees vraagt om wat ge compliceerder kookkunst dan half-om-half gehakt. Nederlandse koks werken, net als hun buitenlandse vakbroe ders, dolgraag met kalfsvlees. Daar valt wat behoorlijks van te maken. Reguliere restau rantbezoekers weten dat en hebben er ook geld voor over. Maar de thuisconsumptie van kalfsvlees groeit. De slagers constateren dat steeds meel mensen zichzelf het genoegen van een mals stukje kalfsvlees bezorgen. Dat kan, want de productie ervan is enorm in dit land. Dat komt, omdat Neder land niet alleen gehaktland, maar vooral ook zuivelland bij uitstek is. Boter en kaas Koemelk is moedermelk van de koe, oorspronkelijk bestemd voor haar kalf. Nergens anders is de kunst om zoveel mogelijk melk van koeien af te pakken zo ver ontwikkeld als in Neder land. Die melk wordt gedron ken, maar er worden ook enor me hoeveelheden boter en kaas van gemaakt. Bij de boterma- ker blijft een grote plas magere melk over en bij de kaasmaker een heleboel wei. Wei is het wa ter uit de melk met nog een rest je melksuiker, vet en eiwit erin. Ouderwetse boeren lieten dat spul als afval in de sloot lopen, maar dat mag niet meer. Van wei en magere melk wordt tegenwoordig kalvennelk ge maakt. Kalvermelk? De betite ling is inderdaad verwarrend, want een kalf geeft geen melk. Kalvermelk is kunstmelk. Kalfjes krijgen dat toegediend. Want bij hun eigen moeder drinken is er voor de meeste dieren niet bij. Moeder koe moet gewoon doorgaan met haar voor menselijke consump tie bestemde kampioenspro ductie. De kalfjes groeien wel groot op het afvalproduct kal vermelk. Martin van Huijstee Kalsfvlees was lange tijd voorbehouden aan de rijken, tegenwoor dig staat de kalfskarbonade op steeds meer eettafels. Ach, wie heeft nooit de aanvechting gehad een ruwe kokosnoot zacht over de ruw behaarde bol te aaien? Een sperzieboontje teder in de handpalm te wiegen? Een goed gesprek te beginnen met een vriendelijke bos prei? Niet met je eten spelen! hoor den we als kind. Dat bord moest leeg, en snel. Maar in ieder van ons blijft de aandrift sluime ren. En soms steekt hij de kop weer op tussen de rijk gevulde schap pen van de groenteboer. Op de markt, tussen de kisten vol fraai fruit. In de supermarkt, waar we al dat liefdeloos glimmende plastic op de afdeling 'vers' wel zouden willen wegpellen. Wie uit zichzelf die neiging niet heeft, raakt allicht aangestoken bij het doorbladeren van 'Play with y our food'. Een ver rukkelijk kijk-, lees- en doeboek van Joost Elffers. 'Eten is speels van zichzelf', schrijft Joost. Hij geeft aansteke lijke voorbeelden die zijn stelling onderbouwen. Een peertje wordt een muis. Een spruit een groene goudvis. Een sperzieboon een kre kel. Paprika: konijn. Daar zijn soms maar heel kleine ingrepen voor nodig. Een paar kerfjes met het mes, twee boontjes als ogen en klaar is Kees. Elffers gaat ook de diepte in. Toont schilderijen van de zestiende- eeuwse meester Giuseppe Arcim- bolclo, die menselijke portretten schilderde, geheel uit eetbaars op gebouwd: kersen, meloenen, peu len, aren en pompoenen. Een fan tastisch schilder, die Picasso, Magritte, Ernst, Man Ray en zelfs Pollock inspireerde. „Nieuwe schepsels maken van eten betekent voedsel op een hoger plan tillen", schrijft Joost Elffers, en hij lijkt het serieus te menen. Hij legt zelfs een lijntje naar het boeddhisme, dat eten het respect geeft dat het verdient. 'Play with your food' is een echt bladerboek vol wonderschone fo to's. Het geeft ook praktische tips hoe eten tot iets anders omgeto verd kan worden. Meest dankbare vrucht is daarbij waarschijnlijk de pompoen, die ook bij ons tegen woordig voor het oprapen ligt, naast sierkalebassen in soorten en maten. In Amerika wordt de pom poen sinds jaar en dag als spook- masker gebruikt. Door kinderen, met Halloween, Maar ook een aandoenlijke foto van een lieve kokosnoot liegt er niet om. Leg hem ietsje met zijn Snufferd omhoog en zet twee gem berwortels op zijn kop. Voila: me neer kokosnoot is een eland die bulkt van trots. Inge van den Blink Ooit gebruikte de industrie de reclameslogan 'Blij met bier in blik'. Mogelijk dat volgend jaar de doos met oud reclamemateriaal van zolder wordt gehaald, nu om melk-met- schuimkraag in blik te introduceren. De wereldwijd opererende blikfabrikant Continental Can Europe (CCE) onderzoekt in haar vestiging te Deventer de technische mogelijkheden. Samen met een of meer zuivelfa- brikanten, welke mag nog niet worden gezegd, wordt de belang stelling bij de consument gepeild. Pakt het allemaal gunstig uit, dan volgt in 1998 de introductie. Het gaat overigens om melk, waaraan één of meer andere smaken zijn toegevoegd. Het is een geheel nieuw product, zegt voedseltech- nologe Maril Kamp van CCE. An dere toepassingsmogelijkheden van melk-met-schuimkraag? Bij voorbeeld in combinatie met cap puccino, 'hot chocolat' of alcohol. De techniek voor het maken van een extra stevige schuimkraag (eentje om in te happen, waarbij je een witte snor krijgt) past CCE al jaren toe bij 'blikverpakking' van Engels bier. Normaal schuimt dit bier helemaal niet. Maar aan de andere kant van de Noordzee zijn voldoende liefhebbers die hier een paar centen meer voor willen be talen. Voor CCE is de eventuele verpak king van zuivelproducten interes sant doordat hieraan in principe meer valt te verdienen dan op de cola-achtige blikjes, waarvan jaarlijks al miljarden de deur uit gaan. (GPD) Het jaarlijkse Crawfish Festival in Breaux Bridge, Louisiana.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 39