3
Holly woodsfeer in
Zeeuwse taferelen
RH
sag» t-Y I w
PZC
reportage zaterdag 11 oktober 1997 26
□c
□czu
996
995
994
993
992
991
990
989
988
987
986
985
984
983
982
981
980
979
978
977
976
975
974
973
972
971
970
969
968
967
966
965
964
963
962
961
960
959
958
957
956
955
954
953
952
Uitvaart van
kist tot graf
op de foto
Zo dichtbij nog, en toch
alweer zo lang geleden.
Bladerend in het foto
archief van de PZC rijst
een beeld op van een
bijna vergeten verleden.
Aan de hand van foto's uit
dat archief laat de rubriek
Terug in de tijd' flitsen van
de recente geschiedenis
zien. Vandaag: De
bijzondere sfeer van
filmdecor Zeeland.
LZZI
In het begin van de jaren tachtig
lijkt het even alsof de Nederlandse
filmmakers collectief verliefd zijn
geworden op Zeeland. Telkens weer
slepen ze hun crew en cast naar
Domburg, Krabbendijke of het
grensgebied in Zeeuws-Vlaanderen.
Vanwege de voor het verhaal
noodzakelijke duinen, de speciale
sfeer van Badhotel Domburg of
simpelweg omdat het verhaal zich
afspeelt in bijvoorbeeld Vlissingen.
In het volgens sommigen legendarische
Nederlandse filmjaar 1981 wordt de
film 'Twee vorstinnen en een vorst'
vertoond; hij is enkele maanden eerder
grotendeels opgenomen in Vlissingen en
Middelburg. Het scenario is geschreven
naar de verhalenbundel 'Twee vorstinnen
en een vorst' en de roman 'Mijn tante
Coleta' van R. J. Peskens, schrijversnaam
van uitgever G. A van Oorschot. Deze
beschreef op persoonlijke wijze zijn
puberjaren, waarin hij heen en weer werd
geslingerd tussen zijn jonge, sensuele
tante en zijn krachtige moeder, die met
verbaal en lichamelijk geweld alles
bestreed dat haar als onrecht voorkwam.
Tegen het decor van onder meer het
Arsenaal en het Nollestrand in Vlissingen
brengen Kitty Courbois, Linda van Dijck,
Eric Clerckx en Jan Decleir de
romanfiguren tot leven.
Een jaar later sleept regisseuse Nouschka
van Brakel haar hoofdrolspeelster Renée
Soutendijk mee naar het strand van
Domburg om enkele scènes te schieten
voor 'Van de koele meren des doods'. Voor
negen seconden film wankelt Renée
Soutendijk, gehuld in zwarte kledij uit
vervlogen tijden, anderhalf uur lang in
windkracht acht over het zand. Villa
Carmen Silva in Domburg levert de
achtergrond voor nog enkele
binnenopnamen voor de film.
Daarna is Zeeuws-Vlaanderen aan bod.
Acteur Hugo Metsers heeft materiaal
verzameld over de botersmokkelaars in
de-jaren vijftig. Op basis daarvan is het
scenario voor een schelmenverhaal
geschreven. Metsers zelf, Pleuni Touw,
Rijk de Gooyer en Jules Hamel zijn enkele
van de hoofdrolspelers en de
polderwegen, dorpspleinen en
smokkelroutes in Zeeuws-Vlaanderen
vormen de authentieke set voor de
opnamen. PZC-recensent Pieter van
Lierop heeft voor het eindresultaat van
'De zwarte ruiter' overigens weinig
waardering.
Vervolgens is het de beurt aan Monique
van de Ven, Peter Tuinman, Henk van
Ulsen en Huub Stapel. Zij melden-zich in
november 1983 in Domburg voor de
opnamen van 'De schorpioen'. Het gaat
om een mengeling van politieke thriller en
psychodrama: een man in de jaren vijftig
probeert een misstap uit het verleden van
zich af te schudden. Een deel van de film
speelt in een badplaats buiten het seizoen,
en het Badhotel en Badpaviljoen van
Domburg ademen volgens
medeproducent Chris Brouwer precies de
goede sfeer.
Niet alleen de makers van grote
speelfilms wenden in die dagen de blik
naar Zeeland; ook voor minder
omvangrijke producties reizen
filmploegen naar het zuiden. Het station
van Krabbendijke wordt door Solfilm
Produkties uitgekozen als mooiste locatie
voor de opnamen van een deel van
'Puinruimen'. Het gaat om een film van
dertig minuten over problemen, die
echtscheidingen bij kinderen
veroorzaken. De beelden worden in juli
1984 onder meer geschoten in de trein
Vlissingen-Zwolle, op station
Krabbendijke, in Kruiningen en
Oostdijk.
De gezellige dorpssfeer en de plaats van
het station daarin hebben gezox-gd dat
Krabbendijke boven andere Nederlandse
dorpen werd verkozen.
Arjen Nijmeijer
1 v y
V-' 'v*. V,
Renée Soutendijk in de duinen van Domburg in gesprek met opnameleider Hans Kemna en regisseuse
Nouscka van Brakel; 'Van de koele meren des doods'.
Opnamen voor een korte film bij het mooie station van Krabbendijke:
'Puinruimen'.
Opnamen langs de Noordendijk in Vlissingen: 'Twee vorstinnen en een vorst'.
Hugo Metsers en Pleuni Touw in 'De zwarte ruiter'.
Opdat ze later met haar kinderen
zou kunnen terugblikken. Om
dat ze bang was dat ze zich de essen
tiële momenten van de dag niet
meer goed zou herinneren, aange
zien alles in een roes voorbijgaat.
Daarom heeft Marleen van Hien een
vakman foto's laten maken bij de
uitvaart van haar man. „Het is raar
dat je alleen de blije momenten van
een gezin vastlegt. De trieste horen
er net zo goed bij. Ik wil niet voor de
realiteit weglopen."
Uitvaartleiders maken vaker
mee dat nabestaanden een fo-
toi'eportage willen van de laatste
gang van hun dierbare oveiiedene.
De dood is geen taboe meer; de be
hoefte om het afscheid in beelden
vast te leggen groeit.
Sinds een half jaar bestaat de pro
fessionele organisatie Profubo. De
ze verwijst, nabestaanden door naar
één van de 65 geselecteerde en opge
leide vakfotografen die een In Me-
morium-album kunnen samenstel
len. Het netwerk, dat nu een half
jaar bestaat, is een initiatief vanMi-
chaël Horsthuis en Sylvester de
Smet. Hun dagelijks werk is por-
tretten maken en de handel en wan
del van bruidsparen op de huwe
lijksdag vastleggen.
Toen De Smets moeder een zware
operatie moest ondergaan, nam hij
zich voor foto's te maken van de uit
vaart in het geval ze zou overlijden.
Bij zijn vader was dat destijds niet
gebeurd; dat vond hij jammer om
dat hij zich van die begrafenis wei
nig kon herinneren. Zijn collega
Horsthuis herkende de wens van De
Smet: zijn zus had hem ook al een
keer gevraagd foto's te maken na
het overlijden van haar man.
Later kwam een jong meisje bij
Horsthuis in de winkel in Leeuwar
den om een fotorolletje voor een
eenvoudig cameraatje te kopen.
„Ze vertelde dat haar moeder net
was overleden. Haar vader wilde
per se opnamen van de begrafenis."
De twee sociale fotografen („geen
gebouwen, geen apparatuux-, geen
landschap, maar mensen") reali
seerden zich toen dat er sprake kon
zijn van een gat in de markt, verleg
met het uitvaartwezen bevestigde
dat vermoeden.
Staatieportret
Rouwfotografie bestaat al zeker
honderd jaar. Tot in de jaren vijftig
was het in sommige kringen (onder
meer onder rooms-katholieken) ge
bruikelijk om één 'staatsieportret'
van de oveiiedene op het doodsbed
of in de kist te maken. De belang
stelling hiervoor is een tijd geluwd.
Maar nu vragen nabestaanden ge
regeld weer aan begrafenisonder-
nemers of fotograferen is toege
staan.
De argximenten hieivoor zijn di
vers. Het gebeurt voor familie in het
buitenland, die niet zo snel kan
oveikomen voor de plechtigheid,
maar die er wel iets van wil meema
ken. Of er is sprake van iemand die
is omgekomen bij een verkeerson
geval. De partner ligt nog in coma in
het ziekexxhuis. Als die bijkomt, rest
er zonder foto's niets dan een kran
tenadvertentie en een rouwkaart
van de echtgenoot. Marleen van
Hien kent nóg een reden. „Als ie
mand is overleden, is dat gemis on
werkelijk. Vaak heb je nog het
gevoel, dat hij zó weer komt binnen
lopen. Als de uitvaart op de foto
staat, kim je niet meer om die reali
teit heen."
Sfeer
Vaste elementen zijn de familie
rond de kist, de dominee of priester
tijdens de toespraak en het publiek
in de kerk of crematoriumzaal.
Steeds vaker komen daar opnames
bij van verwanten en vrienden die
poëzie voordragen of musiceren.
Je moet de sfeer van de dag vangen,
betoogt Horsthuis.
Op een goede foto zfe j e de stilte als
de kist zakt. Of je proeft de emotie
tijdens een toespraak: alle hoofden
gebogen en die ene persoon met zijn
kin omhoog."
Van tevoren meldt de begrafenison
dernemer dat ze foto's maken. De
uitvaartfotografen mogen echter
nauwelijks opgemerkt worden; ze
kleden zich decent, ze flitsen niet,
gebruiken geen lawaaiige mo
tordrive, staan nergens met him
neus bovenop, maar werken met
een telelens.
„Het is een groot verschil met een
trouwreportage", vertelt Horsthuis.
„Hier moet je het doen met de gege
ven situatie, maar bij trouweidjen
ben je regisseur Het bruidspaar
verwacht dat jij ze mooi neerzet en
opdraagt wanneer ze moeten la
chen."
Maanden
De opdrachtgevers krijgen, net als
bij trouwfoto's, een chic album met
mooie beelden. Soms duurt het
maanden voordat iemand het durft
op te slaan. „Ik heb het meteen inge
keken," vertelt Marleen van Hien.
„Eerst alleen, later met de kinderen.
Dat was erg emotioneel, maar het
deed me goed."
Haar zoon en dochter hebben het
boek meegenomen naar school en
het met vrienden en vriendinnen
bekeken. „Elke keer vex-telden ze
iets bij een foto; stukj e bij beetje be
gonnen ze zo de dood van hun vader
te veiwerken."
Marleen laat de beelden niet aan ie
dereen zien. Ze 'bewaart' ze voor fa
milieleden en intimi. Af en toe pakt
ze nog het In Memoi'iam-boek en j
kijkt het in. „Anderen gaan naar
een gx*afmaar ik vind dit veel dich- i
terbij."
Ineke Inklaar
Carel van Herwijnen (1) en Jules Hamel in een schelmenverhaal over slimme smokkelaars in snelle auto's over de Zeeuws-Vlaamse polderwegen: 'De zwarte ruiter'