Overmars heeft wind weer in rug Het a-sociale leven op een racefiets In de rij voor het Wilhelmus is het mooiste dat er is Bart Voskamp laadt zich op voor het WK WK 3 vrijdag 10 oktober 1997 lang ik nog voor Ajax speel, kan ik niet zeggen. Maar dat ik een avontuur in het buitenland wil meemaken, is voor dui zend procent zeker." Dit is het jaar van Overmars, riepen de kenners halverwege het seizoen 1995/'96 in koor De linksbuiten glorieerde wed strijd na wedstrijd. En, opvallend voor zijn doen, hij scoorde: niet minder dan acht doelpunten in vijftien competitie wedstrijden en, inclusief Nederlands elf tal en Champions League, zelfs zestien in totaal. Kortom, z'n carrière voltrok zich tot opwinding van heel de natie binnen de contouren van één groot pretpark. En toen, op een donkere en koude avond in het Olympisch stadion van Amsterdam (20 december 1995: Ajax-De Graaf schap), sloeg het noodlot toe. De volks held raakte zwaar geblesseerd aan de knie. Een kapotte meniscus en een afge scheurde kruisband. Twee operaties ble ken noodzakelijk, alsmede een langduri ge revalidatie. De stervoetballer miste de hoogtepunten van het seizoen, met Ajax de Champions League-finale in Rome te gen Juventus en met Oranje het EK in En geland. Pas in augustus vorig jaar, bijna acht maanden na de crash, maakte hij een voorzichtige rentree, in de Arena tegen AC Milan. Maar de oude was Overmars nog allerminst. „Ik wilde zo graag. Ik dacht dat ik de draad meteen weer zou kunnen oppakken. Maar ik kwam erach ter dat het zo dus niet werkt." Tegenwind Stap voor stap, beetje voor beetje groeide z'n vox-m en vaak stond er veel tegenwind. Hard voor zichzelf, hard voor anderen vond hij de weg omhoog. „Ik ben een knokker, van huis uit. Altijd heb ik mijn eigen plan getrokken, wat sommigen ook zeiden. Mijn instelling is de basis voor mijn succes. Altijd al geweest. In de jeugd bij Go Ahead zeiden ze al dat ik een plaat voor m'n kop had toen ik, op m'n veertien de, al met jongens van achttien in de Al speelde en bij Ajax noemden ze me in het begin 'hé boertje'. Ik trok me er niks van aan en snel was het weer over." Begin februax-i dit jaar, op een goede dag en zonder enige schroom, deelde Over mars Ajax-directeur Oldenhof officieel mee dat hij de club aan het eind van het seizoen wenste te verlaten, z'n nog drie jaar doorlopende contract ten spijt. Het was een actie waarmee de voetballer, bij de Amsterdamse clubleiding, veel sympa thie verloor. „Ik snapte best dat Ajax te leurgesteld was, maar mijn kop zei ge woon: doen. Die boosheid van Ajax? Ach, dat hoox-de een beetje bij het spel." Na vijf jaar Ajax vond Overmars het de hoogste tijd worden voor een nieuwe uit daging. Heimelijk had hij z'n hart allang aan Arsenal geschonken. „Arsenal was al heel lang in me geïnteresseerd. In 1994 had de manager, George Graham, me al een keer gepolst. De jaren daarna telkens opnieuw. Ja, zelfs kort na de operatie nog toen het nog onduidelijk was hoe de reva lidatie zou verlopen. Want met gescheur de kruisbanden weet je het maar nooit". Arsenal betaalde Ajax naar verluidt een afkoopsom van twintig miljoen gulden. Ook de coach van de Londenaren, Arsène Wenger, bleek een stille fan van de kleine linksbuiten. De Fransman wilde hem per se hebben, overtuigd als hij ervan is dat voor Mare Overmars, 24-jarige ex-voet- baller van Go Ahead Eagles, Willem II en Ajax, de beste jaren nog moeten komen. Gijsbert Spierenburg Op het EK in Engeland zou hij de linkerspits van Oranje zijn geweest. Een zware knieblessure wierp hem echter ver terug. In de Engelse Premier League lijkt Mare Overmars weer tot volle bloei te komen. De herverkiezing in Oranje wordt in dank aanvaard. „Ik ga ervan uit dat ik weer vast in het zadel zit." Als kind droomde ik al van Engeland. Dus nu ik voor Arsenal speel, ben ik wel blij ja. En we staan ook nog eens num mer één. Dat maakt het er voor een nieu weling als ik allemaal een stuk gemakke lijker op. Zonder vragen spreekt hij niet. Mare Overmars bewaart zijn daverende demarrages liever voor de zijlijn, niet voor een vraaggesprek. Op gras acteert hij beter dan aan tafel. Zelden klopt cle linksbuiten zich op de borst. Toch: „Ik mag van mezelf best zeg gen dat ik op het ogenblik goed speel. Hebben jullie m'n eerste helft van Arse nal-Tottenham niet gezien? In de compe titie heb ik al vier doelpunten gemaakt. Zo bezien ben ik op de goede weg." Zijn nieuwe uitverkiezing in de selectie van het Nederlands elftal vindt Mare Overmars mooi, héél mooi. Hij is ontzet tend dankbaar met de nieuwe kans die bondscoach Hiddink hem heeft geboden. Desnoods als reserve, voor de wedstrijd van morgenavond in de Arena tegen Tur kije. Knieblessure In de rij voor het Wilhelmus, mooier be staat er bijna niet voor de 34-voudig in ternational. ,Ik ben door die knieblessure lang uitgeschakeld geweest. Vijf jaar had ik er elke interland bij gezeten. Ik ga er van uit dat ik nu weer vast in het zadel zit. Nee, ik ben dit keer niet de vervanger van Jonk, die geschorst is. Ik zou sowieso zijn geselecteerd. Zo heb ik dat van de bonds coach begrepen." De Schicht van Epe voetbalt sinds dit sei zoen op Highbury, het blijft wennen. Klein is hij - 1 meter 73 - en ogenschijnlijk kansloos en kwetsbaar in een veld met verdedigers die, doorgaans wild en woest, in staat zijn om aanvallers in scherven te schoppen. „Als je constant in beweging bent, krijgen ze geen vat op je." Bloei Toch schijnt de kwikzilverachtige ex- Ajacied op 'the killing fields' van de En gelse Premier League weer tot volle bloei te zijn gekomen. Aan de hand van Berg kamp nog wel, God of England. Welnu: als Bergkamp God is dan is Overmars op z'n minst z'n broer. „Naar Dennis zouden de mensen echt eens een keer moeten komen kijken. Ik kan, het iedereen aanraden. In Londen is hij-een .bé^ieuswaardigheid.Ale jé ziet hoe hij> traint en speelt, beter kan bijna niet. Laten we duidelijk zijn: als Dennis scoort, is het altijd een mooi doelpunt. Je ziet hem zelden een intikkertje maken." In Londen heeft Mare Overmars in de zo mer persoonlijk de hemelpoort geopend. „Mijn hart lag al jaren bij Arsenal. Ik kon naar veel clubs, in Spanje, in Italië en in Duitsland en ook Manchester United toonde interesse. Maar mijn keuze stond van begin af aan eigenlijk al vast: Arsenal. Ik heb niet gekozen voor het geld, maar voor de club en het land". Highbuiy deed hem denken aan z'n eerste betaalde club. Go Ahead Eagles. „Maar nieuwe club Arsenal m een oelenwedstyrijd tegen PSV. Links Ernst Faber. foto Koen Suyk/ANP ,.Marc Overmars (rechts) in actie voor zijn clan tien keer groter". Daar waarde arbei ders 25 gulden betalen voor een toegangs kaartje omdat voetbal vrijwel het enige houvast is in hun dagelijks leven. Die unieke vorm van aanhankelijkheid kan de spits ontroeren. „In Engeland is er res pect voor voetballers van mijn type. Als ze maar zien dat je je best doet, is het al goed". Voor dat soort supporters is hij be reid z'n ziel en zaligheid te geven, meer dan voor de zogenaamde beschaafde elite op het pluche van hun gratis zetels. „Het voetbal is ongestructureerd, maar je moet mee. Ik merk dat ik me fysiek automatisch ook meer laat gelden. Als 't moet knal ik ook iemand omver. Je weet dat een gele kaart daar toch niet zo gauw wordt ge trokken." Schoolschrift Op het kaxfonnen kaft van zijn school schrift schreef Mare Ovexmars ooit, als kleine jongen, de namen van de clubs waarvoor hij in een verre, vérre toekomst zou willen voetballen. Ajax is uitgeko men, Arsenal nu ook. Hij kan lyxisch jubelen over de club van zijn dromen. Wie in het stadion de direc teur zoekt in diens kamer dient eerst be leefd te kloppen, bij Ajax liep iedereen maar in en uit. De terreinknecht op Hig- bury duldt doordeweeks geen voetstap pen op het heilige gras, van niemand niet, zo zuinig is hij erop, en Overmars senior kreeg er slechts toegang op voorwaarde dat hij een stropdas droeg. „Ik vind dat wel mooi", zegt juixior. Bij Ajax tekende Mare Overmars een con- ti'act tot het magische jaar 2000. En onge twijfeld met z'n volle vex-stand, vond latex- penningmeester Van Os. De inkt was evenwel nog niet opgedroogd of de jonge miljonair liet, in een vraaggesprek rond de feestdagen van '95, alweer vrolijk op tekenen dat het buitenland lonkte. „Hoe rxiet eerder het tegendeel dan wanneer ik het zelf ontdek." Bij TVM tekende hij aanvankelijk bewust steeds voor een jaar. „Het is een stimulans voor beide par tijen. Een risico, ja. Maar is het in het gewone leven zoveel beter dan? In het bedrijfsleven ben je ook niet meer zo zeker." Het leven van een px-ofx-enner, hij had het er pas nog met (nu nog) ploeggenoot Bo Hamburger over. „Ruim 120 koersdagen, met reistijd meer dan een half jaar van huis.Een huwelij k moet bestand zij n tegen dit werk en vooral, tegen het einde exvan, als manlief alle dagen opeens thuis is. Het percentage echtscheidingen in de wielrennerij is bovengemid deld. „Dat is zo, ook al hoort het een beetje bij de onverdx-aagzaamheid van deze tijd. In onze ken nissenkring komt het ook heel veel voor. Het gaat om respect voor elkaar Want verliefd ben je niet zolang." Wielrennen is een a-sociaal vak, vindt Voskamp. Vx-ienden, familie, kennissen, hij ziet ze niet vaak. Of kox-t. „Want je kunt 's avonds niet even gezellig tot een uur of één zitten kletsen. Eerlijk gezegd heb ik er ook rxiet zo'n behoefte aan. Het woord vriend wordt sowieso overdreven. Zoveel echte vrienden heeft niemand." Ook niet in het fietsen. „Ik kan met de meesten goed opschieten. Dat is het ook wel." Over zes bergen Echte solidariteit is bovendien ver te zoeken in het peloton„Ik erger me al jaren vreselijk aan het feit dat we in de Tour bij 40 graden hitte in een etappe van 260 kilometer over zes bergen gestuurd wor den. Alsof een xit van 150 kilometer met drie ber gen niet hetzelfde effect heeft op het klassement. Op die momenten zit ik op de fiets de UCI hardop te vervloeken." Zin om een actie op poten te zetten, heeft hij echter niet. „Dat heeft geen nut. Iedereen is het met jou eens, maar op het moment dat jij aan de bel trekt, zijn er nog maar weinig over. Dus denk ik, het zal mijn tijd wel dui'en. Niet goed, ik weet het. Maar ik weet ook dat het toch niet zal verande ren, dus kan ik mijn energie beter in zaken steken waarop ik wel invloed heb." Op zijn loopbaan bijvoorbeeld. Hij tekende tijdens de Ronde van Nederland voor twee jaar bij. Te vroeg, gezien zijn zege iri de Vuelta. Nee, zegt Vos kamp. „Ik heb binnenkort een gesprek over aan passing. Als je goed presteert, valt daar met Cees altijd over te praten." Daarom ook hoeft hij niet voor een paar centen meer naar het buitenland. „Als je een half jaar met collega's op stap bent, moet je het ook een beetje gezellig hebben. Dat zie ik nog niet zo bij een Italiaanse ploeg." Voorlopig vindt hij zelf presteren en een beetje lol hebben be langrijker. „Maar ook ik zal op een gegeven mo ment vooral naar het geld kijken Ik moet ook aan mijn gezin denken. Dus zal ik de kans om een hoop geld te verdienen in dienst van een buitenlandse ploeg en kopman aan het eind van mijn loopbaan niet laten schieten." René Banierink Wielrennen is een a-sociaal vak, vindt Bart Voskamp. Meer dan 120 koersdagen, ruim een half jaar van huis. „Ik bexx vijfjaar prof maar heb het gevoel dat ik dat mijn hele levexx al bexx." En: „De sociale contacten zijn minimaal." Maar dat heeft ook weer zijn voordelen. „Alleeix de echte vrienden blijven over." Gelukkig voor hem nadert het eind van het seizoexx. „Ik zit met mijn hoofd al een beetje bij de dingen die ik deze winter ga doen." Maar eerst dit weekeinde het wereldkampioenschap in San Sebastiaxx nog. Daarvoor kan hij zich nog wel een keer opladen na een lang seizoen. „Als je dan toch van huis bent, kun je maar beter je best doen, anders wordt het helemaal een martelgang." Bart Voskamp (29), een eigenwijze, die zelf zijn weg heeft gevondexx in een leven dat hij nooit geambieerd heeft. Het. zijn de laatste loodjes, deze dagen, voor Bax-t Voskamp. Het was een lang seizoen, met twee grote x-onden, de Tour en de Vuelta. „Zo aan het eind van het jaar, zeker als je net drie en een halve week van huis bent geweest en 4000 kilometer op de fiets hebt gezeten, heb je niet zoveel zin om dat nog eens vijf of zes uur bij het WK te herhalen. Maar ach, die laatste week houden we het ook nog wel vol." Het heeft alles te maken met het jaar dat hij achter de rug heeft. „Geen blessures, weinig ziek en toch aax-dige resultaten", vex-wijst hij naar onder meel de etappezege in de Vuelta. Succes en goede ge zondheid, die maken het bestaan als profwielx-en- ner een stuk aangenamer, weet Voskamp. „Als je me twee jaar geleden gevraagd had toen ik sukkel de met een achillesblessure, zou het er heel anders uit hebben gezien." Dan zou hij zich misschien wel hebben afgevraagd of hij niet beter die baan bij 't Kruidvat had kunnen aannemen. In zijn laatste jaar als amateur, in 1992, had hij al een overeenkomst met die werkgever. „Ik zou maandag beginnen maar de vrijdag ex-voor kreeg ik een aanbieding van Cees Priem om be roepsrenner te worden. Ik was dei-de geworden in de Tom- de '1 Avenir en dat maakte me blijkbaar in teressant. Moest ik die baan halsoverkop afbel len." Aldus stapte hij, als 24-jarige, in een leven dat hij nooit had geambieerd. „Ik zag om me heen jongens die zich er helemaal op gericht hadden en dan via een stage een contract probeex-den af te dwingen. Dat leek me vleselijk stressen, dat had ik nooit ge daan." Gevolg was dat hij ergens instapte waar hij niks vanaf wist. Hij had ook geen trainingsmaatjes in de burnt van zijn woonplaats Zetten in de Betuwe. „Dat is alleen maar goed geweest. Ik heb het zelf moeten uitzoeken, heb ook regelmatig mijn neus gestoten. Ik ben er van overtuigd dat dat beter werkt dan die jongens die nu al helemaal in de wat ten worden gelegd en alles al voorgekauwd kx-ij- gen." Te eigenwijs Hij was eigexxlijk ook een beetje te eigenwijs om dingen van andex-en zomaar aan te nemen. „Ik had en heb zoiets van, ik zoek het zelf wel uit en geloof Bart Voskamp met zijn zoontje. De renner heeft een lang seizoen achter rug, moet zich nog een keer op laden voor het WK. „Als je daxx toch van hxxis bent, kun je xxxaar beter je best doen, anders wordt het he lemaal een martelgang." foto Roland de Bruin/GPD r:'. WIELRENNEN 10-12 oktober 1997 4 km Galarreta

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 47