India biedt meer dan Ravi Shankar Zolang je maar werk hebt kunst cultuur vrijdag 10 oktober 1997 23 Theater Veriyattam in Vlissingen Kali, monster en moeder van Madhvi Pare werk; tekeningen, schilderijen en objec ten. In het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam geven vanaf 12 oktober vier vooraanstaande Indiase architecten op achtereenvolgende zondagmiddagen (Charles Correa, Raj Rewal, Balkrishna Doshi en Rewathi Kamath) lezingen over hun werkdat gelij ktij dig in een expositie wordt getoond. De tentoonstelling wordt morgen (zaterdag) door minister Pronk van ontwikkelingssamenwerking ge opend. Het literatuurprogramma gaat in op de opkomst van vrouwen in de Indiase lite ratuur, vrouwen die meestal voortkomen uit de Indiase vrouwenbeweging van de jaren zestig en zeventig. Githa Hariharan, auteur van onder meer het. bekroonde Duizend gezichten van de nacht is een van hen. Ze veiwerkt veel oude verhalen in haar proza. Haai- werk sluit dus goed aan bij Vayu Naidu, die zichzelf 'verhalenver- telster' noemt. Beiden komen naar Nederland en discus sieren 13 november (Rasa, Utrecht) en 14 november (Soeterijn, Amsterdam) over de rol van mythen en traditie op heden daagse romans. Githa Hariharan geeft bovendien een reeks lezingen van 9 tot en met 12 november. GPD Monique Brandt Kunst en cultuur van India staan centraal in het festival 'India 50 jaar', dat donderdag werd geopend in het Soeterijn, het theater van het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Het groots opgezette India-festival wordt gehouden in het kader van de vijftigjarige onafhankelijkheid van deze staat en speelt zich tot april volgend jaar behalve in Amsterdam onder meer af in Rotterdam, Den Haag en Utrecht. In het Arsenaaltheater in Vlissingen is dinsdag 21 oktober een voorstelling te zien. 'India 50 jaar' toont de huidige ontwikkelingen binnen een breed scala van culturele disciplines. Muziek, dans en theater komen aan bod, maar ook beeldende kunst, architectuur, literatuur en film. De theatergroep Kattaikkuttu. Jan Roekens, die nauw bij de organisa tie van het festival betroken is: „We willen laten zien dat de kunst en cultuur uit India heel anders is dan we meestal denken. De cultuur van India wordt meestal geassocieerd met oude tempels, de sitarmuziek van Ravi Shankar, de af beeldingen van goden en sierlijke dansen. En natuurlijk behoren die elementen ook tot de Indiase cultuur. Maar er is veel meer. De hedendaagse kunstenaars ma ken werk dat zeer sterk afwijkt van de traditionele kunstuitingen. Ook het thea ter is eigentijds, al is het nog steeds sterk geïnspireerd door de tradities. De cultuur van India heeft wel degelijk ook een mo dern gezicht." Met het oog op de vijftigste verjaardag van India liepen verschillende Neder landse organisaties die veel met het land te maken hebben, rond met plannen voor projecten. Uiteindelijk besloten zij, waaronder Stichting India-Muziek en Foundation for Indian Artists, zo'n an derhalf jaar geleden om de koppen bij el kaar te steken. 'Traditie en verandering' dat werd het thema van de manifestatie die bestaat uit concerten, theatervoor stellingen, lezingen en tentoonstellingen. Spanningsveld Het spanningsveld tussen de immer nog zeer sterk aanwezige traditionele cultuur en kunstuitingen van jonge kunstenaars - levert boeiende nieuwe vormen op. Een goed voorbeeld daarvan is de theater groep die het festival zal openen en die de komende maanden met twee stukken (Ar- junan Tapacu en Veriyattam, waarvan het laatste in Vlissingen te zien zal zijn) door het land toert. Het Kattaikkuttu is een eeuwenoude vorm van theater, die bestaat uit een combinatie van zang, dans en to neel. Gehuld in overweldigend kleurige kostuums voeren de acteurs, doorgaans mannen uit de lagere sociale klassen van het platteland van de Zuid-Indiase staat Tamil Nadu, stukken op uit traditionele Indiase verhalen. Er worden echter ook nieuwe stukken geproduceerd over eigen- tijdse thema's als de ontbossing, maar ook machtsmisbruik. Volgens Jan Roekens heeft de groep veel overeenkomsten met de spectaculaire voorstellingen van de Nederlandse theatergroep Dogtroep. De Indiase groep heeft inmiddels al een be zoek gebracht aan de werkplaats van Dogtroep en zal workshops verzorgen op de Nederlandse Clownsschool en de In ternationale Theaterschool in Utrecht. Ook het muziek- en dansprogramma tij dens het festival draait om traditie en ver andering. Zo brengt NahidSiddiqui Mog- hul Coürt, een dansvoorstelling met zang. Het is een combinatie van de traditionele Kathakdans uit Noord-India gecombi neerd met een westerse choreografie. De verschillende concerten worden geken merkt door het gebruik van traditionele instrumenten op een 'nieuwe' manier. Zo bespeelt Shivkumar Sharma de santoor, een honderdsnarig istrument dat vroeger niet geschikte geacht werd voor klassieke muziek. Het is jammer dat het muziekprogramma geen plek biedt aan popmuziek. In India, maar ook in Engeland is immers een flore rende popcultuur ontstaan die zijn wor tels heeft in de traditionele muziek. Zelfs in de housemuziek wordt gebruikt ge maakt van samples, muziekfragmenten, uit oude Indiase muziekstukken. Volgens Roekens wordt deze leemte vermoedelijk begin volgend jaar opgevuld door het pro grammeren van een concertreeks van In diase popbands. Op 29 en 30 november treedt in Rasa in Utrecht overigens wel de Indiaas-Britse popband Stereo Nation op. Daarnaast staat voor volgend jaar een filmfestival in de planning. Tijdens dit festival, waarop populaire films en pro ducties van gerenommeerde regisseurs is te zien, wordt uitgebreid ingegaan op de filmindustrie van India. Vanaf 6 november toont het Tropenmuse um in Kali, Monster en Moeder de visie van j onge kunstenaars op de verering van de godin Kali, het symbool van zowel ver nietiging als schepping. Ze wordt meestal uitgebeeld als zwarte of blauwe vrouw met een vuurrode tong en vier armen. In India zijn veel tempels aan haar gewijd. Volgens de kunstenaar Mona Rai is „het beeld van Kali op een bepaalde manier prachtig maar ook angstaanjagend, zoals een vulkaan mooi maar ook gevaarlijk kan zijn." De expositie omvat gevarieerd ANViiï^ H MIDDELBURG In en rond de Vleeshal in Middelburg vinden tot en met 19 oktober activiteiten plaats in het kader van De Verborgen Stad, een project i'ond de achterommetjes van de monumentale binnenstad. Onder deel van deze manifestatie is een notitie die de Schotse kunstena res Tracy Mackenna elke week maakt voor de PZC. Dit is de vijfde aflevering. De asbakkenfabriek waar vader Walswerk werkt, moet sluiten: er zijn genoeg asbakken op de wereld. Maar de werknemers willen niet naar huis gestuurd worden en ze besluiten de fabriek open te houden met het produceren van... niets. Judith Herzberg, onlangs bekroond met de P.C. Hooftprijs voor haar poëzie, schreef voor Orkater De Nietsfabriek, haar eerste muziektheaterproductie voor kinderen èn grote mensen. Ze schrijft graag voor kinderen. In 1970 maakte ze een bewer king van het Hooglied voor een kindertelevisieprogramma, die uitgegeven werd als 27 liefdesliedjes en nog steeds veel wordt gelezen. Ze gaat zelf ook graag naar kindervoorstellingen kijken. Vaak vindt ze die niet zo geschikt voor haar kleinkinderen omdat er, zegt ze, teveel grote mensen problemen in worden uit gediept. Zelf bewaart ze juist zulke fantas tische herinneringen aan haar eer ste kindervoorstelling: „Ik was natuurlijk vol komen onder voed wat dat betreft. In de oorlog en de ja ren vlak erna was er niet veel op cultureel gebied en we hadden ook weinig geld, hooguit heel af en toe voor een film. In het Minervapaviljoen zag ik toen ik was al wel een jaar of dertien het stuk The little sweep (De kleine schoorsteenvegervan Benjamin Britten. Het ging over een klein jongetje dat per ongeluk tijdens het werk ergens door de schoor steen zakt en terecht komt bij een gezellige familie. Iedereen is even verbouwereerd, maar dan wordt hij schoongepoetst en mag hij meegenieten. Dat stuk heeft zo'n indruk op me gemaakt, het was vrolijk, meeslepend, enorm muzi kaal." „Het is altijd een ideaal voor me gebleven om iets te maken, waar kinderen zo vrolijk van worden. Ik herinner me dat ze een wagen ge maakt hadden, waarin ze met pa raplu's het draaien van de wielen suggereerden. Geweldig vond ik dat toen, om te zien hoe veel je op toneel kunt doen met minieme middelen. En de muziek vond ik prachtig. Jaren later kon ik nog steeds een aantal bedjes nazin gen." Ze zingt zachtjes de eerste regels van een van de liedjes die ze inderdaad nog helemaal uit haar hoofd kent. In het Engels nota be ne, waarvan ze zich achteraf af vraagt of ze dat destijds eigenlijk wel verstond. „Ik vind kinderen erg leuk pu bhek. Bovendien: als een voox-stel- ling boeiend is voor kinderen, is hij dat ook voor grote mensen. Zelf las ik altijd graag een rubriek als De blauw geruite kiel in Vrij Neder land, waarin de wereldpolitiek nu eens op begrijpelijke wijze wordt uitgelegd." Het idee voor De Nietsfabriek on stond al een tijd geleden: „Mis schien wel tien jaar geleden hoorde ik een flits op de radio over een experiment in Duitsland: om werkloze mensen het gevoel te geven dat ze nog enig nut hadden, was er een fabriek op gericht waarin helemaal niets ge- produceex'd werd. Ik weet abso luut niet of ik het bericht goed verstaan heb, maar het idee vond ik geweldig. Ik heb nog gepro- beex-d na te gaan of er inderdaad een fabriek was, maar ik kon daar niet achter komen. Ik had daar graag willen gaan kijken." „De afgelopen jaren ben ik me gaan verdiepen in het waagstuk van de wex-kgelegenheid. Het is volgens mij verlakkeiïj om de Judith Herzberg in De Nietsfabriek mensen wijs te maken dat er ge noeg werk is en zal blijven voor ie dereen. Door de automatisering komen er alleen maar minder ba nen. In De Nietsfabnek stel ik op een luchtige manier het begrip ar beidsethos ter discussie. Het is toch vreemd dat mensen hun ei genwaarde ontlenen aan het pro duceren van goederen die op zich zelf geen enkele waarde hebben. Judith Herzberg Zolang je maar werk hebt, is het goed. Er wordt helemaal niet ge keken wat dat werk nou eigenhjk inhoudt, of het dodelijk saai is of nog erger, of er nodeloze troep ge- produceerd wordt van kostbare grondstoffen. Ik hoop dat door het kijken naar De Nietsfabriek het denken over de waai'de van loon arbeid erxigszins, al is het maar bij anderhalve pex-soon, aan het wan kelen gebx-acht. woi'dt." Met het idee om een voorstelling te maken over een fabriek waarin in het geheel niets geproduceerd werd, ging ze gaar Gerard Atema, van Orkater. Ze werkte eerder met hem samen aan muziektheater producties als Een goed hoofd en De kleine zeemeermin met Loes Luca, ook bij Ox'kater. Hij was me teen enthousiast en Orkater ver leende haar een opdracht. Judith Herzberg: „Een gedicht schrijf je voor jezelf, maar een toneelstuk schrijven is een grote onderne ming. Daar begin ik niet zo gauw aan zonder opdracht. Het is be- langrijk om te weten voor wie je een stuk schrijft, daar houd je re kening mee bij de stijl. En vanzelf sprekend maakt het een groot ver schil wanneer het muziektheater wordt. Als je weet dat veel emoties door de muziek kunnen worden ingevuld, moet je de tekst niet te dik aanzetten. Het wordt gauw te veel. Je moet compacte taal ge bruiken. De tekst moet zingbaar zijn." „De Nietsfabriek is totaal anders dan al mijn andere toneelstukken. Daarin gaat het voox-al om de men selijke interactie, om hoe mensen op elkaar x-eageren. In De Nietsfa briek staat het conflict van een groep mensen met de maatschap pij centraal. De pex'sonages die er in voorkomen, zijn meer types dan uitgewerkte psychologische ka rakters: een dief, een politie agent, een rechter, een lieve vader en een lieve moeder die een onder nemend zoontje hebben. Ze heb ben elk hun eigen manier van spreken, hoewel ik dat niet erg dik heb aangezet. Het wordt dan zo tijdsbepaald. Ik wilde niemand belachelijk maken in het stuk, ik vereenzelvig me in zekere zin met alle personages. Dat geldt voor al mijn stukken, anders kan ik niet schrijven. Dan wordt het een per siflage." Ze heeft nog niet veel gezien van de voorstelling die vandaag (vrij dag) in de Toneelschuur in Haar lem in première gaat: „Voor een schrijver is het lastig om te bepa len wanneer het een goed moment is bij de repetities te kijken. Je bent of te vroeg, dan hebben ze nog niks om te laten zien, of je bent te laat, dan is de toon gezet en kan er niet veel meer aan gebeuren. Je bent eigenlijk een beetje een last pak. Het is voor de toneelschrijver als vroeger in het ziekenhuis voor een moedei-, van wie de baby in de kraamkamer onmiddellijk wordt afgepakt. Gelukkig geef je je kind alleen maar af aan mensen die je door en door vertrouwt. Orkater is een heerlijk gezelschap om mee te werken. Alles kan daar. Soms lijkt het erop alsof de onderlinge .relaties het allerbelangxdjkst zijn. Er is nauwelijks sprake van hië- rarchie, in tegenstelling tot som mige andere gezelschappen. Ik heb in Duitsland wel eens een re petitie bijgewoond waai-, als er een stoel verzet moest worden, er een toneelknecht bij werd gehaald. Acteurs hoeven toch geen stoelen te tillen, stel je voor! Ik ben ervan overtuigd dat de mentaliteit bij een groep in sterke mate de stijl van theatermaken beïnvloedt. Je kunt uiteindelijk aan een voor stelling zien of de technicus zich lekker voelt of degene die voor de broodjes zorgt. Waaraan je dat ziet, weet ik niet, maar je ziet het! Alles hangt met alles samen. Daarom is de Toneelschuur ook zo'n ideaal theater, door de men sen die er werken." Margriet Prinssen De Nietsfabriek, met onder anderen Porgy Franssen en Mouna Goeman Borgesius, is onder meer te zien in De Veste in Delft (25 en 26 oktober), Rot terdamse Schouwburg (31 oktober en 1 en 2 november), Stadsschouwburg Eindhoven (11 november) en Theater a/h Spui in Den Haag (28 t/m 30 no vember). WKÊBKÊKÊÊ

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 23