De duivel verscheen in Vatmaar Konijntjes, kom niet in de tuin van meneer Verhoef PZC Scholtz schrijft eerste grote Afrikaanse roman Indiase traditie kan in Amerika niet overleven Nieuwe reeks Zuid-Afrikaanse literatuur kunst cultuur 19 jeugdboek vrijdag 10 oktober 1997 De belangrijkste Zuid-Afrikaanse lite ratuur van deze eeuw zal in een tien delige reeks aan het Nederlandse publiek worden gepresenteerd. Staatssecretaris A Nuis nam onlangs op de Zuid-Afrikaanse ambassade het eerste exemplaar van de reeks in ontvangst. Hij noemde bij die ge legenheid de reeks 'een nieuw begin'. Het eerste deel van de reeks is een verta ling van Olive Schreiners klassieke roman Een plaats in Afrika ('The story of an Afri can farm'). Het boek is hondei'd j aar niet in een Nederlandse vei-taling beschikbaar geweest. Het werk markeert het begin van de moderne Zuid-Afrikaanse literatuur. Schreiner beschrijft het leven in Zuid- Afrika. zonder romantiek en exotisch avonturisme. De invloed van Schreiner op latere literai re generaties is groot geweest. Haar werk, dat zij nog voor haar twintigste voltooide, heeft belangrijke feministische en artis tieke waarde, volgens de kennerrs. Veifa- ler is Robert Dorsman. Henk van Woerden schreef een nawoord over Schreiner. De Zuid-Afrikaanse reeks zal tien delen beslaan. De keuze van de tien afzonderlij ke delen benxst op een enquête onder vooi-aanstaande Nederlandse en Zuid- Afrikaanse schrijvers als Adriaan van Dis, Coetzee, André Brink, Etienne van Heel den en Henk van Woerden. De Leidse hoogleraar Vernie February zit in de re dactiecommissie. Uitgever is Podium en de stichting Kairos. Het Zuid-Afi'ikaanse cultuurgebied kent officieel elf vex-schillende talen. Na de ver taling van het Engelse Een plaats in Afri ka, zal van AC. Jordan: De toorn van de voorvaderen uit het Xhosa worden ver taald. Daarna uit het Afrikaans Mhudi van Sol Plaatjie. De overige zeven zijn nog niet allemaal bekend. Zeker is wel dat werk vertaald zal worden van Njabuo Ndebele, Etienne Leroux, Bessie Head en Karei Schoeman. Dit najaar zal, op uitnodiging van de Ne- derlands-Vlaamse Taalunie, een gezel schap van zes Zuid-Afrikaanse schrijvers universiteiten in Nederland en Vlaande- i-en bezoeken. Jan-Hendrik Bakker Met het einde van de apartheid in Zuid-Afrika is een cultuurgebied ontsloten dat nog voor verrassingen kan gaan zorgen. Een literaire is er al: Vatmaar van AH.M. Scholtz, de eerste grote roman van een kleurling in de taal van de blanken, het Afrikaans. Scholtz' roman Vatmaar be- schrij ft het ontstaan van de ge- lij knamige kleurlingenwijk in de Noord-Kaap. Het boek lijkt op het eerste gezicht haast een etnologi sche studie, maar het is wel dege lijk een roman. Scholtz speelt een listig spel met de orale verteltradi tie door telkens een personage, dat in andei'mans verhaal opduikt, zijn eigert vervolg te laten vertel- len. Het procédé van 'ik geef de pen door aan...', zoals dat in de li teratuur onder andere bekend is geworden door Arthur Schnitz- ler's toneeltekst 'Reigen'. Door het aan elkaar 'rijgen' van dit snoer van verhalen, verteld van moeder op dochter-, van dochter op vrij ex-, van vrijer op broer, van broer op tante, van tante op buur- man, van buurman op politieman, van politieman op dief, van dief op dominee, van dominee op pensi oentrekker enzovoort, compo neert Scholtz in 400 bladzijden een compleet beeld van Vatmaar. Het boek doet daai'mee eixigszins - denken aan de manier waarop de Franse historicus Emmanuel Le Roy Ladurie met 'Montaillou' het gelijknamige 13e-eeuwse ketter- dorp aan de vex-getelheid ontx-uk- te. Vatmaar ontstond rond 1900. Het ontwikkelde zich van een vx-ijwel onontgonnen teiTein, waar een enkele kleurling woonde, in dertig jaar tijd tot een heus dorp. Scholtz begint zijn verhaal uiteraard met die eerste bewoner-s. En met iedere andere verteller komt ook een an der maatschappelijk aspect aan bod: de verhouding tussen de 'bruinmensen', de Engelsen en de Boeren, de machtsverhoudingen tussen de rassen, hoe huwelijken gesloten worden, wat de begrafe nisrituelen zijn, Ixoe de oude loka le culturen en gebruiken in elkaar steken. ,,De mensen kwamen zelden met lege handen, al hadden ze ook maar een beetje zout bij zich. Maar zout werd in Vatmaar nooit na zonsondex-gang gegeven, want de mensen zeiden dan: Je geeft je ge luk weg." Diamanten Andrew Henry Martin Scholtz (1923) heeft langs deze weg een monxxment voor zijn eigen volk opgericht. Hij noemt het 'eeix le vensecht verhaal over een tijd die voorbij is'. Een tijd ook die hard en zelden rechtvaardig was. Met de ontwikkeling van Vatmaar kwa men ook buitenstaandex-s de ge meenschap binnen wier invloed ixiet altijd positief te noemen viel. „We hadden geen woord voor ste len", klaagt Scholtz tot twee keer toe. „Toen kwamen de blanken die ons eerst leerden wat stelen was en het ons vex-volgeixs verboden." Ook voor 'verkrachting' hadden ze in Vatmaar geen woord nodig, tot die anderen kwamen. Kortom, het boek is een soort 'hoe de duivel verscheen in Vatmaar'. Scholtz heeft zijn best gedaan de bevolking van Vatmaar zo res- pectvol mogelijk neer te zetten, als een simpel, rechtschapen en werk zaam volk. Ze hadden geen van al len een cent te makken, maar het was zeker geen slecht bestaan, in aanmerking genomen dat er in el ke gemeenschap wel eens onge- wenste zwangerschappen en an dere problemen zijn. Hoe beschut men in Vatmaar kon leven, blijkt, uit de fx-aaie anekdote over de x-eis die vier inwoners maken om twee verdonkeremaande diamanten te vex-patsen. Bxxiten Vatmaar is de wereld groot, onherbergzaam en vijandelijk. Naïef Scholtz, vader van twaalf kinde ren, ex-schrijnwerker en -bouw- aannemex; heeft een bijzondere stijl van schrijven, die je met zachtaardig of zelfs met naïef mag aanduiden. Aan het eind schrijft hij in een huldeblijk: „De mensen die in dit boek leven, zijn nu alle maal dood, want wat leeft, leeft nooit zonder dood, of laten we lie ver zeggen: zonder verandex-ing. „Zoals dingen wei-den gezegd die niet gezegd hadden moeten wor den, zo moeten ook zij liever niet gewekt worden. Laat hen in vrede rusten. Dank U, lezer. We zullen hen niet vergeten." Vatmaar zal moeiteloos uitgroeien tot een klassieker in de wereldlite- ratuur, dat lijdt geen twijfel. Je zou alleen wensen dat je het kon lezen in het Afrikaans, omdat die taal zoveel raakvlakken met het Nederlands heeft. Hoe adequaat de vertaling ook lijkt, de dimensie dat hier een kleurling het Afri kaans bezigt, mis je natuurlijk. Een cassette of cd waarop Scholtz (delen van) de tekst in de sappige, oi-iginele taal voorleest, terwijl je de vertaling meeleest, zou meer dan welkom zijn. Theo Hakkert AH.M. Scholtz: Vatmaar - Vertaling: Riet de Jong-Goossens - 416 blz., f49,90 (paperback) f65,- (gebon den). De Indiaas-Amerikaanse schrijfster Chitra Banerjee Divakaruni neemt de verwarring van de immigrant tot onderwerp. De Meesteres van de Kruiden is haar laatste roman. Deze maand begint de verfilming. Een gesprek over gearrangeerde huwelijken en magie. Tussen Dayton, Ohio en Calcut ta, India ligt niet alleen de Stille Oceaan, maar ook de Oce aan van Verschil. Toen Chitra Di vakaruni in 1977 op 19-jarige leef tijd in Dayton airiveei-de, wist ze niet wat haar ovei-kwam. Een cul- tuui-shock heet dat. De schrijfster: „Ik kwam uit een welgestelde, tra ditionele Indiase familie. Ovei-al waar ik heenging werd ik gecha- perormeex-d. In Amei-ika stond ik plotseling helemaal alleen. Chitra zit in traditionele, Indiase kledij op de bank van een groot Amstei'dams hotel. Wij kunnen er dus vanuit gaan dat de cultuui-- shock voor haar goed afgelopen is. Tegenwoordig doceeit zij Engelse literatuur aan de universiteit van Dayton, is getrouwd met een In diase man en moeder van twee zoons. En... zij is een bekend schx-ijfstex-.De verklaring voor het succes van Divakax-uni berust ten dele op de grote belangstelling die er bestaat voor de zogenaamde bi- culturele litex-atuur, romans die vertellen over de botsing van twee werelden en de sprookjesachtige gebeurtenissen die kunnen ont staan als die werelden gaan men gen. Salman Rushdie, Lulu Wang, Jing Chang, Amy Tan, Hanif Kur- eishi zijn de bekendste namen van dit genre. Verdichting In De Meesteres van de Kruiden gaat het om een Indiase vrouw, die in Oakland, Califomië, een krui denwinkeltje voor Indiase immi- granten is begonnen. Tilottama, zoals ze heet, raakt op die manier sterk betrokken bij het wel en wee van de Indiase immigranten. Zij is echter niet zomaar een romanper- sonage, maar een magische vex*- dichting. Haar gestalte is dat van een oud vi-ouwtje, hoewel zij vele levens in zich bergt. Zij is veil plicht emotioneel afstand te hou den van de mensen die haar con sulteren. Deze mensen, op hun beurt, kunnen alleen baat vinden bij haar kruidenadviezen als zij bereid zijn veranderingen in hun leven te riskeren. Op een dag wordt Tilottame veriiefd op. een eenzame, knappe Amerikaan... „Dat is natuurlijk symbolisch", zegt de schrijfster. „Tilo is zelf een symbool voor de immigx-atie, nu ze verliefd wordt op een Amei-ikaan moet ze zich openstellen voor die andere wereld." En daar heeft zij de vinger gelegd op wat zij het grootste probleem van immigran ten noemt: gebx-ek aan durf om te vex-anderen. „Veel Indiase immi- gi-anten houden angstvallig vast aan hun tradities. Maar het is niet mogelijk om je af te sluiten. Daar word je vreselijk ongelukkig van." „Eigenlijk moet je de keuze al ge maakt hebben, voordat je weg gaat. Als je niet wilt verandex-en, moet je in India blijven; ga je naar Amerika dan moet je de conse quentie aanvaarden dat je zult veranderen. Daar is niets tegen te doen. Je kunt er tegen vechten, maar je zult steeds meer en meer de grond onder je voeten zien ver dwijnen. Je verliest gegaran- deerd." Vermenging Maar in De Meesteres van de Krui den gaat het niet om het verhaal, benadx-ukt ze, maar om het gevoel dat er in zit, de belevingswereld. Het is wat zij zo bewondert in haar landgenoot Salman Rushdie: de mengeling van magie en harde werkelijkheid. „Het mooist is dat gedaan in zijn eerste roman 'Mid- demachtskinderen', vind ik, dat mythisch gevoel gemengd met de harde politieke weikelijkheid- Dat was echt nieuw. Ik heb het ook gedaan. De mythen in het boek ko men uit de streek waar ik ben op gegroeid, de rest is het hax-de Ame rika." „Tilo (Tilottama) is een schepping van mij. In India zijn natuurlijk wel van dergelijke vi-ouwelijkege nezers. Maar dat gaf mij niet de in spiratie. Die kwam drie jaar gele den, na de geboorde van mijn jong ste zoon. Ik ben na de bevalling ernstig ziek geweest, bijna gestor ven in het ziekenhuis." Tijdens de crisis had zij de erva ring van uittreding. „Alsof ik mijn lichaam verliet en in een soort open ruimte kwam te zweven. Vandaar zag ik niet mijn eigen li chaam, zoals je vaak hooit van an- dei-en die iets dergelijks hebben meegemaakt, maar allerlei levens. Van begin tot het einde. Ik ideali seerde dat al die levens van mij waren, in verschillen tijden, en op verschillende plaatsen. Kruidenwinkel „De ervaring was zo sterk dat zij mij niet los liet. ik wilde er iets mee doen. Later, thuis, toen ik aan het herstellen was, besloot ik er over te schrijvenMaar hoe? Tegelijker tijd had ik steeds beelden van oude vrouw in een kruidenwinkel. Toen kwam ik op het idee dat vrouwtje tot voertuig te maken van al die le vens. En het wei'kte." Haar Nederlandse uitgever zal na De Meesteres van de Kruiden ook een vexlaling brengen van 'Arran- ged Marriages'. Gearrangeerde huwelijken zijn in de Indiase ge meenschap nog steeds ongemeen populair. Chitra doet zelf vrijwil ligerswerk voor Indiase immi grantenvrouwen, die het slachtof fer zijn gewoi'den van de huwe- lijksdwang en de familie. „Echtscheiding is verschrikkelijk moeilijk voor vrouwen die in een slecht huwelijk zijn tei'echtgeko- men. Zij kunnen niet zomaar weg. Zij moeten rekening houden met hun ouders en de familie overzee. Want de roddel komt ook daar te recht en brengt dan schande over de familie." Jan-Hendrik Bakker Chitra Banerjee Divakaruni: De mees teres van de kruiden - Vertaling: Jan Fastenau - Uitgeverij Anthos, f 34,90. Chitra Banerjee Divakaruni Op 14 september 1893 stuurde Helen Beatrix Potter een kennisje van vijf een brief waarin ze schreef dat ze niet wist waar ze het over moest hebben en hem daarom wilde vertellen over vier kleine konijntjes 'whose names were Flopsy, Mopsy, Cottontail and Peter'. Acht jaar later bleek dat verhaaltje de oerversie van een boekje dat nu tot de klassiekers van de jeugdliteratuur behoort. In Alle verhalen van Beatrix Potter werd het onlangs voor het eerst gebundeld met haar drieëntwintig andere beroemde prentenboekjes plus enig niet eerder uitgegeven werk. Van Beatrix Potter, in 1866 geboren als het eer ste kind van een welgesteld echtpaar, bestaan maar weinig foto's waarop te zien is dat ze kon la chen. Haar vader (met afschrikwekkend gixxte bakkebaarden) en haar moeder (een zuurpruim) hadden naar het schijnt voor van alles en nog wat aandacht, maar niet voor het wel en wee van Bea trix en haar zes jaar jongere broertje Bertram. De onverschilligheid van de ouders was zo groot dat het niet eens in hen opkwam in één niimte en aan dezelfde tafel met hun kinderen te eten. Beatrix en Bertram hadden in het oudeiiijk huis samen een apaxie verdieping waar ze zichzelf maar een beetje moesten zien te ver-maken. En toen Bertram oud genoeg was om naar school te gaan, wei'd Beatrix ('Thanks goodness, I was ne ver sent to school.') nog altijd geen ander gezel schap gegund dat dat van kindei-meisjes en gQU- vei-nantes. Vriendjes en vriendinnetjes kwamen er niet over de vloei: Die zaten volgens haar ou ders vol met bacillen en hadden ook anders zins een slechte invloed. Ze moet zich in haar kinderjaren zo eenzaam en buitengesloten gevoeld hebben, dat ze op latei-e leeftijd slechts bitter en vol wrok kon terugdenken aan haar geboortehuis in Londen waarvan ande- x-en zeiden dat het een Victoriaanse graftombe met sanseveria's leek. Kinderboerderij Het onvexmogen van de ouders geïnteresseerd te zijn in wat hun dochter boven allemaal uitspook te, bood Beatrix volop ge legenheid stiekem een 'kinderboex-dexijtje' in huis te beginnen. Ze veiiroetelde in haar eigen gemaakte universumpje onder andere muizen, kik kers, slakken, vleermuizen, een egeltje, een albinorat, een schildpad en haar lievelings konijnen Peter en Benjamin. Haar vaardigheid in het nateke nen van die dieren stimuleerde haar de brieven aan de kinderen van een vx-oegere gouvernante met tekeningetjes te versieren. De belangrijkste was die ene van 14 september 1893 met 'The Tale of Peter Rabbit', omdat ze toen voor het eerst beseft moet hebben dat ze in woord en beeld aantrekkelijk v-; i verhaal voor kinderen kon f vertellen. Maar nadat eerst zeker zeven uitgevers het nu wereldberoemde 'wegloopverhaaltje' over een ongehoorzaam konijn beleefd geweigerd hadden en zijzelf er inl901 voor eigen rekening een boekje van had laten diukken in een oplage van 150 exemplaren, beloofde uitgever Frederick Warne haar pas in 1902 dat hij er een 'echt' boek van wilde maken, als zij de ooi'spi-onkelijke zwartwittekeningen zou verandex-en in kleurillu- straties: binnen een jaar wai-en er 50.000 exem plaren verkocht! Van het boekje dat vandaag de dag in meer dan deitig talen verkrijgbaar is gaan in Engeland nog jaarlijks 75.000 exemplax-en over de toonbank. De kwaliteit van de tere il lustraties heeft van dat jarenlang almaar doordx-ulcken kennelijk nogal geleden, want in 1989 be sloot de Engelse uitgever dat het hoog tijd werd ze eens goed op te poetsen. Die uitgave met alle verhalen samen en 'gloed nieuw' geïllustreei-d met aqua rellen in stx-alende kleuren en met haax-schei-pe omtreklijn- tjes is nu ook in het Neder lands verschenen. En vanzelfsprekend opent de onberispelijk uitgegeven bundel (gebonden, met stof omslag en gedrukt op glan zend papier) met 'Het verhaal van Pieter Konijn', dat - onge wild geestig en daardoor nog onvergetelijker - zo begint: 'Ex- waren eens vier kleine konijn tjes. Ze heetten Flopsie, Mopsie, Wipstaail en Pieter. Ze woonden met hun moeder in een diep hol onder de wortels van een grote, dikke dennenboom. „Kinderen", zei moeder Konijn op een ochtend, „jullie mogen buiten spelen. Maar denk er wel aan dat je niet in de moestuin van meneer Verhoef komt. Daar is vader een ongeluk overkomen en we hebben hem nooit meer teruggezien." Rijmpjes De beroemde (zoals 'De kleermaker van Kloster'), minder bekende ('De kleutexrijmpjes van Appel tje Dappeltje') of niet eerder in druk verschenen verhalen ('Drie kleine muizen') zijn in volgorde van verschijnen (1902-1930) achter elkaar gezet. Ze worden telkens voorafgegaan door een korte inleiding met enige achtergx-ondinformatie en wat wetenswaardigheden. De boekjes van Beati-jx Potter in mini- en pren tenboekenfox-maat of als pop-up worden sinds 1968 in Nederland uitgegeven door Ploegsma. De omnibus (26 cm x 20.5 cm x 3 cm) houdt op uitge lezen wijze een begaafd schrij fster en kunstena res (1943 ovex-leden) in ere die op latere leeftijd haar uitgever (hoe curieus vei*makelijk) per bx-ief liet weten: 'Je neemt toch niet aan dat ik in staat zal zij n door te gaan met deze verd.de boekj es als ik dood en begraven ben!! Ik heb er schoon ge noeg van. het is de hoogste tijd dat ik ermee ophoud.' Jan Smeekens Alle verhalen van Beatrix Potter. Met illustraties door de schrijfster. Vertaling Marjo Keizer, Heieen Kern- kamp-Biegel en Ank van Wijngaarden; Ploegsma, Am sterdam; 400 pag.; f 95,- Over Beatrix Potter verscheen in 1986 bij Frederick Warne (Londen) een biografie door Judy Taylor: Beatrix Potter, Artist, Storyteller and Country woman. AH.M. Scholtz: Zachtaardige stijl van schrijven. foto Annari van de Merwe

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 19