Met een grandioos bedwongen heftigheid Je kunt zelfs een doodschop krijgen PZC Marga Minco Deelder houdt stand met ijskoude humor Engelberts Is een dichter uit één stuk kunst cultuur 18 letterkundige kroniek vrijdag 10 oktober 1997 Na jaren publiceert Marga Minco (77) eindelijk weer een boek. Achter de weinig belovende titel Nagelaten dagen blijkt een meesterlijke novelle schuil te gaan. Door een aaneenschakeling van toevalligheden kwam de schrijfster een album vol kostbare herinneringen op het spoor. Ze had het aan haar in de oorlog verdwenen zuster geschonken. Dikke boeken zijn op het ogen blik in de mode in Nederland. Romans van drie-, vierhonderd pagina's zijn regel geworden. Jam mer genoeg zijn het doorgaans boeken waaruit zonder verhes de helft had kunnen worden ge schrapt. De zinnen zijn meestal wijdlopig, de verteltrant is lang dradig. Herhaling en uitleg ken merken zulke romans. Literatuur, zo lijkt het soms wel, is een ander woord voor bladvulling gewor den. En het trieste is dat kritiek en pubhek het nog allemaal slikken ook: alsof'eindeloos aangelengde soep hen beter smaakt dan gecon centreerde bouillon. Gelukkig be staan er nog andere schrijvers. Schrijvers namelijk die zich be perken, al het overbodige wegla ten. Zo iemand is Marga Minco. Al veertig jaar lang richt ze zich in haar proza uitsluitend op de' on versierde essentie. Dat geeft haar sobere werk een grote ontroerende kracht. Zo'n tijdrovende werkwij ze heeft als onvermijdelijk gevolg dat een auteur slechts spaarzaam publiceert. De bibliografie van Marga Minco is heel kort, haar oeuvre heb je in een paar dagen ge lezen. De novelle Het bittere kruid, waarmee ze debuteerde, is een van de meest geliefde boeken uit onze literatuur. Desondanks vind ik dat zij enige reden heeft zich miskend te voelen: het is een schande dat haar werk nog altijd niet met de RC. Hooftprijs is be kroond. Zelfbeperking Na De val (1983) en het boeken weekgeschenkvan 1986 De glazen brug was het betrekkelijk stil rond haar. Nu is Marga Minco echter te rug, en hoe! Haar nieuwe novelle Nagelaten dagen behoort tot haar beste werken. De zelfbeperking is Marga Minco: Alle kolkende gevoelens strak gekanaliseerd. tot het uiterste doorgevoerd: het verhaal telt nog geen honderd twintig pagina's, maar die zijn stuk voor stuk een gebeurtenis. Bijna tergend langzaam geeft ze de gegevens prijs. Mededelingen die niet strikt noodzakelijk zijn, blijven achterwege. Alle kolkende gevoelens die door dit verhaal meeste anderen die aan de vernie tiging ontkwamen op zoek. Op zoek naar een levens teken, een aanknopingspunt,een souvenir. Over deze onvoorstelbare gevoe lens heeft ze misschien nooit zo schrij nend en indringend geschre ven als in deze novelle. Een van de verhaalfiguren zegt dat alle joden stromen zijn strak gekanaliseerd. Zelfs woorden als oorlog, Duitser, nazi, jodenvervolging gebruikt zij niet of nauwelijks. Toch is dit het thema van het boek, zoals bij vrij wel al haar andere boeken het ge val is. Haar leven en haar werk zijn diep getekend door wat er in de jaren '40-'45 is gebeurd. Al haar familie heeft ze destijds verloren. In april 1943 werden haar vader en moe der opgepakt. Een jaar eerder was haar geliefde zuster Bettie gede porteerd, kort na haar huwelijk met Hans Ruppin. Vijf jaar na de oorlog kreeg Marga Minco bericht dat Bettie al in september 1942 was omgekomen in Auschwitz. De schrijfster is dus een overle vende, iemand van wie de hele wereld is stukgemaakt, die haar dierbaren én haar verleden kwijt raakte. Sindsdien is ze zoals de hun leven lang wachten op iemand die het overleefd heeft. Het aller schamelste kan in zo'n geval de al lergrootste waarde hebben. Of zoals Minco het heel terughou dend formuleert: 'Misschien ver beelden we ons aan een voorwerp uit het verleden iets anders te voe len dan de ronding van een vaas, de boog van een porseleinen oor, het koele, ivoren handvat van een mes. Er iets anders aan te herken nen dan waar het attribuut ooit voor diende. Misschien willen we ons vasthouden aan een illusie.' Door een reeks toevalligheden vond Marga Minco enkele jaren geleden een spoor dat naar vroe ger leidde, iets waardoor het ver leden herbeleefd kon worden, een reliek van haar zuster. Daarover doet ze in dit aan haar dochters Bettie en Jessica opgedragen boek verslag. Want het gaat inderdaad om een verslag, zoals Het bittere kruid 'een kleine kroniek' was. Het begon allemaal met een ver haal, waarschijnlijk het in 1970 voor het eerst gepubliceerde 'De dag dat mijn zuster trouwde'. Dat verhaal kwam onder ogen van een mevrouw in Jeruzalem. Zij her kende namen en details. Na verge lijking met een stamboom die ze ooit gekregen had, bleek alles te kloppen. De Hans uit het verhaal moest ook de Hans van de stam boom zijn, de man met wie Marga Minco 's zuster Bettie was ge trouwd. Via de dame uit Jeruza lem komt de schrijfster in contact met Eva Ruppin, een zuster van Hans die de oorlog overleefde. Ze gaat Eva opzoeken in Californië. De vrouw bezit allerlei foto's en een album dat Marga ooit aan haar zuster heeft geschonken. Op de eerste bladzijde staat vermeld: 'Aan Bettie, Herinneringsflitsen uit onze Jeugd. Op je Trouwdag, 5 mei 1942.' En op de laatste pagina had zij destijds geschreven: 'Wees Gelukkig'. Bezittingen De twee overlevenden hebben vier gellukkige dagen in Amerika. 'We are sisters!had Eva uitgeroepen. Ook zij verlangt naar een tastbare herinnering aan haar omgekomen naasten. Moeder Ruppin had in dertijd haar bezittingen in bewa- Afgewogen Het verhaal is mooi, maar nog veel mooier is de manier waarop het wordt verteld. Dit is proza van een zeldzame allure, van een grandi oos bedwongen heftigheid. Let eens op die afgewogen, precieze stijl van Marga Minco. Kijk eens hoe knap ze haar alinea's verdeelt. Zie eens wat een maximaal effect ze met haar minimale zinnen weet te bereiken. Koele en tegelijk hui veringwekkende zinnen als: 'Ik verliet mijn zuster en bleekte mijn haar.Acht woorden kunnen méér zeggen dan acht lijvige romans. Het ligt er maar aan wie ze schrij ft. Hans Warren Marga Minco: Nagelaten dagen -120 pag. gebonden 29,90- Bert Bakker, Amsterdam. Beheers je het jargon niet dat voetbalkenners gebruiken? Geen nood - er zijn boekjes over. De sleutel tot de voetbalwereld is niet de kennis van het voetbal, maar de beheersing van de voet baltaal. En wie faalt kan met een boekje in de hand gaan schelden. Een boekje met scheldwoorden voor binnen- en buitenland. Je kunt er je voordeel mee doen, al dus de uitgever op het omslag. Het begin van het boekje is wat simpel: aardappel als scheld woord. In het Nederlands een 'dom, onhandig iemand'. In het Spaans kun je dit scheldwoord kennelijk ook gebruiken: potate- ro, het Engels blijft niet achter: potato. Een Duitse Kartoffel en een Franse pomme de terre slui ten de rij. Zo, eerste scheldwoord behandeld. Het tweede: aardbei, iemand met rood haar, sproeten, puistjes en dergelijke. Daar ko men de vertalingen: pecoso, strawberry, Erdbeere, fraise. Op naar het derde scheldwoord: ach terlader voor homofiel en weer volgen de equivalenten (marico- nazo, poohpoker, Hinterlader, arme a feu). Woordverklaring zijn nergens te vinden, evenmin als aanwijzin gen voor het gebruik. Heeft een aardbei als scheldwoord dezelf de waarde en betekenis in het Ne derlands als in het Spaans, Engels, Duits en Frans? Zijn er specifieke betekenisaspecten in die talen, dubbelzinnigheden? Hoe kom je iets te weten over de gebruikssituatie van scheld woorden? Het lijkt erop dat in het boekje Gespierde taal - verbaal geweld voor in het buitenland de scheldwoorden eenvoudigweg vertaald zijn. Er wordt aangeno men dat een buitenlander niet al leen het woord zwijn als scheld woord gebruikt, maar vooral ook in dezelfde situatie en omstan digheden als een Nederlander in zijn moedertaal. Zo is zwetser en zuignapje 4 keer vertaald. Bij wurm staat er 'klein mens (vaak liefkozend)' en de Illustratie van Jan de Koning in Gespierde taal. Franse vertaling is 'petit'. Maar dat is toch geen scheldwoord? Soms blijf je met andere vragen zitten. WC-eend zou in het Ne derlands een scheldwoord zijn voor een sufferd. Het Spaanse equivalent ontbreekt. De ge dachte van de samensteller is blijkbaar dat als de letterlijke vertaling ontbreekt, er geen ver want scheldwoord nodig is. De taalgebruiker moet dan zelf maar iets anders gebruiken. Ita liaanse of Griekse woorden ont breken, in het Portugees behoort een Nederlander niet te schelden. Evenmin in Arabische landen. In de talen van Oost-Europese lan den bestaan geen scheldwoor den. Op die markt richt in ieder geval dit boekje zich niet. Dit alles maakt deze verzameling nogal willekeurig en overbodig. Het is een woordenlijst zonder verklaringen en informatie. De inleiding is vol niet-taalkundige flauwekul. Terwijl er zoveel goe de maledicta zijn. Je kunt overi gens beter niet in het buitenland scheldwoorden gebruiken. Je hebt je natuurlijk als gast te ge dragen. Maar bovendien: juist de intiemste situaties eisen een taal beheersing die alleen voor de moedertaalsprekers is wegge legd. Stel trouwens dat je een scheldwoord gebruikt, hoe pa reer je de volgende stoidvloed, om over erger maar te zwijgen. Je kunt zelfs een doodschop krij gen. En scheldwoorden in een vreemde taal kun je niet eens in dit boekje opzoeken: er zijn al leen Nederlandse trefwoorden. Voetbaltaal Een doodschop is in voetbaltaal 'een trap tegen de man in plaats van de bal, waarbij de man ge blesseerd kan raken'. Waar schijnlijk is intimidatie ook de bedoeling. De taal die tijdens sportontmoetingen, veelal dooi de liefhebbers op de tribune, ge bezigd wordt, is gecodeerd Ne derlands. Op het sportveld zelf hanteert men wel het scheid- woordenboek. 'Hangen' heeft in voetbalnederlands niet de ge bruikelijke betekenis: het is de aanduiding van een doelpunt. Die hangt of zit. Brengen wordt gebruikt voor een nieuwe speler: Cruijff bracht als trainer jonge spelers niet te snel. Soms kan ie mand iets extra's brengen. Zo brengt Litmanen bij Ajax iets bijzonder. Arno Kantelberg, redacteur van HP/De Tijd, stelde een boekje sa men Voetbaltaal: van Aanspeel punt tot zwabberbal. Zo'n verza meling is niet waardeloos of overbodig: de specifieke beteke nissen van Nederlandse woorden en uitdrukkingen in een bepaal de periode worden vastgelegd. Veel dingen spreken natuurlijk wel vanzelf. En betekenisaspec ten liggen veelal binnen het 'woordveld', zodat elke spreker van het Nederlands de afgeleide betekenissen doorgaans door ziet. Maar soms is het aardig om de specifieke toepassing in het jargon te zien. De bal is buiten. Langdurig rondspelen van de bal is breien. Een bankspeler is niet iemand die gokt, maar een speler die meestal reserve staat of zit. De bank is de reservebank. Sle pen en sleuren komt voor. Som mige spelers zijn tweebenig. De bal komt bij de eerste paal. De samensteller is serieus en geeft goede voorbeelden, met bronnen uit onder meer de we reld van de voetbalcommentato ren. Van ziekenhuisbal en schaar, van schaduwspits en dwarrelbal. Van die dingen. Het spelregelboekje en het woor denboek laten het hier afweten. Voetbaltaal is een inbugerings- cursus voor buitenstaanders. Lo van Driel John Frijters: Gespierde taal - ver baal geweld voor in het buitenland - Uitgeverij Alpha, f 19,95. Arno Kantelberg: Voetbaltaal - van aanspeelpunt tot zwabberbal - Uitge verij Prometheus, 19,90. foto Klaas Koppe ring gegeven bij de buren. Kort na de oorlog had Eva geprobeerd de spullen terug te krijgen. Maar men weigerde ('Dat scheen niets bij zonders te zijn. Het overkwam ie dereen', zegt Marga Minco), ze kreeg alleen een doos met het al bum mee. De schrijfster doet nu een nieuwe poging en na veel strubbelingen komt er een Japan se kom los. Het tweede bezoek aan Californië wordt evenwel geen succes. Voor J.A Deelder (geb. 1944) is het leven één grote schelmenroman. Die indruk krijg je ook weer door zijn pas verschenen bundel (Hol gelach). Het boek bevat zes verhalen. In één verhaal komt de schrijver niet voor, namelijk 'Het Mirakel van Mosterd' waarin een burge meester 'in het diepe Zuiden des lands' via een Hemels Telegram opdracht krijgt het grootste zwembad ter wereld te bouwen. Maar in de overige verhalen is hij de hoofdfiguur. Steevast is hij dan ondanks overdadig drank- en druggebruik een bolwerk van nuchterheid in een dolgedraaide wereld. Vol overtuiging speelt hij z'n rol van de laatste normale per soon op aarde, die alleen in de pro blemen raakt door de rare eisen die anderen stellen. Een ijskoude en tegendraadse vorm van humor houdt hem inmiddels overeind. Het is een bekend patroon in het werk van Deelder. De boeken van deze schrijver lijken daardoor nogal stex-k op elkaar. Toch blijft het een genoegen ze te lezen. Ook (Hol gelach) verleidt de lezer weer tot glunderen, grijnzen en gniffe len. Heel grappig is bijvoorbeeld de geschiedens van Deelders eer ste rijexamen. Al na twee minuten volgde een ingreep, en de kandi daat begreep dat hij gezakt was. Ieder ander zou dan het halve uur toch hebben volgemaakt, maar Deelder trok de enige logische conclusie. De examinator kreeg van hem te horen: 'Brengt u die wagen dan even terug, want ik stap uit. Goeiemiddag!' En weg was-ie. Ook in zijn studentenjaren ge droeg Deelder zich als die andere roemruchte Rotterdamse schelm, Pietje Bell. Hij schetst een vernie tigend portret van zijn docenten, maar zijn studiegenoten komen er ook niet genadig vanaf. De vrou wen wekten de indruk 'voortdu rend met een aspirine tussen de knieën geklemd door het leven te gaan' en ze konden 'geen lui van een rol drop onderscheiden.' Ui teraard kwam er van de studie weinig terecht. De boekenlijst bracht hem al tot vertwijfeling: 'Zelden zag ik een grotere verza meling tot zelfmoord nodende ti tels bijeen dan op die lijst.' In 'Beesten zonder staart' vertelt hij over een bezoek van een uit Zuid-Afrika overgekomen nicht. In een zin die een bladzijde lang duurt, vat hij fraai de eeuwige fa milieverhalen samen: 'Over Cor van Jaap van Leen van Aad, die met de buurvrouw was betrapt, en Kees van Henk van To van Klaas, die op staande voet de zak had...' In 'Van Volzakken Nederland' be lijdt hij zijn liefde voor autorijden. 'Je mag dat tegenwoordig nauwe lijks nog hardop zeggen', beseft hij. Maar juist daarom zegt hij het natuurlijk héél hardop. Hij weet een oplossing voor het filepro bleem: 'Als iedereen een beetje gas gaf, had je geen files.' Dat is nog goed voor het milieu ook, beweert Deelder. Maar helaas staat 'de overheid hiertelande volledig aan de kant van Meut en Treuzel.' Vol enthousiasme vertelt hij over auto-ongelukken waarbij hij be trokken was. 'Proefkoning' is ge wijd aan zijn ervaringen met drank achter het stuur: 'Knal! Beg woom! Hazzie 't (hik) zien? Kozze metze hiel ik van. Ozzeruimd (hik) netjens... Kets! Zat wazzeen (hik) bord.' Zo dol en dwaas schrijft Deelder misschien wel het liefst. Maar wie had anders verwacht van Hollands enige literaire schelm? H.W. J.A Deelder: (Hol gelach). Verhalen - 120 pag./f 25,- - De Bezige Bij, Am sterdam. Lernert Engelberts (geb. 1977) hoort tot de interessantste nieuwkomers van de laatste tijd in de Nederlandse poëzie. Hoe jong hij ook is, hij heeft al twee lezenswaardige bundels op zijn naam staan. Vorig jaar maakte hij zijn debuut met Oedipoes werpt jongen, onlangs kwam Ivoren toren te huur uit. Hij is nog duidelijk op zoek, op zoek naar de juiste toon, op zoek naar zichzelf. Maar hij doet van die zoektocht verslag op een originele en getalenteerde wijze. In een gedicht 'Zelfkritiek' spreekt hij zichzelf vermanend toe: 'Jij wilt boeken lezen en gedichten schrijven over dingen die er niets toe doen Maar wat als je de huur van je ivoren toren niet meer betalen kunt?' Engelberts kan je verrassen met zijn vermogen tot relativering én met zijn jeugdige élan: een wonderlijke combinatie. Hij wil vóór alles een eerlijke, een directe, een verstaanbare dichter zijn. Wat hij van poëzie verwacht, zet hij uiteen in het hierbij afgedrukte 'Bij het eerste en laatste bezoek aan dichteres M.'. Je moet zeggen waar het op staat, vindt Engel berts - en dat lijkt me voor ieder een die schrijft een gezond uit gangspunt. Hij houdt zich er zelf in ieder geval strikt aan, en mis schien staat hij daarom zo sterk in z'n schoenen. Want zijn poëzie klonk van begin af aan zelfbe wust, geestig, op het brutale af. Maar om het boeiend te houden zijn er steeds onzekere, ernstige, bescheiden ondertonen te beluis teren. Hij vergelijkt alle boeken die geschreven zijn met een groot lichaam en vraagt zich af: 'Zal ik later bij die vele schilferende huidcellen horen?' De vorm van de gedichten uit En gelberts' eerste bundel contras teert nogal sterk met de inhoud. Deze heldere gedichten gaan na melijk dikwijls over troebele figu ren. Iemand laat een dierenarts komen om een hobbelpaard te be handelen, een ander ontdoet zich van een hond door zijn auto in het water te rijden, zelfmoord is een regelmatig terugkerend onder werp. Oedipoes werpt jongen be vat voornamelijk verhaaltjes in dichtvorm, waarbij je soms wel erg lang op de pointe moet wach ten. Maar zijn debuut bood ook al gedichten die zonder meer een plaats in de bloemlezingen zouden verdienen. Zo was er een grappig vers over een mislukte weder komst van Jezus en een aardig ge dicht over vreemdgaan ('Sorry schatje, het wordt vanavond over werken'). Een van de gedichten uit Ivoren toren te huur komt over als een langdradige variant op het laatst genoemde vers. In het algemeen ligt het niveau echter nog wat ho ger dan in het eerste boek. Prach tig is bijvoorbeeld 'Rede' over de goede voornemens van geliefden: 'Want wij zouden nooit slaan met deuren of elkaar het doodsbed wensen.' Na de opsomming van mooie plannen volgt dan: 'Maar waarom ruim ik dan scherven/be pleister ik bloed. Ik vraag je ver domme, ik vraag je.' Het werk van Engelberts is paradoxaal. De vol wassen wijsheid die uit 'Rede' blijkt, wordt afgewisseld met haast kinderlijke bespiegelingen over zijn ouders ('wat hangt er thuis toch een lijklucht'). On danks of dankzij die tegenstrijdig heden is hij een dichter uit één stuk. Gerrit Komrij zei het al: 'Die jongen komt wel terecht.' H.W. Lernert Engelberts: Oedipoes werpt jongen - 64 pag. f 27,50Ivoren toren te huur - 36 pag. f 24,90. Beide uitgaven: De Harmonie, Am sterdam. Lernert Engelberts Bij het eerste en laatste bezoek aan dichteres M. Steeds als dichteres M. schrijven wil over haar eerste orgasme - dat ze kreeg op de rug van een pony - staat er in haar notitieboekje: 'Ontlading. Duizend vingers in mijn lichaam gedrongen strelen de regen van kleuren. Dit zuchtend rijden.' Nooit staat er: 'Ik kreeg mijn eerste orgasme op de rug van mijn pony.' In een museum zag ik laatst een schilderij met de titel 'Echo van de Big Bang', - dikke verfvlekken, vele kleuren, cirkels; kortom heel modern - en moest direct aan dichteres M. en haar tragisch gebrek aan helderheid denken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 18