Zwarte farao's treden uit
schaduw Egyptenaren
PZC
PAN verenigt
oud en modern
Beschaving Nubië
in Amsterdam
Mondriaans leven weegt ruim zeven kilo
kunst cultuur
24
vrijdag 3 oktober 1997
In een zacht verlichte vitrine in de Nieuwe Kerk ligt een kleurige
kralenketting uit de periode tussen 1650 en 1570 voor Christus (v.
Chr.) De ketting werd gevonden om de hals van een dode die ooit leefde
in Kerma, het koninkrijk ten zuiden van Egypte dat vanaf 2500 v. Chr.
een duizendjarige bloei beleefde. Het voorwerp is een van de
schitterende voorbeelden van de antieke Nubische beschaving die op
de expositie De Zwarte Farao's uit de schaduw van Egypte treedt. Het
was een cultuur waarin het bloed rijkelijk vloeide, maar die zich ook
kenmerkte door groot kunstenaarschap.
De meeste in de Nieuwe Kerk getoonde beelden werden in Soedan opgegraven in de jaren zestig, toen door de
bouw van de Asuan-dam archeologische vindplaatsen onder water dreigden te verdwijnen.
fotografie Phil Nijhuis
In het RAl-complex wordt
voor de elfde keer PAN-Am
sterdam gehouden. Het is mis
schien niet zo'n belangrijk en in
elk geval niet zo'n prestigieus
evenement als de TEFAF die
elk voorjaar in Maastricht
wordt georganiseerd.Maar de
PAN is ongetwijfeld dé natio
nale kunst- en antiekbeurs: er
zijn vrijwel uitsluitend Neder
landse handelaren en alles is
volledig afgestemd op de wen
sen van het Nederlandse pu
bliek. Afgaande op wat er deze
keer wordt aangeboden zijn de
vaderlandse verzamelaars
minder eenkennig dan de va
derlandse musea. Het is teke
nend voor het beleid van het
Rijksmuseum dat de buiten
landse schilders van de Erega
lerij naar een achterafzaaltje
werden verbannen. Ook wan
neer je rondwandelt door de
Parkhal vallen enkele omissies
op: de primitieve kunst is bij
voorbeeld uiterst pover verte
genwoordigd en aan munten
doet men helemaal niet. Daar
staan echter aangename ver
rassingen tegenover, die juist
van een ruim blikveld getuigen.
De grootste surprise is mis
schien het fraaie aanbod aan
antiquiteiten uit Egypte, Grie
kenland en Rome. Veel mensen
denken dat zulke voorwerpen
alleen in archeologische instel
lingen te bewonderen zijn,
maar dat is dus niet zo. JPolak
biedt in zijn wel heel gevarieer
de stand onder andere een
Egyptisch kalkstenen beeldje
van een staande man aan, zo'n
vierduizend jaar oud en van ho
ge kwaliteit. Dan zijn er twee
specialisten op dit gebied ver
tegenwoordigd. Een vaste
waarde is Mieke Zilverberg.
Erg aantrekkelijk is een bron
zen Egyptisch kattenkopje dat
zij aanbiedt voor 18,000. Ver
der valt een elegante Griekse
dolfijn op, ook van brons, onge
veer vijfentwintig eeuwen oud,
en te koop voor 30.000.
Dit jaar heeft Mieke Zilverberg
gezelschap qekregen van 'Ar-
chea Ancient Art', ook een
stand waar je niet gauw uitge
keken raakt. Uiterst zeldzaam
is een marmeren idool van de
Cycladen, te dateren tussen
2700 en 2600 voor onze jaartel
ling. Verder verdient de badset
vermelding, bestaande uit een
bronzen schraper (een zoge
naamde strigilis), een bronzen
olieflesje, en twee glazen potjes
met bronzen hengels. De vier
voorwerpen werden ooit samen
gevonden in het graf van een
Romein, en kosten ƒ27.000.
Het aardige van de PAN is de
afwisseling: er liggen slechts
een paar stappen tussen de ar
cheologie en de nieuwste kunst-
In verschillende stands wordt
bewezen dat er leven is na de
steriele subsidiekunst, waar
mee de musea nog altijd wor
den gevuld en na de duffe
fijnschilderkunst die door be
paalde galeries wordt gepropa
geerd. De moeite waard is zeker
de bijdrage van Vieleers - Salon
d'Art, onder meer vanwege de
fascinerende litho's van de in
1956 te Barcelona geboren Ra-
món Lombarte.
Realisten
Loek Brons specialiseert zich
in Nederlandse realisten uit de
eerste helft van de eeuw. Bij
hem is het zelfpoitret met ont
bloot bovenlijf van Dick Ket
(1902-1940) te koop voor
325.000. Enkele meters ver
derop hangt 'Melitta in het wit'
van Wim Schumacher (prijs
295.000). In de stand van Les
lie Smith valt een meisjespor
tret door Moise Kisling op. En
voor de liefhebbers van grote
namen: Hein Klaver toont een
door Vincent van Gogh gete
kend portret van een vrouw.
Het gaat om de tekening die een
paar maanden terug bij Chris
tie's werd geveild en toen tot al
gemene verbijstering 230.000
opbracht, vier keer de geschat
te prijs.
Oudere schilderkunst is er ui
teraard ook op de PAN. De
sterkste stand op dit gebied
werd ingericht door P. de Boer.
Op een zeer winters landschap
van Pieter Brueghel de Jonge
zien we linksonder de drie wij
zen die Jezus komen aanbid
den. Bijzonder is ook een werk
van R. Saverey uit 1623 met
koeien en vogels zoals je ze in de
werkelijkheid nooit tegen zult
komen. Een landschap van Jan
van Goyen is gestoffeerd met
smokende kalkovens: óók in de
zeventiende eeuw was er blijk
baar vervuilende industrie. Erg
mooi is het stilleven van Jan
Jansz. den Uyl, voltooid door
zijn zwager Jan Jansz. Treek.
Banckert
Bij Douwes zijn de aantrekke
lijke portretten van Cornelia en
Frangois Dermout te zien, ge
maakt door Verspronck. Rob
Kattenburg legt zich helemaal
toe op werken die met de zee en
de scheepvaart in verband
staan. Zo is hier een zelfverze
kerd zelfportret van de ver
maarde zeeschilder Ludolf
Baclthuysen tentoongesteld.
Abraham Westervelt schilder
de in zwart en wit het portret
van de Zeeuwse zeeheld Adri-
aen Banckert (in 1615 of 1620
geboren, gestorven in april
1684), lang de rechterhand van
Michiel de Ruyter. Banckert
heeft weliswaar, net als De
Ruyter, zijn boulevard in Vlis-
singen, maar verder is hij nau
welijks bekend en portretten
bestaan er blijkbaar verder niet
van hem. Daarom is dit werk -
waarnaar overigens ook een
kopergravure werd gemaakt -
iets bijzonders en valt de prijs
van 37.500 alleszins te recht
vaardigen.
Echte museumstukken werden
kort voor de opening van de
beursverworven door Dirk
Limbing uit Zierikzee: twee
onwaarschijnlijk knap be
werkte parelmoerschelpen met
voorstellingen van de wonder
baarlijke visvangst en de
vlucht naar Egypte (bijbelken
nis is op zo'npuur Hollands ge
beuren als de PAN bijna een
vereiste). Maar het gaat op deze
werken van C. Belletin uit om
streeks 1660 vooral om de de
tails. De vraagprijs voor dit
hoogtepunt van Amsterdamse
kunstnijverheid is 150.000.
Er is uiteraard in de in totaal
105 stands nog veelmeer te be
zichtigen. Kunst uit China en
kunst uit Zuid-Amerika. Euro
pese poppen en Japanse pren
ten. Beelden en meubels. Van
het overdadige aanbod aan tin,
glas en porselein zouden bui
tenlandse bezoekers waar
schijnlijk duizelig worden. En
ze zouden teleurgesteld zijn
over de ronduit schamele keuze
in kunst uit Afrika en Oceanië.
Maar de PAN is een beurs van
en voor Nederlanders. Een
beurs die feilloos de goede én de
slechte smaak van ons land
weerspiegelt.
Hans Warren
PAN Amsterdam: zaterdag 4 t/m
zondag 12 oktober - open van 11.00
tot 20.00 uur - entree:een persoon
f 40,-entwee personen f 60,-inclu
sief catalogus /op de eerste dag ech
ter f 60,- en f 100,- - CJP, Pas 65+:
f15,-- Parkhal, RAI.
Portret van Adriaen Banckert door Abraham Westervelt.
Hèt boek over leven en werk van de
Nederlandse schilder Piet Mondri
aan (1872-1944) zal begin november in
de boekhandel liggen. Deze week kwa
men de laatste vellen van de offset-pers
in Kunstdrukkerij Mercurius. Zo zijn de
naspeuringen vastgelegd waar de twee
auteurs, Joop Joosten en Robert Welsh,
25 jaar lang mee bezig zijn geweest. De
Heidelberg Speedmaster had voor het
feitelijke drukken minder tijd nodig. 'Bij
elkaar nog geen week', schatte een van
de drukkers.
De auteurs zetten in de twee delen al het
opspoorbare materiaal bij elkaar: een
chronologisch overzicht van Mondri
aans leven, foto's van zijn werk, inclusief
voorstudies en schetsen, maar ook bij
voorbeeld van meubilair dat de schilder
zelf ontwierp. Honderden bestaande pu
blicaties over Mondriaan (buiten Neder
land meestal als 'Mondrian' aangeduid)
zijn geraadpleegd. Het boek is Engelsta
lig en heet 'Piet Mondrian; Catalogue
Raisonné'. Het wordt uitgegeven door V
+K Publishing (Bussum) en Inmerc
(Wormerveer).
Het boek telt circa 1250 pagina's en
weegt zo'n 7,5 kilo. Er staan 1475 illu
straties in zwart-wit in, en 325 in kleur.
De kleurendruk bleek bij Mondriaans
werk erg nauw te luisteren. „Mondriaan
heeft zoals bekend een tijdlang vooral
gewerkt met primaire kleuren, die wij op
de drukpers door het mengen van vier
basiskleuren zo goed mogelijk moeten
imiteren", vertelt vormgever J. ter Poor
ten.
„Dat bereik je vooral met de 'litho's'. Die
bepalen in welke mate de vier basiskleu
ren van de drukpers bijdragen aan de to-
taalkleur. Gunstig was dat we in 1995 in
Den Haag de proefdrukken van de litho's
konden controleren, doordat allerlei
werk van Mondriaan toen bijeen was ge
bracht voor de grote expositie in het
Haags Gemeentemuseum. Daar hadden
we alle gelegenheid om de kleurweerga-
ve te controleren en zonodig bij te stel
len."
Dat de tentoonstelling De
Zwarte Farao's is gedoopt ligt
voor de hand omdat hun bewind
over de blanke Egyptische buren
nu eenmaal het meest tot de ver
beelding spreekt. Eenmaal weer
terug op hun eigen grondgebied
bleven de zwarte heersers in het
land dat nu Soedan heet zich bo
vendien nog lange tijd als de erfge
namen van de Egyptische tradi
ties gedragen.
De daadwerkelijke Nubische
overheersing over Egypte begon
echter pas in de achtste eeuw v.
Chr. en eindigde al in 667 v. Chr.,
toen koning Taharqa na een lange
en bloedige strijd werd verslagen
door de Assyiïsche koning Esar-
haddon. Taharqa vluchtte zuid-
waarts en moest al zijn bezittin
gen, zijn belangrijkste vrouw en
zijn zonen in Egypte achterlaten.
den getoond.
Francoise Ledeboer
Expositie: De Z warte Farao's, Nieuwe Kerk op de
Dam Amsterdam, tot en met 1 februari 1998; ge-
V oorgeschiedenis
De periode van de overheersing
krijgt natuurlijk veel aandacht,
maar zeker zo interessant zijn de
voorwerpen die de voorgeschiede-
nis tonen. In het zesde millennium
v. Chr. vond in Oost-Afrika een
klimaatsverandering plaats
waardoor het gebied steeds droger
werd. Net als hun noorderburen
trokken ook de voorouders van dë
Nubiërs vanuit de Sahara naar de
Nijloevers en vestigden er neder
zettingen. Ergens in het vijfde mil
lennium v. Chr maakte een kun
stenaar in dit gebied de modem
ogende absti-acte zandstenen
vrouwenfiguur met ingekraste
lijntjes voor ogen en haarinplant
waarmee hij in de Nieuwe Kerk
nog steeds imponeert.
Omstreeks 3500 v. Chr. ontstond
de meer ontwikkelde cultuur die
door de Egyptenaren 'Ta-seti'
werd gedoopt. Dat betekende
'Land van de Boog' en verwees
naar de beroemde Nubische boog-
schutters. Uit deze periode date
ren de keramieken schalen en
beeldjes in de Nieuwe Kerk die tot
de oudste ter wereld worden gere
kend. Het Nubische koninkrijk
van Kerma dankte zijn bloei daar
na voor een groot deel aan de
bloeiende handel met de Egypte-
naren, die een gretige belangstel
ling aan de dag legden voor pro
ducten als luipaardhuiden, ivoor, Amon
ebbenhout en wierook. En niet in
de laatste plaats voor het Nubische goud en
de schoonheid van de vrouwen. Een tempel
reliëf van Mentoehotep II uit 2000 v. Chx-.
toont zijn Nubische echtgenote, maar ook
veel andere farao's hebben vrouwen uit deze
streken gehuwd.
De grote rijkdorn van Kei-ma weerspiegelde
zich onder meer in de pracht van de konink
lijke graven. Ze hadden de vorm van heu
vels met een doorsnede van soms wel negen
tig meter. Behalve stieren en rammen
kregen de overleden vorsten daar gezel
schap van soms wel dx-ie- tot vierhonderd
mensen, die levend werden meebegraven.
Maar in de Nieuwe Kerk ligt ook de pla
i-Re als Ram, Nieuwe Rijk, 18e dynastie, circa 1360 v. Chr.
quette van een schorpioen uit de Kerma-
tijd die werd gevonden naast de dode die
eerst ritueel naar de andere wereld gehol
pen voor hij zijn meester gezelschap ging
houden.
Vrouwen
Dat de Egyptenai-en tuk waren op de Nubi
sche i-ijkdommen tonen de vele pogingen tot
permanente gebiedsuitbreiding zuid
waarts, zoals omstreeks 1820 v. Chr. bloem
rijk wordt verteld door farao Seostris III op
een steen met hiërogliefen: 'Ik heb de gren
zen van mijn xijk vergroot, doordat ik ver
der stroomopwaarts getrokken ben dan
mijn vaderen. Ik ben een koning die niet
mild is voor de vijand die hem heeft aange
vallen; en die zelf aanvalt als hij wordt aan
gevallen. Ik heb hun wouwen buit gemaakt
en hun mensen gehaald. Ik heb hun bronnen
vernietigd en hun stieren geslagen, hun
graan uit de grond getrokken en in brand
gestoken.'
De Egyptische farao's van het Nieuwe Rijk
(1540-1075 v. Chr-.) dwongen het koninkrijk
van Kerma tenslotte voorgoed op de knieën.
Daarna begon een periode van overheersi ng
waarin de Nubiërs naast hun eigen goden
ook die uit het Egyptische pantheon gingen
vereren. Maar ook omgekeerd was dat het
geval: de belangrijkste Egyptische
god Amon-Re kreeg de gestalte
van een ram. Dat hield volgens
Nieuwe Kerk-conservator John
Vrieze vermoedelijk verband met
de in Nubië vereerde ramsgod:
„Op deze wijze konden de farao's
hun heerschappij over het onder
worpen gebied verantwoorden."
Na de ondergang van het Nieuwe
Rijk raakten de heersers van het
nieuwe Nubische koninkrijk van
Koesj evan overtuigd dat zij 'zo
nen' waren van de staatsgod
Amon-Re in zijn zuidelijke ge
daante van een ram en daarom het
volste recht hadden op de troon
van Egypte. Koning Piye trok in
730 v. Chr. noordwaarts en ver
overde het gehele land. Zijn opvol
ger Sjakaba verplaatste de ko
ninklijke residentie zelfs naar
Memfis in Egypte.
Amoncultus
Als zelfverklaarde erfgenamen
van het oude Amon-rijk hebben de
zwarte farao's van de 25ste dynas
tie er alles aan gedaan het verval
len Egyptische erfgoed nieuw le
ven in te blazen. Ze tooiden zich
met de namen van farao's uit het
Oude Rijk en organiseerden om
vangrijke bouw- en restauratie
projecten. Sjepenoepetll, dochter
van Piye en zuster van koning Ta
harqa, werd geïnstalleerd als 'god
delijke gemalin van Amon', een
sleutelpositie in de Amoncultus.
Ze kan dienen als voorbeeld van de
machtige positie die onder de
zwarte farao's aan wouwen was
toebedeeld en zelfs vererving van
het koningschap in de vrouwelijke
lijn kende. Als zwart granieten
sfinx ligt ze nu in de Nieuwe Kerk.
Met de verovering door de Assyri-
ers was het voorgoed gedaan met
de Nubische heerschappij in
Egypte, maar handelscontacten
zijn nog vele eeuwen doorgegaan.
Fraaie gouden armbanden, hals
sieraden, schild- en zegelringen
uit het graf van Amanisjakheto,
koningin van het rijk Meroë dat
het rijk van Koesj was opgevolgd,
laten in de Nieuwe Kerk zien dat
het land nog steeds op een hoog be
schavingsniveau stond.
Rond 350 na Chr. verloor het rijk
echter zijn greep op de belangrijk
ste handelsroutes en raakte de Nu
bische beschaving in vergetelheid.
Toen in de jaren zestig werd besloten tot
bouw van een nieuwe Assoean-dam in de
Nijl luidden archeologen de noodklok en
begonnen voor het eerst grootschalige op
gravingen waarvan nu in het décor van een
woestijnkleurige piramide in de Nieuwe
Kerk zoveel schitterende voorbeelden wor-