Als je aardig bent
krijg je dreunen
Sjako! houdt vast aan zijn eigen taal
PZC
Bill Wyman
zonder Stones
kunst cultuur
20
Rockmuziek
met een
keurmerk
Hurriance 1
meeslepend
en origineel
vrijdag 3 oktober 1997
Nee, bassist Bill Wyman is niet bij de wereldtoer, waaraan The Kolling Stones deze
week in Chacago zijn begonnen. „Ik mis hem", zegt Keith Richards in het oktober
nummer van Guitar. „Als we staan te oefenen, draai ik me wel eens om en zeg: 'Waar is
die magere bleekscheet?' In plaats van hem loopt er een grote roetmop rond, 'Ha die
Darryl' (=Darryl Jones). Maar ik heb altijd Bill's spel bewonderd. Hij kon het in swing,
in beweging zetten... In het begin voelde ik me bedonderd. Zei ik: 'Niemand verlaat deze
band, behalve in een doodskist'." Wyman (inmiddels 61) hoort het dubieuze
compliment, zittend in zijn eigen Londense restaurant Sticky Fingers minzaam aan.
„Destijds, in '92, '93 waren de opmerkingen van Keith als accuzuur. Ach, ik ben
eindelijk gelukkig nu. Waarom dat zo lang heeft geduurd? Ik zat 31 jaar lang in The
Stones!"
Wyman: „Aan het begin van de
jaren tachtig stond ik op het
punt naar Nederland te verhuizen.
Het was niet de beste tijd om naar
Engeland terug te keren, gezien de
financiële situatie. Ons zakelijk
hoofdkwartier bevond zich al in
Nederland. Ik dacht: waar anders
kan ik wonen? Makelaars zochten
naar mogelijkheden om een be
scheiden boerderijtje net buiten
Amsterdam te kopen. De brochu
res stroomden binnen. Bijna kocht
ik iets, totdat ik besloot een we
reldreis van drie maanden te ma
ken. Toen ik terugkwam in '82,
kocht ik een huis in Engeland en
zette dit op."
Dit is een luxe uitgevallen ham
burgertent in de Londense wijk
Kensington, gedoopt naar een van
de beste Stones-langspelers Stic
ky Fingers. Bill Wyman zit met een
duidelijk te determineren mate
van bescheiden trots in een van de
skai bankjes temidden van de vele
memorabilia (foto's, hoezen, knip
sels, kunstwerken, de gitaar van
wijlen Brian Jones) die het eethuis
maken tot iets anders dan een
doorsnee McDonalds. „Ik kon niet
langer zonder Londen."
Dodelijk saai
Het grootste deel van de jaren ze
ventig, dat de meeste leden van
The Greatest Rock 'n' Roll Band in
The World uit belastingoverwe
gingen doorbrachten in het zuiden
van Frankrijk, noemt Wyman 'in
teressant én dodelijk saai'. „Ik heb
er goéd eten, wijn en kunst leren
waarderen", zegt de bassist, die
het fotoboek (in beperkte oplage)
Chagall's World over de laatste ze
ven, door hem gedocumenteerde
levensjaren van de Russisch-
Franse schilder en glazenier Mare
Chagall uitgaf. „Het licht aan de
Cóte d'Azur is heel bijzonder. Voor
dat soort dingen had ik nooit oog.
Het was verder stomvervelend,
omdat alles waarvan ik hield er
met was: sport, comedy-ik impor
teerde videotapes van stand up-
comedians - kranten, platen, pick
le en de Britse Byrd's mustard,
thee. Alles. Het was alsof we op
een eiland woonden." Aan de
zuidkust van Frankrijk wachtten
in 1972 niet alleen zon en een
azuurblauw firmament, maar het
begin van een drugsverslaving die
sommigen, Keith Richards voor
op, vijf jaar later bijna teveel zou
worden. Toch namen de Stones
hier, in de benauwde, kleffe kel
ders van Nellcote, zoals het land
huis van Richards in Villefranche-
sur-Mer genoemd werd, een van
hun allermooiste platen op. Exile
On Main Street, zoals het docu
ment passend genoemd werd,
staat vol dampende rock 'n' roll,
briesende blues en een scheutje
country. Dat laatste onder invloed
van Gram Parsons, de Flying Bur-
rito die als gast van de Stones hier
zijn laatste dagen zou slijten."
Oorlog
„Keith Richards denkt nu heel an
ders over die jaren van balling
schap en over mijn aandeel in The
Stones dan destijds. Hij was het
strenge schoolhoofd, the school-
bully. Als je niet deed wat hij wil
de, was het oorlog. Hij sloeg welis
waar niet fysiek, maar schopte
strijd totdat je het met hem eens
was. Hij kon behoorlijk vervelend
zijn. Niet dat ik vaak dwars lag;
het is misschien één of twee keer
écht voorgevallen. Als ik bijvoor
beeld tijd wilde spenderen aan de
opvoeding van mijn zoon, dan
werd ik gesommeerd om iets voor
de band te doen wat ook even had
kunnen wachten.
„En hij wist zich altijd rotzooi op
de hals te halen. En daar had ik
dan last van. Ik heb nooit de mid
delen gebruikt, maar op luchtha
vens werd ik tot op het poepgat
uitgekleed en onderzocht. Er be
stond dus al heel lang een beschei
den mate van wrok tussen ons.
Toen ik in 1992 de band uit wilde,
was hij heel agressief. 'You ain't
leaving 'till you die!
„Toen de band een persconferen
tie gaf ter introductie van de nieu
we wereldtour, was de tweede
vraag: 'Hebben jullie Bill ge
vraagd mee te gaan?' Mick Jagger
loog: 'Ja', zei hij, omdat hij wist
dat ik toch niet zou willen. 'Bill is
gelukkig, heeft een jong gezin.' En
toen kwam Keith ertussen: 'Ja,
Bill heeft twee mooie dochtertjes
van drie en twee jaar oud.' Ze had
den ook kunnen zeggen: 'Hij is te
oud nou, hij kan de stress niet meer
aan'. Nee, ze waren aardig."
Bill vertelt dat ze zijn vertrek uit
The Stones bijna een jaar lang
hebben ontkend. Begin 1992 wilde
hij weg, tien maanden later werd
de scheiding officieel. „Keith zei:
'Je denkt niet helder, jongen'. En
tegen de anderen: 'Hij moet eerst
die handel met dat meisje op orde
krijgen, dan komt ie wel weer tot
zinnen'." Wyman kijkt me aan met
een blik die verraadt dat hij weet,
dat ik weet dat hij destijds de met
veel publiciteit omgeven romance
met het pubermeisje Mandy Smith
beleefde.
Wyman: „Het is zo jammer dat
Keith destijds niet over zijn lippen
kon krijgen dat hij de ritmesectie
van The Stones, die ik met Charlie
Watts vormde, zo bijzonder vond.
Je speelde je achterwerk eraf, zo
ging dat in die band. Gewoon om
mooie dingen te maken, maar nie
mand nam het serieus. We tover
den een klote riff je om in een
mooie groove, maar niemand die
zich toen omdraaide en zei:
'Thanks, guys!'
Of je schreef een heel nieuwe brug
voor een liedje van Keith en Mick
en als je die dan een week of zo la
ter terughoorde in de mix, dan had
je er niets meer mee te maken.
Jouw themaatje? Dat was mijn
idee! Niemand had ooit oor voor
wat Charlie en ik deden. Ze schre
ven maar over die rondspringende
Mick, niemand had het over pia
nisten en organisten als Nicky
Hopkins of Billy Preston, of vroe
ger Stu (Ian Stewart - JO) die zich
maf speelden. Dat werd me echt
teveel."
Vriendelijk
Er is leven mogelijk na The Stones.
Wyman is nu gelukkig getrouwd
met de Amerikaanse actrice en de
signer Suzanne Aecosta. Hij heeft
de beschikking over een volstrekt
cd-
Bill Wyman....eindelijk een gelukkig mail
nieuwe hobbyband, waaraan de
beste muzikanten - ook Eric Clap
ton, Chris Rea, Paul Carrack en
Mick Taylor - hun bijdragen leve
ren.
„The Rhythm Kings houden zich
bezig met de populaire muziek
van voor The Stones. We hebben
de laatste maanden in totaal drie
cd's, 56 oude en nieuwe songs op
genomen, variërend van materiaal
van The Boswell Sisters en Fats
Waller uit de jaren twintig en der-
tig tot de rhythm blues uit de ja
ren vijftig. Alles met de beheersing
van toen, uitgaande van vragen
als: hoe lang hou je je noten aan?
En hoe vertaal je de staande bas
naar de elektrische basgitaar?
Want staande trek je de snaren
naar je toe, en op een hangend in
strument heb je altijd de neiging
de snaren van je af te spelen. Je no
ten klinken dus anders."
„Ik wilde niet onder mijn eigen
naam werken. The Rhythm Kings,
dat is lekker anoniemSinds de j a-
ren twintig heb je talloze Rhythm
Kings, Rhythm Boys of Rhythm
Aces gehad. Net zoals Rolling Sto
nes trouwens, ik ken bands met die
naam uit de jaren '32 en '55. De
eerste was Amerikaans, had een
leadzangeres. De tweede bestond
uit drie broers uit Cornwall. Er is
niets nieuws onder de zon, mijn
vriend. Ike Turner, de man van Ti-
na, had een band die The Rhythm
Kings heette, niet? Nee, het gaat
om de liefde voor de muziek, niet
om ego's. Er zijn geen originele be
namingen. Tenzij ik mezelf Frus
trated Monkey noem."
Bill Wyman, die een uiterst tamme
autobriografie (Stone Alone)
schreef, is de vleesgeworden
vriendelijkheid. „Het is mijn lot.
Als iemand me op straat staande
fotoRoyTee
houdt en vraagt of hi j een foto mag
hebben, stop ik en wacht geduldig.
Gebeurde laatst op King's Road in
Londen. Een dag later stonden de
foto's in een van de tabloids; hoe
een Stone boodschappen deed.
Bleek ik slachtoffer van een papa
razzo te zijn geworden. Als je aar
dig bent, krijg je dreunen en tik
ken. Ik neem het maar voor lief."
John Oomkes
De eerste CD van The Rhythm Kings
verschijnt 6 oktober.
De band. rond Bill Wyman (Albert Lee,
Peter Frampton, Georgie Fame, Mar
tin Taylor, Gary Brooker, Paul Car
rack) treedt op 10 oktober op in Para-
diso Amsterdam.
The Rolling Stones treden tijdens hun
wereldtournee vermoedelijk eind mei
1998 op in Nederland. Het nieuwe al
bum Bridges To Babylon is deze week
verschenen
Jarenlang werden ze het 'Supertrio'
van de Nederlandse rock genoemd.
Totdat de groep in 1994 besloot dat
uitbreiding tot een kwintet de
creativiteit en het spelplezier ten goede
kwam. Sinds vorige maand ligt alweer
het zevende album van Sjako! in de
winkels. Een reportage bij een nieuwe
tournee, waarin de groep ook Brogum in
Zierikzee aandoet (11 oktober).
Zestien jaar rock 'n' roll en je
nog steeds moeten omkleden
tussen de biervaten? Nou nee, het
optreden in het rokerige Haagse
muziekcafé blijkt voor Sjako! niet
meer dan een try-out. Maar dan
wel een serieuze. Inmiddels is het
nieuwe - zevende - album Note
verschenen en toert de Amster
dams/Haarlemse groep volop
langs de Nederlandse podia. Rock
met een Kema-Keur, zich niets
aantrekkend van de waan van de
dag. „We zijn gewoon een eiland
binnen de Nederlandse rockmu
ziek", zegt zanger/gitarist Wouter
Planteijdt. „We hebben onze eigen
taal."
Zestien jaar SjakoEen funky po-
wertrio, waarin inl986 Jansenn
werd vervangen door Jaap
Vrenegoor. Dat jaar verscheen ook
de debuutplaat. Met het derde al
bum, Secret Skin, in 1990 bij een
grote maatschappij, leek de weg
naar de roem open te liggen. Sja
ko! ging het maken, beweerde ie
dereen in de omgeving van de
band. En concerten tijdens het
New Music Seminar in New York,
de Berlin Independence Days en
het Deense Roskilde festival wa
ren onmiskenbare tekens aan de
wand. De commerciële resultaten
hielden echter geen gelijke tred
met de jubel van de recensenten.
Sjako! ontwikkelde zich muzi-
Sjako! met van links naar rechts Wouter Planteijdt, Victor Heeremans, Thijs Vermeulen, Alan McLachlan en Ramon Hamel, foto Lex van Rossen
kaal. Langzaam verschoof de na
druk van instrumentale vinger
vlugheid naar de 'song'. Daarvoor
werd zelfs de ooit 'heilige' trio
structuur verlaten. De Schotse sli-
de-gitarist Alan McLachlan en de
Haarlemse toetsenman Victor
Heeremans kwamen bij de band.
Dat was in 1994. „Op onze vorige
studioplaat, Once upon a Revolu
tion nit 1995 waren we wel heel erg
op zoek naar de perfecte pop
song", zegt Wouter „Met Note
zoeken we toch weer meer het
avontuur. Spelplezier. Niet meer
dat super-gestileerde."
Note is een veelzijdige plaat. In ie
der opzicht. Nummers van amper
één minuut en nummers van bijna
tien minuten. Soms gepolijst maar
soms ook voorzien van vervaarlij
ke voetangels en klemmen. Per
fecte rockmuziek eigenlijk, waar
bij paradoxaal genoeg juist die
perfectie vaak de enige handicap
lijkt.
Als er één verklaring moet worden
gegeven waarom Sjako! nog niet
wereldberoemd is, dan is het wel
licht dat de musici tevéél musici
zijn. Dat leidt tot een song als 'Li
ke a Hurricane', die - verdrinkend
in sentiment en galm - zowaar aan
John Miles' Kitsch-hit 'Music was
my first Love' doet denken. „Dat is
een mix-kwestie", zegt Wouter.
„Maar inderdaad, 'Hurricane' is
bijna palingpop."
Tijdens het concert valt op dat
McLachlan steeds meer de rol van
leadgitarist heeft overgenomen.
Zi j n slide-partij in'Love show me'
is schitterend. De paar oudere
nummers als 'Don't try to fit' en
'All Right Allright' worden woord
voor woord meegezongen. Ze mo
gen dan nooit echt hitsucces heb
ben gehad, de aanhang van Sjako!
is trouw en toegewijd. Voor het
concert geldt wat ook voor het
nieuwe album geldt: als je spon
taan een reeks namen uit de roek-
historie opsomt waar Sjako! op
één of andere wijze mee te associë
ren valt, dan blijken dat allemaal
namen met een zwaartepunt in de
jaren zeventig te zijn: Joe Walsh,
Todd Rundgren. Neil Young, Tom
Petty, Steve Miller.
Wouter haalt z'n schouders op als
hij later.met het rijtje wordt ge
confronteerd. „Weet je, ik heb net
een Britpopnummer af. Dat komt
dus pas over twee jaar op z'n
vroegst op de plaat. Zo ben ik al
tijd te laat. Maar serieus: de jaren
zeventig hebben ons natuurlijk
wel muzikaal gevormd. Dat is de
leeftijd. Ik wordt binnenkort ook
al veertig!"
De leeftijd der relativering? Wou
ter laat zich in ieder geval niet
meer gek maken door de worst van
het buitenlands succes die nog
steeds voor zijn neus wordt gehou
den. En het zijn altijd anderen die
daarmee aan komen, benadrukt
hij. Wat niet wegneemt dat hij
vindt dat Sjako! zich internatio
naal met de besten kan meten. „En
die nieuwe plaat, daar ben ik echt
trots op. Als je er echt voor gaat
zitten, dan reis je toch in een dik
uur muzikaal de hele wereld
rond."
Thijs Vermeulen is tevreden na af
loop. „Lekker gespeeld", zegt hij.
„Ik heb echt goed gespeeld." La
cherig vertelt hij over het eeuwige
gezeur van de platenmaatschappij
dat er een 'single' op het album
moet staan. „Wat kan mij dat nou
nog schelen? Ik heb een huis. Ik
heb een dochter. Ik kan heerlijk
met dit bandje spelen. Ik ben ge
woon gelukkig."
Peter Bruyn
Sjako! treedt zaterdag 11 oktober op in
Brogum Zierikzee.
Bijna wekelijks komt er van de
overkant van de Noordzee een
nieuwe Britpopband deze kant
opgewaaid, maar slechts zelden zijn die
zo boeiend als Hurriance 1. Op
Hurricane 1 (Creation/Sony Music)
staan tien pakkende deunen,
geproduceerd door de van Kula Shaker
bekende Steve Harris, maar in eerste
aanleg vooral refererend aan Oasis.
Die overeenkomsten worden
vooral veroorzaakt door het
wat nasale stemgeluid van Alex
Lowe, maar veel belangrijker voor
het geluid van Hurricane 1 is Andy
Bell, ex-Ride, en nu solo-gitarist,
toetsenman en componist van dit
in Oxford gevestigde gezelschap.
Hij haalt op dit debuut al zijn cre
ativiteit én daarmee de pakkend-
ste melodielijnen uit de kast. Dat
levert fantastische meeslepende
nummers als Let Go Of The Dream
en Lucky Man op. Natuurlijk, ook
hier blijken The Beatles een be
langrijke inspiratiebron maar het
grote verschil met Oasis is dat
Hurricane 1 nooit op routine
speelt en in ieder nummer net wat
meer originaliteit prijsgeeft. Als
het erom gaat de jaren zestig terug
te halen zonder in herhalingen te
treden is Hurricane mijn 1
Ocean Color
Nog meer Britpop. Ocean Colour
Scene is in Engeland tamelijk
groot, niet in de laatste plaats van
wege de vrijage met Paul Weller,
die de band onder zijn hoede nam
en bovendien enkele muzikanten
recruteerde voor zijn eigen bege
leidingsgroep. In Nederland had
de band uit Birmingham beschei
den airplay met The Day Wé
Caught The Train en de meest re
cente single Hunderd Mile High
City, nummers die in Engeland
met gemak de top-tien haalden.
De laatste is te vinden op het derde
album Marchin' Already (Uni
versal Music), een cd boordevol
aan de sixties refererende pop en
soul, die een stuk volwassener en
gemèleerder klinkt dan voorgan
ger Moseley Shoals. De nummers
hebben stuk voor stuk een sterke
melodie en de gevoelige stem van
Simon Fowler doet de rest.
Nu ook Nederland de sixties heeft
herontdekt lijkt Britpop hier vaste
grond onder de voeten te krijgen.
Recent was er het fantastische de
buut van het Leeuwarder Travis
en nu is er Universal Playground
(Columbia/Sony Music), het de
buut van het Tuesday Child. Het
Haagse viertal is heel erg beïn
vloed door The Beatles maar weet
daar doorgaans op een prettige
wijze een eigen draai aan te geven.
Helaas staan er net iets te veel
slappe liedjes op om blijvend ge
boeid te raken, maar Tuesday
Child heeft beslist de potentie om
uit te groeien tot een band, die het
Engelse geweld concurrentie aan
kan doen.
Herman Brood
De voormalige rock 'n' rollster
Herman Brood heeft eigenlijk
sinds zijn mislukte Amerikaanse
avontuur van weet ik hoe lang ge
leden geen écht verrassende plaat
meer gemaakt. Hij blijft muzikaal
overleven door wat Nederlandsta
lige ongein, een soundtrack hier
en een verzamel-cd daar. Zoals de
dubbel-cd 20 Years Of Rock 'n'
Roll (Ariola/BMG), die wat mij be
treft beperkt had kunnen blijven
tot een enkel-cd met de titel 3
Years Of Rock 'n' Roll. De jaren
'77-'79 waren immers op afstand
de meest creatieve van Brood en
beslaan hier dan ook bijna een vol
ledige cd. Beide schijfjes zijn aan
gevuld met een fors aantal niet
eerder op cd uitgebrachte werkjes,
die echter ook niet kunnen verhul
len waarom Brood het tegenwoor
dig vooral van een gevatte
opmerking hier en een kleurrijk
schilderijtje daar moet hebben.
Het meest bijzondere is dan ook de
fraaie verpakking. Plus het feit
dat over dit product - net als bij
boeken - slechts 6% BTW wordt
berekend, in plaats van de 17,5 die
normaal over muziek wordt bere
kend. Een dubieuze vorm van
rechtsongelijkheid, die hiermee
door platenmaatschapij BMG aan
de kaak wordt gesteld.
The Crystal Method
Electronic dance music is lange
tijd het domein geweest van Britse
studiomuzikanten die zich be
kwaamd hadden in Detroit-tech-
no en Chicago-house. Het puur
Amerikaanse The Crystal Method
verzet de bakens door op Vegas
(S3/Epic/Sony Music) alles zoveel
mogelijk live te spelen en dat bo
vendien een stuk melodieuzer te
doen dan de gemiddelde electro
nic band.Daarmee komt de band
nog het dichtst in de buurt van een
artiest als Moby, voor wie Ken Jor
dan en Scott Kirkland al eens wat
remix-werk deden. De aanpak
van The Ciystal Method mag dan
zo z'n voordelen hebben, uiteinde
lijk blijken de beperkingen die de
band zichzelf oplegt toch ave
rechts te werken. Er zit op den
duur weinig variatie in de pulse
rende breakbeats en de spanning
neemt daardoor haast per num
mer af. In Comin' Back wordt een
zangeres uit de hoge hoed geto
verd om het tij te keren, maar mis
schien is het beter als The Crystal
Method eens bij de collega's van
The Prodigy in de leer gaat om te
horen hoe het ook kan.
Gert Meijer