Smet op de eenheid van de natie
Een taal die past bij wie haar hanteert
Toeval en intuïtie bepalen
werk van Van Sparrentak
zeeland
Drumcorpsen Middelburg
strijden om nationale titels
NATIONALE DIERENSHOW '97
Het leukste dierendagje uit!
LEZERSKORTING: fl. 3,50 p.p.
kunst cultuur
dinsdag 23 september 1997
door A. J. Snel
Te Velsen werd op 30 april van dit
jaar een koe geschoren. Het dier
was vervaardigd van stevig karton.
Haar nier was een ballon die met
scheerschuim werd ingesmeerd. Dat
moest er met een scheermes afgehaald
worden. Klapte de ballon, dan kreeg
de scheerder een strafpimt. Leden van
het vorstenhuis stonden erbij en ke
ken ernaar. Zij waagden zich niet aan
deelname. Maar aardig was het. Met
hun aanwezigheid sanctioneerden zij
het kantklossen en zakslaan door heel
het land en bevorderden aldus de een
heid van de natie. Dat zag je zo.
En nou komt royalty-watcher Fred
Lammers met een boek waarin hij be
weert dat de koningin en de prinsen
het helemaal niet leuk vinden, al dat
gedoe op Koninginnedag. Sterker,
nog, ze ervaren de demonstraties
koekhappen en stokvisgooien als be
ledigend. Schrijft Lammers. De prin
sen hebben te lijden aan een toene
mende afkeer van de manier waarop
de verjaardag van hun oma gevierd
wordt en koningin Beatrix zou er ook
al niet veel aan vinden.
Die visie van de royalty-watcher moet
hard zijn aangekomen bij de burge
meesters Peper van Rotterdam en Van
der Munnik in Tholen. Peper liet vijf
j aar geleden op Koninginnedag weten
dat de vorstin het geweldig naar haar
zin had gehad en dat hij zelf ontroerd
was. Van der Munnikzei vorig jaar dat
de koningin in een opperbest humeur
was geweest tijdens een bezoek aan
zijn prachtgemeente. Er zijn, als
Lammers het bij het rechte eind zou
hebben, diverse conclusies mogelijk:
de koningin en haar gevolg draaien ie
dereen, inclusief de eerste burgers in
dit land, een rad voor ogen. Of de bur
gemeesters lopen na afloop een beetje
te j okkebrokken omdat ze hun ingeze
tenen niet kunnen verkopen dat de de
monstratie met oude blusapparatuur
voor het vorstenhuis een te geringe
amusementswaarde heeft gehad.
Het is allemaal maar moeilijk te gelo
ven. De beweringen in'Koningin Bea
trix: een instituut' kunnen tot ernstige
depressies leiden in kringen van
Oranjegezinden. Hun illusies gaan
dan misschien niet aan diggelen, er
worden wel lelijke krassen op ge
maakt. Natuurlijk zullen geestdrifti-
gen volgend jaar weer hard aan de
slag gaan om een prachtige stoet van
watergeuzen in beweging te krijgen.
En uiteraard zullen voorafgaand aan
de festiviteiten borduurnaald en fi
guurzaag weer nijver worden gehan
teerd. Maar aan gevoelige zielen zal
het van nu af blijven knagen: vinden
de Oranjes dit nou echt mooi, of lopen
Willem-Alexander, Koninginnedag 1996, Sint Maartensdijk: volgens royalty-watcher Fred Lammers verbergt de kroonprins onder zijn enthousiaste lach een ge
voel van afkeer voor de Oranjedag-bezigheden. foto Pieter Honhoff
ze alleen maar te denken dat ze thuis
veel fraaiere voortbrengselen uit de
sector kunstnijverheid hebben?
Kijk, dat zijn vervelende vragen, die
de mooie dag op voorhand iets van de
glans van weleer ontnemen. Of die
achteraf een andere kijk geven op het
foto-album waarin te zien is hoe het
hof van Jacoba van Beieren op Tholen
herleefde dan wel hoe prinsen zich in
genomen toonden met een zak aard
appels. Het ware te wensen dat de op
rechte vierders van Koninginnedag
het geschrift van Lammers maar zo
gauw mogelijk vergeten en zich con
centreren op de sterke argumenten
voor voortzetting van de traditie.
Voor lieden met een positieve instel
ling zijn die zeker voorhanden.
Zaklopen
Om te beginnen is Koninginnedag
voor kroonprins Willem-Alexander
de gelegenheid bij uitstek om zich op
de hoogte te stellen van de beweeg
lijkheid van het Nederlandse kind. De
toekomstige koning zei onlangs dat
het hem zorgen baarde dat daaraan op
school te weinig aandacht wordt be
steed. Het is aanbevelenswaardig hem
jaarlijks een oordeel te laten vellen
over de vraag of het zaklopen en paal-
knuppelen nog voldoende op niveau
plaatsvindt.
De festiviteiten bieden voorts een
kans bij uitstek nog eens terug te blik
ken naar de tijden dat de delen van dit
volk zich onderscheidden door de kle
derdracht. Zelden ziet men zoveel
kanten mutsen en boezeroenen als op
Koninginnedag. Een uitgestorven
ambacht beoefenen is al heel wat,
maar welk een oogstrelende taferelen
levert dat niet op als het wordt gedaan
door een persoon met de geëigende
dophoed op.
Voor de allochtonen in dit land is 30
april een dag om in de agenda te note
ren. Wie in versneld tempo wil inbur
geren, aanschouwe de festiviteiten en
verschafte zich inzicht in de ziel van
de Nederlander. Een aanrader is de
cultuuruiting die te Kamerik wel op
het programma staat: hetkoesehijten.
Daarbij wordt een koe losgelaten op
een weiland dat in vakken is verdeeld.
Door een nummer te kopen, kan wor
den ingezet op een vak. Het winnende
vak is dat waar de koe haar vlaai de
poneert. Het gaat hier om een vorm
van vermaak die zicht geeft op wat dit
volk ten diepste drijft. Waarbij het
koeschijten nog van een extra dimen
sie wordt voorzien door de Dierenbe
scherming die zich verzet tegen het
feit dat hier afbreuk wordt gedaan
aan de intrinsieke waarde van het
rund. Zo valt iets te leren over de plu
riforme samenleving. Voeg bij zo'n ta
fereel een uurtje tekstverklaring, uit
gaande van het lied 'In een groen,
groen, groen, groen knollen-knollen
land' en zelfs een Eskimo doorgrondt
het leven van mens en dier in Neder
land.
Assertief
Het wil er maar heel moeilijk in dat de
leden van het vorstenhuis geen plezier
zouden beleven aan die dag waarop
het ene deel van de natie zich in bas
sins vol water laat donderen, terwijl
het andere deel zich wentelt in leed
vermaak. De koningin en de prinsen
hebben vast wel voldoende gevoel
voor humor om te kunnen genieten
van de koppeling van histoiïe en he
den die gestalte krijgt in de formatie
van optochten, het versieren van bio
bakken en het snuffelen op markten
vol lompen en metalen. Trouwens,
waarom zou koningin Beatrix het niet
allang hebben laten weten als ze het
allemaal maar prut vindt. Volgens
Fred Lammers gedraagt ze zich ten
paleize uitermate assertief en weet ze
de sloddervossen in haar staf geducht
de waarheid te zeggen. Die constate
ring' valt maar moeilijk te rijmen met
de bewering dat de vorstin maar doet
alsof als ze een fraai houtsnijwerk
toelacht.
Die Lammers moest maar eens tot an
dere gedachten gebracht worden.
Misschien kan hij daartoe volgend
jaar in de voor het vorstelijk bezoek
uitverkoren gemeente worden ingezet
bij het dwergwerpen. Als projectiel.
Dan komt hij er wel achter hoe op
recht geamuseerd het vorstenhuis kan
reageren.
MIDDELBURG - Drie Middel
burgse drumcorpsen nemen za
terdag 27 september deel aan de
Drum Corps Holland kampi
oenschappen in Utrecht. Blue
Spirit Bugle Corps; Juliana
Drum Bugle Corps en Johan
Friso zijn de Zeeuwse vertegen
woordigers op de Nederlandse
kampioenschappen.
Blue Spirit Drum Bugle Corps
zal voor het tweede jaar uitko
men in de hoofdklasse. De show
bestaat dit jaar uit soundtracks
van de films The Rock, Twister
Braveheart en Independent
Day. In de tweede klasse doel
Juliana Drum Bugle Corps
mee met de nummers Happy1
Days, My Favorite Things, Au-
tumn Leaves en If I could react
you. Het Drumcorps Johan Fri-
so, de jeugdafdeling van Juli
ana, neemt met muziekthema's
uit de Muppetshow deel aan de
jeugdkampioenschappen.
(Advertentie)
Op zaterdag 27 en zondag 28 septem
ber a.s. vinat in de
Brabanthallen te 's Hertogenbosch de
13e editie van de Nationale
Dierenshow 1997 plaats. Duizenden
bekende en bijzondere huisdieren laten
zich op ruim 20.000 m2 bewonderen
en aanraken. U kunt genieten van wer
velende honden-, paarden-, en scha
penshows. Daarnaast zijn er presenta
ties van o.a. katten, valken, kleindieren,
vogels, zeldzame huisdierrassen, aqua
ria, terraria, exotische zoogdieren en
grotere boerderijdieren. Ook zijn er tal
van kinderdoe-activiteiten waarbij het
dier centraal staat.
Tegen inlevering van deze A-bon aan de kassa ontvangt u een korting
van fl. 3,50 op de toegangsprijs van fl. 15,00.
(max. 2 personen per bon)
Geldt niet in combinatie met andere kortingen.
Voor meer informatie kunt u bellen: 073-6293911
Galerie Esprit in Clinge opent seizoen met overzichtstentoonstelling
door ErnstJan Rozendaal
MIDDELBURG - Voor de Mid
delburgse kunstenaar Gilles
van Sparrentak is schilderen
iets wat onbewust moet plaats
vinden. Een schilderij mislukt
zodra hij probeert te beredene
ren waarmee hij bezig is. „Je
moet je wil helemaal uitschake
len. Ik begin niet bewust aan een
schilderij. Als ik ineens merk
dat ik bezig ben, dan is het goed.
En als ik vervolgens merk dat ik
gestopt ben, dan heb ik een goed
schilderij gemaakt. Maar denk
ik halverwege: 'Dit wordt wel
wat', dan kan ik het doek beter
meteen weggooien."
Van Sparrentak exposeert zijn
werk op het ogenblik in zi jn ate
lier in de Gravenstraat, ofte wel
lokaal 7 in het gebouw van de
Middelburgse Atelier Stichting.
Aan het eind van de maand moet
hij daar weg, want hij heeft de
huur opgezegd. Tot die tijd laat
hij een overzicht zien van werk
dat hij het afgelopen jaar heeft
gemaakt.
Materiaal
Aan de wand hangen grote, ab
stracte schilderijen, op een tafel
staan 288 beschilderde lucifer
doosjes, op de vloer staan be
schilderde tegels en een aantal
doorzichtige potten gevuld met
verfafval. Elk materiaal kan
van pas komen bij het maken
van een kunstwerk, vindt Van
Sparrentak. „Dus ook het verf-
schraapsel dat overblijft als ik
een schilderij heb gemaakt."
Bij het veivaardigen van veel
van zijn werken speelt het toe
val een belangrijke rol. Sommi
ge van zijn schilderijen zijn ge
maakt door twee met verf
besmeurde helften van de on
dergrond tegen elkaar te druk
ken. Dat is geen garantie voor
een goed schilderij, beseft Van
Sparrentak. Drie van de vier
werken die zo ontstaan be
schouwt hij als mislukt. Hoe hij
dan bepaalt wanneer iets wel is
gelukt? „Als iets plotseling be
tekenis blijkt te hebben. Als ik
vaststel dat iets meer is dan verf
op een oppervlak. Van een groot
schilderij moet elke vierkante
centimeter goed zijn. Is er maar
een klein plekj e op het schilderij
dat me ergert, dan begin ik op
nieuw. Want alleen dat plekje
bijwerken, dat lukt nooit."
„Op een gegeven moment ben ik
klaar en denk ik: 'Je bent een
klootzak als je er nu nog wat aan
verandert.' Dan is het goed
schilderij. Echt beredeneren
kan ik dat niet. Mijn werk komt
intuïtief tot stand. Met schilders
als Rembrandt of Mondriaan
ging het echt niet anders. Zij
stopten ook als ze dachten: 'Nu
klopt het helemaal.' En waarom
klopte het? Omdat ze dat intuï
tief zo aanvoelden.
Van Sparrentak gaf een baan als
industrieel ontwerper op om
kunstenaar te worden. Hij zegt
zijn werk 'voor anderen' te ma
ken, maar doet weinig moeite
om het aan de man te brengen,
Ook beweegt hij zich niet in
kunstenaarskringen. „Ik werk
elke dag en verder niks.Het re
sultaat is ernaar, merkt hij zelf
cynisch op, want in de eerste
week is zijn expositie nauwe
lijks bezocht. „Mensen hebben
nog nooit van me gehoord."
Genummerd
Toch heeft hij opmerkelijke uit
nodigingen verstuurd: genum
merde kaartjes door hemzelf
opgeschilderd. Het is een serie
kunstwerkjes, net als zijn luci
ferdoosjes, zijn potten verfafval
en bepaalde reeksen schilderij
en waarin hij eenzelfde procédé
herhaalt. „In die serieproductie
is toch weer de industrieel
vormgever te ontdekken. Zo'n
luciferdoosje staat niet op zich
zelf, maar is deel van een geheel.
Dat geeft het een meerwaarde,
Die ordening is ook dwingend.
En als je zo'n kaartje krijgt en
het is nummer 268, dan kun je
denken: 'Er zijn ten minste nog
267 mensen die zo'n ding heb- I
ben gehad.' Dat verbindt je met
een heleboel andere mensen.
Expositie Gilles van Sparrentak,
t/rn 28 september in gebouw Middel
burgse Atelier Stichting aan de Gra
venstraat in Middelburg, dagelijks
open van 14 tot 16.30 uur.
door Nico Out
Galerie Esprit opent tradi
tioneel het seizoen met K-
Euregio, een overzicht met werk
van kunstenaars die eerder in
Clinge exposeerden of die er
voor het eerst te zien zullen zijn.
Regelmatige bezoekers zullen
dus veel bekenden aantreffen.
Het gaat echter wel om nieuw
werk. zodat verrassingen niet
hoeven uit te blijven.
De kunstenaars van Esprit wer
ken in de sfeer van de gekende
stromingen die zich vanaf het
begin van deze eeuw ontwikkel
den. Er zijn directe lijnen te
trekken vanaf expressionisme,
kubisme, dada en surrealisme,
tachisme en materieschilder
kunst. Sommigen baseren zich-
zelfs op de schilderkunst van de
zeventiende eeuw. Vernieuwing
is dus geen uitgangspunt, wel
het gevoel dat. een bepaalde taal
past bij degene die haar han
teert en geschikt is om dat wat
hem raakt of leidt te verbeelden.
Dat betekent een accent op indi
viduele emoties en aandacht
voor schoonheid als baken in
een onvolkomen wereld. Ik heb
daar geen bezwaar tegen: het
werk is een ondei'deel van het
totaalbeeld dat kunst biedt en
het weerspiegelt de diversiteit
die mensen kenmerkt.
Imiteren
Dat hoeft geen klakkeloos imi
teren in te houden van de grote
meesters van de twintigste
eeuw. Zo is in de monumentale
werken van Wim Bakker veel te
rug te zien van de genoemde ma
terieschilders terwijl zijn pane
len toch een eigen gezicht
hebben. 'Over landschap'
noemt hij de meer dan mansho
ge werken die naast intense
kleurvelden in diepe tinten ook
concreet ruimtelijke elementen
bevatten. Een doorwrochte tex
tuur in paarse, groene, bruine,
blauwe en turkooizen tinten is
streng ingekaderd binnen
rechthoekige vlakken die als
aparte delen binnen het totaal
functioneren. De werken stra
len de grootsheid uit van het.
landschap en combineren de
oermaterie met de ordening die
mensen erin aanbrengen.
Opvallend is dat Rijnhard
Schregardus, die zich sinds jaar
en dag ook manifesteerde met
schilderijen waarin het opper
vlak een grote mate van tast
baarheid had, de materie achter
zich laat. Een drieluik, 'One day
I'll fly away', is uitgevoerd in
dunne vloeiende verfpartijen en
een schriftuur die aan de écritu-
re automatique herinnert. De
buitenpanelen herbergen elk
ondermeer een zittende figuur-,
links een vrouw, rechts een man.
Gescheiden door het middenpa
neel blijven ze vooralsnog ge
vangen in hun relatie, niet in
staat het voorbeeld te volgen
van de vogels om hen heen. In dit
werk bevrijdt Schegardus zelf
zich wel: van een werkwijze die
het gevaar liep een maniertje te
worden.
Verschil
Ook graficus Ton Lamper ver
nieuwt zichzelf. Hij is afgestapt
van de gecompliceerde vermen
ging van grafische technieken
en vormen die zijn werk ken
merkten. Zijn recente houtsne
den zijn - alleen al door de ge
bruikte techniek - eenvoudiger.
Constant is zijn aandacht voor
het citeren van beelden en gege
vens uit de kunstgeschiedenis.
Een fraai voorbeeld is 'Bewe
ging', waarin ai-men en benen
zich met andere elementen in
een cirkelvormige draaiing be
vinden. Uit al Lampers bladen
spreekt de idee dat het verschil
tussen heden en verleden klei
ner is dan de overeenkomst.
Nellie van Nieuwenhuizen is
eveneens een ander hoofdstuk
begonnen. Haar landschappen
schildert ze niet met waterverf
maar met acryl. Er hangt een
mooi doek met een rijk genuan
ceerde, naar abstractie neigen
de compositie van lucht, land en
water. Daarnaast heeft zij haar
repertoire verbreed met andere
onderwerpen: vrouwen, poezen,
al dan niet samen in een beeld.
In dat genre zag ik een doek
waarin een vrouw is verwerkt in
een patroon van zwarte en rode
toetsen, haar jurk, terwijl haar
lichtcrème gezicht door stevige,
strakke contouren is benadrukt.
Die missen de spontaniteit van
de rest zodat het beeld naar mijn
idee evenwicht mist.
Jean Kamps pakt uit met een
kast. De glazen ruitjes zijn door
hem beschilderd met de mythe
van Orpheus en Eurydice, het
liefdespaar uit de oudheid.
Nauwgezet vertelt Kamps in
zijn semi-naïeve stijl over de
ontmoeting van het stel en de
mislukte poging van Orpheus
om zijn geliefde uit de onderwe
reld te redden. Een geslaagde
poging om een oud gegeven te
hernemen, als je tenminste bent
geporteerd van de felle Meuren,
de strakke contouren en de an
dere stijlkenmerken die Kamps
hanteert. Eigen is zijn aanpak
beslist en vakmatig is het ook in
orde.
Sculptuur
De mensfiguur staat centraal in
de sculpturen van Marleen
Wouters.a Zij weet op de grens
van expressionisme en natura
lisme uitstekend een. figuur of
een kop te laden met emoties.
Marmer is het materiaal van
Leendert Buth. Hij laat 'De kus'
zien, een knappe uit bogen op
gebouwde staande sculptuur,
die mij echter te ingewikkeld in
elkaar zit. Een uitstapje naar fi
guratie is technisch gelukt,
maar de Indianenkop die eruit
voortkomt boeit mij veelminder
dan de naar ruimte en tijd ver
wijzende beelden die hij eerder
maakte.
Ernest Joachim blijft zichzelf:
zijn op natuurvormen gebaseer
de gepolijste bronzen hebben de
schoonheid die hij lijkt na te
streven. Zijn op jazz geïnspi
reerde ets heeft echter niet het
ritme en de swing die de mu
ziekvorm karakteriseert.
In het werk van de Belgische
deelnemers zie ik minder spron
gen dan in dat van enkele
Zeeuwse collega's. Beniti Cor-
nelis, Wim Ricourt, Hilaire en
Willy Bals bewegen zich in het
platte vlak, terwijl Lebuïn
D'Haese, Alfred Mandeville,
Ward Dijck en Ludo Giels beel
den exposeren. Alles van de
kwaliteit die men van hen is ge
wend. Opvallend vond ik de col
lages van Willy van Eeckhout.
Wim Bals is van stillevens over
gestapt op pastiches van 17e-
eeuwse genreschilderkunst,
maar heeft te weinig inzicht in
de anatomie om die prententie
waar te maken. Ik verheug mij
ten slotte op de tentoonstelling
van Guy Jaspar, die subtiele,
meditatieve schilderijtjes
maakt van een bijzondere Mas
se.
K-Euregio, Galerie Esprit, Clinge.
Tot en met 5 oktober.
Beeld van de expositie K-Euregio in galerie Esprit in Clinge. foto Charles Strijd
Beschilderde luciferdoosjes, werk van Gilles van Sparrentak.
foto Ruben Oreel