Kruiden met bittere smaak zijn niet geliefd Amerikaanse droom in Rotterdam Het Blauwe Huis draagt kennis over Romancier kookt in kleinste restaurant tafel en trend zaterdag 20 september 1997 39 aan tafel Regilio Tuur van de ring naar The Shop mode Restaurant De Ronde Tafel Walenhoek Zandvliet Tel. 003235690130 In principe geen sluitingsdagen, even bellen Geen creditcards Kinderen welkom Voor rolstoel niet toegankelijk Roken niet toegestaan Een romanschrijver achter het fornuis van het kleinste restaurant van West-Europa dat ook nog schuil gaat in een vergeten hoekje van het Antwerpse havengebied. Dat kan alleen een schrijver van fictie verzinnen, denk je. Echter, de geschetste situatie is werkelijkheid. In Zandvliet was ik, dankzij de tip van een attente lezer, de gast van Jack Feenstra, schrijver van romans, essays, verhalen en luisterliedjes, in zijn restaurantje De Ronde Tafel. Wonend aan de Westerschelde wist ik van het bestaan van de Zandvlietsluizen. Dat er ook een dorp Zandvliet is, met een kerk, een bank, een bakker en een slager, ja zelfs een babywinkel, heb ik me nooit gerealiseerd. Laat staan dat ik ook maar iets ver moedde van de aanwezigheid van een restaurant van zo'n bijzondere opzet als De Ronde Tafel. Zelfs wanneer ik Zandvliet op zoek naar door de industrie be dreigde 'woonsten' had bezocht, dan was De Ronde Tafel mij zon der meer ontgaan bij gebrek aan enig middel van herkenning. Geen uitbundig gemeubileerd terras of kleurige markiezen, ja zelfs geen bescheiden uithangbord. De Ronde Tafel is gesitueerd aan een doodlopende steeg, verboden voor gemotoriseerd verkeer. Het is de achterkant van een vrij drukke straat, de Walenhoek en ook dit achterom is Walenhoek gedoopt, wat verwarrend is. Bovendien heeft het restaurantje geen huis nummer. Staande met de rug naar de BBL-bank op een hoek van het marktplein kijk je de steeg in. Het lijkt of geprobeerd is de een voudige gevel van wat een arbei derswoning lijkt door een haag aan het oog te onttrekken. Twee kleine ramen in gothische vorm en met ondoorzichtig glas flankeren een smalle deur waarin de ruit is vervangen door een spiegel. Op een simpel koperen naambordje staat gegraveerd: De Ronde Tafel. De bezoeker wordt geacht op de bel te drukken en wanneer ik dat doe opent zich de deur en vult een rijzige heer in driedelig kostuum minus colbert de opening. Jack Feenstra ontvangt mij hartelijk en toont alle begrip voor mijn onme telijke verbazing. Oude smidse Via een halletje kom ik in een spaarzaam gestoffeerde ruimte. De wanden zijn in een gele tint ge sausd en op de vloer liggen moder ne plavuizen. Ik zie drie ronde tafels, stijlvol gedekt; wit linnen, witte borden, elegante glazen, lin nen servetten in een servetring en kandelaars met witte kaarsen. Aan de wanden moderne grafiek, waaronder een ets uit de bomense- rie van Metten Koomstra. Een wat verstilde sfeer, die aan sluit op de manier van koken die De Ronde Tafel geliefd heeft ge maakt bij een wereldomspannen de kring van vrienden en relaties. Jack Feenstra vertelt dat het res taurant vroeger een smidse was met een vloer van zand. De patron is Nederlander van geboorte maar Engelstalig opgevoed. Zijn echt genote Magda, uit Zandvliet af komstig (vandaar dus) wil Engels talige uitgevers via Internet voor de boeken van haar man interesse ren. In het vertrek dat van het res taurant is gescheiden door een schuifdeur van gaas staat een wit tafeltje waarop een schrijfmachi ne met haaks daarop het bureautje van Magda Feenstra. „Wij werken heel nauw samen", zegt de schrij ver die tussen de kookbedrijven door werkt aan de correcties van zijn jongste roman. Jack en Magda Feenstra woonden een aantal jaren in Parijs waar Magda studeerde aan de Ecöle des Vins. België erkent als enig Euro pees land dat diploma niet zodat zij opnieuw examen moest doen Jack Feenstra vertelt dat vooral op vrijdag gasten hun kinderen meebrengen. Terwijl de ouders smullen vermaken de kinderen zich in de werkkamer van de schi'ijver met de poes die als het haar verveelt via een poezenluikje bovenaan de zoldertrap zich te rugtrekt in het domein dat zij deelt met zo'n drieduizend boeken. De menukaart is eenvoudig, een computeruitdraai in een plastic showmapje. Als voorgerecht heeft De Ronde Tafel vandaag Rauwe Ham. Ik heb de keus uit Rauwe Ham in zijn puurste vorm, zonder enige toevoeging, Rauwe Ham met Meloen en Rauwe Ham met Me loen en Port. Het hoofdgerecht is Lamsfilet. Jack Feenstra werkt al leen met lamsvlees. „We lusten het zelf graag en met die BSE en nu de varkenspest lijkt dat het enige vlees dat te vertrouwen is." Binnen die vleeskeus legt de pa tron van De Ronde Tafel zich nog verdere beperkingen op, hij ge bruikt namelijk alleen de bout die hij zelf ontleedt in onderdelen. De manier waarop Feenstra kookt kan ik het best omschrijven als na tuurlijk. De Rauwe Ham op zijn puurst die ik als voorafje kies is wat dikker gesneden dan de vlies- jes die je in de supermarkt koopt. De versheid straalt er bovendien vanaf, een stukje vlees dat geen toevoegingen behoeft. Dat geldt ook voor het hoofdge recht; de schrijver-cuisinier zet een mooi bord voor me neer met daarop een aanlokkelijke lamsfi let. omringd door boontjes, wor teltjes en een forse bloemkoolroos. Een smakelijke aardappelpuree en twee mosterdsausjes komen apart. De sausjes zijn heel lekker, maar het lamsvlees, gemarineerd en daarna gegrild is zo heerlijk van smaak dat ik die niet met een saus wil verdoezelen. Marinades Jack Feenstra vertelt dat hij met een paar verschillende marinades werkt. De filet op mijn bord dankt zijn kruidige smaak aan een bad van zeer goede olijfolie, witte wijn en kruiden, met name tijm. Geen laurier, want „waar een kat van doodgaat, is voor de mens ook niet goed", zegt Jack Feenstra. „Dat is vergif". Hij verklapt „eigenlijk" maar acht recepten voor lamsvlees te hanteren. In boter bakken doet hij niet graag, want: „De boter neemt de specifieke smaak van het lamsvlees weg. Alleen wanneer ik gasten heb die niet zo van die smaak houden, gebruik ik boteren anders alleen heel goede olijfolie. Mijn lamsfilet is kort gegrild, zo dat de buitenkant bruine vier kantjes toont en het vlees van bin nen nog rosé is. Precies zoals het hoort, hier geniet je van. Ook de groenten zijn juist beetgaar en zo puur dat de eigen smaak van de boontjes en worteltjes heel goed tot zijn recht komt. Alleen de bloemkool, prachtig wit. heeft een beetje nootmuskaat meegekregen. „Wilt u witte of rode wijn?" Rood graag, is mijn antwoord en de pa tron zet een karafje rode huiswijn neer. Desgevraagd zegt Feenstra ook 'betere' wijnen in huis te heb ben, „Maar het is toch zonde om te lunchen met Bourgogne als je nog ergens naar toe moet voor zaken of zo. Zo'n Bourgogne is goed voor het diner, daar moet je rustig van kunnen genieten en nog wat van doordrinken na het maal". De huiswijn, een Franse landwijn, is voortreffelijk en prettig licht met slechts 10,5 procent alcohol. Als ik aan het nagerecht toe ben, blijkt de keus niet moeilijk. Er zijn twee mogelijkheden: een stukje Camembert of Abrikozencompo te. Ik kies het laatste, zonder slag room, en de zachtzuur-zoete vruchtencompóte. opgediend in een glas op een voet, vormt een verfrissend slot. Ik heb heerlijk gegeten, ben voldaan zonder een vol gevoel en heb genoten van de zuivere smaken van zeer mooie produkten die met liefde voor de kookkunst zijn klaargemaakt. Een driegangenmenuutje kost 35,00. Met een karafje wijn kom ik op/ 39,00. Koken is voor de Feenstra's hobby. Zij kunnen twaalf gasten ontvan gen, maar zes vinden ze voldoen de. De keuken is wel groot maar er staat alleen een vierpits gascom- foor. En een piepklein oventje. Maar die is eigenl ij k alleen voor de warme croissants met kaas waar Jack Feenstra zo dol op is. Kien van Reems Jack en Magda Feenstra in hun restaurant De ronde tafel in het Belgi sche Zandvliet. foto Willem Mieras Jan-Kees Luijerink kweekt al een kwart eeuw kruiden. „Ik vond het gebruik van planten altijd al interessant. Tijdens mijn studie ging dat van kwaad tot erger." Na die studie aan de Landbouw Universiteit was hij een jaar of wat ontwikkelingswerker in Latijns- Amerika. Kreeg daar de smaak te pakken van de plaatselijke keukens en kruiden. In het Drentse Ruinerwold ligt het bedrijf waar Luijerink werkt, 'Het Blauwe Huis'. Dat specialiseert zich op de biolo- gisch-dynamische kruidenteelt, een methode waar bij voorbeeld natuurgenezers bij zweren. Dat circuit is een grote afnemer van gedroogde extracten van kruiden waaraan een geneeskrachtige werking wordt toegeschreven. Lang niet alle kruiden uit het as sortiment van 'Het Blauwe Huis' worden in Drenthe geteeld. De fir ma koopt tegenwoordig gedroog de kruiden in bij biologische telers over de hele wereld en levert die aan natuurvoedingswinkels. Wel iswaar beschikt het bedrijf zelf over een kruidendrogerijmaar, zegt Jan-Kees, „je droogt je gek." Genezing Jan-Kees vindt het vanzelfspre kend dat kruiden die van oudsher ter genezing zijn aangewend, ook in de kookkunst een rol spelen. Wel constateert hij dat „natuurge- neeswijzers niet van lekker eten weten." Uiterst verrassend is daarnaast zijn mening dat de meeste koks op het gebied van kruiden nu juist te weinig weten. „Koks willen altijd de verkeerde peterselie. Ze gebruiken krulpe- terselie, die veel minder smaak heeft. Laten ze toch de gladde ne men. Het gaat koks uitsluitend om garnering, niet om smaak." Vol gens de kruidenexpert kennen koks hooguit drie kruiden. „Ze vragen rnij steeds om munt, maar weten zelf niet wat ze bedoelen. Er zijn allerlei soorten munt, voor een Engelse mintsauce heb je iets heel anders nodig dan voor Marok kaanse muntthee." Tijdens de koksopleiding zou meer aandacht aan deze vakken nis geschonken moeten worden. „Er moet bij koks wel een zekere interesse zijn voor kruiden. Wat Regilio - The Shop. Een nadere introductie is nauwelijks nodig bij de opening van zijn eerste modewinkel. Op het moment dat de wereldkampioen vedergewicht definitief uit de ring stapte, werkte de pr voor zijn eigen modelijn reeds op volle toeren. Geheel volgens Amerikaans gebruik vond gisteren, vrijdag, de 'grand opening' plaats in Rotterdam. waterval van woorden vertelt de ex-bokser over zijn nieuwe carri ère, terwijl het hotel op dit vroege uur tot leven komt en bussen vol Japanners inchecken. Tuur ziet en hoort alles, knipoogt naar beken den en steekt voor de zoveelste keer zijn succesverhaal af. De eerste vraag is natuurlijk waarom Tuur zijn eerste winkel niet opent aan de Amsterdamse P.C. Hooftstraat waar alle top merken op modegebied zijn geves tigd. Tuur, zoals altijd gekleed in een pak van eigen ontwerp: „Om dat mijn hart in Rotterdam ligt, maar ook omdat het hier allemaal gebeurt. De opmars van de stad is begonnen met de architectuur en daarna volgden vrijwel automa tisch het uitgaansleven en de mo de. Dat ik gelijk heb, blijkt uit de komst van Kenar en andere voor aanstaande modezaken naar de Karei Doormanstraat. Kenar is het helemaal in New York; op Ti mes Square hebben zij de toon aangevende billboards - en nu zijn ze hier!" Om zijn 'American Dream' in vervulling te laten gaan, kan hij dit keer gewoon in Rotterdam blijven. Met de opening van zijn eerste modewinkel in hartje stad wordt de nieuwe droom van Regi lio Tuur werkelijkheid. Hoewel hij rustig wil beginnen, ligt het scenario voor de toekom stige wereldkampioen in de mode al klaar. Eerst wil Tuur Nederland veroveren en dan pas de wijde we reld in: „Het is natuurlijk hart stikke leuk als een keten als Bar ney's in New York interesse heeft, maar het probleem is dat je dan meteen een collectie moet leveren aan vijfhonderd winkels. Het voordeel is bovendien dat je je nog kleine foutjes kunt permitteren als je hier begint, daar niet." Net als voor zijn grote partijen laat Tuur echter niets aan het toe val over. In een van de mooiste panden in het centrum opent hij Regilio - The Shop, verdeeld over vier verdiepingen. De parterre, de" entresol en de eerste verdieping zijn ingeruimd als winkel. Op de bovenste verdieping gaat over een paar weken een showroom open voor inkopers. Bankgebouw Het voormalige bankgebouw is inmiddels tailor-made voor Tuurs modehuis. De huiskleuren zijn wit en grijs, op de vloer ligt zwart epoxy en in plaats van kledingrek ken wordt gebruik gemaakt van uitsparingen in de wand. Twee glazen platen van zes meter hoog te en een wateryal verbinden de begane grond met de entresol; vanuit de kleedkamers kun je, als je daar althans prijs op stelt, linea recta de catwalk op. De ontmoeting vindt echter plaats in de lobby van het Hilton. In een Vergelijken Volgens Tuur kun je Rotterdam en New York ('Het is allebei soms net een dorp') goed met elkaar verge lijken: „Ook hier heb je wijken die opeens helemaal in zijn. Hetzelfde zie je in The Village in New York. Nadat de homogemeenschap er was neergestreken is het een van de meest vernieuwende delen van de stad geworden." Waar Tuur inspiratie opdoet, hoef je niet te vragen. Hij woont nog steeds zes maanden per jaar in New York en zijn vaste rondje maakt hij langs Madison Avenue en Fifth Avenue. Hij valt op de mi nimalistische winkel van Calvin Klein, al zegt hij ook te zijn beïn vloed door modewinkels in Mi laan, Parijs, Brussel en Londen. „Er wordt in Europa een beetje neergekeken op de Amerikaanse mode, maar er wordt hier alleen gekeken naar de trendvolgers. Ge loof mij nou: de nieuwe mode trends zie je het eerst in New York, dan in Londen en dan pas hier." Zijn eigen mode laat zich het best omschrijven als 'Regilio: the suits, the ties, the belts, the shoes. The Shop', zoals zijn goed geoliede Regilio Tuur voor zijn modewinkel in Rotterdam. foto Cees Kuiper campagne is gedoopt. Anders ge zegd: Tuur verkoopt alles, behalve ondergoed. Misschien omdat ex- voetballer Frank Rijkaard zich op dat terrein heeft begeven? „Nee hoor, ik kom gewoon wat la ter met mijn onderbroeken." zegt Tuur, terwijl hij een zwarte band - met daarop in vette letters REGI LIO - boven zijn krijtstreepbroek uittrekt: „Toevallig heb ik net een model uit de monstercollectie aan." Omschakeling Het plezier waarmee hij een deel van zijn nieuwste ontwerp laat zien, is tekenend voor de wereld kampioen vedergewicht die na acht jaar de ring heeft verlaten: „Mensen denken dat het voor mij een hele omschakeling moet zijn van het boksen naar de mode. In werkelijkheid was ik mezelf al ja renlang aan het klaarstomen voor waar ik nu mee bezig ben. Van kinds af aan heb ik belangstelling voor mode. Zes jaar geleden ben ik een eigen jeanslabel begonnen en ook toen ben ik bezig geweest met ondergoed. Je kunt zeggen dat ik eerst de markt heb afgetast, maar dat ik er achter ben gekomen dat ik het meest van kostuums hou. In middels heb ik meerdere cursus sen gevolgd in New York. Van wa renkennis en knitware tot het herkennen van stoffen en mer chandising." Met een big smile: „Dat is bij mij het sterkst ontwikkeld, dat kun je wel zeggen, ja. Tijdens het boksen hield ik me al bezig met het orga niseren van reclamecampagnes. Je moet mensen geen lucht verko pen, zeg ik altijd, maar een illusie. Als je het er maar niet te dik bo venop legt." Zijn illusie is niet alleen te koop in de Rotterdamse binnenstad, maar ook bij vijftig andere verkooppun ten. De kostuums van Regilio Black Label die tussen de vijf- en achthonderd gulden bij Peek Cloppenburg hangen, zijn be stemd voor het middensegment. Regilio Red Label, met 1200 gul den als duurste pak, worden alleen verkocht in het topsegment. Binnenkort kan Tuur uit eigen er varing putten: „Minimaal twee dagen per week sta ik zelf in de winkel of ben ik boven in het kan toor of de showroom. Zo leer je de consument kennen en kan ik mijn verloren tijd inhalen." Dezelfde inhaalrace vindt plaats in zijn mode-atelier waar hij een beroep kan doen op de expertise van de Rotterdams ontwerper Pe ter van Holland die al 2 5 jaar in het vak zit. Net als hij is Tuur aange sloten bij het in Waalwijk geves tigde United Fashion Makers, het grootste modebedrijf in de Bene lux. Vertaald Tuur, die toe is aan zijn derde col lectie waarin een hoofdrol is weg gelegd voor de krijtstreep, over zijn manier van werken: „Ik weet precies hoe een patroontekening in elkaar zit, maar ik kan het niet zelf. Wat ik in mijn hoofd heb, wordt vertaald door een model leur." Zijn ideeën haalt Tuur overal van daan; zo ontdekte hij in een film van Fred Astaire en Ginger Rogers het tweeknoops-jasje met openge sneden revers, smalle pijpen en brede zoom. ..Dat model is jaren niet gebruikt, maar wij hebben het weer in ere hersteld." Omdat hij zich met zo veel moge lijk verschillende disciplines wil bezighouden, verzorgt Tuur ook altijd de styling voor zijn fotocam pagne's. In dat drukke tijdschema passen zelfs nog bokstrainingen, want Tuur is Tuurs belangrijkste model. „Ik moet wel," zegt hij, ter wijl hij een pluisje van zijn revers trekt, „anders pas ik niet meer in m'n kostuums." Ellen Scholtens kruiden doen bij de spijsvertering, weten slechts weinig mensen. Ook koks niet. Ze moeten wel van alles over wijn leren, maar kunnen gladde peterselie niet van bladsel derij onderscheiden." Roomse kervel Zo is er ook een kruid dat Roomse kervel heet. Een stevige, overvloe dig groeiende plant. In tegenstel ling tot de kleine, tere blaadjes van gewone ofwel echte kervel vindt die Roomse nauwelijks toepassing in de keuken. Toch zijn er koks die denken dat ze keivelsoep kunnen maken met Roomse kervel. „Dat is toch heus iets anders. Laten ze eens Roomse kervel in koolgerechten verwer ken, dat maakt de kool veel beter verteerbaar", weet Luijerink. „Verse keukenkruiden kweken we hier zelf. Dat doen we het liefst in de volle grond. Want die kruiden hebben aanzienlijk meer geur en smaak dan in een kas geteelde. Uit de kas zijn ze ook veel wateriger. Niettemin, ieder kruid heeft zijn probleempje." In kassen geteelde basilicum veiwerkt het bedrijf tot diverse soorten pesto. Er wordt mierikswortelsaus gemaakt en prachtige kruidenboeketjes. 'Het Blauwe Huis' verkoopt zijn verse keukenkruiden en zelfge maakte producten op de zaterdag se boerenmarkt in Amsterdam. Het is opvallend dat daar heel wat soorten worden verkocht die de mensen elders in het land hele maal niet kennen. Op de boeren markt komen steeds meer koks, ook van buiten de hoofdstad. Koks van de betere restaurants vooral. „Bij die kun je dus niet met pruts waar komen." Verwarring Bonenkruid is ook al een verwar ring stichtend kruid. „Wij telen hier uitsluitend de éénjarige soort. Het overblijvende bonenkruid, de vaste plant dus, heet in het Frans 'sarriette' en heeft een heel andere geur en smaak. Dat kruid is meer geschikt om geur te geven aan de barbecue en in Proven^aalse krui denmengsels." Niet over de tuin bonen dus. Kruiden met een bittertje in hun smaak, zoals bonenkruid, zijn niet erg geliefd in de keuken van van daag. Bijvoet en alsem hebben dat bitter ook en die vroeger zo popu laire kruiden zijn voor de keuken bijna helemaal vergeten. Jan- Kees Luijerink vindt dat jammer. „Die bittere kruiden zijn prima bij vette gerechten. Ze werken op de gal in en dat helpt bij het verteren van vet. Alle oude recepten van oma zijn dan ook prima. Tegen woordige restaurantgasten snap pen dat niet." Met groenten als witlof en andijvie is het precies hetzelfde. Ook daar verdwijnen de meest bittere ras sen. Jan-Kees denkt dat je over tien jaar geen zaad meer kopen kunt van die goede, oude groen terassen. Hij vreest dat het met kruiden ook die kant op gaat. „Waar haal ik straks nog een goe de gladde peterselie vandaan?" Martin van Huijstee Jan-Kees Luijerink in zijn kruidenschuur.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 39