Mijlen sparen is voor veel
Amerikanen een obsessie
Ierse plukkers uitkomst voor Betuwse fruitboer
reportage
33
Nieuwe kaste van
vliegmiljonairs
zaterdag 20 september 1997
Bij het gerespecteerde veilinghuis
Sotheby's in New York vond eind vorig
jaar een wel heel speciale verkoop plaats.
Er kwamen geen schilderijen of
kunstvoorwerpen onder de hamer, maar
reizen. Zoals een rondreis naar Houston,
Washington en Cape Canaveral, waarbij
Amerika's ruimtevaartcentra, en
ontmoetingen met astronauten op het
programma stonden. Een andere trip ging
naar Minnesota's 'Mall of America', het
grootste overdekte winkelcentrum ter
wereld, waar de hoogste bieder voor 5000
dollar zijn hart mocht ophalen.
Het bijzondere was nog niet eens de
aard van de veiling, maar de manier
waarop de bieders hun aankopen betaal
den. Dat gebeurde niet met gewoon geld,
maar met 'vliegmijlen'; de punten die
luchtreizigers kunnen verdienen door
veel te vliegen, net als de Nederlandse air-
miles. De 'winnaar' van de ruimtevaart
trip legde maar liefst 570.000 mijlen op
tafel, de winkelreis ging voor 530.000 mijl
van de hand en een feestje bij Arnold
Schwarzenegger voor 390.000. De kopers
waren een nieuwe kaste in de VS: vlieg
miljonairs.
Zij zijn de top van de top van de mijlens
paarders. Meestal zakenlui, die tientallen
vluchten per jaar maken en zo honderd
duizenden mijlen bijeen weten te sparen.
Maar het mijlen sparen is niet voorbehou
den aan mensen die hun reiskosten toch al
door de baas laten vergoeden. Het is een
nationale rage geworden. Meer dan 40
miljoen Amerikanen nemen deel in een
van de vele mijlenprogramma's.
Stunt
•Wat in 1981 begon met een reclamestunt
van American Airlines, bedoeld om klan
ten te lokken, is in zestien j aar uitgegroeid
tot een groot economisch belang voor zo
wel reizigers als luchtvaartindustrie. Ter
wijl in ons land het Airmiles-programma
maar moeizaam van de grond komt, zijn
de 'frequent flyer programs', zoals zij in
Amerika heten, uit de reiswereld niet
meer weg te denken.
Mijlen kunnen op tientallen manieren
verdiend worden. Door te vliegen (een
mijl voor een mijl), door in bepaalde ho
tels te slapen (500 mijl voor een nacht),
door auto's te huren (500 mijl per keer),
door te telefoneren (vijf mijlper dollar ge
sprekskosten), door een hypotheek te ne
men (30.000 mijlen ineens), en zelfs door
bij een bepaald bedrijf een matras te ko
pen (levert 1000 mijlen op).
Alleen American Airlines heeft al dui
zend bedrijven in zijn programma, waar
je mijlen kunt verdienen. Die bedrijven
betalen gemiddeld 1 tot 2 cent per mijl aan
de luchtvaartmaatschappijen. Zij doen
dat liever dan gewoon kortingen op hun
producten te geven. Kortingen trekken
minder klanten dan iets dat ogenschijn
lijk wordt weggegeven en waar je 'voor
niets' iets waardevols voor terug denkt te
krijgen.
Ook de luchtvaartmaatschappijen zijn
daar blij mee. Zij krijgen van deze 'part
ners' jaarlijks te samen ongeveer een mil
jard dollar. En het is een misverstand dat
zij zouden verliezen door gratis tickets
weg te geven. Zij zijn immers niet gratis.
Je hebt iets moeten kopen om ze te krij
gen. Het financiële tijdschrift Worth re
kende uit dat een spaarder 6000 dollar
uitgeeft, voordat hij één gratis ticket - ter
waarde van hooguit een paar honderd
dollar - krijgt.
Bovendien reizen 'frequent flyers' op
stoelen die anders leeg zouden blijven.
Gemiddeld blijven over een jaar bij alle
maatschappijen samen 30 procent van de
stoelen onbezet. Het is beter daar mijlens
paarders op te laten vliegen dan ze leeg te
Florida - met Miami by night - is een ander geliefkoosd vliegdoel voor fanatieke Amerikaanse air miles-spaarders.
foto Roland de Bruin
laten. Gebleken is dat spaarders vaak
naast hun gratis ticket een gewoon ticket
kopen, om man, vrouw, kind of vriend te
laten meevliegen.
Omweg
Maar de klanten doen hun best: er zijn er
die elke uitgave doen met hun speciale,
aan een luchtvaartmaatschappij gebon
den, kredietkaart, ook al gaat het om
slechts een paar dollars. Want elke mijl
telt. Zo was er een reiziger uit Los Angeles
die 24452 mijlen op zijn rekening bij Uni
ted Airlines had staan: 548 te weinig.
Maar hij was niet voor een gat, of beter:
een mijl, te vangen.
Hij kocht op een zaterdagmorgen voor 59
dollar een retourticket van Los Angeles
naar Orange County Airport, een vluchtje
van 20 minuten voor een stuk waar je met
de auto drie kwartier over doet. Het zou
hem duizend mijlen - je krijgt er minimaal
500 voor een traject, hoe kort het ook is,
opleveren. Hij overschi'eed de 25.000-
mijl-grens en kon zo een gratis ticket naar
New York krijgen.
Er zijn gevallen bekend van mensen die
op een dag drie keer een auto huurden, om
maar mijlen te vergaren. Op het internet
wisselen deze spaarders hun tips en erva
ringen uit. Neem de zakenman, die op een
vrijdagavond van zijn werk in Chicago
naar huis New York vloog, een anderhalf
uur durende vlucht. Voor gewone reizi
gers tenminste. Maar deze zakenman was
een fanatieke mijlenspaarder.
Dus vloog hij niet op vrij dagavond laat
naar huis, maar op zaterdag vroeg. De ex
tra hotelnacht betaalde de baas, en hij
streek 500 mijl op. De volgende dag vloog
hij niet direct naar New York maar met
een overstap in Cincinnatti. Dat leverde
meer mijlen opIn plaats van een taxi naar
het vliegveld te nemen humde hij een au-
Mijlen gespaard voor
een gratis vlucht New
York....een half jaar
vooraf boeken....
foto Hans de Bruijn
to. Dat kostte bijna evenveel, maar lever
de wel weer mijlen op.
Toen hij thuiskwam kon hij zijn wachten
de vrouw en kinderen in elk geval verblij
den met de mededeling dat zij nu genoeg
mijlen gespaard hadden voor een gratis
gezinsvakantie in Florida. „Het vergt eni
ge administratie", zegt een naarstige mij
lenverzamelaar, „maar er staat veel te
genover." De laatste vier jaar is hij twee
maal per jaar met vrouw en kind zo voor
niks op vakantie geweest.
Baas betaalt
Want je kunt niet alleen mijlen sparen.
Ook vele hotelketens hebben spaarpro
gramma's, waarbij elke overnachting
punten oplevert, die weer ingewisseld
kunnen worden voor gratis overnachtin
gen. Een verblijf in een luxe-strandhotel
op Puerto Rico kostte ons daardoor on
langs niets. De vele beroepsreizen van de
afgelopen tijd wierpen hun vruchten af.
Met dank aan de baas, dat moet gezegd.
Want in veel gevallen is het de werkgever
die voor de vliegreizen en de hotelover
nachtingen betalen, maar de werknemer
strijkt de mijlen en punten op. Vrijwel
geen onderneming in de VS durft het aan
die mijlen op te eisen. Er zou een revolutie
onder de werknemers over ontstaan. „Per
slot van rekening hoef ik geen lid van al
dieprogi-amma's te worden", zo is de alge
meen aanvaarde redenering.
Belasting
Toen de Amerikaanse belastingdienst vo
rig jaar suggereerde dat zij de gespaarde
mijlen als inkomen wilde gaan belasten,
hield heel vliegend Amerika zijn hart
vast. Maar de Internal Revenue Service
gaf het idee al gauw als onuitvoerbaar op.
Reizigers en luchtvaartmaatschappijen
zouden dat niet gepikt hebben en de poli
tieke druk van de laatsten spreekt ook in
Washington een woordje mee.
De luchtvaartmaatschappijen willen hun
'frequent flyer' programma's niet meer
kwijt. De voordelen ervan zijn te groot.
Het lokt klanten, en houdt trouwe klanten
vast. Bovendien kost elke gepaarde mijl
hen minder dan een dollarcent, terwijl er
een veelvoud voor betaald wordt. Maar de
maatschappijen maken wel steeds meer
onderscheid tussen de échte grote spaar
ders en de 'kruimelspaarders'.
De mijlenmiljonairs worden in de watten
gelegd. Al betalen zij geen cent voor hun
tickets, het uitgangspunt is dat zij veel
hebben moeten neertellen om zoveel mij
len te krijgen. In ruil daarvoor krijgen zij
'upgrades' naar eerste klas stoelen, van
alle gemakken voorziene luxe wachtka
mers op vliegvelden, gratis drankjes en
een behandeling die anders alleen échte
miljonairs ten deel valt.
Bonussen
Vo'or het gewone volk, dat hooguit een
paar duizend mijl per jaar vliegt, is dat
niet weggelegd. Maar wie meer dan
25.000 mijl vliegt, kom al in een hogere ca
tegorie, waarbij bonussen van 25 procent
worden uitgedeeld. Boven de 50.000 echt
gevlogen mijlen per jaar behoor je al tot de
grote jongens, maar in de echte supei-klas-
se zitten degenen die jaarlijks meer dan
100.000 mijl in de lucht afleggen. Dat zijn
de mensen die meer mijlen bezitten dan zij
kunnen opmaken. Miljoenen hebben zij
er. Zoals Marsha Lilly, een zakenvrouw
uit North-Carolina, die 3,8 miljoen mijlen
op haar rekening heeft staan, maar er
nooit eentje van gebruikt. Daar heeft zij
geen tijd voor. „Zij staan op de bank", zegt
zij, want haar rekening bij US Airways
ziet zij als een bankrekening. „Ik spaar
voor als ik met pensioen ben. Dan kan ik
voor niks over de hele wereld reizen."
Wiemeermijlenbezitdanhij of zij opkan,
kan ze ook weggeven. Bijna alle lucht
vaartmaatschappijen hebben nu
programma's waarbij je je mijlen kunt
schenken aan liefdadige doelen. Zo heeft
American Airlines al vijfduizend tickets
kunnen weggeven aan kinderen uit arme
gezinnen, die waren betaald met mijlen
van dikke spaardei's. Continental Airli
nes zette een fonds op waarbij geschon
ken mijlen worden gebruikt voor tickets
voorarme kinderen, die ver moeten reizen
om een medische behandeling te onder
gaan. In de Kersttijd kun je mijlen schen
ken voor kerstpakketten voor Amerika's
daklozen.
Beperkt
De vliegmijlen zijn zo bijna een betaal
middel geworden. Maar de vraag naar
gratis tickets kan lang niet altijd beant
woord worden. Heel wat spaarders stoten
hun neus als zij hun mijlen voor een gratis
kaartje willen omwisselen. De maat
schappijen hebben per vlucht immers
maar een beperkt aantal stoelen beschik
baar om weg te geven. En naar populaire
vakantiebestemmingen zijn die gauw op.
Wie bijvoorbeeld een gratis vliegreis naar
het Caraibisch Gebied, HaiwaiiFlorida
of New York wil boeken, moet dat tegen
woordig al gauw een half jaar te voren
doen. En zelfs dan vang je nog vaak bot.
Wie een gratis vliegticket wil gebruiken
moet dus flexibel zijn. en soms bereid zijn
grote omwegen te maken om op zijn be
stemming te komen. Hoe lastiger- de route,
hoe groter de kans op een gratis stoel. En
voor een gratis ticket zijn miljoenen Ame
rikanen tot heel wat opofferingen bereid.
Begrafenis
Voor sommigen is het een ware obsessie
geworden. Zij doen bijna geen enkele uit
gave meer zonder zich af te vragen of zij er
ook mijlen mee kunnen verdienen. Als je
met een groepje in een restaurant gaat
eten is er altijd wel iemand die 'geheel
vrijwillig' aanbiedt de kosten op zijn kre
dietkaart te laten zetten. Sinds kort kun je
in duizenden restaurants in Amerika im
mers tot tien mijlen per dollar verdienen
cjoor met een bepaalde kredietkaart te be
talen. Dat kan aardig aantikken.
In The New York Times stond onlangs een
ingezonden brief van een lezeres die de
begrafenis van haar man met een krediet
kaart betaald had. „Ik kon de mijlen ge
bruiken", schreef zij. Er zijn al drie tijd
schriften die geheel zijn gewijd aan tips
voor frequente vliegers. De computergi
gant IBM koopt bij de luchtvaartmaat
schappijen pakketten mijlen, die het als
cadeautjes weggeeft aan jubilerende of
bijzonder produktieve werknemers. Het
wachten lijkt nu nog slechts op de oprich
ting van de 'AA', die Anonieme Air-
mijlspaarders helpt bij het afkicken.
Hans de Bruijn
Tussen de fruitbomen, barstensvol en
glimmend rood van de appels klinkt
hier en daar een vreemd soort Engels.
Het is het dialect van zes jonge Ieren. De
komende vier of vijf weken zijn zij als
fruitplukkers aan het werk voor de Her-
veldse fruitboer Wilfried Veens. Vier jaar
geleden schakelde hij voor het eerst de
hulp in van het Ierse uitzendbureau dat
gevestigd is in Den Haag. Het bevalt pri
ma. En wat de Polen zijn voor de asper
geteelt, zijn de Ieren voor de appeloogst.
Onmisbaar.
Deze week kwamen ze aan in Herveld en
gingen ze aan de slag, de Ierse plukkers.
De mannen zo rond de twintig, klinken
heel bescheiden als ze zeggen dat het 'een
kans' is en dat ze het 'een uitdaging' vin
den om de bomen te verlossen van het
fruit. Op de vraag of het werk hen bevalt,
geeft een van hen een aarzelend ant
woord. „Ach, we zijn hier pas bezig, dus
dat weten we nog niet."
Bollen
Het is overigens niet hun eerste werk
adres in Nederland. Ze hebben al enkele
weken 'in de bollen gezeten'. Na deze
fruitklus keren ze weer terug naar de
bollenvelden. Tot kerstmis, dan gaan de
jongens weer naar huis. Voor het overige
zijn deze Ieren niet zo spraakzaam, ze
werken liever gewoon door.
Dat moet Veens ongetwijfeld deugd
doen. Want ginnegappend vertelt hij
over de Ieren van vorig jaar. „Die lustten
nogal graag een drankje en dan wilde het
nog wel eens gebeuren dat ze 's morgens
niet goed konden lopen.En hij haalt zijn
schouders op, alsof hij het wel kan be
grijpen.
De Ieren zijn intern bij Veens. Dat klinkt
sjieker dan dat het, is, want ze slapen met
zijn zessen in een bouwkeet die achter op
Jonge Ieren zijn de
komende weken in de
fruitpluk aan het werk
in het Betuwse Herveld.
foto
Maarten Sprangh
het terrein van Veens staat. Het is een di
rectiekeet, dat wel. Als huiskamer annex
keuken dient een tweede directiekeet.
Veens, lachend: „Ze moeten het zelf ge
zellig maken, dat hoef ik niet te doen."
Het heeft een voordeel dat ze hier intern
zijn, zegt Veens, met een grijns. „Ze kun
nen niet naar huis. Weer of geen weer, ze
werken gewoon door." Hij benadrukt dat
dit niet moet klinken als een modern
soort slavendrijver, maar hij wordt na
melijk doodziek van plukkers die het na
een dagje voor gezien houden. „Dat is
heel vervelend voor ons. Maak je een af
spraak met die gasten en dan zijn ze de
volgende dag pleite." Het uitzendbureau
dat de Ieren charterde, zorgt voor nieuwe
plukkers mocht een van hen de pijp aan
Maarten geven. Die garantie kan een Ne
derlands uitzendbureau hem niet geven.
Kwaliteit
Veens heeft de Ieren hard nodig, anders
komt hij nooit aan het aantal van ruim
dertig seizoensplukkers voor wie hij
weidt heeft. De Hervelder heeft zo'n der
tig hectare grond, tien hectare is zijn ei
gendom, de rest pacht hij. Weer die
grijns: „Ik ben de meeste verspreide boer
van de Betuwe. Overal heb ik wel wat bo
men staan."
En, misschien opmerkelijk voor een boer,
je hoort hem niet mopperen. Dit jaar
hangen de bomen goed vol. Uit een kist
pakt hij een grote blozende appel. „Kijk,
dit ziet er goed uit. Zo hebben we ze het
liefst, dit is goede kwaliteit, klasse I." Nu
nog krijgt hij op de veiling 1,30 gulden
voor deze kwaliteit. Hij hoopt dat die
prijs snel zal oplopen naar de twee gul
den. Want dat verdienen de fruitboeren,
zegt Veens stellig. Of beter gezegd, dat is
voor velen bittere noodzaak, want vorig
jaar was geen best jaar. „Dat was een
zware tegenvaller, terwijl we er meer van
hadden verwacht. Vandaar dat we nu
wat terughoudender zijn met onze voor
spellingen."
Maar een ding is zeker; zo meent Veens,
de appels en de peren zullen duurder
worden voor de consument. Overtui
gend: „Want voor kwaliteit moet betaald
worden, zo simpel ligt het."
Ellen Leijser