Grote tijden, grote mensen Maarten van Rossem heeft geen stropdas nodig PZC Biografie Sicco Mansholt reportage 28 zaterdag 20 september 1997 sbw Acht jaar geleden ontmoette Herman Verbeek Sicco Mansholt voor het eerst. Op een discussieavond over de landbouwcrisis. „Ik noemde hem daar 'mijn politieke vader in strijdbaarheid, ecologisch besef en Europese historie'. Die man verdient een monument", zegt Verbeek, die voor de groene fracties zit ting had in het Europese parlement. Dat monument komt er nu in de vorm van een biografie. Meterslange archieven wor stelde hij door en hij is inmiddels begon nen aan een hommage aan zijn 'politieke vader'. „De eerste zin weet ik al. Die zal luiden: 'Geschiedenis maakt mensen die geschie denis maken'. Daarmee bedoel ik dat gro te tijden grote mensen voortbrengen en kleine tijden kleine mensen. Reuzen en lilliputters. Adenauer, De Gaulle, Drees en ook Mansholt waren grootheden. Man nen die door de oorlog zijn gevormd én door de enorme taken die na de bevrijding op hen afkwamen." Sicco Mansholt overleed op 29 juni 1995 op 87-jarige leeftijd. Verzette zich tegen een politieke begrafenis. „Zo'n uitvaart waar de PvdA zich meester van zou ma ken. Hij is somber gestorven. Op zijn sterfbed las hij nog het boek van Vergilius over landbouw in het Romeinse rijk, dat mede ten onder ging aan uitputting van de grond. Prachtig hè. Maar het ging intus sen bergafwaarts met zijn gezondheid. Sicco had nog één nier, die het begaf en ook al had hij een euthanasieverklaring getekend... dat sterfbed heeft te lang ge duurd. Maar hij was ook somber over het wereldbeeld en de sociale democratie." „Die man was keihard in de politiek maar bleek een klein hartje te hebben. Hij wilde me vaker zien en ik moest snel naar Wap- serveen komen waar hij toen woonde. Ik vertelde hem daar de nieuwtjes uit Brus sel en hij vertelde er dan de politieke ge schiedenis bij. Ik beloofde hem om na zijn dood dicht bij zij n weduwe, Henny, te blij - ven. Na Sicco's dood liet zij mij z'n archief zien. Een goudmijn! Meters plakboeken die ze vanaf hun huwelijk had bijgehou den. Op volgorde werden alle kranten knipsels, redevoeringen, politieke stuk ken én nog van alles bewaard. Wat onbezonnen zei ik: Ik geloof dat ik een biografie voor Sicco moet schrijven." Grote lijnen De grote lijnen van dit 'monument voor Mansholt' staan in zijn hoofd. En er is ook al een deel aan het papier toevertrouwd. Sicco Mansholt stamt uit een geslacht van 'rooie boeren' die uit het Duitse Ditzum kwamen. Grootvader Dirk Mansholt ves tigde zich in de Westpolder bij Zoutkamp. „Daar kwamen mensen als Multatuli, Troelstra en Domela Nieuwenhuis over de vloer. Daarover vind je nog brieven in het archief. Aan die grootvader heeft Sicco zijn hele landbouwbeleid ontleend. Door de aanleg van spoorwegen in Amerika en de komst van grote vrachtschepen raakte Europa in een crisis door het goedkope graan. Opa Mansholt redeneerde dat bij een vrije markt de graanprijs onder de kostprijs zou duiken, omdat de Europese boer niet tegen de grootschalige Rus sische en Amerikaanse boeren kon op boksen. Volgens zijn opa moest je de graanprijs op niveau houden, want het bouwplan van een akkerbouwbedrijf kan niet zonder graan. In de wisselende teelt van bieten, aardappelen en graan zorgt het graan er voor dat de structuur van de grond weer in orde komt én het bindt de stikstof. Bovendien kunnen vee en men sen ook niet zonder graan. Sicco zoog die woorden van zijn grootvader op." Maar met het eigen graan van de Mans- holts ging het niet zo best. Op de graan- beurs in Groningen werd het aangemerkt als 'rood graan' dat niet werd gekocht. Er kwam een einde aan het familiebedrijf. Sicco ging naar de "tropische landbouw school' en trok in 1934 naar een theeplan tage in Nederlands-Indië. In zijn archief staat een lijvig brievenboek over zijn ver blijf daar. Een document van de tijdgeest. Terug in Nederland wilde Mansholt boer worden. Hij begon als landarbeider in Wieringermeer. In die jonge polder was land zat dus Sicco wilde een boerderij. ,,U krijgt een boerderij als u een vrouw mee neemt. Dat zeiden ze letterlijk tegen hem." Sicco op jacht naar 'dé vrouw', 's Nachts reed hij op de motor van Wierin germeer naar Borculo waar zijn vriendin woonde. Het stel trouwde en inderdaad: daar was de boerderij. Het werd hoeve 'Fletum' vlak bij.Wieringerwerf. Net als de ouderlijke boederderij Torum in Gro ningen vernoemd naar een van de stadjes die door de Dollard waren verzwolgen. Verzet In de Tweede Wereldoorlog herbergde boerderij Fletum onderduikers. Mansholt groef in de walkanten van sloten holen om bij razzia's de onderduikers te verstop pen. „Dan reed hij met paard en wagen door het land en gooide in de buurt van de holen een mand met voedsel neer. Als boer zorgde hij voor voedselhulp door aardap pels, graan en suikerbieten naar de stad te brengen, al werden die transporten wel eens gecombineerd met wapensmokkel voor het verzet." Na de bevrijding werd hij loco-burge meester van Wieringerwerfmaar werd al snel benaderd door Schermerhorn. „Dat werd het kabinet Schermerhom-Drees. Wilhelmina had grote invloed op dat ka binet. Ze had absoluut geen achting voor de ministers die mee waren gevlucht naar Engeland en wilde in dat nieuwe kabinet verzetsmensen hebben. Drees en Scher merhorn kenden Mansholt uit het verzet. Mansholt voelde zich meer boer dan poli ticus. Hij zegde toe twee jaar mee te doen, maar het werden tientallen jaren." Er volgden rooms-rode coalities. „Die sa menwerking met de PvdA werd door de KVP getolereerd uit opportunisme voor de wederopbouw. De PvdA moest de lo nen laag houden en de stakingen in de hand houden. Daar werd de PvdA voor gebruikt." De verhouding tussen Drees en Mansholt was slecht, concludeert Verbeek. „Mans- holt was een 'big spender'Het landbouw beleid was in de ogen van Drees duur. Bo vendien was Mansholt onafhankelijk en onbestuurbaar. Ieder half jaar hield hij ergens een fundamentele rede. Tot erger nis van Drees, want die wilde niet dat Mansholt zich bemoeide met de algemene politiek." De politionele acties in Nederlands-Indië waren een domper voor Mansholt die zelf in Indië was geweest. „Later heeft hij te gen me gezegd dat hij had moeten aftre den. Maar dan had hij nooit kunnen doen wat hij nu heeft gedaan. Het was een in schattingsfout. Hij koerste op Schermer horn die zei dat de acties wel nodig waren. Schermerhorn was tenslotte zijn politie ke vader. Toen later Poncke Princen naar Nederland kwam, heeft hij alles weer op gerakeld. Dat zie je in het archief. Daar heeft ie in die oude knipsels zitten neuzen en heeft overal weer wat bij gekriebeld. Het heeft hem tot zijn dood beziggehou den." Amerikaans Het boerenbeleid van '45 tot '58 kwam uit de pet van Mansholt. „Hij praktiseerde de lessen van zijn grootvader. Boeren moes ten minimumprijzen krijgen waar je dan een sti-uctuurbeleid op kon baseren. De Marshallhulp kwam natuurlijk uit de he mel vallen. Sicco maakte alleen de fout door te veel naar de Amerikaanse situatie te kijken eb naar zijn eigen grote Wierin- germeerse bedrijf. I-Iij had beter moeten bedenken dat je in Europa 'the American way' niet kunt toepassen. Voor Europa had hij een eigen bedrijvenstructuur moeten bedenken, lang niet zo grootscha lig. Later in de Gatt-rondes moest hij on derhandelen over de vrijhandel. Dat was niet makkelijk. Het was een soort chanta ge, want je kon de Amerikanen - onze be vrijders - natuurlijk niet tegenspreken. Toch bleef hij lang aan in de kabinetten van Drees. Mansholt gaf de boeren goede prijzen en zorgde tegelijk voor redelijke prijzen voor de consument. Het platte land bleef op peil en de industrie kon pro ducten maken." Schipperen Met het verdrag van Rome in 1957 ging de Europese Gemeenschap van start. Inter nationalist Mansholt, die geloofde in een federatief Europa, werd er de eerste land bouwcommissaris en de architect van het Europese landbouwbeleid. „Het was een kwestie van schipperen tusen Adenauer en De Gaulle. Adenauer had kleine boe ren die goede prijzen wilden en De Gaulle had grote boeren die wilden exporteren. Samen met onder anderen Berend Hee- ringa, een Groninger boerenzoon die hij als ambtenaar had meegenomen, sloot hij voortdurend compromissen. Mansholt had zijn pijp en hield die tussen de tanden terwijl Duitsland en Frankrijk elkaar in de haren zaten." In 1962 kwam het eerste plan Mansholt met minimum garantieprijzen voor graan, melk, suiker, rundvlees, plantaar dige olie en tabak. Met het tweede plan Mansholt wilde hij de structuur van de bedrijven veranderen. Grotere bedrijven, maar daar wilden de boeren niet aan. „Voortdurend waren er demonstraties. Toen er een dode viel bij een demonstratie in Brussel heeft hij overwogen om af te treden. In zijn archief lees je dat het zware dagen waren." Mansholt vertrekt in 1972. Zijn tweede plan wordt uitgekleed en aangenomen in Brussel. De landbouwpolitiek zorgde voor graan en boterbergen. „Sicco raakte in grote ge wetensproblemen. Hij wist dat wij de der de wei'eld kapot maakten met onze land- bouwsysternen. Met een schok zag hij de samenlxang der dingen en ontdekte de mi- J lieupolitiek. Als je de aarde uitput, put je I de mens uit. Het kreeg iets schizofi'eens. 1 Hij ging brieven schrijven aan de Europe se Gemeenschap dat zijn model passé was en dat ze zo niet konden doorgaan. Die brief is in een la beland en daar is niets meegedaan." Mansholt verhuisde naar een Saksische boerderijruïne in Wapserveen. Hij woon de in een caravan tot de hoeve was geres- taureerd en schreef daar met een Franse journaliste het boek 'La ci'ise'. „Volgens hem was de wei'eld in ci'isis. Hij was op zoek naar het antwoord om op democrati sche wijze te breken met groei. Onderne- mei's, consumenten en loontrekkers zijn allemaal geprogrammeerd op groei. Maar hij wist dat je zo niet door kon gaan. Aan groei alleen gaat de wereld ten onder." Rien Floris De historicus dr. Maarten van Rossem wordt in het najaar benoemd tot buitengewoon hoogleraar. De nieuwe leerstoel omvat de Nederlandse cultuur in internationale context. Zelf zegt hij ervan: twee A-viertjes van fantastisch algemeen geouwehoer. Hij gaat gekleed als een tuinman, maar dan wel één die door ons begrepen wordt. Als u zijn foto ziet, herkent u 'm weer. Een boeiende man. Maarten van Rossem: „Ik heb op de universiteit een vaste betx-ekking, die ongetwijfeld zal aanhouden tot de dood erop volgt, dus voor het geld hoef ik niet op tv. Maar je spreekt op deze manier nog eens andere mensen en ik vind het leuk. Dat is het enige criterium. Boven dien is het nuttig voor je ijdelheid en ik ben graag aan het woord; ook dat is waar." „De eerste twee, drie keer gingen ze er thuis uitgebreid en op tijd voor zitten. Maar ik kan u zeggen: dat gaat ontzet tend snel over. Heel vaak bleek als ik dan thuis kwam, en ik zelf dacht dat ik iets heel moois had verricht, dat de familie gewoon had zitten kijken naar een Ame rikaanse serie." „Ik heb overigens wel de indruk dat ik redelijk begrepen word en ik denk ook dat dit de achterliggende gedachte is ge weest om me telkens texug te vragen. Als er iets uitgelegd moet worden, probeerik dat in dezelfde taal te doen die wij elke dag met elkaar gebruiken. Ik haal geen moeilijke boeken van stal met allerlei vage uitdrukkingen. Dat is niet zinvol." „Ik heb me wel 'n keer vergaloppeerd. Dat was bij de inauguratie van Bush. Toen heb ik een paar iets te lichtzinnige opmerkingen gemaakt over Onze Lieve Heer. Toen kreeg ik voor straf een paar lelijke brieven. Gevolgd door een con frontatie op het station in Utrecht. Er kwam iemand naar me toe, die vroeg: bent u die man die altijd commentaar geeft op de Verenigde Staten? Ja, ant- woordde ik braaf, want niets aan de vraag deed ook maar iets ernstigs ver moeden. Maar ik was nog niet uitgespro ken of die man ontstak in grote woede en begon te schelden. Onmiddellijk een he leboel mensen om ons heen, interessant dachten ze, want die twee gaan elkaar straks op hun bek slaan.„Ik besef dat ik met mijn stellingen een enorme afkeer en woede kan oproepen. Tijdens de Golf oorlog kreeg ik brieven in de geest van: we willen u nooit meer zien op het scheim, en u bent een lamstraal. Uw baard moet weg. Allemaal van die op- mei'kingen, waarbij het me duidelijk werd dat ik, zonder het te weten, in be trekkelijke korte tijd als een haatobject voor sommige mensen was gaan functio neren." „Kijk, u moet het zo zien: mensen die het met me eens zijn, schrijven geen brief. Dat doen hoofdzakelijk zij die ver krampt van woede voor de buis zitten. In mijn geval mag je daarbij aannemen dat de vorm waarin ik mezelf presenteer een belangrijke rol speelt. Mensen hebben kennelijk een andere verwachting van wat een deskundige is. Dat moet in hun ogen een heel fatsoenlijke man zijn, in pak, neutrale stropdas, met keurig ge kamde haren." Radikalinski „Maar ik vind dat, zolang ik daar niet in m'n blote reet zi t, en me min of meer pas sabel bedek met textiel, er geen pro bleem mag zijn over de vonn. Ik heb er altijd reuze de pest aan gehad om een jas je te dragen, laat staan een pak met een vest. Stropdassen vind ik de grootst mo gelijke onzin, want waar dient dat ding voor? Hoogstens voor de verwurging." „Wel heeft m'n dochter ooit 'ns gezegd: je zag er vies uit. Ze vond dat ik een smoe zelige xndiuk achtergelaten had. Maar dat is slechts één keer geweest. Verder heb ik er altijd keurig uitgezien, vind ik zelf." „Ik ga binnen ons instituut nu college ge ven over de Nederlandse cultuur in de in ternationaal vergelijkende context. Wat is er bijzonder aan Nederland? Wat is er niet bijzonder aan ons land? Er moet een complex van ideeën nader worden toege licht. Hoe worden wij beïnvloed? Wat zijn onze invloeden naar buiten toe? Dit specifieke terrein past in het geheel van de grotere projecten die in Utrecht wor- den ondernomen en het is ook op mijn lijf geschreven." „Ik heb me ook beziggehouden met het vraagstuk: wat zijn nu de Amei'ikaans- cultui'ele invloeden in Nederland? Hoe Maarten van Rossem: Tijdens de Golfoorlog kreeg ik brieven in de trant van: U bent een lamstraal vei-werken we die? En wat geeft het voor effecten? In het algemeen neemt men aan dat die Amerikaanse invloeden in Ne derland geweldig groot zijn. Kijk maar naar de Hollywood-films, die het over grote deel van onze bioscopen vullen. Ik geloof dat veertig procent van onze tele visiezendtijd uit in Amerika aangekoch te producties bestaat. Je kunt vexwolgens aan de popmuziek denken, en allerlei modes die ons van daaruit aangereikt worden. Op die gronden zou je kunnen zeggen: die invloeden zijn ovex"weldi- gend." „Maar mijn eigen theorie is dat 't nogal meevalt. Je ziet die invloeden toch juist maar in betrekkelijke kleinigheden. Een student van mij heeft nog eens een heel aardig onderzoekje gedaan inzake het Amei'ikaanseblad Cosmopolitan. Ukent dat wel, erg glossy, met zo'n dame op de cover met een nel niet geheel ontblote boezem. De VNU bracht dat blad via Amex'ika hier op de markt en aanvanke- fotoTheo Böhmers lijk was het absolute centrale thema van dat tijdschri ft: hoe vang ik zo snel moge lijk een man? Maar dat bleek bij de Ne derlandse lezers toch veel minder aan te slaan. Dus vertaalde die Nederlandse Cosmo zijn formule al gauw naar de wensen van de Nederlanders." „Ik ben er tx-ouwens van ovex-tuigd dat er ten slotte een wex'eldcultuur tot stand zal komen, waarbij de input van de Ameri kanen wel groot is, maar niet zo gx-oot als we denken. De wondei'baarlijke karao- ke-cultuur komt bijvoorbeeld uit Japan. Allex'lei verschillende landen kunnen in principe iets hebben wat opgepikt wordt en later een wereldwijde vex'spx'eiding ki'ijgt. Zoals van ons wellicht het ge doogbeleid." „Amerika is in culturele zin zeer pluri- fonn. De Amerikaan bestaat niet. Maar we hebben natuurlijk wel zo'n stereoty pe in ons hoofd en dat is die man met dat gebloemde shirt en die camera op z'n rug, die tegen z'n vrouw zegt: in welk land zijn we vandaag? Maar dat is een flauw beeld en verkeerd. Net zo verkeerd als het beeld dat ik had toen ik als kind een bewonderaar was van John F. Kennedy. Want zodra je je serieus gaat verdiepen in de betekenis van de vei-schillende presi denten en het politieke systeem, dan val len vanzelf de schellen van je ogen. Als president stelde hij niet veel voor. Ja, hij is vermooi'd en dat heeft hem het aura van de held gegeven, maar voor de bete kenis van Amerika hoort hij in het ano nieme xijtje." „Ook Clinton zal wat dat betreft op lange termijn als historisch figuur geen hoge ogen gooien. Onder routine-omstandig heden is de macht van een president in Amerika ook zeer beperkt. Franklin Roosenvelt werd van gewicht dankzij de crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog, maar als hij in 1992 was gekozen had hij ook niet zoveel kunnen doen. In feite is de macht van Wim Kok in de binnenlandse politiek van Nederland groter dan die van de de Amerikaanse president in zijn land." „Maar ook hier geldt: als het klimaat rustig is, daalt de geschiedkundige bete kenis. Alleen Drees zal hoge ogen blijven gooien, maar die had ook iets aan te bie den. Maar historisch gezien marginaal in vergelijking met figui'en als Johan de Witt, Van Hoogendorp, Thorbecke, Abraham Kuyper en Willem van Oranje en Willem III. Dus gesteld dat ik morgen minister-pi'esident zou worden, wat God verhoede, en ik zou zelfs een heleboel maali'egelen nemen die mijns inziens ook genomen moeten woxden, dan zal Van Rossem ook in de gi'ijze middelmaat van de geschiedenis verdwijnen, want ex- is geen crisis." Jan D, Swart Hij wordt de architect van het Europese landbouwbeleid genoemd: Sicco Mansholt, tijdens de Tweede Wereldoorlog als een 'echte rooie' in het verzet en daarna lid van het naoorlogse kabinet. Een botenbouwer die als 74-jarige rond de wereld zeilde. In eerste instantie was-ie echter toch boer in de Wieringermeer. Een naam die staat voor de opbouw van (agrarisch) Nederland na de oorlog. Pastor-politicus Herman Verbeek heeft de archieven van Sicco Mansholt doorgespit en is bezig met het schrijven van een biografie. Mansholt maakte zich tegen het einde van zijn leven zorgen over uitputting van de wereld voedselbronnen. Sicco Mansholt tijdens een partijcongres met Joop den Uyl.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 28