Het is de kunst van verleiden geworden Opdoffen is een gewone zaak PZC Eenvoudig en mooi 25 Dennis de Nooijer Yd Wouw SPORT Vd Wouw Mannenmode winter '97/'98 donderdag 11 september 1997 Sportieve jacks, ruitblouses en stevige katoenen broeken passen in het Engelse country-stijltje een overvloed aan zakken (ook op 'baggy' legerbroeken), sig- naalstrepen en badges. De hel dere kleuren blauw, oranje, geel, limoen en veel zwart, in grote vlakken en de syntheti sche materialen geven er een futuristisch tintje aan, hoewel ook uniformen uit het heden zijn te herkennen. Leer is weer helemaal in de gratie. Zowel voor bijvoor beeld sportieve (motor)jacks en korte blousons in een zacht geruwde uitvoering, als voor glanzende lange jassen in een militaristische stijl. In de jeug dige mode is zwart de aange wezen kleur voor leer, maar in de meer klassieke mode gaat de voorkeur uit naar natuurlijke bruine tinten. GPD Advertentie De hockjnet de kleding van kfasse De klasse blijft iii Middelburg Lange Detft 46-48 /Koek Syecrs traat 4331 yW^iMiddeliurt) telefoon: 0118413-73 Strak gesneden kostuums met donkere overhemden zijn de glamourboy op het lijf geschreven. Lange Vorststraat 69 Goes ESCADA Lange Vorststraat 69 Goes De Etalage: visitekaartje van winkelier en etaleur. Sportieve spijkerbroek, donker geruit hemd, modieuze bril en trendy ongeschoren look, zo presenteert Kino Pieters, etaleur, zich. Gekscherend zegt hij: „Ik zit altijd voor het raam, net als die meisjes, maar ik hoef mezelf niet te verkopen, het gaat om de waren van de winkelier." Voor Pieters gaat die stelling wel op, hij zit al ruim vijfentwintig jaar in het vak en heeft een vaste klantenkring. Maar een beginnend etaleur zal zichzelf wel degelijk moeten verkopen. Hoe? „Een mooie kast is het beste visitekaartje", zegt Pieters stellig. pe vouw. De meeste kostuums zijn donker van kleur. Dessins zijn er amper, met uitzonde ring dan van de krijtstrepen, visgraat- en fijne ruitdessïns. Donkere shirts in eenzelfde of iets afwijkende tint horen bij deze pakken en kunnen wor den opgefleurd met een kleuri ge, glanzende das. Winterjassen De overjassen zijn klassiek op z'n klassiekst. Gemaakt van zachte, luxe wolkwaliteiten, camel en tweed in een geruwde uitvoering. Lange overslagjas- sen met brede kragen, soms met bont, maar ook korte auto- coats en opvallend getailleerde jassen in militaire stijl met epauletten en blinkende kno pen. De Engelse countrvstijl wordt weer helemaal opgepoetst met allerlei sportieve tweedcol berts met leren en suède kraag jes en elleboogstukken in rus tieke herfstkleuren. Met ruit en ribcordbroeken en -vestjes, gebreide spencers, Ierse visser struien, waxjassen en donzig gewatteerde jacks met grote zakken en dubbele kragen. Er is een veelheid aan visgraat- (Advertentie) dessins, Burberry-ruiten, tar tans en tweedruiten, op over hemden, jasjes en broeken. Maar een knipoog is hier zeker op z'n plaats en overdrijven mag dus. Het geheel mag ook best een beetje armetierig ogen. Ai-moedig eruit zien lijkt trou wens een must in het retrothe- ma deze winter, dat terugg- grijpt op de jaren zestig en zeventig met nauwe pakken van ribcord, velours en denim, strakke heupbroeken met iets uitlopende pijpen, korte wol len overslagjassen met grote knopen, namaak bontjassen en knielange trenchcoats, gebrei de vest]asjes en veel slobber truien met grote cols, gemê leerd of met wat vage dessins en Noorse motieven. Wars van iedere luxe wordt ge kozen voor een ze^r eenvoudi ge, strakke belijning, een wat grove, handgebreide optiek, vervilte materialen en sombe re, afgewassen kleuren, waarin hooguit oranje, paars en li- moengroen opvallen. Het enige sprekende zijn de typische ja ren-zeventigdessins en hori zontale zigzagstrepen voor (stretch)overhemden met puntkragen en geribbelde V- halstruitjes of turtleneck-trui- tjes met een rits. In het werkmansthema voeren de synthetische materialen als glanzende nylon, namaakbont en rubberachtige materialen de boventoon in kleding geënt op verschillende uniformen. Alles oogt dan ook functioneel, op het overdrevene af. Met gro te capuchons met bontranden, Uitstalkast is volgens de dikke van Dale het synoniem voor etalage, vandaar dat de term kast steeds terugkomt in de verhalen van de vakman. Ar tistieke aanleg is niet perse noodzakelijk, denkt Pieters, maar gevoel voor verhoudin gen en kleuren. Vindingrijk heid en handigheid zijn eveneens onontbeerlijke ei genschappen voor een etaleur. Sommige dingen zijn te leren op school, andere moet je in je hebben. Hij heeft het vak vooral in de praktijk onder de knie gekre gen. Na de detailhandelsvak school kreeg hij een baan bij Piet Zijnen in Middelburg. Zij nen richtte hele winkels in en deed het etaleren erbij. Pieters legde zich voornamelijk op het laatste toe. ,,De eerste paar kasten die ik maakte leken nergens naar, al dacht ik van binnenuit van wel. Vanaf het trottoir kon je precies zien wat er mis was. Alles stond tegen de achterwand omdat ik voorin steeds heen en weer gelopen had." Na een paar jaar was Pieters de afdeling etaleren. Hij maakte de afspraken met de klanten, hij 'deed de kasten' en incasseerde het geld. Toen Zijnen stopte met zakendoen had hij de keus: óf een nieuwe baas zoeken óf eigen baas wor den. „Ik ben in het donkere gat gesprongen en voor mezelf be gonnen. Veel van de oude klan ten wilden gelukkig met mij in zee." Afwisseling Nog geen dag heeft Pieters echt spijt gehad van die stap. Hij ge niet van de afwisseling die het beroep met zich meebrengt. „Ik werk op veel verschillende plaatsen, met veel verschillen de materialen en met veel ver schillende mensen." Ook de werkwijze is per opdracht an ders. Sommige ondernemers laten Pieters zijn gang gaan. Hij kiest dan zelf uit wat er aan (Advertentie) de straatkant te zien zal zijn. Anderen hebben een rekje kle ding klaarstaan bij zijn komst, dat moet dan in de kast. Soms maakt hij een rondje door de zaak met de winkelier en sa men maken ze dan een keuze uit het assortiment. Sinds enige tijd verzorgt hij ook de etalages van een mode warenhuis. Van tevoren wordt hem een gedetailleerd plan op gestuurd waarin staat wat waar moet komen te staan of te hangen. Alle etalages in het he le land worden zodoende iden tiek ingericht. „Minder uitda gend, dat wel, maar je moet toch laten zien dat je een vak man bent." Het is voor de op- drachgever dikwijls een gok om met een nieuwe etaleur in zee te gaan. De etalage bepaalt tenslotte de eerste indruk die een potentïele klant krijgt. Volgens Pieters kom je niet ver zonder lef. „Je moet zekerheid uitstralen. Als je steeds aarze lend dan de ene dan de andere opstelling maakt, nog eens van een afstandje gaat kijken en weer een verandering toepast, is het vertrouwen van de klant al weg. Trefzeker en vlot wer ken is het beste handelsmerk, maar daarvoor heb je wel enige ervaring nodig. Het verhaal van de kip en het ei. De vrije jongens zoals ik hebben meest al die ervaring eerst opgedaan bij een baas, als je het vak on der de knie hebt kun je voor je zelf beginnen. Vrijelijk je fantasie uitleven is voor Pieters en iedere andere etaleur het aantrekkelijkst. „Als ik dichtbij mijn woon plaats Aardenburg werk, neem ik de fiets en onderweg laat ik mij inspireren door wat ik zie. Dat kan een hand vol dorre bladeren zijn, de vorm van een loshangende tak of een over did jvende wolk." Natuurpro ducten als decoraties ziijn al geruime tijd een trend in het etaleren. Raffia, stro, pompoe nen. Mensen associëren na- tuurprodukten met iets goeds en staan daardoor positief te genover het aanbod in de eta lage. Een andere trend in de maatschappij waarop elke eta leur inhaakt is de hang naar sfeer en warmte in de woning. Steeds vaker wordt een tafel tje, lamp of stoel geleend bij de home-decorator om de etalage een sfeervol uiterlijk te geven. Verleiding „Het is allemaal terug te bren gen tot de kunst van verlei ding. Dat moet het effect van een uitstalkast zijn: een verlei ding tot aankoop.Toch noemt Pieters zijn werk geen kunst. Daarvoor is het te commerciëel en te vluchtig. Elke drie weken een ander uitzicht is het stre ven van de ondernemers waar aan hij graag meewerkt. Inspi ratiebronnen als de natuur en de samenleving blijven nuttig. Daarnaast is het zaak de ont wikkelingen in de mode te vol gen. Het gigantische aanbod dat elk seizoen op de markt wordt gebracht noop tot bestu dering. Pieters bezoekt jaar lijks de beurzen in Dusseldorf en Keulen waar de meeste on dernemers hun inkopen doen. De wijze van presentatie, de trends in de mode, de kleuren van het seizoen, al die factoren spelen een rol bij het maken van plannen en het uitvoeren van ideëen. „Je moet je daar terdege op voorbereiden. Op die beurzen krijg ik een indruk van wat ik de komende tijd in handen zal krijgen. En vaak groeien daar al de eerste beel den van een mooie etalage in mijngeest." De etalagepop is uiteraard het bekendste en meest zichtbare hulpmiddel van de etaleur. Toch is zelfs het gebruik van de pop modetrends onderhevig. „Momenteel is de pop weer in trek. Bij de meeste zaken is ze weer van de zolder gehaald, want goedkoop is de dame (of heer) niet. Een paar jaar gele den werkten we veel meer met bustes, lijven zonder hoofd en benen zeg maar. De introductie van draad als hulpmiddel is de grootste verbetering die ik heb meegemaakt in de loop der ja ren. Met draad kun je toveren. Alle denkbare vormen zijn mo gelijk gemaakt door een bijna onzichtbare draad te gebrui ken." Kast Niet het mooiste of eenvoudig ste materiaal, noch de laatste mode is de belangrijkste suc- Rino Pieters foto Lex de Meester cesfactor voor een mooie etala ge. Alles valt of staat met de vorm en de grootte van de kast Soms is hij te smal of te hoog, dan weer te diep. „Natuurlijk vormt een buitenissige maat kast een extra uitdaging om er toch iets speciaals van te ma ken." Speciaal is elk jaar ook de kerstetalage. Vroeger kwam daar vlak voor de Sinterklaas- kast en was de piekdrukte geconcentreerd in die paar we ken. Kerstetalages vragen so wieso veel extra tijd. Iedereen wil daar iets uitbundigs van maken. Pieters vindt het jam mer dat er dan zo'n enorme tijdsdruk op hem ligt. Hij leeft zich graag uitbundig uit in het maken van glamoureuze etala ges. Maar dat neemt niet weg dat elke kast zijn volle aan dacht verdient. Zo doet hij al jarenlang de eta lage van een schoenenzaak in Goes. Vroeger zat daar tegen over steevast een oude man voor het raam als toeschouwer zijn vorderingen te bekijken. Als het werk gedaan was, stak deze fan zijn duim omhoog als teken van tevredenheid. „Dat soort waardering voor je vak is net zo belangrijk als de cheque van een tevreden winkelier. Trees van Herpen Ik zit altijd voor het raam, maar hoef mezelf niet te verkopen, het gaat om de waren van de winkelier Voor winter 97/98 verraadt de mannenmode weer een grote hang naar luxe. Naar comfort, een perfecte snit, mooie, zach te stoffen en diepe, warme kleuren. Echt groot nieuws valt er trouwens niet te ver wachten. Het toenemende 'li- chaams-bewustzijn' leidt tot een nog slanker getailleerd, soms zelfs krap silhouet. Kos tuums blijven in het middel punt van de belangstelling staan. Bovendien is het aan deel van zichtbaar syntheti sche materialen sterk ge groeid. Opvallend is wel dat vrijwel elk thema in de wintermode een zeer gesoigneerd uiterlijk kan opleveren, maar ander zijds ook ironisch kan worden geïnterpreteerd tot een soort anti-mode, een rebelse stijl. De kostuumtrend bijvoorbeeld, voor welk imago de kostuums ook worden gebruikt, ze zijn het toonbeeld van perfectie. Messcherp gesneden en prach tig afgewerkt, soms zelfs met 'gepitte' revers. Jasjes met een sluiting middenvoor met drie of vier knopen en vrij korte re vers hebben de voorkeur, al zijn er ook nog veel overslag jasjes. De colberts zijn alle maal flink getailleerd, evenals de haast onvermijdelijke vest jes. De bi'oeken zijn al net zo ge stroomlijnd met een messcher- foto Lex de Meester Het behoeft geen verdere uit leg dat topsporters vele uren per week doorbrengen in sportkloffie. Maar zichzelf in ander soort kleding hijsen, doen ze natuurlijk ook. Toch is Sparta-voetballer Dennis de Nooijer vaker wel dan niet te bewonderen in sportoutfit. ..Omdat het makkelijk is." Een bepaalde voorkeur voor 'gewone' kleding heeft de ge boren Souburger (28) echter ook. „Eenvoudig, maar toch ook mooi." Dennis de Nooijer: „Zelf draag ik het liefst sportkle- ding. Ook in mijn vrije tijd. Waarom? Omdat het makke lijk is en lekker zit. In mijn vrije uren verzorg ik vaak trainingen voor jeugdvoet ballers. Dan is het, vind ik, logisch dat ik sportkleding draag. Dagelijks reis ik op en neer naar Rotterdam om te gaan trainen. In de auto draag ik dan liever een trai nings- dan een spijker broek." „Natuurlijk draag ik ook wel eens andere kleding. Mijn voorkeur gaat uit naar een voud. Niet te opvallend, niet te bijzonder. Gewoon mooi, maar zonder poespas. Ik loop graag rond in een spijker broek. Een levi's 501 of een broek van het merk Diesel. Daarbij een mooi t-shirt of een trui. Kleding van het merk Matinique vind ik bij voorbeeld heel mooi Het is rustig, neutraal en van goede kwaliteit. Ook aan schoeisel stel ik die eisen. Het merk Pal Mali heeft bijvoorbeeld mooie schoenen. En ook jas sen. Als ik iets mooi vind, het zit lekker en de verhouding prijskwaliteit is goed, dan koop ik het meteen." „Bij voetbalwedstrijden moeten wij als spelers het clubkostuum dragen. Vind ik ook mooi. Netjes, vooral. Het staat me ook redelijk goed. Maaruitmezelf zul jemij niet dagelijks in zulke kleding zien rondlopen. Het hoeft voor mij gewoon niet zo." „Nee, geef mij maar het ge wone, het onopvallende. Nogmaals: als het maar sim pel en eenvoudig is. Speciale kleding heb ik nietGeen kle- ding waarbij een verhaal hoort. Of die ik om welke re den dan ook speciaal vind. Als ik op stap ga, doe ik graag iets netjes aan Maar ik denk gewoon niet te veel bij na bij de kleding, die ik draag. Wat ik bijvoorbeeld nooit zal doen, is mijn kleding al een dag van te voren klaarleg gen." Eldridge Pentury

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 25