Het gaat mij om het lijnenspel
van kruin tot tenen
Han van de Sande
T "W donderdag 11 september 1997
PZC Mode
Vormgeving in de
breedste zin van het
woord: Dat is het
thema.Van de naaister
die maatwerk op het
lichaam maakt tot de
etaleur die vorm geeft
aan een etalage en de
jonge sieradenmaker
die zijn ideeën wil
vangen in eenvoudige
lijnen.
Daarnaast een
overzicht van mannen-
en vrouwenmode voor
komend seizoen, een
vooruitblik op de
vrouwenmode voor
volgende zomer en een
kijkje in de klerenkast
van een aantal
Zeeuwen.
uitdaging ook in activiteiten op
vormgevingsgebied die buiten
zijn salon liggen. Zo werkt hij
mee aan de thema-avonden
van de Middelburgse disco
theek de Stadsdanszaal. Gaat
daarbij het experiment aan.
Met de meest uiteenlopend ma
terialen geeft hij vorm aan de
hoofden van de modellen. „Ik
heb eens gewerkt met klei in het
haar. Gewoon direct vormge
ven met je handen.
Hetzelfde heb ik gedaan met
Purschuim. een isolatiemateri
aal. Ik verdiept me in de eigen
schappen van dat materiaal.
Hoe reageert het op haar. Een
ding was al snel duidelijk, je
kreeg dat spul er niet meer uit,
dus moest ik iets anders verzin
nen. Ik heb toen een soort prui
ken gemaakt. Met de vrije hand
heb ik toen verschillende vor
men gemaakt en die met een
stanleymes op maat gemaakt."
Kijken
„Dat is voor mij de basis van
het vormgeven. Goed kijken en
zoeken. Dan zie je zoveel mate
rialen waar je mee kunt wer
ken. Ik heb eens een stuk blank
hout laten schaven. Die hout
krullen hadden een prachtige
haast goud-witachtige kleur.
Daar heb ik mee gewerkt op het
hoofd van een donkere man. Ik
zie altijd een compleet beeld
voor me. Het gaat mij om het
lijnenspel van kruin tot tenen.
Maar zó vormgeven is veel
moeilijker. Als je binnen de mo
de werkt krijg je bevestiging.
Vanuit de straat. Maar die an
dere manier krijg je dat niet. Ik
moet me er ook steeds op bera
den, kan ik dat nog doen. Ben ik
niet te oud om aan te voelen wat
de jongeren in zo'n Stadsdans
zaal willen. Er lijkt me niets zo
vervelend als te worden gecon
fronteerd met het feit dat jij als
oude man met oogkleppen op
werkt en de plank misslaat."
„Het kappersvak is voor mij
nog steeds een ambacht waarin
ik, als ik de kans krijg, probeer
iets anders te doen met de
vrouw dan dat wat er op dat
momental een paar jaar aan de
hand is. Mijn andere activitei
ten zijn een toevoeging op mijn
reguliere werk. En dat geeft me
een kick."
Annemarie Zevenbergen
manente koppen. Dat is mijns
inziens de grootste fout die een
kapper kan maken. Commerci
eel gezien zal het wel goed zijn,
maar vanuit de vormgevings-
kant, raak je het spuugzat."
„Ik distantieerde me daar dan
van, want ik was het letterlijk
zat."
Het is voor mij uitgesloten ie
dere keer dezelfde kop te ma
ken. Ik kan wel dezelfde sfeer
neerzetten, maar het gevoel is
toch iedere keer anders. Dat
verandert per dag. Dat wordt
mede bepaald door wat ik om
me heen beleef.
Knippen
Dat Han zijn eigen ideeën heeft
over het ambacht en vormge
ving moge duidelijk zijn, Hij
noemt zichzelf niet eigenwijs
maar 'eigenzinnig'. Niet moei
lijk maar 'iemand die weet wat
hij wil'. „Ik ben geen kapper ge
worden om alleen maar te
knippen. Ik weet nog wel als ik
als kind wel eens in de zaak van
mijn vader kwam, dat ik niet in
eerste instantie geïnteresseerd
was in het knippen en het zet
ten van krullen, maar in het
plaatje als het klaar was. Hoe
die vrouw de deur uit ging. Dat
was wat mij aantrok Die rol
lers draaien was onderge
schikt. Het ging mij om die
vrouw, het complete plaatje."
„Ik kan bijvoorbeeld geen
mannen knippen. Daar heb ik
vormtechnisch gezien niets
mee. Niet dat gevoel, dat ik bij
vrouwen heb. Ik zie hoe ik een
vrouw mooi kan maken. Dat zie
ik bij een man niet."
„De afgelopen jaren is er een
enorme vrijheid ontstaan. Er
kan nu zo veel, op alle gebied.
Ook in de mode. Ik heb nog
steeds een uitdaging in mijn
vak. Maar het gaat niet meer zo
revolutionair. Niet meer met
zo'n shock. Het grootste pro
bleem momenteel is om vrou
wen op iets anders te krijgen.
Dat is veel moeilijker gewor
den, Het is opvallend als je kijkt
wat er allemaal aan de gang is,
binnen de mode, het uitgaans-
gebeuren, op straat, dat men zo
is vastgeroest in bepaalde pa
troontjes. Daar waar je alle
vrijheid hebt om te doen en te
laten wat je wilt, gebeurt dat ei
genlijk niet."
Han van de Sande zoekt zijn
Hij is goedgebekt en heeft een
ijzeren wil. „Wat ik in m'n kop
heb zitten, heb ik niet in m'n
kont", is een geliefde uitdruk
king van hem. Hij windt geen
doekjes om z'n mening en heeft
ook zo zijn eigen ideeën over
vormgeving en het kappersvak.
„Niet het knippen staat voorop
bij mij, maar het creëren van
een plaatje, van een mooie
wouw. Het gaat om een totaal
beeld. En daar kan ik echt van
genieten."
Z'n bruine ogen twinkelen als
hij een shagje opsteekt. De
woorden rollen moeiteloos van
zijn lippen. Alsof hij een lesje
geleerd heeft. Geef hem een
woord en hij maakt het verhaal.
Weegt zijn woorden wel zorg
vuldig, maar neemt geen blad
voor de mond.
Parijs
Hij begon zijn kapperscarrière
op de kappersschool. In '63. Te
gen de zin van zijn vader. Seni
or had een kapsalon, maar zag
voor zijn zoon een geheel ande
re carrière in het verschiet. Ju
nior moest gaan studeren. De
jongen was immers slim en
moest dat maar te gelde maken.
Maar Han wilde naar de detail
handelsvakschool. „Ik zag me
nog niet algebra, meetkunde en
latijn leren om krullen te gaan
draaien." Na een aantal prak
tijkervaringen vertrok de jonge
Middelburger naar het Mekka
van de Mode, naar Parijs.
Daar werkte hij doordeweeks
bij vakstudio Eugene. Daar
naast konhij op zaterdagen
over de schouders van Henry
Marchart te mee te kijken. Een
unieke kans. „Die man is we
reldkampioen in zijn vak ge
weest, directeur van de Haute
Coiffure. Daar mocht ik naast
staan, spullen aangeven en kij
Eeuwenlang zijn vrouwenlijven gedwongen in de
meest bizarre vormen. Schoonheidsidealen
bepaalden de lichaamslijn. De vorm ging voor
alles. Soms met desastreuze afloop. Ook kapsels
hebben gezorgd voor veel vrouwelijke ellende.
Dames die bezweken onder het gewicht van
enorme pruiken. Of de dodelijke slachtoffers van
giftige kleurstoffen vol lood.
Haar is inmiddels uitgegroeid tot big business.
Van dorpskapper tot coiffeur, ieder houdt zich op
zijn manier bezig met het vormgeven van haar.
Knippen, krullen, kleuren, bleken, spoelen,
snijden. Een gesprek met een ambachtsman voor
wie het vorm geven aan een geheel belangrijker is
dan het knippen. Voor wie een totaalbeeld voorop
staat.
Op ontdekkingstocht met de Middelburgse
kapper Han van de Sande (48). Langs revolutie en
routine. Langs mes en schaar. Langs bouwschuim
en houtkrullen.
van het kappersvak. En de con
sument had daar op een gege
ven moment geen geld meer
voor over. Je ziet gewoon het
verschil met leerlingen die vol
gens de klassieke manier zijn
opgeleid. Die beheersen alle
technieken."
Ik heb mijn voorliefde voor
vorm, voor een totaalbeeld, uit
Parijs overgehouden. Het
maakt veel uit waar je terecht
komt in een bepaalde fase van
je opleiding. Ik ben in Frank
rijk gevormd."
Uiteindelijk begon hij zijn ei
gen zaak in Middelburg. Die
zaak bestaat inmiddels al 25
jaar. Hij heeft in de loop der ja
ren een naam 'opgebouwd, zo
wel in Zeeland als de rest van
Nederland.
Mooiste tijd
„Ik heb de mooiste tijd van de
mensheid meegemaakt, de ja
ren zestig. Er gebeurde van al
les, op alle gebieden. Schoppen
naar boven toe, naar de geves
tigde orde. We hebben toen zo'n
ommezwaai meegemaakt. Zo
wel technologisch als in het ge
drag van mensen.
Dat betekende dat het kap
persvak eigenlijk volledig op
Han van de Sande: „Vormgeven is belangrijker dan
knippen." fotografie Lex de Meester
z'n kop ging. Dat begon wat la
ter, zo rond '74. Ik vraag me ook
af of ik, als het vak niet zo was
veranderd, het er zo lang in had
uitgehouden. Ik volgde vroeger
ook wel de nieuwe lijnen, maar
het was toch allemaal wel een
beetje volgens hetzelfde pa
troon."
„Variaf begin jaren zeventig tot
begin tachtig hebben we zo'n
enorme revolutie meegemaakt
in ons vak. Als je kijkt naar
vormgeving met betrekking tot
het vak en tot de vrouw, dan zag
je keer op keer de boel honderd
procent veranderen."
Zijn ogen schitteren als hij te
rug denkt aan die tijd. Het vuur
gaat in het zoveelste shaggie en
met een haast ongeduldig ge
baar wordt zijn haar met één
handbeweging naar achter ge
harkt. Dondert niet hoe het. zit,
als het maar uit zijn gezicht
blijft. Zijn ogen dwalen door de
zaak alsof hij zijn herinnerin
gen een plaats wil geven in het
huidige interieur.
„Er waren zoveel nieuwe idee-
en en nieuwe beeldjes waar ik
enorm op kickte. Ik heb wel
meegemaakt dat we in Parijs
haast op de stoelen gingen
staan vanwege het revolutio
naire dat we op het podium te
zien kregen. Dat is na '83 weer
voorbijgegaan. Maar het feit
dat ik daaraan mee kon doen
dóór m'n vak, heeft me ver
schrikkelijk veel voldoening
gegeven."
„Het was iedere keer zo nieuw,
zo shoekingHet was ondenk
baar dat je in de tweede helft
van de jaren zeventig tegen ie
mand zou zeggen dat er begin
jaren tachtig vrouwen zouden
rondlopen met een half kaal ge
schoren hoofd. Met ergens een
pluk paars haar. Ze zouden me
voor gek verklaard hebben.
Maar het is wèl gebeurd. We
hébben het gedaan.
Fout
Vanuit dat knippen zijn we
naar de Afro-look gegaan. En
dat betekende dat de perma
nent, die tot die tijd alleen maar
bij oma hoorde, is blijven be
staan. Ook voor jongeren aan
trekkelijk werd. Maar het werd
te veel gebruikt als ondersteu
ning voor bestaande kapsels.
Dat vind ik wel eens jammer,
men is in het kappersvak te
vasthoudend aan wat makke-
lijkte maken is. Je zag allemaal
vrouwen met dezelfde geper
ken. Alsmaar kijken. Als ik zelf
wat wilde doen liet ik speciale
modellen komen, en dan mocht
ik bij Henry werken. Marchart
controleerde dan wat ik gedaan
had-en gaf zijn commentaar. In
ieder vak, voor wat betreft de
vormgeving als het ambacht,
doe je met je ogen ontzettend
veel op."
Vrouw
Na terugkeer in Nederland
heeft hij geruime tij d in de kap
salon van zijn vader gewerkt.
Bouwde een eigen klantenkrin
getje op. Weggaan uit Neder
land was niet langer aan de or- vrouw in. Waar is de vrouwe
de. „Ik heb na de kappersschool lijkheid gebleven. Zijn we dan
de gelegenheid gehad om veel bezig met het gebruik van die
in mijn vak te kunnen doen. Ik haren op het hoofd om onszelf
zat veel in Parijs, heb veel ge- daarin te bevredigen, of zijn we
zien, ideeën opgedaan. Zat met bezig om dié vrouw een wouw
mijn neus vooraan bij de kap- te laten zijn en mooi te maken?"
persshows, tussen de vormge- „De Engelsen zijn nogal hok-
vers. Ik was enorm op de hoog- jesgericht. Van daaruit kun je
te. Ik ben laterook op andere nooit vrijheid in je vormgeving,
locaties gaan kijken, maar Pa- Ze zijn de modelijn van
rijs is voor mij altijd heel be- Sassoon binnen dat hokje hele-
langrijk gebleven, omdat naar maal gaan uitmelken. Uitein-
mijn smaak de vrouw daar delijk kwamen ze qua vormge-
vrouw blijft. Hoe extreem het ring niet uit dat vierkantje."
in Frankrijk ook gaat. En dat is „Ik vind bovendien dat de tech-
iets wat men in andere steden niek van Sassoon, knippen vol
waar mode vandaan komt ver- gens een patroon, ons ambacht
geet. Daar wordt de vrouw on- heeft vervaagd. Die kapper
dergeschikt gemaakt aan de heeft zich toen gerealiseerd dat
vorm. als hij een meisj e van zestien in
De Engelsen bijvoorbeeld heb- zijn zaak een paar patronen in
ben door de haarmodelijn van het hoofd stampte, er een kap-
Vidal Sassoon wat aandacht sel uitkwam. Maar die meisjes
naar zich toegetrokken. Maar waren te jong, konden niet zien
ik vind dat ze het knippen naar met wat. voor materiaal ze
een bepaalde pielerigheid zijn werkten. Er kwam wel een mo-
gaan vertalen. Ieder haartje delletje uit. Maar dat was zo
moest geknipt worden, ze wa- vlak. Het kappersvak heeft de
ren alleen niet in staat om qua laatste jaren nogal klappen ge-
vormgeving de vrouw vrouw te had. Dat had niets met econo-
laten. Er is wel gezegd 'de En- mie te maken, maar alles met
gelsen knippen vaktechnischer het feit dat er eenheidsworsten
dan de Fransen'. Dat zal wel, werden gemaakt. De leerlingen
maar zie je er nog een mooie leerden een kunstje in plaats
Het haar moet in een geheel passen.
De vrouw moet vrouwelijk blijven
De uitdaging ligt in het experimenteren met andere materialen.