Ik wilde de ruimte en
hunkerde naar avontuur
Coppoolse
boert goed
in Frankrijk
in deze bijlage
p reportage
zaterdag 23 augustus 1997
Terug in de Tijd: Schelde speerpunt van Zeeuwse stakingsacties
Eén op de veertien kinderen is psychisch verward
Geert Mak levert Friese Jorwerd literaire toeristen op
Opslagplaatsen van Defensie vol veldbedden en pyjama's
Francis Drake kan Kaap-Hoornvaarders niet verontrusten
Mariska Veres is wéér Shocking Blue
Wat moet een varkensboer zonder varkens?
Bouterse wil aan alle touwtjes trekken
Op zijn bedrijf fokt Coppoolse jaarlijks
zo'n 75.000 kalkoenen.
Een boerenpad, vol gaten en bezaaid
met keien, voert naar een oude Franse
boerderij in het gehucht Arrabloy, zo'n 100
kilometer ten zuidwesten van Parijs. De
stallen zijn rommelig en op het grote erf
staan overal tractoren,
landbouwmachines, karren en auto's. Wie
niet oppast, schept onherroepelijk een
rondfladderende kip. Het is het domein
van Sam en Marieke Coppoolse, een
Walchers echtpaar dat 18 jaar geleden
Grijpskerke verliet en zijn heil zocht in het
gebied van de Loire. Zij hebben het
gemaakt, al liep hun weg lang niet altijd
over rozen. Maar dankzij een ijzeren wil,
hard werken en goudomrande subsidies
uit Brussel leven Sam en Marieke met hun
vier kinderen nu als God in Frankrijk.
Sam Coppoolse werd 47 jaar geleden
geboren op een boerderij in Grijpsker
ke. Zijn vader was een kleine boer met 10
hectare grond, een stal met melkkoeien en
twee handen vol met kinderen. Sam was
nummer zeven en tevens de jongste zoon.
Hij was de enige die heil zag in het boeren
vak en nam de toko van zijn vader over.
,Ik bouwde het uit tot een goedlopend be
drijf met 40 hectare grond. Maar toen de
gemeente in 1979 wilde uitbreiden en een
deel van ons land nodig had om nieuw
bouw te plegen, werd Zeeland voor mij te
klein. Ik wilde de ruimte en hunkerde
naar avontuur."
Sam besloot uiteindelijk te emigreren
naar Frankrijk. Met een trekker vol met
koeien en zijn inmiddels zwangere vrouw
koerste hij vol goede moed richting Loire.
Hij zou die Franse boeren wel even een
'poepie laten ruiken' en hun laten zien
waartoe een trotse Zeeuwse boer in staat
is. Dat hij geen woord Frans sprak, het
klimaat en de grond niet kende en van een
'Franse mentaliteit' nog nooit had ge
hoord, liet hem koud. Hij had het op Wal
cheren gemaakt, waarom zou het in
Frankrijk dan niet lukken?
Nachtmerrie
Zijn droom veranderde echter alras in een
nachtmerrie. „Mijn koeien legden stuk
voor stuk 't loodje. Ze konden niet tegen
de hitte. Hulp van de Fransen kon ik wel
vergeten. Vooral de oudere boeren span
den zich in die tijd juist in om de komst
van de Hollanders bij wet verboden te
krijgen. Ik werd op de eerste boerenverga-
dering stijfgescholden, hoewel ik dat pas
later besefte. Ik verstond namelijk geen
woord Frans. Maar toen de boeren mij de
rug toedraaiden, wist ik wel uit welke
hoek de wind waaide."
Door wat grond en huisjes te verkopen
kon Sam de eerste nood lenigen. „Ik ging
over op het verbouwen van maïs. Dat ging
goed. Na drie jaar leek de zon weer te gaan
schijnen. Maar toen brak er een hittegolf
uit en ging mijn volledige oogst verloren."
De employés van de bank verschenen op
het erf en het doek leek alsnog te vallen.
De notitieboekjes werden getrokken, de
taxaties gemaakt. „Een ander zou er hui
lend de brui aan hebben gegeven. Maar ik
word in zulke situaties vals. Het zou en
moest me lukken
Zijn grijze ogen in het bruine, verweerde
gezicht worden staalhard en de vriende-
Sam Coppoolse als recreatiewerker op
zijn camping.
Foto middenhoven Kalkoenen zijn
dom. oerdom
lucht. Je merkt dat ook wel, want ze zijn
een stuk levendiger."
Sam gaat dit jaar een nieuwe stal bouwen.
„Voor 12.000 kalkoenen. Dan fokken we
er 110.000 per jaar. Kalkoenen hebben de
toekomst. Door de schandalen in de var
kens- en rundersectoren zoeken de men
sen naar alternatieven. In de VS bestaat al
60 procent van het vlees uit gevogelte. Wij
gaan ook die kant op. De Doux-groep, één
van de grootste pluimveeconcerns in
West-Europa, wil dit jaar in Frankrijk
1000 nieuwe kalkoenenstallen bouwen."
Sam leeft er wel bij. Maar de risico's zijn
groot. „Kalkoenen zijn zeer kwetsbaar.
Besmettelijke ziektes hebben we nog niet,
maar die zullen er in deze tak ook wel ko
men. En zo'n nieuwe stal kost veel, zo'n
350.000 gulden." Sam heeft vaak slapelo
ze nachten als zijn kalkoentjes niet zo
fladderen als hij graag ziet. Zo raakte hij
enkele zomers geleden in een paar uur
tijds 2.500 kuikens kwijt doordat de ven
tilatie het had begeven. „Maar ik hou wel
van stress. Dat geeft mij nieuwe inspira
tie."
Je hoort Coppoolse ook niet mopperen.
„Nee, het gaat goed. Ik houd twee gulden
tot een rijksdaalder aan een kalkoen over.
Daar valt goed van te leven." Ongesubsi
dieerd? Sam lacht. „Ergeldt in de Europe
se Unie een subsidieverbod voor de bio-
industrie. Maar ach, er zijn wel wat moge
lijkheden. Als je automatiseert, je stallen
verbetert en wat groen aanplant, krijg je
subsidie. Ik kreeg dit jaar zo'n 50.000 gul
den. Het maximale bedrag dat een bedrijf
kan ontvangen."
lijke grijns verdwijnt wanneer hij ver
haalt over die zwarte periode. „Ik heb
grove fouten gemaakt", erkent hij grif.
„Gelukkig stond Marieke aan mijn zijde
en heeft zij nooit aan me getwijfeld. Sa
men zijn we uit het dal geklauterd." Sam
wijzigde zijn strategie, ging andere ge
wassen verbouwen en begon met kippen.
Hij heeft er inmiddels 30.000. Tot voor
kort gingen deze nog in de vorm van nug
gets naar McDonald's, maar nu verkoopt
hij ze op de boerderij aan islamieten.
Subsidies
Ook werd de camping uitgebouwd die ei
genlijk spontaan was ontstaan doordat de
vele familieleden die in de zomer Sam en
Marieke bezochten toch ergens moesten
slapen. Marieke dook in het woud van Eu
ropese subsidieregelingen en ontdekte
dat in Brussel het geld voor het oprapen
lag. Als je het slim aanpakt, is voor bijna
alles wel subsidie te krijgen. Zo stroom
den de laatste jaren honderdduizenden
francs vanuit Brussel richting Arrabloy.
Marieke is ook gaan boeren. „Zes jaar ge
leden kwam er een boerderij naast ons vrij
met 58 hectare grond. Ik wilde die boel er
graag bij hebben, maar de landerijen wa
ren bestemd voor jonge boeren. Daar is in
Frankrijk een chronisch tekort aan. Het is
hier geen traditie dat de boerderij door de
familie wordt voortgezet. Dat komt voor
al omdat de Fransman nogal makkelijk is.
Waarom zou men veel risico nemen en kei
hard moeten werken als men bij een baas
6.000 franc per maand kan verdienen en
moeder de vrouw ook nog een baantje
neemt? Dat is toch veel prettiger!
Vandaar dat de Franse regering via aller
lei programma's jonge mensen wil stimu
leren om in het boerenvak te stappen.
Toen de boerderij naast hem te koop
kwam te staan, was Sam de 40 al gepas
seerd en Marieke 3 8. „Te oud dus, want de
maximale leeftijdsgrens was 35. Maar
Marieke had inmiddels vier kinderen ge
kregen en voor elk kind mocht zij een jaar
van haar leeftijd aftrekken. Dus vielen we
toch nog in de regeling." Marieke ging
gauw naar de landbouwschool en haalde
haar diploma. De boerderij kon worden
gekocht.
Gouden tijd
Dat betekende het begin van een gouden
tijd. Het echtpaar had al de nodige erva
ring opgedaan met het fokken van kippen
(struise Barnevelders) en besloot om ook
in kalkoenen te stappen. „Een goede,
maar wel moeilijke handel. We hebben in
middels 25.000 kalkoenen. Die komen bij
ons als ze één dag oud zijn. De hennen
gaan na 85 dagen naar de slachterij. Ze
wegen dan zo'n zes kilo. De hanen blijven
108 dagen en wegen dan bijna het dubbe
le. Direct daarna worden de stallen
schoongemaakt en komen er weer 25.000
nieuwe kuikens. Op die manier fokken we
zo'n 75.000 kalkoenen per jaar."
Het klinkt simpel, maar kalkoenen fok
ken is een heidens karwei. „Ze zijn name
lijk dom, oerdom", legt Sam uit. „Op de
kleutex'school leerde ik het versje 'Kal
koenen, snottebellen, kunnen niet eens
tot tienen tellen'. En ik kan je vertellen
dat dat klopt. Toen wij de eerste kuikens
kregen, stopten we ze in vierkante hokken
met daarboven grote verwarmingsappa
raten. De kuikens moeten in het begin na
melijk in een temperatuur leven van zo'n
32 graden. Maar de beestjes renden alle
maal in één hoek en drukten elkaar ge
woon dood. Grote gazen cirkels bleek de
oplossing."
„Toen werden we met het volgende pro
bleem opgezadeld. De eerste dagen heb
ben de kuikens veel water nodig, anders
drogen ze uit. Maar die beesten zijn zo
stom dat ze eerst gaan eten. Als je stro op
de grond legt om ze wat te beschermen,
beginnen ze dat op te pikken en gaan dus
dood. Als een baby niet wil drinken, geven
we een wat zoetig sapje. Dat deden wij bij
de kalkoenen ook, en dat hielp. Maar
waag het niet om in de eerste twee dagen
wat luidruchtig de stal in te komen, want
dan denken ze: 'Ha, de boer komt wat
brengen'. Ze richten zich vervolgens op
jou en drinken niet meer"
Sam houdt in die eerste dagen het hart
vast als er een straaljager van de nabij ge
legen vliegbasis over zijn ex-f he^si raast.
„Voor je het weet, zijn de kxxikens van slag
en kun je opnieuw beginnen."
Kalkoenen rapen
Als de beesten op gewicht zijn en naar de
slachterij kxmnen, dient zich het volgende
probleem aan. Kalkoenen kun je niet op
drijven, zoals varkens of koeien. „Dan
drukken ze elkaar dood. Nee, je moet ze
één voor één oprapen en in een kooi stop
pen. En niet te veelwant dan overleven ze
de reis niet. Pas bij de slachterij wordt af
gerekend. Ik krijg per levende kalkoen
betaald."
In de zomerperiode, wanneer zijn boeren-
camping is volgestroomd, ronselt Sam
sterke mannen voor deze klus. Daar staat
wel wat tegenover, maar de meeste kam
peerders doen het voor de lol. Gewoon om
eens aan het boerenleven te ruiken. Kal
koenen moeten in het donker worden 'ge
raapt'. Dan zijn ze het rustigst en gebeu
ren de minste ongelukken. De stank is in
tens: de mest van vele duizenden kalkoe
nen over een pex'iode van zo'n drie maan
den ligt als een dikke, verende deken op de
vloer.
Ook nu staan er weer heel wat hulpkrach
ten klaar om bij het 'kalkoenen rapen' te
helpen. Er moeten nxim 6.600 hennen
worden geraapt. Twee grote opleggers le-
veren in totaal 300 ijzeren kooien aan. In
elke kooi gaan 22 kalkoenen.
Sam deelt grote houten schotten uit, die
her en der in de stal door zijn kinderen en
meegenomen kampeei-vriendjes worden
vastgehouden. De schotjes blijken echter
niet goed geplaatst. Het gevolg is een gro
te kluwen kalkoenen aan het eind van de
stal. Woedend jaagt Sam iedereen de stal
uit. Ook de vorkheftruck moet verkassen.
Langzaam keeit de rust terug. Toch komt
voor een tiental kalkoenen de ingreep te
laat.
Sam knikt. „Het is niet het leukste werk.
Jaarlijks nemen wij op deze manier van
75.000 kalkoenen afscheid. Maar in de
tussentijd worden ze goed verzorgd. Wat
dat betx'eft is de bio-industrie aan het ver
anderen. Onze nieuwste stal is volledig
geautomatiseei'd. Het is eigenlijk een dak
op palen. De beesten scharrelen daar rus
tig rond, in het daglicht en met fx-isse
Jagers
De Zeeuw heeft echter meer potjes op het
vuur staan. Hij beheert zo'n 185 hectare
grond, waaronder een flink stuk bos en
natuurlijk de camping. Omdat hij die
grond niet verbouwt, krijgt hij een braak
leggingssubsidie Jaarlijks zo'n 900 gul
den per hectare. „Ik pacht die grond voor
100 gulden per hectai'e. Dat is leuk verdie
nen. Het bos verhuurt hij a f en toe aan ja
gers ('die betalen aardig') en regelmatig
worden bomen gekapt voor de meubel- en
papiei-industrie. „Dat levert weinig op,
maar het is wel extra."
Daarnaast verbouwt Sam tarwe, sojabo
nen, zonnebloemen en rogge. En voor die
gewassen tast Brussel diep in de buidel.
Zijn sojabonen leveren jaarlijks per hec
tare gemiddeld 1.400 gulden op. Brussel
legt daar nog eens 1.600 gulden bij. „Dat
is boeren voor de subsidie." Ook zonne
bloemen zijn lucratief. Die leveren aan
oogst 1.250 gulden per hectare op plus
eenzelfde bedrag aan subsidie. Minder
profijtelijk lijkt de tarwe- en xoggeoogst.
Hij krijgt vanuit Bi'ussel 'slechts' 635 gul
den per hectare subsidie. Maar omdat hij
de hele oogst gebruikt als voer voor zijn
kalkoenen, worden het toch gouden
graantjes.
Gratis water
Nee. de Zeeuw heeft het prima voor el
kaar Water kiijgt hij gratis uit een onder
gronds riviertje dat toevallig door zijn ak-
ker stroomt. Elektxiciteit kost hem over
twee jaar eveneens geen rooie cent omdat
hij nu gratis water levert aan een plaatse
lijke x-ecyclingsfabriek. Daar wordt
straks het vuil verwerkt van 150 gemeen
ten. Door dat proces wordt stroom opge
wekt.
Sam heeft het tij mee. Van een mestpro
bleem heeft hij geen last. Hij heeft grond
genoeg. Zijn kalkoenen 'klokken' vrolijk
en de subsidiekraan stroomt. „Ik hoop dat
mijn dxie zoons (Willem-Jan, Mathieu en
Adriaan en mijn dochter Samuelle) straks
ook in het boerenvak zullen stappen.
Daar doen wij het voor. We willen ze een
leuke start geven. Als het kan hun eigen
bedrijf."»
Joan Haan