Reservebank
als beloning
Sjaak den Herder gek van cijfers en letters
PZC
sport
28
Hugo Broos:
het verschil
zat in details
Erik de Koeyer bij Excelsior
Moeskroen op het tweede plan
Middelburger
weet alles van
wielrennen
vrijdag 22 augustus 1997
Hij kan zich de teleurstelling bij
Erik de Koeijer levendig voor
stellen. Vooral omdat een keeper, zo
zegt Hugo Broos, „totaal iemand
anders" is dan een veldspelen „Daar
kim je mee schuiven.
Dat de oefenmeester van Royal Ex
celsior Moeskroen koos voor zijn ei
gen aankoop Yves Feys, stond voor
Broos niet bij voorbaat vast. „Dat
was absoluut geen uitgemaakte
zaak, al kan ik me voorstellen dat
Erik de bui heeft zien hangen. Het
ging om details. Welke? Gewoon
kleine dingen. Natuurlijk weet ik
dat Erik de afgelopen seizoenen ti
tularis (basisspeler) was. Dan is
mijn beslissing voor hem rhoei lijk te
verkroppen en begrijp ik dat hij
weinig plezierigs heeft te vertellen.
Juist daarom apprecieer ik het
enorm dat hij zich zo positief op
stelt." Broos denkt bovendien dat
hij De Koeijer de komende maan
den nodig zal hebben. „Want een
kwetsuur is rap gekomen."
Het was de voornaamste reden dat
de Vlaamse provincieclub „abso
luut" geen medewerking wenste te
verlenen aan een voortijdige trans
fer van de Terneuzense doelverde-
diger.
Broos: „De reservekeeper van vorig
jaar liet vaak te veel steken vallen
en de derde doelman was te jong en
onstuimig. Omdat we ons op het Eu
ropese vlak zouden begeven, moest
ik een nieuwe keeper hebben. Als
Moeskroen hem zou hebben laten
gaan. was ik geen steek opgescho
ten. Daarom heb ik me er tegen
verzet. Het zou uitstel van excecutie
zijn geweest."
trainer speelt niet in zijn basisopstelling
in de laatste oefenwedstrijd van het sei
zoen? Juist."
„Ik kon of kan wel trammelant maken,
maar dat heeft geen zin. Broos verandert
zijn beslissing toch niet. Ik ken 'm ook een
beetje. Hij wisselt weinig van samenstel
ling. Of Feys moet zo gigantisch flateren
Nee, daar hoop ik niet op. Het zit niet in
mijn aard om hem 't onmogelijke toe te
wensen. Als hij in de goal staat, speelt hij
ook met mijn brood. Natuurlijk hoop ik
diep in mijn binnenste dat hij de bal door
z'n benen laat rollen, maar persoonlijk
denk ik dat ik dit seizoen weinig aan spe
len zal toekomen."
Belangstelling
Zijn verbintenis met Royal Excelsior
Moeskroen loopt aan het einde van het l
seizoen af. Een voortijdig vertrek zat er
niet in, hoewel onder meer Sparta, Beve-
ren en KV Mechelen belangstelling toon
den. „Ik heb met niemand van Sparta ge
sproken, maar ik weet dat Charles van der
Steene, de manager, bij Moeskroen is ge
weest. Ze zullen de transfersom wel dus
danig hebben opgetrokken, dat Sparta is
geschrokken. Broos wilde me ook koste
wat het kost houden. Als ik zou vertrek
ken, moesten ze weer op zoek naar een
keeper. En mocht de situatie hier de ko
mende maanden niet veranderen, dan
hoop ik dat er volgend jaar iets anders uit
de bus rolt."
Mark Caldenhoven
Meegezogen in de stofzuiger van succes, het hoofd in de wolken. Moeskroen, een
zeldzaam Waals dorp, was in het vorige seizoen in de ban van zijn Excelsior.
Het speeltje van burgemeester annex voorzitter Jean-Pierre Detremmerie vertolkte
een hoofdrol in wat het domein behoort te zijn van Club Brugge en Anderlecht. Het
Moeskroen van George Leekens voerde zelfs lange tijd de ranglijst aan. Hoewel
Lierse SK, dat andere provincieclubje, met de titel aan de wandel ging, beleefde de
debutant schone tijden. Met een Europees ticket als tastbaar bewijs. Erik de Koeyer
- van 22 februari 1967 - groeide uit tot één van de smaakmakers, maar het avontuur
in de UEFA Cup dreigt aan zijn neus voorbij te gaan. De doelverdediger uit
Terneuzen, de Witte Reus van Moeskroen, werd door Hugo Broos haar het tweede
plan verwezen. De opvolger van Leekens, die in januari de ontslagen bondscoach
Wilfried van Moer afloste, kocht Yves Feys. „Dan voel je de bui al hangen en dat is
moeilijk te verteren. Als de bekroning daar is, mag je het van de zijkant bekijken."
Het kantoortje van Hugo Broos, in sta
dion Le Cannonier van Excelsior
Moeskroen, vlak voor de aftrap van het
Belgische seizoen. De ouverture tegen
Standard Luik staat voor de deur en de
nieuwe technische baas heeft Erik de
Koeyer en Yves Feys uitgenodigd voor een
onderhoud. Met als inzet het antwoord op
een prangende vraag: wie wordt eerste
doelman?
Broos start het relaas. „Jullie zijn even
waardig...." De Koeyer breekt onmiddel
lijk in: „Die lulverhalen ken ik wel. Steek
maar van wal." Feys houdt zich in de leren
bank op de vlakte. Broos: „Het gaat om de
details. Die zijn in het voordeel van Yves
uitgevallen." De Koeyer: „Ach, ja een ge
kochte speler heeft altijd een streepje
voor." De Koeyer staat op, nog geen mi
nuutje na zijn entree, en verlaat Broos'
domein. Diens argumentatie na de on
heilstijding kan hem gestolen worden.
Feys huppelt achter De Koeyer aan.
„Kwam Yves zich verontschuldigen. Dat
was heel collegiaal, maar ik heb hem me
teen gezegd dat hem niets viel te verwij
ten."
Uitgerangeerd
Een rol op het tweede plan, uitgerangeerd
na 110 wedstrijden in drie seizoenen bij
Excelsior Moeskroen. De pil is bitter, het
gelag hard. Vorige week, bij het eerste
voorgevecht om een plaats in het UEFA-
Cuptoemooi, keek Erik de Koeyer werk
loos toe. Apollon Limassol-Excelsior
Moeskroen (0-0), wat zijn wedstrijd had
moeten worden, werd een midweekje Cy
prus. „Ik heb me daar als en toerist gedra
gen. Je leeft als reserve-keeper anders
naar wedstrijden toe. Je voelt totaal geen
spanning. Nu ben ik al dertig en ga je an
ders met stress om, maar het was wel gek.
Je hebt vorig seizoen meegeholpen aan
het succes, maar nu de beloning daar is,
mag je van de zijkant toekijken. En als je
op de bank zit, tel je schijnbaar niet meer
mee. Wel bij de supporters - en dat doet me
deugd - maar niet bij de pers."
Keerzijde
Football is not only a matter of life and
death, it is more important than that. Erik
de Koeyer deelt het opmerkelijke state
ment van Bill Shankly allerminst. Spe
lers, zo bedoelde de legendarische trainer
van Liverpool ooit, moeten de dood in de
ogen kunnen ki j kenVoor hun club of voor
vlag en vaderland. „Dat is zwaar overdre
ven." De Temeuzenaar kent de keerzijde
van de medaille. Voetbal is niet alles. In
het voorjaar kwam het bij de familie De
Koeyer tot een scheiding. Het was een
flinke klap. „Zeker omdat er kinderen bij
betrokken zijn. Het zijn niet de gemakke
lijkste momenten in je leven. Er komen
vreemde emoties los. Vroeger dacht je
voetbal, voetbal en nog eens voetbal.
Maar doorwat ikheb meegemaakt, leer je
dat het niet alles is in het leven. Maar mijn
karakter zegt dat ik ook hier wel weer bo
venop kom. Ik heb al zo veel tegenslagen
overwonnen.
Niet dat voetbal plotseling bijzaak is ge
worden, uiteraard niet. Maar de privé-
omstandigheden hebben hem leren relati
veren. Niet voetballen doet pijn, maar je
moet het, zo benadrukt Erik de Koeyer, in
de juiste proporties zien. „Vroeger heb ik
jaren in de bouw gewerkt, dan hoor je mij
niet klagen met slechts twee keer per dag
anderhalf uur trainen, 't Is wel eens zwaai
en het betekent nogal eens een aanslag op
je lichaam, maar het staat in geen verhou
ding tot mensen die acht uur aan een lo
pende band werken, die van acht tot vijf
op stellingen in de bouw staan. Voor hen
heb ik veel respect."
Kandidaten
Respect, het is een woord dat in topvoet
bal anno 1997 maar zelden opgeld doet.
Met fronsende wenkbrauwen moest De
Erik de Koeyer: „Ik heb me op Cyprus als een toerist gedragen."
Koeyer uit Belgische kranten vernemen
dat Hugo Broos - na zijn aanstelling in
maart - op zoek was naar een nieuwe kee
per. Dany Verlinden, Philippe Vande Wal-
le, Yves Feys, Broos noemde zelfs kandi
daten. Hoezo respect? Erik de Koeyer had
zijn stekkie onder de lat bij de revelatie
van het voorbije seizoen gevonden, maar
de opvolger van George Leekens wilde
een nieuweling. De Koeyer stapte onmid
dellijk af op preses Jean-Pierre Detrem
merie. „Ik heb om opheldering gevraagd.
Maar de voorzitter liet mij weten dat een
topclub twee topkeepers nodig heeft."
„Het hele verhaal doet me denken aan dat
van Ronald Waterreus en Georg Koch bij
PSV. In de vakantie kreeg ik een telefoon
tje van Broos. Of ik even naar Moeskroen
wilde komen. Hij vertelde me dat Feys en
ik gelijke kansen zouden krijgen. We heb-
foto Charles Strijd
ben om en om gekeept. Toen de voorberei
ding ten einde liep, hadden we nog twee
vriendschappelijke wedstrijden. Eerst de
finale van de Vlaanderen Cup, tegen Club
Brugge, en de afsluiting tegen Espanyol.
Een dag voor Club Brugge moesten Yves
en ik bij Broos komen. Erik, jij speelt te
gen Club Brugge. Verder zei hij niets. Op
dat moment werd alles duidelijk. Dan zou
Yves tegen Espanyol spelen. En welke
Noem 'm wielerfanaat, Statisticus of
verzamelgek. Veel maakt het niet
uit. Sjaak den Herder wil gewoon alles
bijhouden van het Nederlandse en
Belgische wielrennen. Wie op 16
augustus 1949 de profronde van
Kruiningen won? Binnen no time weet
hij het antwoord. „Theo Middelkamp."
De Ronde van Kwadendamme op 29 juli
1983? Hetzelfde verhaal.Jos Schipper."
Een blik in één van zijn boekjes is
voldoende. Sjaak den Herder, 51,
geboren en getogen in Middelburg, heeft
een passie voor wielèrgegevens.
Hij heeft er heel wat uurtjes voor
doorgebracht in de Zeeuwse biblio
theek in Middelburg. Avonduurtjes,
vooral. Zittend achter het microfilmap
paraat. Met pen en papier in de nabij
heid. Plus niet te vergeten de microfilms.
Vervolgens zoeken, zoeken, zoeken.
Vele krantenknipsels gingen onder de
loep. Sjaak den Herder speurde naar de
winnaars van prof criteriums in het
Zeeuwse. Maanden achtereen. „Van
sommige wedstrijden wist ik de datum
van andere weer niet. Daardoor duurde
het de ene keer langer dan de andere.
Soms had ik pas na twee uur één uitslag
gevonden, de andere keer al na vij f minu
ten." En er was nog een ander probleem.
„Vroeger zat er een paar dagen tussen de
dag dat het criterium werd gehouden en
de dag van publicatie. Dat maakte het al
lemaal nog moeilijker."
Boekje
Hij praat over de jaren dertig. Want tot
zover dook hij in de wielx-engeschiedenis.
Tot 1931 om precies te zijn. Vijf jaar gele
den, in 1992, bracht hij een boekje van ei
gen makelij uit. Getiteld: 60 jaar prof-
wrielrennen Zeeland 1931-1990. In dat
boekje staan onder meer de winnaars
van alle profcriteriums, die op Zeeuwse
bodem zijn gehouden, vermeld. Het pro-
dukt, met de hulp van enkele sponsors
geproduceerd, bleek een succes. Want
zes maanden geleden, in de maand
maart, volgde een tweede, uitgebreidere,
ken met de bekende voetbalplaatjes van
Panini) heeft Den Herder ook. Complete
series - in België prentenreeksen ge
noemd - van zowel Belgische als Neder
landse renners. Zelfs sigarenbandjes met
daarop de afbeelding van Belgische ren
ners heeft hij in zijn bezit. „Maar dat is
meer bijzaak."
Zijn verzameling is nog niet compleet.
Wie weet ofdatooitzal gebeuren.Het
zelfde geldt voor zijn boekjes. „Met na
me van op het laatste boekje krijg ik veel
reacties. Vooral positieve. Vind ik leuk.
Maar ook heb ik al regelmatig te horen
gekregen, dat er iets niet klopte. Vind ik
ook leuk. Kan ik het mooi veranderen.
Zeker weten dat je alles hebt, doe je
nooit. In een wielerblad las ik een tijdje
geleden de naam van ene Jan Grim uit
Lewedorp. Hij zou ook prof geweest zijn,
maar ik kende hem helemaal niet. Heb ik
in het telefoonboek de naam Grim opge
zocht en gebeld. Bleek dat die man in to
taal drie jaar prof was geweest. In 1964
had hij onder meer de Amstel Goldrace
gereden." Den Herder pakt zijn Geschie
denis van het Zeeuwse profwielrennen
erbij, bladert wat en zegt: „kijk, heb ik
mooi de pasfoto van zijn oude pi'oflicen-
tie mogen kopiëren."
Zijn bezigheid is en blijft een drukke
hobby, naast zijn functie als vertegen
woordiger in de agrarische sector. „Dat
er steeds weer wat nieuws is, maakt het
leuk." Zoals de verhuizingen van renners
naar andere ploegen of het nieuwe prof
jaar, dat zij er aan vastknopen. „Nu, in de
zomermaanden, schrijf ik de nieuwe ge
gevens er gewoon bij. Straks in de winter
voer ik ze in de computer en print ik ze
uit."
En hoe het met zijn boekjes zit? „Ik ver
koop ze voor zeven en een halve gulden.
Voor een tientje stuur ik ze op. En ja, vol
doening haal ik er wel uit. Ik las laatst in
de krant dat Jan Raas niet meer wist,
hoeveel keer hij de Ronde van 's-Heeren-
hoek had gewonnen. Nou, toen ben ïkge-
woon naar zijn huis gereden en heb ik een
boekje in zijn brievenbus gegooid. Nee,
een reactie heb ik, tot nu toe, nog steeds
niet gekregen. Maar dat vind ik helemaal
niet erg. Een paar dagen later kreeg ik
wèl een telefoontje van iemand uit 's-
Heerenhoek die het boekje ook wilde
hebben. Was de buurman van Jan Raas,
haha."
Eldridge Pentury
Sjaak den Herder
speurde in de
bibliotheek
maandenlang naar
uitslagen van
wielerwedstrijden,
foto Ruben Oreel
uitgave met als titel De geschiedenis van
het Zeeuwse profwielrennen Zeeland
1931-1996. Het voornaamste verschil: in
het tweede boekje staan naast de win
naars ook de nummers twee en drie ver
meld. Foto's, kopieën van kranteknipsels
en andere relevante informatie maken
het boekje compleet.
Zijn liefde voor de wielersport is niet te
verklaren. Zelf gereden misschien? Nee,
dat niet. „Ik heb gewoon altijd van sport
gehouden." Waarom de wielersport dan?
„Weet ik niet." Om al helemaal niet te
spreken over zijn passie voor het verza
melen van wielergegevens. „Als ik wie
lerwedstrijd heb bezocht, schrijf ik na
afloop meteen de uitslagen op. Dat heb ik
altijd gedaan. Waarom? Om te bewaren."
Met enig speurwerk erbij leverde het de
bekende boekjes op. Maar er is meer.
Archief
In een ruimte achter zijn huis waar ooit
een volière met zebravinken stond, heeft
hij compleet archief aangelegd. Met een
bureau, computer, printer en vooral veel
ordners.
Sinds tien jaar houdt Sjaak den Herder,
op alfabetische volgorde, een lijst bij van
alle Nederlandse profwielrenners uit de
geschiedenis. Achter elke naam prijkt
het aantal profjaren. Ook bewaart de
Middelburger van alle Nederlandse en
Belgische renners een apart dossier. „De
Belgen heb ik er bij genomen, omdat ik
vind dat er te weinig Nederlanders wa
ren."
Drie ordners zijn gereserveerd voor de
Nederlanders: een rode, een witte en een
blauwe. Zes mappen, waarvan twee
zwarte, twee gele en twee rode, bevatten
informatie over de Zuiderburen. Van el
ke renner heeft De Herder een foto.
„Eentje vind ik genoeg. Er zijn verzame
laars die van renners elk j aar een nieuwe
willen hebben. Ik niet." En als er geen
promotiefoto voorhanden is? „Dan maak
ik er, als daar kans voor is, zelf één."
Aan het begin van het wielerseizoen
gaan bij huize Den Herder veertig enve
loppen de deur uit. Met buitenlandse
wielerploegen als bestemming. „Het is
daarna afwachten wat er terugkomt.
Van welke ploegen ik de foto's toege
stuurd krijg. Het doel? De foto's kan ik
ruilen om mijn verzameling Nederland
se renners compleet te maken. Ja, kopen
wil ik eventueel ook wel. Op een beurs
bijvoorbeeld. Maar dan wel een voor
prikkie. Een gulden of éénvijftig voor
een foto, vind ik prima. Maar ik sta abso
luut niet te zwaaien met mijn portemon
nee. Vijfentwintig gulden voor een foto?
Ja, er zijn mensen die dat doen. Vaak per
sonen die pas begonnen zijn met verza
melen. Maar dat zijn voor mij geen echte
verzamelaars."
Mappen met wielerplaatjes (te vergelij