Laat die klanken elkaar bereiken Je moet je niet blindstaren op al die rotnoten Kurtag in Kerkrade McFerrin dirigeert klassiek kunst cultuur 19 Rottenberg opent festival vrijdag 22 augustus 1997 György Kurtag is niet alleen een toonaangevend componist, hij is ook een vermaard leraar voor kamermuziek. Daarom werkt hij nu aan het Orlando Festival in Kerkrade mee. In het komende cursusjaar speelt hij een belangrijke rol aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Dan moeten ook daar de leerlingen een zachte melodie spelen 'als een bedelaar die om een aalmoes vraagt'. Soms, in een dramatische pas sage, moet een vibrato trillen als de hand van een zware alcoho list, die naar zijn glas reikt. Om het aanschouwelijk te maken steekt György Kurtag een sidderende arm uit naar het Malmsten Trio uit Amstei'dam. De violiste en de cel list van het ensemble - leerlingen van het Sweelinck Conservatori um - proberen uit alle macht Beet- hovens 'Geister-Trio' nog iets hef tiger te laten klinken. De leraar is nog niet tevreden. ,,Laat die noot meer naar de vol gende noot verlangen"roept Kur tag. ,.En begin die melodie niet zo nadrukkelijk. Zulke muziek is een machtige rivier. Daar kun je hoog uit als een klein beekje iets aan toevoegen." Als deze overpeinzing nog niet het gewenste residtaat heeft moet het Amsterdamse drie tal de bewuste melodie inzetten 'als een bedelaar die zijn hand uit steekt voor een aalmoes'. En in derdaad, de eerste paar noten klinken nu iets meer vragend, tas tend. Na anderhalf uur is het drietal niet verder dan een paar bladzijden ge komen. Een beetje beteuterd ver laten deze aankomende musici Conferentiezaal IV in de abdij Rolduc, ten oosten van Kerkrade, waar het jaarlijkse Orlando Festi val - het duurt tot 31 augustus - in volle gang is. Daar geeft de Hon gaarse componist György Kurtag een interpretatiecursus. Hart Het Malmsted Trio maakt plaats voor het Arad Strijkkwartet uit Is- raël. Die vier enthousiaste, tech nisch zeer ontwikkelde spelers hebben duidelijk het hart van Kurtag gestolen. Maar dat bete kent niet dat de uitvoering van een strijkkwartet van Hay dn een ge noeglijk onderonsje wordt. Al na een paar maten, springt de Hon gaarse meester uit zijn stoel op, maait hij met zijn armen in de lucht en roept hij het ensemble een halt toe. „Mooi gespeeld, maar nu nog..." Dan blijken de eerste paar noten van een frase net iets te zwaar aangezet ('speel dat alsof je een jong poesje in de armen neemt') of klinkt accent te bits ('een korte noot is eigenlijk een lange noot, die je kort maakt'). De beeldende manier waarop Kurtag zijn bedoelingen kan verwoorden en elke speelaanwijzing vanuit een expressieve bedoeling bena dert, maken dat hij één van 's we relds meest gerespecteerde, rei zende kamermuziekdocenten is. Binnenkort zal Den Haag uitge breid met hem kennismaken. In het komende seizoen staat een groot deel van de activiteiten aan het Koninklijk Conservatorium in het teken van zijn werk. En Kur tag zal zichzelf daarbij ook als do cent niet onbetuigd laten, al zal het ongetwijfeld telkens weer moeite kosten de schuwe, ver strooide 71-jarige Hongaarse meester aan zijn agenda te herin neren. Zonder agenda Het Arad Kwartet speelt of er vier levens van afhangen. En na ander half uur Haydn, eerste deel, eerste half dozijn bladzijden, straalt Kurtag. „Op die manier gaan we morgen door. Wie speelt nu?" Even stilte. Bij andere docenten is er een rooster tijdens het festival. Kurtag wil dat niet. Hij werkt totdat hij het genoeg vindt. Hij vraagt nu het Britse cello/piano-duo Andrian Brendel/William Lacey naar vo ren te komen. Kurtag heeft ook dit tweetal aan de hand van ingestuurde bandjes voor deze cursus geselecteerd. Hij laat zich geen amateurs aansme ren. Voor al die goedwillende di lettanten, van oudsher verreweg het grootste deel van kamermu ziekspelers die jaarlijks naar Rolduc afreizen, zijn andere do centen opgetrommeld. Daar heeft Kurtag geen weet van. Net zomin als de pianist Menachem Pressler (sinds mensenheugenis lid van het Beaux Arts Trio) en de cellist Mar tin Lovett (van het vroegere Ama- deus Kwartet), die in de fraaie rococo-bibliotheek een meester- cursus voor jonge professionele ensembles geven. Het Arad Strijkkwartet is neerge streken op het gazon van de bin nenplaats van Rolduc. Uitgeteld, geven de heren toe. „Naafloop van zo'n les weet ik niet of ik moet la chen of huilen", zegt altviolist Guy Ben-Ziony. „Lachen van vreugde of huilen van ontroering. We hebben al van veel bekende do centen les gehad, zoals Dubinski van het vroegere Borodin Kwartet en Meyer van het Lasalle Kwartet. Maar Kurtag is met niemand te vergelijken. Hij is een genie. Het is waanzinnig vermoeiend om van hem les te krijgen. Vaak kom je niet verder dan een paar maten. Maar hij kan je daarmee de sleutel geven zodat je het hele werk an ders gaat spelen." Band Als componist heeft György Kur tag een speciale band met Neder land. Hoewel hij er, in tegenstel ling tot zijn collega-landgenoot Ligeti, heel lang de voorkeur aan gaf in Hongarije te blijven werden zijn werken hier al lang geleden gespeeld. Het Festival Nieuwe Muziek Middelburg en het Hol land Festival hebben veel aan dacht aan hem geschonken. Door financiële steun van enkele Nederlandse kunstinstellingen werd hij in staat gesteld in Am sterdam te komen wonen. Daar zit hij nu al enkele jaren en het bevalt hem uitstekend. Wordt er in het Concertgebouw nieuwe muziek gespeeld of is er in het Muziekthe ater een nieuwe operaproductie? Grote kans dat Kurtag er bij is, meestal met zijn vrouw Marta, een pianiste met wie hij vaak optreedt. Ook zij is naar Rolduc gekomen, net als Valeria Cavaye. Deze ex- leerlinge van Kurtag treedt als zijn reizende assistente op. Zij re gelt ditjes en datjes, knikt ja of schudt nee wanneer de meester de cursisten prijst of kritiseert en roept, wanneer het te warm wordt, dat de ramen van de leskamer open moeten. György Kurtag lijkt dat alles te ontgaan. Met zijn gemillimeterde haar en zijn bruine shirt boven een sjofele broek - dagenlang zijn on veranderde tenue - past hij voor treffelijk in deze abdij, waar tot voor kort - in de dagen van mon seigneur Gij sen - de consumptie maatschappij bij de poort ophield te bestaan. En waar menig bezoe ker nog steeds een zekere schroom moet overwinnen, bij al deze sobe György Kurtag in de Abdij van Rolduc: „Mooi gespeeld, maar... re grandeur van imposante gale rijen, machtige portalen en hoge, zware houten deuren.Vorig jaar pakten donkere wolken zich sa men boven dit qua opzet - be roepsmusici en amateurs - in ons land unieke festival. Het Orlando Kwartet werd toen immers, vooral door persoonlijke conflicten, ont bonden. En dit ensemble was de specie van het festival. Maar het Orlando Festival heeft het Orlando Kwartet overleefd. Het heeft bovendien, naast alle grijze kuiven die jaarlijks Rolduc in bezit nemen om kamermuziek te bedrijven, nu ook veel jongeren weten te interesseren. Het festival heeft een Orlando Academie voor muziekstudenten ingesteld. Het nodigt ook jaarlijks een jeugdor kest uit, dit jaar het orkest van de vooropleiding van het Rotterdams Conservatorium, dat deze week in het Stadspark van Kerkrade op trad. En het laatste nieuws is een ken nisgeving met blijdschap: de ge boorte van het Nieuw Orlando Kwartet, op initiatief van Stefan Metz, nog altijd artistiek leider van het festival en cellist in het vroegere Orlando Kwartet. Het nieuwe kwartet, met behalve Metz eerste violist Jan van Wijenberg (België), tweede violiste Hiromi foto Frits Widdershoven Kikuchi (Japan) en altviolist Stéphane Lauzon (Canada), maakt pas over een jaar zijn de buut. Maar drie van de vier musici - Kikuchi ontbrak - werkten deze week al mee aan de uitvoering van Schuberts 'Forellenkwintet' in Aken. waar het Orlando Festival al enkele jaren een aantal concer ten organiseert. Het ietwat voorzichtige spel van de strijkers bleef enigszins in de schaduw van het briljante aandeel van pianist Pressler. Maar voor een begin was het niet slecht. Wordt volgend jaar vervolgd. Aad van der Ven Oud-PvdA-voorzitter Felix Rottenberg opent op 4 september in de Am sterdamse Stadsschouw burg het Nederlandse deel van het elfde Nederlands- Vlaams Theaterfestival met een 'State of the Union'. VVD-leider Frits Bolkestein baarde daar een paar jaar geleden nog opzien mee met zijn pleidooi voor meer Ne derlands klassiek theater. Een jury van Vlaamse en Ne derlandse toneelcritici on der voorzitterschap van Jo- han Thielemans selecteerde in mei twaalf producties uit het afgelopen seizoen die zij als het 'meest belangwek kend' beoordeelden. Crite ria waren artistieke ontwik keling en kwaliteit. Op enkele uitzonderingen na worden alle voorstellingen in Antwerpen opnieuw op gevoerd van 28 augustus tot en met 7 september en in Amsterdam van 4 tot en met 14 september. De ere jury (met Ad de Bont. artistiek leider Wederzijds, Liesbeth Coltof, artistiek leider Huis aan de Amstel en Pauline Mol, artistiek leider Arte- mis) selecteert daaruit aan het slot de winnaar van de prijs. Van Toneelgroep Amster dam zijn drie producties ('Een soort Hades', 'Ashes to Ashes' en 'Licht') uitgeko zen. Van Het Zuidelijk To neel dingt 'De Onbeminden* mee. De andere geselecteer de producties zijn: 'HMA of Hiroshima mon amour' (co productie KunstenFESTI- VALdesArts/Toneelschuur Haarlem/Holland Festival), 'Wie(Toneelgezelschap Dood Paard), 'Bernadetje' (Victoria), 'De Hartstreek' (Het Kruis van Bourgondïe), 'Torquato Tasso' ('t Barre Land in samenwerking met Theater Kikker, in Neder land alleen in Utrecht), 'Twee Stemmen' (Theater groep Hollandia), 'Noorde loos' (Theatergroep De Fe deratie) en 'Henry' (De Stichting/De Werf). De jaarlijkse Taalunie To- neelschrijfprijs van 20.000 gulden wordt op 31 augus tus uitgereikt in Antwerpen. De prijs benadrukt het be lang van de Nederlandstali ge toneelschrijfcultuur. Na een voorleesprogramma wordt de winnaar geselec teerd door juryleden Els Dottermans (actrice), Jos van Kan (artistiek leider Maccus) en Rezy Schuma cher (dramaturg De Trust). Rondom de voorstellingen wordt traditiegetrouw ook weer een uitgebreid paral lelprogramma georgani seerd. In Theater De Balie in Amsterdam wordt tijdens een driedaags programma het thema 'Taal als muziek' en de veranderde communi catie op het toneel belicht. In De Balie wordt verder een programma met oude films van het Werkteater gepre senteerd. GPD Anderhalve maand geleden stond hij nog met een twaalfkoppig koortje jazz te zingen op het North Sea Jazz Festival. Nu komt hij naar Nederland als dirigent van klassiek repertoire. De Amerikaanse jazzmusicus Bobby McFerrin, de meest beweeglijke stem uit de jazz dirigeert het Rotterdams Filharmonisch Orkest in De Doelen te Rotterdam (28/8) en in het Concertgebouw in Amsterdam (30/8). Niks jazz, geen improvisatie. Gewoon Fauré, Vivaldi, Gershwin, Bernstein.... Negen jaar terug zong Bobby McFerrin (1950) Don't Worry Be Happy. En niet voor niks. Het werd een enorme hit. Zo'n liedje dat op straat werd gefloten. En nog steeds duiken er baseball-caps, koffie- mokken, T-shirts op waar die opgewekte titel een hoofdrol vervult. De wereld maakte zich vrolijk om dat olijke voca- listje dat met zijn lenige strottenhoofd al le stemsoorten kon voortbrengen, van diepe bas tot extreem hoge tenor. En en passant zong hij ook de drumpartijen, imiteerde hij fluiten, trombones en diesel motoren. Alleen in de jazzwereld heerste argwaan. Bobby McFerrin was toch die jazz-zan- ger? De man die op de soundtrack van de film Round Midnight de trompet van Mi- les Davis zo levensecht had geïmiteerd? De zanger die van die mooie platen had gemaakt met Wynton Marsalis, Herbie Hancock, Wayne Shorter, Michel Petruc- ciani en Charles Lloyd? Kluizenaar De jazzwereld kan opnieuw raar opkij ken. Anderhalve maand geleden zong hij nog volledig geïmproviseerde jazzy Cir- clesongs op het North Sea Jazz Festival. Nu komt Bobby McFerrin terug in Neder land voor klassieke concerten. Onder zijn directie speelt het Rotterdams Philhar- monisch Orkest de Pavanne van Fauré, Ouverture Candide van Leonard Bern stein, concert voor twee celli van Vivaldi en een American in Paris van George Gershwin. Maar het zingen kan hij niet la ten. Want de cellopartij bij Vivaldi en de fluit van Fauré zal hij met zijn eigen stem doen. Dat muziek zijn levensvulling zou wor den, wist hij als kind al. Vader en moeder zongen bij the Metropolitan Opera. Vader zong de mannelijke hoofdrol in de film versie van de opera Porgy Bess (1959). Terwijl men op het witte doek de lippen van Sidney Poitier zag bewegen, klonk de stem van Robert McFerrin Sr. Hele dagen klonk er muziek in huize McFerrin. Niet alleen opera's, ook Bach, Beethoven, de hele handel. Wat de jonge Bobby precies met muziek moest wist-ie niet. Piano was op de middelbare school zijn hoofdinstrur ment. Hij had wat muziektheoretische vakken, speelde piano in een bandje dat zich toelegde op covers van Henri Manci- ni en Sergio Mendes. Hij raakte aan de jazz na het horen van de plaat Bitches Brew van Miles Davis. Maar als vroegtij dig schoolverlater ging hij spelen in top- veertig bandjes. Stem „Met zingen begon ik pas toen ik 27 jaar oud was," zegt hij dromerig voor zich uit kijkend in de lobby van een Haags hotel. „Het was een stem in mijn hoofd die het me duidelijk maakte dat ik dat moest gaan doen. Idolen had ik niet. Ik had nooit speciaal op zangers gelet. Men vraagt me weieens naar het geheim van mijn stem. Nou dat heb ik niet. Ik heb geen geheimen. Mijn normale stem is bariton en mijn ma nier van zingen is gewoon een kwestie van uitproberen geweest. Ik heb het allemaal zelf uitgevogeld. Twee jaar lang heb ik als een kluizenaar geleefd. Hele dagen met mijn stem bezig. Ik luisterde naar geen en kele vocalist. Dat klinkt misschien gek, maar ik weet van mezelf dat ik erg beïn vloedbaar ben. En ik was veel te bang dat ik iemands techniek zo gaan kopiëren. Als je echt wilt weten wie je bent en wat je kunt dan moet je je gewoon een tijdje ra dicaal afsluiten voor anderen. Kijken waar je uitkomt. Mijn dagen waren in die tijd gevuld met zingen, opnemen van mijn stem en terugluisteren. Twee jaar achter elkaar. Dag in dag uit." Dirigeren doet McFerrin nu zeven jaar. In de tijd hij jazz platen maakte met Chick Corea, de Yel low Jackets begon hij dus ook met het lei den van orkesten in de klassieke muziek. „Bloednerveus was was ik de eerste keer. Bang dat de musici me niet serieus zouden nemen. Want uitvoeringen zelf, daar was Bobby McFerrin: „In mijn hele leven had ik nog nooit zo veel noten bij el kaar gezien." ik wel min of meer in getraind. Maar met orkestrepetities had ik geen enkele erva- ring. Ik was in het begin ook veel te verle gen om maar iets tegen de musici te zeg gen." De eerste jaren had hij ook niet de kans om routine op te bouwen in die we reld. „Ik werd steeds gevraagd voor lief dadigheidsconcerten. Moest er geld wor den ingezameld voor een goed doel. Meestal ging het dan om een repetitie en de dag daarna het concert. En zo vaak kwam dat niet voor. Het eerste jaar dat ik als dirigent naar buiten trad, heb ik mis schien drie concerten gedaan. Tussen de eerste en tweede zat drie maanden. Het is pas sinds de laatste drie jaar dat ik echt wat routine in het dirigeren heb. Vanaf '94 sta ik bij Saint Paul Chamber Orchestra onder contract. Ik ben een van de drie vas te dirigenten." Plet verschil tussen jazz en de klassieken is hem ooit uitgelegd door Leonard Bern stein. Dat is er namelijk niet. It's all jazz, foto Phil Nijhuis "^ïad Bernstein tegen hem gezegd. Dat was eind jaren tachtig toen de jazzvocalist les sen orkestdirectie bij hem volgde. „We hadden de partituur voor ons van Beetho- vens zevende symfonie. Het zag zwart van de noten Echt, ik was diep geschokt. In mijn hele leven had ik nog nooit zoveel no ten bij elkaar gezien Bernstein zag het aan mijn gezicht. Hij kende mijn jazz- loopbaan, mijn platen. En hij zei: ach, jongen het is allemaal jazz." Een waardevolle opmerking. Zo belang rijk dat McFerrin het achterop de bijslui tervan zijn eerste klassieke cd Paper Mu sic in 1995 nogeens debiteerde. „Die woorden sleurden me erdoor. Gewoon het besef dat jé je niet moet blindstaren op die rotnoten. Het notenschrift is een hulp middel Een soort gids die je door een mu ziekstuk loodst. Maar de essentie ligt daar achter. Voor Bernstein hoefde je geen klassieke musicus te zijn om Beethoven te dirigeren. Je moet jezelf zijn, je vrij voe len. In feite zei hij: Beethoven, dat is dans muziek." Ton Ouwehand Bobby McFerrin dirigeert het Rotterdams Fil harmonisch Orkest in De Doelen te Rotterdam (28/8) en in het Concertgebouw in Amsterdam (30/8). Het concert in Amsterdam is uitver kocht.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 19