Laat debuut schept verplichtingen
Verboden
liefde gaat
nooit over
Jean Nelissen
kan ook met
een bal overweg
PZC
Mart Smeets weet
te ontsnappen
Jonge
mannen
aan zee
kunst cultuur
10
letterkundige kroniek
vrijdag 4 juli 1997
In zijn eerste roman Een lange
ontsnapping heeft Mart
Smeets zichzelf tot Stijn Miller
getransformeerd. Het is niet
helemaal toevallig dat het boek
aan de vooravond van de Tour
de France verschijnt. Al jaren
lang verzorgt Smeets het com
mentaar bij die wielerwed
strijd voor de NOS-televisie.
Hij laat Miller echter verhuizen
naar het commerciële Sportka-
naal, waar hij,een jaarsalaris
van een miljoen gulden incas
seert. Voortaan zal dat station
de Ronde van Frankrijk op de
buis brengen, met naast het be
kende gezicht van Miller ook
het onbekende gezicht van Joy
ce van Veen. Sommigen leveren
cynisch commentaar op de rol
van de presentatrice: 'Mooi zijn
doe je maar in een babbelshow,
maar niet in de hardste sport
wedstrijd ter wereld.'
Natuurlijk verkondigt Smeets
de nodige wielerwijsheden en
haalt hij anekdotes op. Uiter
aard vertelt hij iets te gretig wat
het betekent om als Bekende
Nederlander door het leven te
moeten gaan. Vanzelfsprekend
zijn er pikante opmerkingen
over het televisiewereldje.
Langdradig
En bovendien gunt hij de lezer
een kijkje achter de schermen
van zijn werk als sportcom-
mentator. Erg onthullend zijn
de onthullingen trouwens niet.
Ook de kijker had al wel door
dat er weinig saaier is 'dan zo'n
vierkant peloton dat met vier
entwintig kilometer per uur
over Gods wegen dreef', dat
zo'n bergrit veel te langdradig
is voor een compleet televisie-
verslag, dat er bij een tijdrit
nauwelijks iets te beleven valt.
Overigens laat hij zijn hoofdfi
guur spannende weken bele
ven. De wedstrijd verloopt ver
rassend. De andere aanpak die
commerciële televisie vereist
zorgt voor veel opwinding. En
ook in zijn persoonlijke leven
blijft het niet rustig. D'e Tour is
nog maar net begonnen als zijn
vriendin Trix hem vraagt terug
naar Nederland te komen: haar
vader is overleden. Van de grote
baas krijgt hij te horen 'dat ons
belang zwaarder weegt dan dat
van jou' en hij dus niet weg
mag. Het draait op een blik
sembezoek uit: hij is even op de
begrafenis, levert vanuit Hil
versum commentaar bij de
etappe van de dag, en keert 's a-
vonds alweer terug in de Tour
karavaan. Ergens in Frankrijk
loopt hij zijn oude vriendin Bé-
anne tegen het lijf, ze zal hem
een aantal nachten gezelschap
houden. Later wordt in de rod
delpers gesuggereerd dat er een
romance is opgebloeid tussen
hem en Joyce van Veen. Het
Sportkanaal heeft die geruch
ten de wereld ingeholpen om de
kijkcijfers op te schroeven. En
intussen brengt Virenque de
gele trui naar Parijs.
De auteur vond de juiste toon
om over zijn alter ego te fanta
seren. Eerder luchtig dan
zwaarwichtig dus. Al met al is
Een lange ontsnapping een
aardig voorbeeld van ontspan
nende literatuur geworden.
Wanneer je tijdens een verve
lende etappe genoeg krijgt van
de commentator Mart Smeets,
kun je daarom altijd nog te
recht bij de schrijver Mart
Smeets.
H.W.
Mart Smeets: Een lange ontsnap
ping -192 pag./ 18,90 - L.J. Veen,
Amsterdam-Antwerpen.
Mart Smeets: Natuurlijk iets te veel wielerwijsheden.
foto Roland de Bruin
Ze kan nu n iet langer maar ccn beetje 'in
het vage existeren', zegt ze. De Cees
Buddingh'-prijs voor het beste poëzie-de-
buut verandert haar leven. Gesprek met
de dichteres Pern Sluijter over de voorde
len van een laat debuut
Soms moet het lot een duwtje krijgen.
Toen Pem Sluijter de Cees Buddingh'-
prijs voor poëzie nog niet had gewonnen
en alleen in intieme kring als dichteres be
kend was, verbleef ze eens op het kasteel
van de beroemde Franse schrijver Lamar-
tine. Men vroeg haar haar naam in het gas -
tenboek te zetten. En wie prijkte daar als
laatst rondgeleide? Francois Mitterrand,
Président de la République Fran^aise. In
een zwierige bui schreef ze eronder: 'Pem
Sluijter, Poète d'Hollande'
Ze lacht weerom de anekdote.Misschien
sprak daar wel een wens uit. Ik ben in elk
geval opgelucht, dat ik die regels heb
waargemaakt", zegt ze droog. Perslot van
rekening was er in gedrukte vorm, op een
paar losse verzen na, in die dagen nog geen
poëzie van haar verschenen. Op haar 57ste
debuteerde ze eindelijk met Roos is een
bloem, waarvoor ze vorige maand de Cees
Buddingh'-prijs kreeg, de belangrijkste
debuutprijs in de Nederlandse poëzie.
Dat ze zo laat debuteert, wil niet zeggen
dat Sluijter een leven van gefnuikte lite
raire geldingsdrang achter zich heeft. In
tegendeel. De publicatie van Roos is een
bloem is, zegt ze, vooral tot stand gekomen
op aandrang van de bevriende dichter H. J.
de Roy van Zuydewijn. „Daarvoor be
stookte ik mensen wel met versjes, maar
om met een bundel naar een uitgever te
gaan, daaraan had ik nooit gedacht."
En dan: „Nu ik publiciteit als dichter heb,
herinneren mensen zich opeens van alles.
Iemand belde mij om te vertellen dat ik
vaak gedichten voordroeg. Zo schijn ik
vroeger, toen ik nog op de Bloemgracht in
Amsterdam woonde, voor het geopende
raam door de stille zomernacht mijn'ge
dichten gedeclameerd te hebben."
Journalist
De dichteres heeft een loopbaan achter de
rug van journalistiek en ambtelijk werk.
Ze schreef onder meer voor Het Parool en
Pem Sluijter
Elsevier, werkte voor het ministerie van
buitenlandse zaken en was betrokken bij
de ontwikkelingshulp. Tegenwoordig
woont ze in Den Haag. Verandert er iets nu
ze als dichteres officieel is gedebuteerd en
meteen bekroond?
„Jawel, ik kan nu niet meer maar zo'n
beetje in het vage existeren. Ik heb bijna
een soort verantwoordelijkheid gekregen,
al vind ik dat een naar woord. Nu er een
bundel ligt vormt er zich misschien een
klein publiekje, waar ik verplichtingen
aan heb", zegt ze.
De gedichten uit Roos is een bloem zijn een
keuze uit een periode van ruim dertig jaar.
De titel komt uit een filosofisch getint ge
dicht, dat ze zelf uitlegt als „een soort pro
test tegen het verschijnsel, dat, als iets be
noemd is als een algemeen begrip, het daar
dan meestal bij blijft. Het is alsof de meer
waarde uit beeld verdwijnt en je de vrij
heid van beleving is ontnomen." De titel is
een knipoog naar de overbekende regel
foto Theo Bohmers
van Gertrude Stein 'Een roos is een roos is
een roos'.
Maar zelf ziet ze deze bundel vooral als
'een verslag, een reisverhaal, over een
reeks van jaren',Een van de voordelen als
je zo laat debuteert is dat je terug kunt kij
ken en dan thema's in je eigen werk ont
dekt." Religieuze verwondering klinkt er
('Waarom wij zijn zijn wij vergeten')
naast verontwaardiging over sociale on
rechtvaardigheid. Dichtend over Amster
dam CS komt ze in 'Klein stadsgezicht' de
Indiaanse straatmuzikanten tegen. 'In
dianen op het plein spelen ontbergd op
houten fluiten, de Andes om een bete
broods verlaten'. Ze zegt: „Ik weet wat er
achter zit, waarom zij daar staan."
Zij vertelt over een persreis die zij ooit
naar Quito (Equador) maakte. De reis was
bedoeld om de internationale gemeen
schap te attenderen op de campagne voor
het herstel van de kerkelijke monumen
ten. Ze heeft er nooit een artikel over kun
nen schrijven. De confrontatie met de ar
moede was haar te schrijnend, het gepraat
over de 'identiteit' die het volk in deze ge
bouwen zou vinden loos. In plaats van een
artikel kwam er het gedicht 'De armen en
de kerken van Quito'.
„Ik kon niet anders", antwoordt ze half
verontschuldigend, op de tegenwerping
dat een vlammend artikel het onrecht in
elk geval bij een groter publiek aan de
kaak zou hebben gesteld.
Bergen
De 'ontbergde' Indianen voor het Centraal
Station missen hun Andes-gebergde, de
'geborgenheid' van hun afkomst. In de ge
dichten van Pem Sluijter spelen bergen
ook anderszins een belangrijke rol. Er is
zelfs een hele afdeling naar genoemd. De
bergen in deze gedichten zijn de bergen
rond Jenrzalem, het dorre, naakte land
schap bij de Dode Zee. Daar bracht ze in
het verleden lange tijd door in een periode
van ziekte. Over dat landschap: „Ik heb
veel in de Bijbel gelezen, als kind al. Later
heb ik begrepen dat de Bijbel heel sterk is
in het gebruik van natuurbeelden om
daarmee de toestand van de ziel aan te ge
ven. Aan natuurbeelden kun je dingen
ontlenen, die symbolisch zijn voor inner
lijke situaties van mensen. Die kale bergen
bij de Dode Zee zitten vol zaden. Zij zou
den vruchtbaar kunnen zijn, als ze het re
genwater, dat soms overvloedig valt, vast
zouden houden, als ze waterdoorlatend
zouden zijn. Maar om de een of andere re
den stroomt het weg, steeds weer."
„Ik ben vele j aren geweest bij de Dode Zee.
En opeens drong het tot mij door: wij zijn
als die bergen. God is er wel, maar wij la
ten hem niet toe. Ik vertelde het op dat
zaaltje, met al die langdurig zieken, ze
vonden het prachtig, reageerden heel en
thousiast op dat beeld."
En zo staat er nu in het gedicht 'Har Nof:
'Zelf een berg zijn zij, die op de Naam
vertrouwend, waterdoorlaatbaar zijn
geworden'.
Jan-Hendrik Bakker
Pem SluijterRoos is een bloem - De Arbeiders
pers, Amsterdam/Antwerpen.
Vanaf het omslag van Hard gras - het
literaire voetbaltijdschrift van
Matthijs van Nieuwkerk en Henk Spaan
- kijken Romario en Ronaldo ons vrolijk
aan. Ze dragen het shirt van het
Braziliaanse nationale team en onder
het duo staan de woorden: 'Wie houdt ze
tegen?' De ware liefhebbers verheugen
zich nu al op wat de twee briljante
aanvallers volgend jaar op het
wereldkampioenschap zullen laten
zien. Door het nieuwste nummer van dit
blad wordt de voorpret flink
aangewakkerd, want Romario en
Ronaldo wordén in verschillende
bijdragen geëerd.
Cees van Nieuwenhuizen voor
spelt in zijn stuk 'Dupla de
Ouro': 'Het Brazilië anno nu zal
moeilijk te temmen blijken met
een koningskoppel in de vuurlinie
dat zich heilig voorgenomen heeft
historie te gaan schrijven in Fran
ce '98.' Frans van Oosterwijk
schreef een artikel 'Blijf, Ronaldo,
blijf over de twintigjarige die nu
al als de beste en kostbaarste spe
ler ter wereld geldt. En misschien
is hij ook wel de aardigste van alle
maal. Hij geniet pas écht wanneer
hij in het Braziliaanse elftal
speelt: 'De Selecao is het enige
team waar ik nooit commentaar
krijg op mijn zogenaamde egoïs
me. Nooit klaagt iemand dat hij
wordt overgeslagen. Nooit zul je
de ene Braziliaan de ander zien
corrigeren op de manier van
Frank en Ronald de Boer, met van
die lullige gebaren.'
Hoe mooi je over voetbal kunt
schrijven, wordt echter in dit ex
tra dikke nunmer van Hard gras
vooral bewezen door Hei-man
Pleij, Ronald Giphart én Jean Ne
lissen. De laatste - vooral bekend
als specialist in de wielersport -
schreef een ontroerend portret
over Willy Dullens, nu volledig
vergeten maar ooit de meest veel
belovende voetballer van het land.
Johan Cruijff heeft zelfs eens be
weerd: 'Ik geloof dat Willy Dullens
méér techniek in huis heeft dan
ik.' Nelissen schrijft over zijn
loopbaan, over eenverschrikkelij
ke blessure, over het trieste af
scheid, over hoe Dullens nu leeft.
'Het lot, dat een mensenleven vaak
opvrolijkt of tot een hel maakt,
had zich al vroeg tegen hem ge
keerd', concludeert de auteur.
Geleerde
Gipharts verhaal 'Oorlog bij
Bandstad '83' stemt de lezer een
stuk vrolijker. Hij laat een voet
balvoorzitter zonder scrupules
aan het woord die wijsheden ver
kondigt als: 'Gentlemen's agree
ments moet je absoluut nakomen,
zolang je er voordeel van hebt. Dat
is ingebakken in het begrip gen
tlemen's agreement, wat in feite
betekent: wij gaan elkaar naaien,
maar nu nog niet.Maar misschien
valt er toch het meest te genieten
van Pleij's terugblik op zijn korte
carrière als voetbalprof. Achter
deze geleerde vermoed je zo'n ver
leden niet en al even verrassend is
zijn ironische stijl. Hij voetbalde
tussen jongens 'die tot vervelens
toe het Voort Gezet Lager Onder
wijs doubleerden.' En tegelijk
ging hij naar een school 'die wijd
en zijd in het land bekend stond als
opvangcentrum voor gedegene
reerd intellect uit de villabuurten
van het aanpalende Laren en Bla-
ricum.'
Hij zag er 'angstaanjagend mas
sief uit' maar, zoals hij schoorvoe
tend toegeeft, erg goed voetballen
kon hij niet. Om in dit 'voetbal
tijdschrift voor lezers' uit te blin
ken hoef je evenwel niet handig te
zijn met de bal, maar des te meer
met de pen.
H.W.
Hard gras - nummer 11/juli 1997 - 136
pag./f 16,90 - L.J. Veen, Amsterdam
Twaalf jaar geleden publiceerde Sipko Melissen
(geb.1944) een dichtbundel Gezicht op Sloten. Het
boekje werd nauwelijks opgemerkt en er kwam geen
vervolg. Melissen leek een van die velen die maar éven
oplichten aan het literaire firmament. Hij komt nu echter
terug met het ambitieuze Jonge mannen aan zee, een
roman over de liefde die vriendschap heet.
Wanneer een schrijver pas op
latere leeftijd gaat publice
ren, kan hij gemakkelijk het ge
voel krijgen dat de tijd voor hem
dringt. In de paar boeken die hij
nog zal kunnen maken, moet hij
alles zeggen wat hij te zeggen
heeft. Sipko Melissen moet in deze
stemming zijn prozadebuut Jonge
mannen aan zee hebben geschre
ven. Het is een vol, misschien wel
overvol boek geworden. In één zin
probeert hij dikwijls veel meer uit
te drukken dan eigenlijk in één zin
uitgedrukt kan worden. Bijvoor
beeld deze over de begrafenis van
de vader van de hoofdpersoon
moet je verschillende keren over
lezen om te begrijpen wat de be
doeling ervan is: 'Op deze beschei
den akker had mijn vader zich bij
de rij wachtenden op de jongste
dag aangesloten, nog-geen tien ki
lometer verwijderd van de plek
waar mijn moeder op die zo vurig
begeerde dag haar ogen zou op
slaan.'
Schilderij
Melissen heeft zich ook in andere
opzichten bepaald geen beperkin
gen opgelegd. De roman biedt het
relaas van een liefde die nooit uit
gesproken werd, het verslag van
een speurtocht naar aanleiding
van een schilderij van Max Beck
mann, een familiekroniek, bespie
gelingen over een verloren jeugd,
en nog veel meer. De auteur heeft
geprobeerd al die verhalen met el
kaar te verbinden. De schilder
Beckmann zou wel eens op het
zelfde moment door Amsterdam
gelopen kunnen hebben als de
grootouders, van de hoofdfiguur,
bedacht hij bijvoorbeeld. We zien
hem uiterst moeizaam deze
draadjes aan elkaar knopen. 'La
ter wordt gesuggereerd dat de
moeder van de verteller mogelijk
de onbekende vrouw op Beck-
manns Dame met grijze capuchon
is.
De gekunsteldheid waaraan de ro
man op zulke momenten lijdt,
komt des te duidelijker uit omdat
er heel authentiek klinkende stuk
ken tegenover staan. Het lijkt
soms of de hoofdpersoon Wilhel
mus David van der Vaart - door
Andreas Achterberg op wie hij in
zijn jeugd in stilte verliefd was
'Helm' genoemd -namens Sipko
Melissen spreekt. Neem deze
woorden over Andreas' broer: 'De
zondag was heilig, een smetteloos
witte dag, met één wolkje aan de
horizon: de broer die een nieuw
plaatje opzet. Hij blaast grote
rookwolken uit en ik vrees de
vraag die opkomt in de koude blik
van de jongen die in de hoogste
klas van de tuinbouwschool zit.'
In deze opmerkingen, die geen
functie hebben in het geheel, valt
echte ergernis te beluisteren.
Zakenman
De roman speelt in 1984 en 1985,
maar er wordt veelvuldig naar ge
beurtenissen van twintig, dertig
jaar eerder teruggeblikt. Helm
woont inmiddels in Amsterdam,
en schrijft over kunst. Regelmatig
heeft hij homoseksuele contacten.
Andreas is een geslaagde zaken
man, samen met zijn echtgenote
en een zoon van zeventien woont
hij in Hamburg. Na jaren zien ze
elkaar terug op de begrafenis van
Helms vader. De twee belangrijk
ste figuren uit Jonge mannen aan
zee zijn niet precies aan zee opge
groeid, maar in de Hollandse pol
ders tussen Botshol en de Kromme
Mijdrecht. De mensen waren er
heel vroom, Melissen vat in aardi
ge bewoordingen de situatie sa
men. 'Alles is in de hand van een
God wiens werkterrein zich van
uit een woestijn in het Midden-
Oosten heeft uitgebreid tot het
Ronde-Venengebied.
Voor Helm was Andreas 'een pol
dergod' geweest. Na al die jaren
herkent hij nog de jongen met wie
hij naar Parijs was gegaan. Hij
heeft destijds niet gezegd wat hij
had moeten zeggen. Zodoende
waren hun levens gescheiden gaan
Max Beckmann: De argonauten (1949-1950), omslagillustratie van Jonge mannen aan zee.
ders'. Wéér zo'n opmerking die in
de roman overbodig is maar wie
weet verwijst naar het verhaal
achter dit verhaal.
Kort na de begrafenis van z'n va
der raakt Helm overspannen.
Maar hij gaat door met zijn onder
zoek naar de Amsterdamse jaren
van de schilder Beckmann. Het is
zelfs zijn bedoeling er een proef
schrift aan te wijden, dat plan
lopen: Helm koos voor Maarten,
Andreas koos voor Renate. Maar
in zijn dromen is Helm nog altijd
op zoek naar Andreas. En in het
verhaal blijkt dat ook voor de an
der het verleden niet afgesloten is.
Ze waren niet alleen boezem
vrienden geweest, ze deelden
eveneens 'één stel overgrootou-
geeft hij echter weer op. Inmiddels
is hij gefascineerd geraakt door
het schilderij van de Dame met
grijze capuchon. Kan de onbeken
de vrouw inderdaad Helms moe-
derzijngeweest?Deaanwijzinqen
daarvoor - vooral door Andreas
aangedragen - worden steeds ster
ker. En er komen geheimen over
haar aan het licht. De naspeurin
gen brengen de twee oude vrien
den steeds dichter bij elkaar. Helm
is Andreas in Duitsland op gaan
zoeken, ze zijn samen naar de ex
positie geweest waar het schilderij
van de naamloze vrouw hing.
Andreas brengt later een tegenbe
zoek aan Amsterdam. De twee
mannen drinken en dansen met el
kaar. 'Weet je Andreas, je weet dat
ik van je hou. Dat weet je toch?',
vraagt Helm hem en hij krijgt een
bevestigend antwoord. Na een va
kantie met het gezin van Andreas
komt hij nog nadrukkelijker op
het verleden terug: 'Het was de
drinkbeker die niet meer aan ons
voorbij kon gaan.' Andreas
spreekt zich openhartig uit: 'Jij
was verliefd geweest op mij en ik
had niets opgemerkt. Ik, de aan
komende intellectueel, die Sartre,
Camus en Ter Braak gelezen
had, was even bot geweest als de
boeren op wie ik neerkeek.'
Melissen wikkelt zijn roman keu
rig af. Maar Jonge mannen aan zee
valt toch vooral te waarderen als
het verhaal van een onverklaarde
maar heftige liefde, de geschiede
nis van een verboden verliefdheid
die nooit overgaat. 'Dit is geen
worstelen, dit is iets anders. We
rollen over elkaar. Hij drukt mij
tegen de grond en mijn rug wordt
nat. Ik voel zijn zwembroek tegen
de mijne schuren', laat de schrij
ver zijn hoofdpersoon zeggen.
Zulke passages zijn stellig gevoed
door Melissens eigen bewogen
herinneringen. Het is duidelijk
dat hij ze op móest schrijven. Nu of
nooit.
Hans Warren
Sipko Melissen: Jonge n
- 272 pag. Ij 39,90 - Querido, Amster
dam.