Reis door het rijk van Ali Pasja Griekenland zoals Homerus het beschreef Iets buiten Ioannina, niet ver van de Grieks-Albanese grens, staat hoog op een heuvel het wassenbeeldenmuseum van Paul Vrellis. Vanaf een uur of tien 's ochtends duizelt het er van de schoolkinderen. Struikelend en joelend wringen ze zich langs de reusachtige vitrines waarin de geschiedenis van Griekenland op aandoenlijke wijze uit de doeken wordt gedaan. Daar staan ze, in vaardig geboetseerde was. De helden en heldinnen van de natie. Despina Achladioli, Katsadonis, Kanaris... De Nederlandse bezoeker zegt al die namen weinig of niets. Hij ziet slechts de achter spiegelend vensterglas opgestelde tableaus, luistert naar de gids en drentelt gestaag verder door dat dool hof van de Heleense historie. Totdat hij bij de uitgang plotseling op het afgrijslijkste tafereel van de hele santenkraam stuit: 'De moord op Ali Pasja'. Hierop - dat is duidelijk - heeft de bevlogen artiest extra z'n best gedaan. Schuimend bloed dat met liters tegelijk langs de muren van een villa gutst, twee afgehakte soldaten-hoofden op een verwoeste veranda en de zieltogen de Pasja die men zojuist een kogel door het kruis heeft gejaagd. Het feest der herkenning. Eindelijk kan de Nederlandse bezoeker meepraten. Een dag eerder immers al, was hem het smake- lijke verhaal van Ali Pasja ter ore geko men. En nadien zou hij tijdens zijn reis door Epiros nog talloze malen worden ge confronteerd met leven en werken van de ze Albanese oplichter, rokkenjager, moor denaar, despoot, dief en afperser. Van 1788 tot begin 1822 tiranniseerde hij na mens de Turkse sultan Ioannina en wijde omgeving en hij deed dat op zo'n aanste kelijke manier dat ze er daar nog altijd niet over zijn uitgepraat. Tragedie Een galeiboef van superieure klasse, Ali Pasja. Maar tegelijk iemand met een on weerstaanbare charme. Luister naar de verschrikkelijke verhalen die over de on verbeterlijke schavuit de ronde doen, maar merk tegelijk op dat ze altijd met een glimlach om de lippen worden ver teld. Neem die tragedie rondom Kyra Frossyni; mooi maar onverstandig. In 1801 onderhield het meisje een vurige verhouding met Pasja's zoon Mouchtar. Daar was diens wettige echtgenote niet van gediend. Of haar schoonvader even wilde ingrijpen. Ja, dat wilde Ali best. Dus werd Kyra tijdens een bidstonde in de kerk in haar nekvel gegrepen, in een zak gebonden en in het meer gesmeten. Sa men met zeventien vriendinnen. Want als je iets doet, moet je 't goed doen. Waar je ook komt in Epiros - dat stuk Griekenland waar Griekenland nog Grie kenland is - overal hebben ze wel een an der verhaal over de verschrikkelijke mu zelman uit Albanië. Of het nou over zijn wrede moedertje gaat of over zijn veelwij - verij; of het nou over zijn weergaloze rijk dom gaat of over zijn perverse wreedheid. De inwoners van Parga namen uit voor zorg zelfs hun ijlings opgegraven doden mee toen ze op de vlucht sloegen voor Ali Pasja's optrekkende horden. En slaakten een zucht van verlichting toen de Turkse sultan zijn .al te eigenmachtig optredende 'gouverneur' ten lange leste liet vermoor den door hem dus een kogel dwars door zijn kruis te schieten. Ook al zo'n aax-dig detail. Het huis in Ioannina waarin Pasja roche lend aan zijn einde kwam, staat er nog. Of beter gezegd, de restanten daarvan. Drie jaar geleden verpletterde een reusachtig rotsblok de oude villa, waarna spoorslags Studenten vormgeving aan de slag met tuinverlichting Handige systemen voor gescheiden afval Op zoek naar de echte geitenkaas Waterkoelers verfrissende rage Aan tafel in Slijkplaat Oger Lusink ontwierp een chique stadsauto De ene uitlaat is de andere niet Motor voor in de stad en ruw terrein Rattekaai, voor stilte en weidse uitzichten Postzegels en puzzel zaterdag 21 juni 1997 De weg van alle vlees Zelf op het politiek toneel Detail van een fresco van Middeleeuwse martelmethoden op de muren van het Filanthropinonklooster. Een van de vele stenen boogbruggen in de omgeving van Loannina. aan de inmiddels volbrachte renovatie werd begonnen. Terecht, want het 'Muse um Ali Pasja' trekt meer bezoekers dan de opgravingen van het even verderop gele gen Dodona, nochtans ooit woonstee van Griekenlands oudste en meest geraad pleegde orakel. Slechts dat van Delphi slaagde er later in zijn gewaardeerde col lega uit noord-Griekenland naar de kroon te steken. Waarschijnlijk ook omdat het achter een woeste bergketen verstopte Dodona zelfs nu nog moeilijk te bereiken valt. Maar de weg erheen is onvergetelijk mooi. Net als trouwens het vaartochtje naar het in het Meer van Pambotis drijvende ei land met daarop Pasja's instant-sterf huis. En de muurschilderingen van het daar vlak naast gelegen Filanthropino nklooster natuurlijk. Of misschien is het beter de kwalificatie 'onvergetelijk mooi' hier te vervangen door 'walgelijk fascine rend'. Nog nooit zag de Nederlander, bijgelicht door de zaklamp van een mur- melende oude vrouw, zulke afschuwwek kende fresco's. De als een fleurige aap- noot-mies op de muren gepenseelde mini aturen geven de wijze weer waarop de in quisitie in de Middeleeuwen 'onchristelij ke honden' ondervroeg. Luguber was nog het meest positieve woord dat de bezoeker te binnen wilde schieten. Dagen later nog flitsten de beelden als stekende bliksemschichten door zijn brein. Of hij nou een kopje mierzoete Turkse koffie dronk in café Filoistron midden in de citadel van Ioannina of met openvallende mond en trillende benen in Monodendri bij de gapende muil van de peilloos diepe Vikos-kloof stond. Of hij nou in Konitsa een 25 meter hoge, stokou de stenen boogbrug opklauterde of bij Kakavia met steeds groter wordende ver bazing het opgefokte gedoe op de Grieks- /Albanese grens bezag. Kalasjnikov Achter die met een simpel hangslot afge sloten douane-overgang stond een met Kalasjnikovs behangen Albanees zich stierlijk te vervelen. De man probeerde grimmig te kijken, maar vergeleken met de martelende inquisiteurs op de wanden van het kloosterkerkjein Ioannina was hij niet meer dan een vriendelijke kabouter- krijger 'Mag ik een foto van u maken?' vroeg de Nedexdandse bezoeker dan ook onbevangen. Dat mocht. Maar op het mo ment dat de camera in gei'eedheid wei'd gebracht, slenterde de Albanees weg. Ja zeg, het was Volendam niet. Waarmee maar meteen de grootste char- me van Epiros is aangestipt. Geen toerist te bekennen. Ja Grieken. En in Parga, de enige bestemming met een internationale klantenkring, liggen tegenwoordig wa rempel wat Nederlanders op het strand te sudderen. Maar wat weten zij van die ver rukkelijke desolaatheid van de Zagoria- doipen? Van de bizarre, achter Papingo oprijzende 'torens' van het Pindosgeberg- te? Van de pita met geitenkaas en geiten- boter in de doipskroeg van Monodendri? Van het als een zwaluwnest tegen de wand van de Vokos-kloof aangeplakte Paraski- vi-klooster? Van Samarina, de plek van waar in oktober 1940 een 'zootje Grieks ongex-egeld' een zwaarbewapend Itali aans leger met de staax-t tussen de benen terugjoeg naar Albanië? Griekenland zoals Homerus het be schreef. Zeker zo spannend, alleen iets vriendelijker. Rob van den Dobbelsteen Het tegen de bergwand aangeplakte Paraskevi-klooster. BULGAF Tirana mac A V ALBANIË IONISCHE ZEE

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 37