Spanning frond een strop Cor Docter hielp thriller overleven Besmet gebied (3) PZC Over Peter de Zwaan kunst cultuur 20 vrijdag 20 juni 1997 Hieronder volgt het verhaal dat thrillerauteur Peter de Zwaan op verzoek van deze krant heeft geschreven in het kader van de actie Spanning rond een strop. Het verhaal is een vervolg op de eerste door Chris Kippen geschreven scène van Besmet gebieddie op vrijdag 30 mei in deze krant is afgedrukt. Vorige week heeft u de j bijdrage van misdaadauteur René Appel kunnen lezen. De Vlaamse schrijver Bob Mendes, LjJ die deze week de Gouden Strop won, sluit op vrijdag 27 juni de reeks af met zijn versie van j;|j Besmet gebied. De uitslag van de landelijke lezersprijs vraag, die 30 mei in de PZC werd f gepubliceerd, wordt vrijdag 4 juli bekend gemaakt. Vertel het. maar, zei Morsink. Huigens liet zich onderuit zakken en hoorde de stoel kra ken. Zorgvuldig drukte hij zijn sigaret uit in het vloerkleed. 'Ze gaan renoveren', zei hij. 'Volgen de week beginnen ze. Het laele hoofdbureau wordt vernieuwd en ik ga alles doen wat ik al jaren wildoen.' Morsink knikte. 'Dat heb ik ook als ik te weinig slaap heb gehad. Melig, dat is het juiste woord. Vertel nou maar wat je weet.' Morsink kent me te goed, dat is het, dacht Huigens. 'Viviane is ontwaakt', zei hij. 'Twee uur ge leden wankelde ze haar slaapka mer uit. Ze wilde het lijk meteen zien, er was geen houden aan. Het schijnt dat ze paniekeerde.' 'Paniekeerde.' 'Precies, paniekeerde. Dat woord ken ik van de Belgische tv. Je moet vaker tv kijken, jij, daar leer .je van. Ze paniekeerde en brak drie nagels toen ze de muur te lijf ging.' 'Ik dacht dat ze kleine wrijvin- kjeshadmet haar man.' Pluigens grijnsde. 'Vandaar die paniek en dat gegil. De dode was Harry niet. Het restant hoofd was van Huub.' Hij zag dat Morsink zijn gezicht in de plooi probeerde te houden en ergerde zich. 'Vraag het dan?' zei hij uitdagend. 'Wie is Huub?' 'Huub is Harry's broer, twee jaar ouder en erfopvolger. De var kensboerderij, het transportbe drijf, de slachterij, allemaal voor Huub. Het losse geld ging naar Harry. Dat was een miljoen of wat. In de handel zit veel los geld.' 'Geef mij maar geld. 'Allicht. Maar wij zijn van de stad. Op het platteland ligt het anders, soms. Je kunt van var kens houden, zeggen ze. 'Wij noemen dat sodomie. Legde Viviane het aan met Huub?' Huigens pakte een vel papier. 'Vi viane de Gelder. Miss Boerderij op haar dertiende. Ging met ou dere mannen mee vanaf dat ze veertien was. Liet haar neus her zien op haar zestiende, haar kin een jaar later. Op haar achttiende de voorgevel. Het schijnt dat ze er een half jaar later 400 cc liet uit halen omdat ze zo vol was ge pompt dat ze bang was dat ze zou opstijgen als ze windkracht drie tegen kreeg.' Huigens keek op. Wat schrijven die uitzendkrach ten het toch geinig op. Ze trouw de en scheidde voor ze 24 was. Toen ontmoette ze Harry de Beer Veel geld, veel status. Veel weg ook, Harry. Viviane had de tijd van haar leven.' 'Met Huub.' 'Onder anderen.Huigens gaf het papier aan Morsink. 'Lees en ge niet. Ik heb iemand naar het huis van Huub gestuurd. Hij woonde een kilometer of vijf verderop. Huubke noemen ze hem. Zijn vrouw liet een traan. Eentje, zei den ze. Raad eens wie bij haar was.' 'Tjezis.' 'Ja, die. Maar ze noemt hem Har ry. Hij was op bezoek. Soms breekt hij er even tussen uit. Hij zorgt voor morele steun. Zijn broer en schoonzus wonen mid den in besmet gebied. De biggen zijn afgemaakt, het exportïae- drijf ligt plat, net als de slachte rij. Huubke en zijn vrouw verkeerden in een emotioneel va cuüm, schijnt het. 'Huub heeft dat handig opge lost.' 'Zijn vrouw ook. Ze heeft beves tigd dat Harrv de hele nacht in de boerderij is geweest. Ze bloosde toen ze het zei.' 'Weet je hoe ze er uitziet? Ik be doel, die Viviane, dat isme er een. Die laat je niet voor de eerste de beste links liggen.' 'Heb ik nagevraagd. Puur natuur, zeiden ze. Hollands welvaren. Geen gram siliconen, allemaal eigen kweek. Een brok gezond heid. Ze heet Bertha. 'Ga weg. Alleen koeien heten Bertha. Bertha 28, Bertha 312.' 'Schoonzus ook. Ze heet Bertha en zo ziet ze er ook uit. 'Het platteland heeft vele gehei men', zei Huigens. Hij spreidde een hand en maakte een bewe ging met de duim. 'Wie hebben we allemaal. Huub, maar die is dood.' Hij bewoog de wijsvinger. 'Harry, maar die heeft een getui ge.' De middelvinger. 'Viviane, maar die was in een andere we reld. Nog meer?' Morsink maakte een cirkeltje met een ringvinger. We hebben een buurvrouw. Ze heeft een man weg zien lopen die al dagen in de buurt rondhing.' Huigenszuchtte tevreden. 'Datis tenminste iets. Er naartoe dan maar. Is Harry nog steeds bij Ber tha 8, of zit hij thuis Viviane te troosten?' 'Harry zit thuis, samen met colle ga Van Dijk. Harry zit naast een fles drank. Van Dijk zit naast Vi viane. Hij wacht tot ze het ant woord weet op de vraag waarom onder haar bed een jachtgeweer lag.' De vrouw keek langs Morsink heen naar de iepen voor het huis 'Ik kom niet vaak buiten. In het dorp, bedoel ik. Wel op het erf. Daar heb ik nog een zeug. Die was van mijn man. Ik kan haar niet weg doen.' Haar gezicht lichtte öp. 'Het mag ook niet eens. Die pest, weet u wel. Ze kwamen kijken of ik besmette varkens had. Inspecteurs of zo, van die maanmannen in witte pakken. Ik heb ze weggejaagd.' Ze zuchtte en bleef naar de iepen kijken. 'Ik dacht, ze komen wel terug met politie, maar daar bent u niet voor, natuurlijk, niet voor mijn zeug.' 'Nee,' zei Morsink. Wij zijn voor daarginds.' Ze knikte. 'Dat dacht ik wel. Ik zag hem weglopen.' 'Wie zag u?' 'Die man. Ik keek hem zo in zijn gezicht en ik werd doodsbang. Ik had geluid gehoord daarginds.' Ze wees zonder dat ze haar hoofd bewoog. 'Bij die... die...' 'Del?' De vrouw trok haar bovenlip op. 'Haar man is dood. Ze is nu ook weduwe.' Dat is haar manier van lachen, dacht Morsink en hij huiverde. Uit een ooghoek zag hij Huigens bewegen. 'Ik steek even over.' Morsink liep mee naar buiten. 'Kijk meteen even naar de Merce des waarmee Huub werd geplet. Die was van Harry, maar als Har ry bij Bertha was, waarom stond zijn auto dan in zijn eigen gara ge? Of leende Huubke behalve Harry's vrouw ook zijn andere pronkjuweel?' Huigens grinnikte. 'Zoiets zet je aan het denken. Als ik daarginds klaar ben zal ik kijken of Bertha aan haar tweede traan toe is.' Toen Morsink terug was in de ka mer was de vrouw weg. Bewe gingloos bleef hij wachten. Ver rek, dacht hijnou sta ik ook naar de iepen te kijken. Een mens gaat vreemde dingen doen als het land te plat is. Hij stond er nog steeds toen de vrouw binnenkwam. 'Ik heb kof fie gezet.' Morsink pakte het kopje aan. Wit, dacht hij. In het bureau is koffie bruin. Hij zette het kopje op een laag tafeltj e en ging zitten. 'Sorry, maar ik ben uw naam ver geten.' 'Ik heb helemaal niet gehoord dat u mijn naam hebt gevraagd', zei ze. 'Wij vragen altijd namen', zei Morsink. De vrouw knikte. 'Dat zal wel.' Ze liep naar haar oude plek en keek naar de iepen. Morsink voelde een duizeling. 'Ik stel voor dat we naar het bureau gaan', zei hij stijf. 'Daar hebben we foto boeken. Misschien herkent u de man van vannacht. Het verbaasde hem niet dat ze eerst haar goede goed wilde aan trekken. 'Hij is weg,' zei Huigens. 'Hij werd gebeld en verdween. Colle ga Van Dijk zei dat hij geen ter men zag een zo belangrijk man tegen te houden.' Morsink voelde zijn oor warm worden tegen de hoorn. 'Geen termen?' 'Je kent Van Dijk toch. Harry is weg. In zijn tweede Mercedes. Hij heeft nog een Audi ook. En een Eend, maar die is van heel vroe ger, schijnt het. 'Waar ben je nu?' 'In een aulaop twintig meter van de kist van Huub. Er staan twee dozijn verweerde hoofden om heen. De meeste hoofden huilen, maar uit dat van Bertha valt geen traan. Wat zal ik doen. Blijven of terugkomen?' 'Zij wel, maar ik weet niet of ik me door de noabers durf te roei en. Ze doen nogal beschermend. Wat doet onze vrouw met de ie pen?' 'Bekijkt de smoelenboeken', zei Morsink somber. 'Kom maar te rug. Misschien kom jij erachter hoe ze heet.' 'Nee,' zei de vrouw. 'Hij is er niet bij. Maar hij heet Groos.' Morsink klemde zijn handen om de rand van zij n bureau en zag de knokkels wit worden. 'Juist', zei hij. 'Dat weet u zo maar.' 'Nee', zei de vrouw. 'Dat staat on der de foto in de gang. Tweede van links, voorste rij. Groos, staat er.' Morsink smeet het telefoonboek op zijn bureau. 'Willem Groos. Noemt zich nu Bill. Staat in het telefoonboek als Bill, PI. Private investigator.' 'Is-ie niet weggegaan na die douw, twee jaar geleden? Je weet wel, hij zat voortdurend vrouw onvriendelijk te foezelen.' 'Vooral aan de vrouw van de hoofdinspecteur. Hij leed een beetje aan zelfoverschatting. Hij is teruggegaan naar het platte land. Hij woont in hetzelfde dorp als Huubke. Wat moest hij in de buurt van Harry de Beers bunga low?' Op Viviane passen. En naar de overbuurvrouw loeren. Wedje maken?' 'In opdracht van wie. VanHarry?' 'Of van Harry's schoonzus. Mis schien wilde zij weten waar Huub uithing.' Morsink stond op en viste auto sleutels uit zijn jas. 'Wat denk je. Zullen we eens een goede beurt maken en een moord oplossen?' 'Vraag jij j e ook af waarom PI Bill zich niet bij ons heeft gemeld?' vroeg Huigens. Morsink keek door de voorruit naar de ver bouwde boerderij van Groos. 'Ik vraag me af waar hij dat optrekje van heeft betaald. Waarom hij niet is gekomen is wel duidelijk. Hij weet wie de moordenaar is. Hij heeft 'm gezien en zit 'm nu er gens te chanteren.' 'Hij verzoekt beleefd om financi ële ondersteuning, zul je bedoe len. Denkt hij echt dat hij er mee weg komt?' 'Hij heeft altijd gedacht dat hij slimmer was dan alle anderen op het bureau. Kan Harry de Beer tractor rijden?' 'Vorige maand opende hij een beurs op zo'n ding. 'Ik schrok me vannacht te pletter van een tractor. Als ik toen was gestopt hadden we hier waar schijnlijk niet gezeten. Dit is be smet gebied, weet je wel, daarin rij je 's nachts niet op tractoren, niet als je niet in elkaar geslagen wilt worden door boeren die de hele dag lopen te piekeren over de vraag hoe ze hun bedrijf virus vrij moeten houden. Ik denk dat Harry op dat ding zat. Of boeren dochter Bertha. Ik gok op Harry. Hij reed naar zijn huis, liep naar zijn dubbele garage, wachtte op Huub, drukte hem halfdood met een van zijn auto's, schoot een la ding hagel in hem om zeker te zij n en legde het geweer onder het bed van Viviane als aardigheidje. Vi viane in de problemen, Huub uit de weg en gezonde, sterke Bertha helemaal voor Harry. 'En Groos? Door wie is die dan gehuurd? Niet door Harry of Ber tha. Je pleegt geen moord met een privé-detective in de buurt.' 'Misschien werkte hij voor eigen rekening. Gewoon een dorpsrod del gehoord en nagedacht. Hoe denk jij dat een detective aan de kost komt op het platteland. Van diefstal bij de dorpskruidenier? Van overspel in het groot, en van chantage. Vooral chantage.' 'Ja', zei Huigens tevreden. 'Het was Harry en dan weet Bertha er van, of het was Bertha en dan is Harry medeplichtig. Maar krij gen doen we ze. Ik stel voor dat we ze even laten spartelen. We tappen Groos en laten hem eerst een beetje chanteren. Daarna pakken we ze allemaal tegelijk en als we dat vieren dan drukken we een piepklein zoentje op alle foto's van Groos die nog in het bureau hangen.' Peter de Zwaan Peter de Zwaan (geboren in 1944 in Meppel) is van beroep journalist. Hij werkt sinds augustus 1968 in Enschede, eerst voor Dagblad Tubantia en vanaf 1996 voor de Twentsche Courant Tubantia. Van 1984 tot 1996 was hij chef van de kunstredac tie, vanaf januari 1996 is hij columnist en televisie recensent. Peter de Zwaan debuteerde in 1971 met het jeugd boek 'Smokkel over de groene grens'. Er volgde een dertigtal boeken voor de jeugd, waaronder tien de len van de bekende Bob Evers-serie. In het najaar van 1996 kwam bij uitgeverij Ellessy de jeugdthril- ler 'Mijn rotvriend' uit. Zijn eerste thriller voor volwassenen verscheen in 1992 bij Het Spectrum. Dit boek, 'Dietz', kreeg een nominatie voor de Bruna Gouden Strop, de prijs voor de beste Nederlandstalige misdaadroman. Na 'Dietz' verscheen in hetzelfde jaar 'Samake', in 1993 gevolgd door 'Coon'. Voor 'Rafels', dat in 1996 uitkwam, kreeg hij opnieuw een nominatie voor de Bruna Gouden Strop. In april van dit jaar verscheen zijn vijfde thriller, 'Een keel van glas'. Een opmerkelijke thriller, die dan ook terecht een nominatie voor de Gouden Strop 1997 ontving. Het boek bevat niet alleen een misdaadverhaal, maar ook zijn persoonlijke dag boekfragmenten, aantekeningen van een man met keelkanker. De Zwaan wordt geroemd om zijn laconieke schrijfstijl, de sobere toon, gecombineerd met een meedogenloze humor. „De Zwaan suggereert voortdurend dat schrijven helemaal niet moeilijk is", oordeelde een recensent ooit. „En dat is mis schien even knap als het bedenken van een aardige plot voor een misdaadroman. Wat De Zwaan dus ook nog doet." De auteur haat omhaal van woorden, verklaarde hij onlangs in een interview. „Er zijn veel te veel boe ken waarvan je denkt: als jij nou geen tekstverwer ker had gehad, maar zo'n oude Underwood waar je je vingers bij kneust, dan waren we heel wat eerder klaar geweest." „Ik hou van tempo. Vier bladzijden nemen om van A tot Z uiteen te zetten wat iemand voor figuur is - daar heb ik geen zin in. Hier een regeltje, daar een alinea, en aan het eind van het boek moet je het we ten. Als je het dan nog niet weet, dan heb je het niet goed gelezen of ik heb het niet goed geschreven - een van de twee." foto Ehm Krijnen Thrillerauteur Cor Docter: De huidige waardering voor thrillers is te danken aan de Lord Listers en andere boekjes. Francis Hobart, Sydney Spring, Salem Pinto. Namen die in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog prijkten boven de lange tijd zeer populaire misdaadromannetjes, oftewel pulp. Achter die buitenlands klinkende pseudoniemen verschuilde zich Cor Docter. Van de 71-jarige oud-journalist is nu onder eigen naam het boek Grossiers in moord doodslag verschenen. Dat is tegelijkertijd een hommage aan en een naslagwerk over de wegbereiders - Docter inclusief - van het Nederlandstalige thrillergenre anno 1997. Naslagwerk Nederlandse misdaadroman Cor Docter wil zich niet meten met Tomas Ross, René Appel, Bob Mendes, Conny Braam of Pe ter de Zwaan. De thrillers van de ze schrijvers werden genomineerd voor de Gouden Strop van dit jaar. Docter zat in de jury voor die prijs voor het beste Nederlandstalige spannende boek en geeft hoog op van het gemiddelde peil. „Maar voor mij staat buiten kijf dat de toenemende waardering voor de Nederlandse en Vlaamse thrillerauteurs volledig te danken is aan 'ons' werk. Ondanks de on barmhartige kritiek bleef het pu bliek voor en vooral na de Tweede Wereldoorlog ongestoord grijpen naar de Lord Listers en aanver wante boekjes. Wij hebben het genre levend gehouden. Gaande weg kreeg de lezer een betere smaak en daarvan profiteert de huidige generatie auteurs." Rotterdammer Docter werd bij de beruchte razzia in 1944 opgepakt en tewerkgesteld in Duitsland. Na de bevrijding keerde hij er terug. „Twintig jaar oud, zonder een cent. Veel geld was er thuis niet, al had ik mijn hbs-diploma kunnen halen en al verdiende mijn vader als meubelmaker goed zijn brood", verhaalt Docter in 'Gros siers...' „Maar er was een belangrijker er fenis dan geld", vervolgt Docter het autobiografische element in het naslagwerk, „de ongebreidel de leesdrang van ouders, broers en zussen.Het gezin Docter 'vrat', de misdaadboekjes van Multon en Moran. „Te kunnen schrijven als die kerels en daarbij journalist worden: het leek me het toppunt van wat er voor mij te bereiken viel." Pulpschrijver Wat CorDoctertoennognietwist, was dat Multon en Moran een en dezelfde persoon wasHerman Ni- colaas van der Voort (1900-1982). Hij is volgens Docter de grootste pulpschrijver die Nederland ooit heeft gekend, die onder maar liefst 40 pseudoniemen het fabelachtige aantal van 400 titels het licht deed zien. Journalist zou Docter pas in 1949 worden, voornamelijk bij het Rot terdams Nieuwsblad en tussen door bij de Plaagsche Courant. Maar boekenauteur werd hij al in 1946, nota bene bij de Rotterdam se uitgeverij De Stuw waar ook Van der Voort zat. De Stuw-uitge- ver Bontenbal kwam in financiële moeilijkheden en zag zijn ster- schrijver verdwijnen, waarop Docter zijn eerste man kon wor den. „Bontenbal verzon voor mijn debuut 'Moker Billy' ook mijn pseudoniem Francis Hobart. Zijn idee was dat een schrijversnaam zowel op z'n buitenlands als op z'n Rotterdams uit te spreken moest zijn." Hobart/Docter onderscheidde zich van zijn voorgangers door de harde aanpak: „Voor de oorlog waren het echt brave detectiefjes. Geweld werd geschuwd. Maar met de toename van de echte misdaad was er ook behoefte aan de zoge naamde hardboiled romans." In die categorie zijn in feite ook te plaatsen de eerste bulk Simenons, beroemd geworden door Maigret en de Havank-boekjes. Docter: ,De eerste Havanks waren fantas tisch. Op het laatst schraapte hij echter over de bodem van de pan. Naderhand kwam Docter, net als zijn grote vo orb eeld Van der Voort terecht bij Van Kersen, een gewe zen Haagse houthandelaar die zo wel over kapitaal als zakelijk in zicht beschikte. „Van Kersen was een geval apart. Hij las ons materi aal niet, daar had-ie geen tij d voor. 'Ik zie aan de recensies dat ze goed zijn'zei Van Kersen. Je schreef ge woon voor het vaderland weg. Een heel verschil met 'Grossiers...', waar ik volledig werd begeleid door de mensen van Meulenhoff." Inlichtingendienst De stroom pulp - of, zoals het gen re in ander landen heette: trivialli- teratur, shilling shockers en penny dreadfuls - kwam dus ongecorri geerd in de bibliotheken en boek handels terecht. „De katholieke Inlichtingdienst inzake lectuur, de Idil, vond geen onvertogen woord in mijn boeken. Eén keer slechts kwam er eentje terug van de Zwol se leenbibliotheek. Men vond het ongeschikt voor zijn lezertjes van wege een passage, waarin ik een man en een vrouw iets het uitpra ten op de i'and van een bed..." Vijftien vellen A-4 zonder interli nie, dat was Docters productie per dag". „Elke week 90 van zulke vel len, dat waren 192 boekpagina's op het formaat van de tegenwoor dige paperback." En de journalist, jarenlang verantwoordelijk voor de menselijke rubriek 'Rotterdam Centraal' in het Nieuwsblad, schreef onvermoeibaar voort. Niet voor niets heeft hij zichzelf en zijn collega's in 'Grossiers...' aange duid als veelschrijvers. Net als de avonturen van Nick Carter, Jerry Cotton en Lord Lis ter (de gentleman-dief Raffles) gingen de werkjes van 'Hobart', 'Spring' en 'Pinto' als warme broodjes over de toonbank. „Men sen kochten of leenden puur op de naam Hobart." En niet alleen in Nederland, zo bewijst het om vangrijke archief van Docter in zijn woning in het Brabantse Et- ten-Leur. De Duitse Conny Coll Verlag (München) gaf twaalf Ho- barts uit, zoals 'Das Testament des Doktor Watson' en 'Der dreizehn- teKreis'. Met het naslagwerk is Docters boekenteller op 131 komen te staan. Daaronder de 'Misdaad aan de Maas'-serie onder eigen naam, de Zwarte Band-reeks en geloof het of niet, een Heidi-omnibus en de circusroman 'De drie Larini's' onder het eenmalige alias Carolus Kassandra. „Inclusief de gewa- pend-betonstijl van Bordewijk. Dat is gelukkig bij een probeersel gebleven." Mevrouw Docter heeft de rem op de schrijversactiviteiten gezet. „Gelukkig maar", geeft hij graag toe, „want anders kwam ik geloof ik niet meer uit mijn huis van daan." Maar helemaal afscheid nemen van de populaire misdaad roman is uitgesloten. Docter ver heugt zich al op het einde van het jaar, als de Lord Lister Klub zijn tienjarig jubileum viert. „Een leu ke groep van ongeveer 100 mensen die helemaal verslingerd zijn aan de gentleman-dief." Arno Ruitenbeek Cor Docter: Grossiers in 7noord doodslag - uitgever Meulenhoff-M, f29,90.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 20