kunst cultuur Duitsland sluit vrede met Heinrich Heine Verguisde schrijver terug in Düsseldorf 22/23 vrijdag 20 juni 1997 Biiste van Heinrich Heine. Pascale Roze peilt haar onderbe wustzijn Taal met een eigen verhaal Pascals Gedachten in het Nederlands Peter de Zwaan in derde aflevering van Besmet ge bied Naslagwerk van misdaadromans Bob Dylan cen traal in Ameri kaanse cultuur geschiedenis Faith No More maakt Album van het jaar Nederpop krijgt eigen archief in De Kosmos Arnhem presen teert Aboriginal kunst Mendini tijdelijk onder dak in Hil versum Privé Domein kiest voor satire Overzicht van pro za en poëzie in Vlaanderen John Malkovich speelt crimineel in Con Air Crash verenigt auto's en erotiek La Promesse biedt België hoop 21 Duitsers zijn dal op herdenkingen. Er gaat geen dag voorbij of een staatsman, geleerde, kunstenaar of sportheld wordt postuum in de bloemetjes gezet. Een van hun belangrijkste schrijvers is jarenlang aan deze kus des doods ontsnapt. Heinrich Heine (1797-1856), dichter van onder andere het satirische meesterwerk Duitsland. Een Wintersprookje, had de vuile Duitse was al te graag buiten gehangen. Nu staat alles in het teken van de Wiedergutmachung en viert zijn geboortestad Düsseldorf met manifestaties en een tentoonstelling het Heine-jaar. Heines idee van het geluk zag er bedrieglijk hui selijk uit. Bescheiden woning, simpele inrich ting, geraniums op de vensterbank, prieeltje voor de deur. En dan, aan het slot van deze inventarisa tie van kleinburgerlijke aspiraties, komt opeens de karakteristieke wending, die alles op losse schroe ven zet: 'En als het de Lieve Heer behaagt, een boom om mijn vijanden in op te hangen'. Dat één boom voor dit nobele doel niet genoeg zou zijn, moet hij toen al geweten hebben. Om alle vij anden van de misschien niet grootste, maar in elk geval geestigste en scherpzinnigste Duitse schrij ver van de laatste 200 jaar op te kunnen hangen, is een bos van redelijke omvang nodig. Want geen schrij ver heeft met zoveel enthousiasme op de lan ge tenen van zijn landgenoten gedanst als Heinrich Heine. Heine is in de Duitse literatuur een unieke ver schijning. Of liever, er zijn eigenlijk twee Heines. De eerste wordt ook nu nog voornamelijk bewon derd als de dichter van elegante, vaak sentimentele poëzie, die door grote componisten als Schubert en Schumann op muziek is gezet. Die bewondering is niet verwonderlijk, want dat was de onschuldigste kant van zijn schrijverschap. Tranen laten, omdat de geliefde 's avonds de deur niet open doet, daar doet een smachtende poëet niemand kwaad mee. De andere Heine was van een heel ander kaliber. Dat was de grootmeester van de ironie, de satiricus en essayist die een scherp, soms profetisch oog had voor de misstanden in zijn land en die met een nog scherpere pen beschreef. Deze Heine was tot lang na zijn dood omstreden en gehaat. Aan iemand die hen grijnzend de spiegel voorhield hadden ze in het vaderland geen behoefte. Dat duurde tot ver na de Tweede Wereldoorlog. Pas in 1988 vond men dat hij lang genoeg dood was om de universiteit van zijn geboortestad naar hem te kunnen vernoemen. Joods Zelfs de meest geniale biograaf kan, zeker van een figuur die 200 jaar geleden werd geboren en ruim 140 jaar dood is, niet alle belangrijke invloeden in het leven van zijn onderwerp traceren. Maar bij Heine kunnen we veilig aannemen, dat zijn joodse afkomst en zijn bewondering voor de Franse Revo lutie en Napoleon cruciale factoren zijn geweest. Heine was geen 'typische jood'. Hij heeft zich niet aan het getto moeten ontworstelen. Zij n vader was een koopman die het tot een redelijke welstand en aanzien had weten te brengen. Zijn moeder was een voor die tijd zeer geëmancipeerde vrouw, die aan haar zoon haar liefde voor de literatuur, en dat was toen vooral het werk van Goethe, heeft overge dragen. Over de rol die de religie in huize Heine speelde, is niet veel bekend. Heine heeft zich in 1825 tot het protestantisme bekeerd, dat was het 'entreebiljet' voor een maatschappelijke carrière, Affiche van de tentoonstelling Ich Narr des Glücks; inzet: portret van Heinrich Heine. en (her)ontdekte het geloof van zijn vaderen pas weer aan het eind van zijn leven. Last van joodse zelfhaat en het bijpassende min derwaardigheidscomplex schijnt hij niet te hebben gehad, al zal menig al dan niet gediplomeerd psy choloog dat ongetwijfeld anders willen zien. 'Het beste aan u is, dat u mijn naam draagt', schreef hij een keer aan zijn oom Salomon, een schatrijke bankier bij wie hij regelmatig de hand ophield. Nationalisme Maar dat dit joods-zijn geen jas was die je bij de garderobe kon afgeven of kon inruilen voor een mantel van keurig christelijke snit, heeft hij zijn hele leven moeten ondervinden. Die ervaring heeft hem al snel de ogen geopend voor de reactionaire trekken van het Duitse nationalisme, die toen' al het liberale element dreigden te verdringen en ten slotte zouden uitmonden in het nazisme. 'Lach niet om de fantast, die denkt dat de revolutie die in de geest plaats vindt, ook in werkelijkheid zal uitbreken. Eerst komt het idee en dan de daad, zoals de bliksem er eerder is dan de donder. De Duitse donder is weliswaar een Duitse en komt dus moeizaam op gang, maar komen zal hij. En dan zal er een noodweer losbarsten zoals je in de hele we reldgeschiedenis nog niet hebt beleefd. En dan weet je het: de Duitse donder heeft eindelijk zijn doel bereikt. Onder luid geraas zullen de adelaars dood uit de hemel vallen en in de verste woestijnen van Afrika zullen de leeuwen met de staart tussen de benen afdruipen. Er zal in Duitsland een stuk opgevoerd worden, waarbij vergeleken de Franse Revolutie kinderspel was'. Dat schreef hij in 1835, 100 jaar voor Hitier aan de macht kwam. Ook na zijn dood bleven de antisemieten hem ach tervolgen. Zo moesten de kinderen in de jaren der tig op de nationaal-socialistische basisschool wel een van zijn beroemdste gedichten, de Loreley, uit het hoofd leren, maar wie dat meesterwerk ge- schrev,en had, mochten ze niet weten. Het was het werk van een 'onbekende dichter'. Schandaal Het antisemitisme was ook de aanleiding tot het grootste schandaal dat de Duitse literatuur heeft gekend en dat de Duitse literatuurwetenschappers nog steeds in zijn ban houdt. De dichter Alexander von Platen, - 'zolang hij leeft, is hij in zijn vrien denkring onsterfelijk', aldus Heine - had de aanval geopend en zijn pijlen gericht op Heines achilles hiel, zijn joods-zijn. Dat was onverstandig. Nooit eerder werd een schrijver zo de grond in ge stampt als Von Platen. Heine ontzag niets. De slechte gedichten van zijn slachtoffer niet, maar ook niet diens homoseksualiteit. Dat laatste wordt hem zelfs nu nog wel eens aangewreven. Hij, een outsider, had een andere outsider aan stukken ge scheurd. Dat had hij niet mogen doen. Dat was niet solidair. Het verwijt bewijst dat ze weinig van Hei ne en zijn motieven hebben begrepen. Hij weigerde leven en literatuur, poëet en persoon van elkaar te scheiden. Als Von Platen in staat was geweest een goed gedicht over zijn 'blonde jongelingen' te schrijven, had Heine hem wegens zijn anti-semi- tisme ongetwijfeld de oren gewassen, maar niet in mootjes gehakt. Maar ja, Von Platen was een pre tentieuze rijmelaar en dat was onvergeeflijk. Zijn solidariteit bewaarde hij vooral, en voorna melijk in theorie, voor Het Volk. Heine was een overtuigd aanhanger van de heilige drie-eenheid van de Franse Revolutie, 'vrijheid, gelijkheid en broederschap', die de Franse legers ook naar Düs seldorf hadden gebracht. De grootste ramp die Duitsland na de nederlaag van Napoleon in 1815 had kunnen treffen, was dat Pruisen de domine rende macht werd. Pruisen, dat was de ontkenning van de Franse drie-eenheid. Pruisen was militaris me, censuur en gezagsgetrouwheid. 'De ambtena ren zijn er zo stijf, alsof ze de stok hebben ingeslikt, waarmee ze op hun sodemieter hebben gekregen', dichtte hij in Duitsland. Een Wintersprookje (1844). Dat Pruisen maakte hem het leven zo zuur, dat hij in 1830 naar Parijs uitweek, waar weer eens een revolutie was uitgebroken. Rothschild In Parijs werd Heine belijdend socialist. Hij was te gen uitbuiters, speculanten en andere kapitalisten. Maar hij kwam ook graag bij de grootste kapitalist van die tijd, de bankier Rothschild, over de vloer en schaamde zich niet om hem beleggingtips te vra gen. Het aardige aan hem is dat hij deze tegenstrij digheid nooit heeft weg gemoffeld. Hij zag de noodzaak van de 'verheffing van het proletariaat', steunde die van ganser harte en kende veel socia listische denkers en leiders, onder wie een andere Duitse balling, K. Marx, persoonlijk. Maar er was altijd scepsis over het eindresultaat. Offers bren gen voor een toekomstig heil trok hem niet. Dat het 'Morgenrood' die kleur vooral heeft te danken aan het bloed, dat in stromen voor het ideaal is vergo ten, zou hem niet hebben verbaasd. Bij alle inzet voor de Geknechte Mens was zijn vrouw Mathilde de enige proletariër die hij echt goed heeft gekend. Het verhaal wil dat hij deze an alfabete schoenenverkoopster, die eigenlijk Au gustine heette, heeft vrij gekocht van haar tante. Mathilde/Augustine was een struise schoonheid, die vermoedelijk nooit een letter heeft begrepen van wat haar man geschreven heeft. Ze was zeer ja loers - Heine hing graag de rokkenjager uit - maar het huwelijk was volgens vrienden goed. Omdat Heine in het sociale verkeer een voorkeur had voor geëmancipeerde vrouwen, is zijn keuze voor Ma thilde voor veel Heine-vorsers een raadsel ge weest. De oplossing ligt zo dicht voor de hand, dat ze haar over het hoofd hebben gezien. Een goed ge sprek met een intelligente vrouw was interessant, maar als ze tussen de lakens niets te bieden had, was de lol er gauw af. Mathilde had in dit opzicht kennelijk heel wat te bieden. Ze bleek ook een goede kameraad die hem tijdens zijn ziekte voorbeeldig heeft verzorgd. In 1848 be gon de lijdensweg die in 1856 eindigde met Heines dood. Hij werd onwel op straat, zakte in elkaar en moest naar huis worden gedragen. Zelf vertelde hij dat hij in het Louvre, voor het beeld van de Venus van Milo, was gevallen en dat hij de godin gevraagd had hem overeind te helpen. Dat ging natuurlijk niet, omdat ze geen armen had. Op zijn ziekbed heeft hij een aantal van zijn aan grijpendste gedichten en zijn beste proza geschre ven. Ondanks de pijn was hij opvallend vaak goed geluimd. Mathilde had een verpleegster gehuurd, een zwarte reuzin, die hem ook baadde. Toen ze hem een keer van zijn bad naar zijn bed droeg, zei hij tegen een bezoeker. 'Je ziet, in Frankrijk word ik ten minste op handen gedragen'. Peter van Nuijsenburg Expositie: Ich Narr des Glücks - tot 20 juli in de Kunsthol le in Düsseldorf.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 17