Wie muziek schrijft moet alleen zijn
PZC
Componist
Iannis Xenakis
FESTIVAL nieuwe MUZIEK
kunst cultuur
16
woensdag 18 juni 1997
Zijn naam betekent zachtmoedige
vreemdeling. Hij is als Griek geboren in
Roemenië. Na de Tweede Wereldoorlog week
hij uit naar Frankrijk, omdat hij in
Griekenland ter dood was veroordeeld.
Hoewel hij is opgeleid als technisch
ingenieur, werd hij componist.
Zijn volstrekt compromisloze muziek streek
vervolgens zelfs avant-gardistische
voormannen als Pierre Boulez en Karlheinz
Stockhausen tegen de haren in.
Een van de gevolgen ïs dat zijn muziek in
Frankrijk, zijn tweede vaderland, nauwelijks
wordt gespeeld. „Daarom heb ik
Frankrijk verlaten", zegt hij. „Ook al
woon ik er nog wel."
En zoals hij zich nergens op zijn plaats voelt,
voelt hij zich ook niet thuis
in zijn eigen tijd. „Ik ben een oude Griek die in
de twintigste eeuw leeft", is een van zijn
bekendste uitspraken.
Het zal duidelijk zijn, de componist Iannis
Xenakis is in alle opzichten een
buitenbeentje. Maar nu hij 75 is en terugkijkt
op zijn leven, beginnen eenzaamheid en
miskenning aan zijn gemoedsrust te knagen.
„De laatste tijd vraag ik me steeds vaker af:
Waarom schrijf ik eigenlijk muziek?"
Iannis Xenakis houdt niet van
onnodige poespas. Zijn.vrouw
Frangoise kan erover meepraten.
In 1953 was ze gedwongen om met
hem te trouwen, omdat haar
werkgever haar dreigde te ont
slaan als ze 'onwettig' bleef sa
menwonen. Op 3 december togen
Iannis en Francoise naar het ge
meentehuis. Binnen een vloek en
een zucht was het huwelijk vol
trokken en het nieuwbakken echt
paar ging uit lunchen. Het eten
was nog maar nauwelijks naar
binnen gewerkt of Xenakis zei te
gen zijn vrouw: „Goed, het heeft
geen zin om ook de middag te ver
spillen, dus ik ga maar eens aan
het werk." Weg was hij.
Verbruik mijn tijd niet, ik heb nog
wel iets beters te doen. Dat is ook
wat Xenakis - buitengewoon
vriendelijk overigens - uitstraalt
naar iedereen die hem komt inter
viewen. Een praatje over het weer,
even informeren of de reis van
Middelburg naar Parijs goed is
verlopen, een bakje thee of koffie
aanbieden? Het komt in zijn hoofd
niet op. Ga zitten en vraag wat je te
vragen hebt. De meeste antwoor
den zijn niet langer dan één zin,
waarna telkens dezelfde vier
woorden volgen: „En dat is het."
Muziekstraat
Plaats van handeling is Xenakis'
werkruimte in de Rue Victor Mas-
sé, vlak achter Place Pigalle. En
kele maanden geleden kwam de
kunstredactie van een Franse
krant op het idee een artikel te wij -
den aan deze straat, waar binnen
een afstand van honderd meter zes
muziekwinkels zijn gevestigd,
vrijwel allemaal gespecialiseerd
in elektrische gitaren. Elke Franse
popmuzikant die iets voorstelt,
schijnt zijn apparatuur te kopen
in de Rue Victor Massé.
Het verhaal over dé muziekstraat
van Parijs was bijna af, toen de
schrijver ontdekte dat hij iets over
het hoofd had gezien.' Namelijk
dat op de vierde verdieping van
een appartement aan de Rue Vic
tor Massé jarenlang van 's mor
gens vroeg tot 's avonds laat is ge-
werkt aan een ruim
honderdveertig composities tel
lend oeuvre dat door het onstuit
bare zoeken naar vernieuwing
uniek is in de wereld. Toch geen
onbelangrijk detail.
Het is tekenend voor het gebrek
aan erkenning dat Xenakis in
Frankrijk ervaart. In elk land zou
de 75ste verjaardag van een com
ponist van zijn formaat aanlei
ding zijn voor een reeks van con-
certen, radioprogramma's en
bijlagen in kranten en tijdschrif
ten, maar rond de 29ste mei bleef
het stil in Frankrijk. „InEngeland
zijn concerten georganiseerd ter
gelegenheid van mijn verjaardag
en straks dus in Nederland", somt
Xenakis op. „En dat was het dan."
„Nee, ik bezoek die uitvoeringen
niet." Lachend Vervolgt hij: „Hoe
wel de organisatoren heel hard
proberen om mij er naartoe te krij
gen. Maar het kan me niks schelen.
Ik ben te oud om zulke concerten
te bezoeken."
Luisteraar
Zelfs sommige premières slaat hij
tegenwoordig over, zodat er com
posities van hem bestaan die hij
nog nooit heeft horen uitvoeren.
„Ik vind dat niet vervelend. Het
schrijven van een compositie is
voor mij het belangrijkste, niet
wat er daarna mee gebeurt. Na
mijn dood worden mijn stukken
waarschijnlijk nog steeds uitge
voerd. En over een paar eeuwen
misschien ook wel. Dan weten de
mensen helemaal niet meer wie
die Xenakis was die dat ooit
schreef. Als straks, enkele genera-
ties later, mensen mijn muziek uit
voeren, begrijpen ze niet meer hoe
ik die heb geschreven. Als een mu
sicus vandaag de dag een Italiaan
se partituur uit de zestiende of ze
ventiende eeuw speelt, komt hij
ook dingen tegen die hij niet snapt
omdat de notatie en de muziek-
praktijk in de loop der eeuwen zijn
veranderd. Dan kan hij toch ook
niets meer aan de componist vra
gen?"
Bij het componeren denkt Xena
kis geen moment aan de luisteraar.
„Natuurlijk niet. Welke luiste
raar? Weet u dat? Niemand weet
dat. Een componist kent zijn luis-
teraars niet. Hij moet alleen zijn
als hij zijn muziek schrijft en zich
daarbij niets van de hiisteraar
aantrekken. Want de luisteraar
verandert. Elke generatie bena
dert muziek of kunst op een andere
manier. Daar staat de componist
buiten. Dat doet voor hem niet ter
zake."
„Natuurlijk, muziek bestaat om
ernaar te luisteren, maar dan moet
het eerst gespeeld worden. Als
musici het niet spelen, is dat jam
mer voor de muziek maar zo gaan
de dingen. Muzikanten zijn niet
verplicht om mijn muziek uit te
Oktober 1995 was Xenakis in de Grote Kerk van Veere, toen daar zijn Oresteia werd uitgevoerd.
foto Co Broerse
voeren. Ze spelen vaak liever iets
wat aangenaam is voor de luiste
raar. En wat betekent dat? Dat be
tekent dat ze het kennen en niet
dat ze het nog moeten ontdekken.
Bij de meeste musici staat het ont
dekken van muziek jammer ge
noeg niet op de eerste plaats. Ze
zien niet in wat voor nut dat heeft
voor hen of voor het publiek.
„Met zulke overwegingen kan ik
me niet bezighouden als ik muziek
schrijf. Ik heb er juist een hekel
aan om mezelf te herhalen. Ik wil
alleen maar dingen doen die nog
niet eerder zijn gedaan. Nieuwe
geluiden maken waarvoor nieuwe
technieken nodig zijn. Dat maakt
het moeilijk, ook voor de musici
want die weten daardoor niet hoe
ze iets moeten spelen. Ongetwij
feld zijn er in mijn muziek ook
constante factoren aan te wijzen,
maar die wil ik niet volgen. Ik pro
beer me daarvan niet bewust te
zijn, zodat ik me er niet door kan
laten leiden."
De verlegen Xenakis mist niet al
leen het talent om zijn muziek te
verkopen, hij ziet er ook het nut
niet van in. Zelfs musici die hem
opzoeken en vragen stellen over de
achtergrond van een compositie
die ze willen uitvoeren, komen
vaak van de koude kei-mis thuis.
Hij kan ze niet meer vertellen dan
hij in noten op papier heeft gezet.
Dat zijn muziek desondanks met
grote regelmaat wordt uitgevoerd
- zij het niet in Frankrijk - pleit
voor de kwaliteit. Die wordt wel
onderkend.
Verkeerde tijd
Aanvankelijk zag het er niet naar
uit dat Xenakis het ooit tot com
ponist zou schoppen. Hij werd op
29 mei 1922 geboren in het Roe
meense Braïla. Vanaf zijn tiende
ging hij naar school in Grieken
land. Hij studeerde aan de techni
sche hogeschool in Athene. Tege
lijkertijd ging zijn belangstelling
uit naar Griekse volksmuziek en
de bouwkunst van de klassieke
oudheid. „Ik was ongelukkig om
dat ik leefde in een eeuw waarin ik
niet paste", zei hij daarover ooit in
een inteivdew. „Ik had het idee dat
ik in een verkeerde tijd was gebo
ren. Ik kon het modei-ne leven niet
verdragen, dat was te lelijk, te on
interessant. Ik wilde daai-aan ont
snappen en mijn eigen universum
creëren."
Voorlopig kreeg hij daarvoor geen
kans. De Tweede Wereldoorlog
brak uit en Italiaanse en Duitse
soldaten bezetten Griekenland.
Xenakis sloot zich aan bij het
communistische verzet. In 1944
werd Griekenland bevrijd, maai
de Engelsen trachtten, onmiddel
lijk het populaire communisme de
Iannis Xenakis: Ergens zullen er wel gevoelens aan mijn muziek ten grondslag liggen, maar daarvan ben ik me
niet bewust. foto Camilla van Zuylen
kop in te drukken. De oorlog ging
door en in december raakte Xena
kis zwaar gewond bij een Engels
bombardement op Athene. De lin
kerhelft van zijn gezicht wei'd ern
stig beschadigd en hij verlpor het
zicht van één oog. De communis
ten trokken uiteindelijk aan het
kortste eind en het door de Engel
sen in het zadel geholpen rechtse
bewind veroordeelde Xenakis ter
dood. Hij wist uit te wijken naar
Frankrijk en in 1947 vestigde hij
zich in Parijs.
Biografie
In haar biografie over Xenakis
heeft Nouritza Matossian overtui
gend aangetoond dat de ooiiog
van cruciale betekenis is geweest
voor zijn muziek, maar de compo
nist veinst van niets te weten. „Het
belang van de oorlog voor mijn
muziek? Ik weet het niet. Ik kan
me dat nu niet herinneren. Het
spijt me."
Tot 1960 werkte Xenakis, eerst als.
technisch medewerker en later als
architect, bij het bureau van Le
Coi-busier, een van de invloedrijk
ste en meest omstreden architec
ten van deze eeuw. Ook Xenakis
leek zich tot een belangrijk archi
tect te ontwikkelen, maar uitein- -
delijk bleek zijn passie voor mu
ziek te sterk. „Ik hield van het
geluid van instrumenten", zegt
hij. „Ik luisterde naar de muziek
van andere componisten en ik
dacht: 'Waarom zou ik zelf niet iets
schrijven?' Er zat iets in me, een
drang om muziek te schrijven. Zo
is het begonnen en sindsdien ben
ik ermee doorgegaan. Heel simpel.
Na verloop van tijd kreeg ik op
drachten en zo ben ik altijd mu
ziek blijven schrijven."
„De keuze tussen architectuur en
muziek was niet zo moeilijk. Als je
architecturale vormen wilt ont
werpen, moet j e j e ook in de archi-
tectuxn-wex-eld bewegen. Je moet
geaccepteerd worden en mensen
moeten je opdrachten geven. Dat
vroeg te veel van mijVoor mij was
het makkelijker om muziek te
schrijven dan om gebouwen te
ontwerpen. Als componist was ik
onafhankelijker. Ik voelde me
vrijer."
Het was Olivier Messiaen die als
eerste Xenakis' muzikale talent op
waarde schatte. Opmerkelijk ge
noeg raadde hij hem af om alsnog
een traditionele muzikale oplei
ding te volgen. „Je bent bijna der
tig", hield Messiaen hem voor ,En
je hebt het grote voordeel dat je
een Griek bent, dat je een architect
bent en dat je wiskunde hebt ge
studeerd. Maak daar gebruik van.
Stop die dingen in je muziek." Dat
is precies wat Xenakis heeft ge
daan.
Zijn composities zijn vaak verge
leken met monumentale gebou
wen. Bij het componeren van zijn
klankstructuren maakt hij ge
bruik van wetenschappelijke the
orieën en berekeningen, voorna
melijk uit de wiskunde.
Kansi'ekening, speltheorieën,
groepenleer, matrixfuncties, poly-
gonaalvariaties, dat zijn begiïp-
pen waar hij als componist mee
werkt. Het maakt Xenakis onver
gelijkbaar met zijn tijdgenoten,
besefte dirigent Herman Scher-
chen in 1954 meteen bij het lezen
van de partituur van zijn eerste
grote orkestwerk Metastaseis.
„Dit komt niet voort uit de mu
ziek", aldus de verblufte Scher-
chen. „Dit heeft met hele andere
dingen te maken.
Volgens Xenakis is het niet meer
dan logisch dat hij de wetenschap
voor zijn muziek gebruikte. „Ik
was afgestudeerd aan de techni
sche hogeschool van Athene. Voor
mij was het normaal om in die ter
men te denken. Ik had geen voor
opgezet doel om de wetenschap te
gebruiken. Ik schreef deze mu
ziek, omdat ik deze muziek wilde
schrijven. Alleen, ik merkte dat de
wiskunde mij daarbij goed van
pas kwam."
Zijnmuziek is ook expressie, vindt
Xenakis. „Maar dan een uiting
van gedachten, niet van gevoe
lens. Ergens zullen er wel gevoe
lens ten grondslag liggen aan mijn
muziek, maar daarvan ben ik mij
niet bewust. Ik wil het ook niet we
ten. Gevoelens zijn als een val,
daarom moet ik ze uitsluiten. Ze
halen me uit het denken over mu
ziek, ze ondermij nerihet avontuur
van het componeren. Waarom?
Omdat ze te veel op de luisteraar
inspelen. Gevoelens maken van
het componeren een trucje, ze ver
oorzaken dat ik dingen ga her-ha
len. Dat is precies wat ik niet wil.
Messiaen, de eerste prominente
musicus die hem aanmoedigde, en
Scherchen, de eerste die zijn mu
ziek dirigeerde; van beiden heeft
Xenakis een foto in zijn boeken
kast staan. „Kijk, die linker, dat is
Messiaen. Hij was echt in mijn
muziek geïnteresseerd. Hij hield
van mijn composities, al schreef
hij zelf heel andere muziek. Hij
was erg aardig en stond open voor-
wat ik deed. In de jaren vijftig
volgde ik zijn lessen."
Mondriaan
Er komen nog enkele kunstenaars
ter sprake. Zoals de componist
Edgar Varèse, ook iemand die
compromisloos naar vernieuwing
streefde. Xenakis knikt instem
mend. „Hij was een voorbeeld van
het soort componist dat ik wilde
zijn."
Bij het horen van de naam Piet
Mondriaan kijkt Xenakis verrast
op. Een glimlach kleurt zijn ge
zicht. „Mondriaan. Ik geloof niet
dat hij iets met mij n muziek te ma
ken heeft, maar ik hou van hem.
Hij was een revolutionair in zijn
tij d. Hi j deed wat niemand deed en
moet zich dus erg eenzaam hebben
gevoeld."
Je als kunstenaar eenzaam voelen,
omdat mensen niet begrijpen
waarmee je bezig bent, dat is iets
watXenalds herkent. „Ja, natuur
lijk. Zeker hier in Frankrijk. Kijk,
ik heb altijd maar op één manier
gewerkt. Ik schreef mijn stukken
en stuurde ze naar mensen waar
van ik dacht dat die erin geïnteres
seerd zouden zijn. Die zeiden dan:
'Ja, dat voeren we uit.' Soms be
sloten ze om het niet te doen. Maar
zo gaat het niet in Frankrijk. In
Frankrijk willen ze er zéker van
zijn dat je een serieuze componist
bent. En serieus betekent dat je
niet met nieuwe dingen in de weer
bent maar dat je voortborduurt op
wat componisten in de negentien
de eeuw deden. Daarom ben ik met
mijn muziek uitgeweken. Ik heb
Frankrijk verlaten, ook al woon ik
hier nog wel."
Xenakis is altijd stug door blijven
werken zonder een millimeter van
zijn principes af te wijken. Dag in
dag uit sluit hij zich op in zijn
werkkamer aan de Rue Victor
Massé, als een kluizenaar wer
kend aan de schepping van een ei
gen universum. Maar hoe lang
nog? Hij wordt oud en er vallen ga
ten in zijn geheugen. Aan het eind
van de maand vertrekt Xenakis
voor drie maanden naar Corsica
en het is maar de vraag of hij het
componeren daarna nog oppakt.
„Ik schrijf alleen nog muziek om
dat ik niets anders meer te doen
heb", zegt hij bitter. Waarop hij
onmiddellijk beseft dat dat niet
waar is, want als er in zijn hele le
ven één ding de moeite waard was
om te doen dan was het juist com
poneren. „Nou ja", corrigeert hij
zichzelf. „Wat ik wil zeggen is dat
ik me de laatste tijd steeds vaker
afvraag: Waarom schrijf ik eigen
lijk muziek?"
Ernst Jan Rozendaal