In Azië heerst de vrede van de begraafplaats De sluier komt in beweging PZC Terrorisme en godsdienst-fanatisme zijn Irans wapenfeiten Iran kijkt uit naar verlichting reportage 35 Premie op hoofd Taslima Nasrin zaterdag 14 juni 1997 Wie haar vermoordt krijgt 5.000 dol lar van moslimfundamentalisten uit Bangladesh. De regering van dat land ziet haar het liefst voor twee jaar achter de tralies verdwijnen wegens het beledi gen van de moslims. Het is dan ook niet voor niets dat schrijfster Taslima Nasrin (34) uit Bangladesh, die tweeënhalf jaar geleden naar Zweden vluchtte, de 'vrou welijke Salman Rushdie' wordt ge noemd. Afgelopen week was ze in Amsterdam. Alleen. Zonder bewaking. Ondanks haar bescheiden postuur is ze een opvallende verschijning in haar traditionele kledij. „In Nederland voel ik me veilig. Niet als ik naar landen ga met veel moslimextre misten, en daar reken ik ook Engeland en de VS toe. Dan ga ik alleen als ik bescher ming krijg." In hoeverre is haar positie dan met die van Salman Rushdie te ver gelijken? „Wel en niet. Hij is een veel be tere schrij ver dan ik. Ik wil meer een acti viste zijn. De overeenkomst is dat tegen ons beiden een 'fatwa' is afgekondigd, en we hebben allebei kritiek op de islam". Het waren haar activiteiten als schrijfster/activiste, die Nasi-in in con flict bracht met de autoriteiten in het door moslims gedomineerde Bangladesh en de moslimextremisten. Ze is van huis uit arts en begon haar literaire carrière met het schrijven van poëzie, later ge volgd door columns in dagbladen en en kele boeken. Haar korte roman Lajja werd door de Bengaalse regering wegens 'godslastering' verboden en een proces volgde. Negen maanden dook Nasrin on der in eigen land. Pas na internationale druk stond de regering toe dat ze de uit komst van haar proces in het buitenland mag afwachten. Heimwee Ze woont nu in Zweden. Alleen. Ver weg van familie, vrienden en vaderland. „Ik mis de warmte van mijn land en de men sen die daar wonen. Ik hoop er ooit terug te keren, maar daar zal zoiets als een re volutie voor nodig zijn. Ik verander niet van standpunt om terug te kunnen k&r ren." Haar standpunt is radicaal. Ze komt op voor de mensenrechten in haar land en met name voor de rechten van vrouwen. Volgens haar is er een groot obstakel dat weg moet, voordat vrouwenrechten seri eus genomen zullen worden: het geloof. Niet specifiek de islam of de fundamen talistische uitleg daarvan door extreme moslims, nee. al het geloof, van christen dom tot islam. „Ik wil niet diplomatiek zijn. Ik vertel de waarheid. Er zit geen verschil tussen fundamentalisten en minder fanatieke volgers van een geloof. De paus is tegen abortus en familieplan ning en daarmee treedt ook hij de rechten van vrouwen met voeten." Haar waarheid heeft Nasrin er toe ge bracht het geloof volledig af te zweren. „Ik ben een atheïst. Waarom? Ik ben ik een moslimfamilie geboren. Vrouwen Schrijfster Taslima Nasrin uit Bangladesh: „In Nederland voel ik me veilig." mogen niet naar buiten, niet werken en geen onderwijs volgen. Wel worden ze geslagen, mogen ze baby's afleveren en het huishouden doen. En waar ligt dat aan? Aan het geloof. Religie heeft tot veel slechts geleid, ook in Europa. Hele oorlo gen zijn om het geloof gevoerd. Ik houd van iedereen, maar het geloof vertelt mij dat dat niet goed is. Ik moet bijvoorbeeld mijn buurman haten omdat hij hindoe is. Dat kan ik niet. Ik kan niet accepteren dat het geloof het hele leven van iemand in regels vastlegt. Ik heb de Koran bestu deerd. Vrouwen zijn er slaven en seksue le objecten. Dus ik zeg: weg met de Ko ran. Geloof onderdrukt en ik vecht tegen onderdrukking." Crimineel Voor Nasrin is het beste bewijs voor haar stelli ng dat geloof onderdrukt haar eigen verbanning. „Verplaats je eens in mijn positie. Je praat met een crimineel. Wat heb ik misdaan? Ik heb de overheid aan geklaagd en geschreven wat de overheid fout doet. Mijn boeken zijn in de ban ge daan, ik ben gevlucht en mijn toekomst is uiterst onzeker." Haar meer dan vijftien boeken en haar artikelen gaan over de onrechtvaardige situaties in haar land. Ze schrijft niet in de eerste plaats litera tuur, maar gerichte aanklachten tegen de schending van mensenrechten. Die aan klachten zijn verpakt in romanvorm, zo als in haar verboden boek Lajja ('Schaamte'). Het is opnieuw een waarschuwing dat geloof mensen tegen elkaar opzet. Het is ook die opvatting die het toekomstbeeld van Nasrin bepaalt. ..Nu de tegenstelling tussen Oost en West voorbij is, zullen de fundamentalistische krachten in de we reld ten strijde trekken. Het wordt geen strijd tussen het christendom en de is lam. Nee, het wordt de strijd tussen irra tioneel, blind geloof en rationalisme, een strijd tussen kr a enten die vooruitgang nastreven en hen die de wereld weer te rug willen brengen naar de Middeleeu wen." Wakker ,Het wordt tijd dat de wereld wakker wordt, meent Nasrin. „Het Westen meet met twee maten. Fundamentalisten in Bangladesh kunnen zelfs nog op enig be grip rekenen, zo ook de onderdrukkers in China, want mensenrechten in Azië is toch wat anders dan mensenrechten in de Verenigde Staten. Onzin! De strijd om naleving van de mensenrechten is in Azië veel belangrijker dan in Europa. In Azië moet juist extra gehamerd worden op naleving van de universele mensenrech ten. 'Het gaat toch beter?', zeggen veel regeringen. 'Er heerst nu toch rust in Azië?' Juist niet! In Azië heerst de vrede van de begraafplaats." Haar droom is een wereld zonder religie. Een droom die ze bereid is nog jaren na te jagen. Want het verwezenlijken van die droom is er de laatste jaren niet makke lijker op geworden. Tijdens haar eerste jaar in ballingschap kwam er geen letter uit haar handen, maar inmiddels schrijft ze weer en reist ze de halve wereld rond om toespraken te houden. „Ik heb de laatste paar jaar veel geleerd. Ik dacht dat het Westen de hemel op aarde zou zijn. Maar niets daarvan. Vrouwen wor den overal onderdrukt." Dolf Rogmans Sinds ayatollah Khomeiny het voormalige Perzië in zijn greep kreeg wordt Iran geassocieerd met terrorisme en godsdienst-fanatisme. Iran dankt zijn slechte reputatie vooral aan de manier waarop de Islamitische Revolutie van 1979 er is ingepompt. Meteen bij zijn triomfantelijke intocht in Teheran, op 1 februa- ri van dat jaar; toonden Europa en Amexika hun afkeer van Khomeiny. Angst voor moslimfundamentalisme in het christe lijke westen gepaard aan loyaliteit met de verdreven sjah lijkt de belangi-ijkste drijfveer. Dieptepunt in de betrekkingen was de bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran, die van 4 novenrber 1979 tot 20 januari 1981 duurde. In de bloedige oorlog tussen Ii*ak en Iran over de grensiivier Shatt al-Arab kozen de VS onverwijld de kant van Saddam Hussein. Een pijnlijke vergissing, die pas aan het licht kwam toen Saddam ook Kuwayt binnenviel en zo de Golfoorlog be gon. In het geheim zocht De Grote Satan toenadeiïng tot Tehe ran door wapens te smokkelen, waarvan de winst naar de con tra's in Nicaragua werd doorgesluisd. In ruil zou Iran zich inzetten voor de vrijlating door de Hezbollah (Paxlij van God) van de westerse gijzelaars in Libanon. De zogeheten IranrCon- tra-affaire zorgde zowel in de VS als in Iran voor grote politieke consternatie. MohammedReza Pahlavi - de laatste sjah - verliet Iran in janu ari 1979 om een jaar later in ballingschap in Egypte te sterven. Reza was in 1961 in conflict gekomen met Khomeiny toen hij zijn Witte Revolutie begon. De sjah wilde Iran opstuwen naar westers voorbeeld, door middel van landhervorming, vrou wenkiesrecht, privatisering en bestrijding van het analfabetis me. De ayatollah ging in verzet uit vrees dat de islamitische samenleving verloren zou gaan. Hij werd in 1964 het land uit gezet en verbleef jarenlang in Parijs. Khomeiny die op 3 juni 1989 stierf, wees Iran een eigen weg: wars van het westen én van het oosten. De hoogste macht is in handen van de geestelijk leider van de sjiieten, ayatollah Kha menei. In de regering zijn de mollahs ruim vertegenwoordigd. Ook de nieuw* gekozen president. Muhames Khatamy. behoort tot de geestelijkheid. Toch verwachten zijn kiezers (vooral vrouwen en jongeren) van hem een versoepeling van de strikte leefregels. Gitaargeluid sleept zich traag door de boxen. Loom geeft de zangeres uiting aan haar melancholische stemming. Buiten de bus raast een zandstorm, binnen klinkt het rauwe Amerikaans uit de mond van een vrouw. O zoete zonde. Een zingende vrouw, in het Engels nog wel! Famouz straalt. In zijn handen wentelt het stuurwiel dat voortrolt richting Isfahan. In zijn hoofd buitelt de herinnering. Dansen tot het ochtendgloren. Na achttien jaar lonkt nog altijd de sprookjeswereld van de sjah. Nabi is niet weg te slaan. Hij is een spraakwaterval, die bijna twee uur onafgebroken stroomt. De verontschuldi gingen voor zijn magere Engels worden steeds zwakkei*. En terecht. Zijn vader heeft het hem geleerd en pa mag tevreden zijn. Nabi's vader kwam om in de oorlog tegen Irak, tien jaar geleden alweer. „No pro blem", zegt Nabi met een ontwijkende grijns. Die verschrikkelijke oorlog bond Iran acht jaar lang samen als een hechte gemeenschap, die zijn gevallenen vereer de als martelaren. Pas jaren nadien begint het pantser van de Islamitische Revolutie barstjes te vertonen. De jongeren, naar schatting de helft van de bijna zeventig miljoen Iraniërs, lopen niet langer in de pas van de mollahs, de sjiïtischegeestelij ken. Nabi is een 20-jarige student mechanica in Isfahan. Hij is een fanatiek aanhanger van Muhammed Khatamy, de 'andere' kandidaat bij de Iraanse presidentsver kiezingen. Samen met honderden leef tijdgenoten voerde Nabi gedreven cam pagne voor Khatamy, die tot ieders verrassing de kandidaat van de gevestig de orde, parlementsvoorzitter Nateq- Noui*i, wegvaagde. Geen keus De nieuwe president, die in augustus aan treedt, geniet het vertrouwen van de jeugd en de vrouwen. Zij vei*wachten van hem een versoepeling van de strenge wet ten, die vrouwen deels uitsluiten van het openbare leven en gehoorzaamheid ver langen van de jongeren. Iran kan de klok niet langer stil laten staan. „Wij willen vrijheid", zo vei*woordt Nabi fel de be hoeften van zijn generatie. Hij wijst op zijn spijkerbroek, die slob- bert. „Kost tien dollar, dat is voor ons een veimogen. En het is een broek van niks, flutkwaliteit, geen jeans zoals jullie dra gen." Hij droomt van muziek, rockbands met gillende gitaren en zangers met haar tot op hun schouders die komen opti*eden in Isfahan, Shiraz of Tabi'iz. Hij wil flirten met de meisjes, zijn hand door hun lange zwarte haren strijken, zoenen op een bankje in het park. In plaats daarvan stond hij onlangs met honderden mede-studenten voor de Duit se ambassade in Teheran. „We moesten 'Weg met Duitsland' roepen. Ik wilde he lemaal niet, ik heb niks tegen Duitsland. Maar ze dwongen ons met geweren, ik had geen keus." Nabi gelooft niet in de Iraanse lezing van het zogeheten Mykonos-proces. Twee maanden geleden stelde een Berlijnse rechter vast dat geestelijk leider Kha menei en president Raf sanj ani hoogstpei*- soonlijk opdracht hebben gegeven voor de moord op een Koerdische leider in het Griekse ï-estaurant Mykonos in de Duitse hoofdstad. Van de diplomatieke rel tussen Teheran en de Europese Unie is in Iran niets te mei*ken. Maar wie er terloops naar vraagt, krijgt onomwonden het gelijk van de rechter te horen. Romanticus Nabi weet het zeker. Hij is immers zelf van Koerdische komaf. En de Koerden wor den onderdrukt, dat is in Iran niet anders dan in Irak of Turkije. „Die drie landen bezetten de onafhankelijke Koerdische staat." Een ï'omanticus is hij. Niet voor niks stu tapijtje van de stapel en zijgt buiten neer in gebed. Als ovei*tuigd moslim bidt hij vijf keer per dag, het gezicht naar Mekka gekeei*d, de gedachten bij Allah. Hossain moet niet zo veel hebben van de mollahs, de eenvoudige geestelijken die sinds de vlucht van de sjah in januai*i 1979 zo'n zwaar stempel drukken op het oude Per zië. Maar dat belemmei*t liem niet in zijn geloof. Van politici wil hij al evenmin veel weten. „Ze beloven altijd meer dan ze kunnen waarmaken. Dat is overal in de wereld zo. Corruptie is overal. Die jongens die zich inspannen tijdens de verkiezingscampag ne weten niet met wie ze te maken hebben. Daar bemoei ik me liever niet mee. Ik ga wel stemmen, al heb ik nauwelijks een vrije keuze. Demachthebbei*s schuiven de paiJements vooi*zitter naar voren als nieu we president. Maar is dat bij jullie andere dan?" Streng Het Iraanse regime is streng, beaamt Hossain. Vooral vrouwen hebben het zwaar. Sinds de revolutie van 1979 is hun positie beperkt. In de moskee, de i*echts- zaal en het leger spelen vrouwen een on- dei'geschikte rol. Ze mogen niet zingen. Vrijwel geen enkel huwelijk wordt uit liefde gesloten, maar alleen de man kan een scheiding aanvingen, de vrouw niet. De sluier is verplicht, op sommige plaat sen zelfs de zwarte chador. Donkere vormloze gestaltes domineren het straat beeld, als fladderende vleermuizen. 'De islam heeft zich tegen het beeld van de vrouw als lustobject verzet en geeft de vrouw haar waardigheid tei*ug', zo om schreef ayatollah Khomeiny, de leider van de Islamitische Revolutie, de rol van de vrouw in het nieuwe Ii*an. „Vijf jaar gele den zat die hoofddoek nog vlak boven de wenkbrauwen", zegt Hossain. „Nu is hij opgekropen tot bijna halverwege het hoofd, zodat steeds meer haar te zien is. Nog altijd is het niet prettig, maar er zit beweging in. Je moet Ii*an een beetje tijd geven. En intussen aardig zijn voor de vrouwen." Hossain is tapijthandelaar. Hij koopt handgeknoopte kleden op bij nomaden stammen die hij opzoekt in de bergen. Zijn handel moet het vooral hebben van de expoi*t. Van het half miljoen buiten landse toeristen dat Iran jaarlijks bezoekt loopt een aanzienlijk aantal zijn zaak al leen maar binnen voor een kopje thee en een praatje. Hij houdt van dat sooi*t gezel schap. Gelukkig Tien jaar lang was Hossain tapijtverko per in Istanbul, Turkije. Hij reisde de hal ve wereld rond. Een paar jaar geleden keerde hij terug naar Iran. Eerst naar Mashad, zijn geboortestad in het nooi*d- oosten, bij de Afghaanse en Turkmeense grens. Vandaar tx*ok hij naar Isfahan. „Ik kwam hier en vond het meteen een fijne stad. Dus belde ik mijn vrouw en zij vond het goed, toen zijn we verhuisd." Hij straalt de rust uit van iemand die zijn plek gevonden heeft. Kan zich de onrust van de jongeren nog wel vooi*stellen. Maar hij heeft een groot deel van de wereld ge zien, hij weet dat het gras voorbij de hori zon niet gx-oener is. Ii*an is zijn land en hij is er gelukkig. Als de zinderende zon achter de moskee is weggezakt begint de gebedsdag. Gezin nen picknicken op de graspei*kjes van het uitgestrekte Imamplein. De tegels voor de Ali Qapu, het ontvangstpaleis van sjah Abbas I (1587-1629), zijn het speelveld van een gi*oepje straatvoetballex*tjes. Een jongen op een crossfiets oefent zi jn Engel se spreekvaardigheid op de buitenlandse toerist. Hebt u in Nederland ook een zoon van mijn leeftijd? Hoe oud bent u eigen lijk? Om het antwoord - '36 jaar, niet ge trouwd, maar jong genoeg om nog een ge zin te stichten' - moet hij onbedaarlijk lachen. Onno Havermans deert hij in Isfahan, stad van de poëzie en de rozen. Prachtig Isfahan, met zijn lom merrijke lanen waar mannen en vrouwen flaneren, soms paarsgewijs. „Hier komen jongens en meisjes om elkaar te ontmoe ten. Maar o wee als de geheime politie je betrapt. Je kunt wel zeggen dat je broer en zus bent, maar meestal vragen ze dan naar je identiteitspapiei'en. Als je niet ge- trouwd bent, mag je niet eens met een meisje praten. Ik had een poosje een vriendin, maar haar oom kwam er achter. Hij heeft me in elkaar geslagen en ge dreigd me dood te schieten als we elkaar nog een keer zouden zien. Het mag niet van de islam. Maar waarom niet? Al heb ik twee vriendinnen, of di*ie, wat maakt dat nou uit? Ik wil zelf bepalen wat ik doe, ik wil vrij zijn." 'We love Holland and Ruud Gullit'. schrijft hij op de achterkant van een affi che van Khatamy. De volgende dag staat Nabi niet tussen de campagnevoerende studenten. Hij is nergens te vinden. Na drie uur ovenvinnen de twee studentes in het theehuis hun verlegenheid. De ge bruikelijke vragen. Whére are you from? What, do you think of Iran? Dan de ham vraag: hoe denk je over onze cultuur? „Zelf di*aag ik mijn hoofddoek uit over tuiging", zegt de een. Ze heeft opvallend grijze ogen, lichtbruin haar en een don kerblauw tuniek. „Ik kan het niet goed uitleggen. Het is mijn godsdienst. Ik voel me er veilig door", zegt ze ferm. Haar vriendin, donker van ogen, huid, haar en kleding, schudt droef het hoofd. „Ik niet, ik vind het niks." Vanaf het terras op de eerste verdieping is het uitzicht op het immense Imamplein fantastisch- Als de avond valt en de bewo ners naar het vroegere poloveld komen om te kuieren of in het gras te zitteix, ademt de stad een weldadige rust. Aan de verre overkant lost de prachtige blauwge le Imammoskee langzaam op in de duis ternis. Hossain vei*ontschuldigt zich, pakt een Aanhangers van de beweging 'Bouwers aan de toekomst' vieren in het centrum van Teheran de overwinning van de nieuwe Iraanse president SeyedMohammed Khatami. foto Darko Bandic De nieuwe president van de islamitische republiek Iran Seyed Mohammed Khat- mi. die in augustus in functie komt. foto Mohammed Sayyad

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 35