Ik ben wel de Jan Lui van het spul Vrouwenborst tussen erotiek en commercie Meneer Bres, een hooligan in het Lagerhuis reportage 29 zaterdag 31 mei 1997 Er zit al twintig uitzendingen een oudere FC Den Haag-hooligan in VARA's Lagerhuis en als hij gaat staan, de handen voor het kruis, alsof hij bij een vrije schop in het muurtje staat, zegt hij de dingen ongerectificeerd zoals hij ze voelt. Paul Witteman spreekt hem aan met 'meneer Bres'. Een man van de levensuniversiteit. Ik was benieuwd wie hij was. Meneer Bres: „Toen de VARA me belde dacht ik: wat ik heb nou weer aan m'n liets hangen. Spreek ik met meneer Bres? Ik zeg, wijfie, wil je 's gauw een an dere toon tegen me aanslaan, want er heeft nog nooit iemand meneer tegen me gezegd, ik word er bijna verlegen van. Ze had, zei ze, m'n naam uit een of ander kladboek, want ik was als FC Den Haag supporter al eens bij Spijkerman geweest en in Nova en ook bij Pieter-Jan Hagens. Ze zei: er komt een nieuw discussiepro gramma en we denken dat u daar geschikt voor bent. En waarover wordt er dan gediscussieerd, vroeg ik, want ik heb dan wel hoge levens school, maar ik ga natuurlijk niet voor schut zitten. Over euthanasie, over abor tus, ze noemde woorden die ik nog nooit van m'n leven opgeschreven heb. Ik dacht: wat zal 't mij eigenlijk aan m'n reet roesten, ik doe mee. Gestudeerde brogums Ik wist toen alleen nog niet dat het voor tweeëntwintig keer was. Ik denken en denken, want op zaterdagavond speelt natuurlijk ook FC Den Haag, maar eigen lijk viel dat denken ook wel weer mee. Want ik zweer je dat 't waar is: ik heb ooit 's een droom gehad en dat was dat ik voor de televisie één keer lekker de waarheid zou kunnen zeggen. Een gewone Jan Lui in dit land krijgt daar nooit eens kans voor. Het zijn door de bank genomen alle maal van die gestudeerde brogums die daar zitten. Volgende week is er een droogtest, zei die assistente door de tele foon. Henk, zei ze. Ze leerde snel. Maar toen begon het eerste misverstand al. Droogtest. droogtest, dacht ik, waar heeft dat mokkel het over? Maar goed, ik hield m'n kovert op. Ik heb verder niks ge vraagd en ik ben gegaan. Toen bleek een droogtest een discussie te zijn zonder ca mera's, nóóit geweten. Het onderwerp ging over het leger en ik heb mijn mening gegeven. Drie dagen later werd er thuis een bos bloemen bezorgd met een briefje erbijgefeliciteerd, de keuze is op u geval len! Maar nu komt het, een paar weken later werd ik voorgesteld aan al die knakkers die óók geselecteerd waren. Ik zat aan, aan een diner, zoals Toon Hermans dat zegt. Dat was om elkaar te leren kennen. Het was heel gezellig, hou me ten goede, maar ik voelde me er absoluut niet thuis. Iedereen stelde zich aan elkaar voor. Er werden kaartj es uitgewisseld. Wie bent u? Wat doet u? Nou, zei de één, ikheb een ver zekeringskantoor en ik heb een hoop mensen onder me werken. Rechts naast me zat een lerares, aan de andere kant èen advocaat. Tegenover me een politiecom missaris en een dokter met zo'n hete aard appel. Een schat van een mens hoor, maar ik kon d'r niet verstaan. En op een gege ven moment zaten ze allemaal naar mij te kijken. Nou, en ik ben Henk Bres en ik loop in de sociale dienst. Oh, zegt een van de wouwen, werkje bij de sociale dienst? Nee, zeg ik, ik loop erin. Dus ik zat gigan tisch voor lui natuurlijk. Toffe peren Ik heb toen ook tegen de VARA gezegd, jongens, ik voel me hier niet thuis. Ja maar, dat went wel. Nee zei ik, want als 't gaat wennen tussen die bobo's, dan ben ik Henk Bres niet meer. Dan verander ik en dat wil ik niet. Maar toen hebben ze me toch op m'n gemak gesteld en nou ik die mensen eenmaal beter ken, blijken 't toch allemaal wel toffe peren te zijn. De reacties in Den Haag zijn echt onge looflijk. Er zijn nu twintig uitzendingen achter de rug en op donderdagmiddag worden ze herhaald, dus ik ben nu al veer tig uur op die buis geweest. Ik ben wereld beroemd geworden. Dat had ik nooit ge dacht. Als ik normaal in m'n auto reed, kenden ze me van FC Den Haag en was het van: hé, kale pleurishond, hoe is 't me je? Dat waren al die ratjes enmatjes. Maar als ik nou ga trainen op het strand in Kijk duin, schieten hele sjieke dames me aan en dan wagen ze me: meneer, u bent toch van het Lagerhuis? Hoor je 't verschil? Ik Jan Lui, sociale dienst. Dat heb ik toch maar aan die VARA te danken. Jofele lui. Witteman vooral. Dat vind ik een knei- tert. Die meiden die onder hem werken ook. Altijd aardig. Ik erger me niet aan andermans stand punten. Iedereen mag zeggen wat hij vindt. Ik erger me wel aan mensen, maar dat is wat anders. Er zit achter me bij voorbeeld een man, daar heb ik zelfs een keer bonje mee gehad. Dat ging erover of Turken nu wel of niet tot de Europese Unie konden worden toegelaten. Die man vond van wel, wat zijn goed recht was, maar ik vond van niet. Dat zei ik ook. Zo lang ze hier op de Hoefkade nog hun vetes uitvechten en de boel in de brand steken, liever niet. Waarop die vent achter me zei: maar dan moet jij als voetbalhooligan ook het land uit. Kijk, en toen werd 'ie persoonlijk. Je moet mij niet met een Turk vergelijken, zoals een Turk niet mij vergeleken wil worden. Op dat moment vergat ik me even. Ga toch lekker zitten, mafkees, zei ik. Dat was een foutje. Van hem trouwens ook. Na afloop zei hij: sorry Henk. Zand erover. Dat heb ik geaccepteerd, maar ik mag die man niet. Het is een discussieprogramma en dan moet je niet persoonlijk worden. Marcel van Dam werd dat tegen Pim For- tuyn ook een keer. Zelfs het woord Eich- mann viel. Op dat moment wordt het ge woon een ordinaire ruzie. En ik ben dan wel de Jan Lui van het spul, maar ik weet dondersgoed wel wat wel kan en wat niet. Ze hadden trouwens allebei gelijk, zowel Van Dam als Fortuyn. Die Fortuyn kwam gewoon zeggen dat hij wel eens wilde weten wat er allemaal in die moskeeën gezegd werd. Hij was bang dat we in de volgende eeuw onder de voet gelopen zouden worden. Nou, daar heb ik ook wel eens over nagedacht. Ik vond z'n standpunt goed en het was niet racistisch bedoeld. Die brogum is daar ook net even te intelligent voor. Ik zat gewoon lekker naar 'm te luisteren, met m'n mond open. Maar ik realiseerde me later wel dat dit ook weer een risico in houdt, want die Fortuyn, die lult zo mak kelijk, dat hij een gevaarlijke prater wordt. Hij zou je kunnen inpalmen. Daar wees Van Dam op, en daar had 'ie ook weer gelijk in. Maar ik vind, dat kan je ook netjes tegen elkaar zeggen. Ik zat vast aan m'n microfoontje, maar op 't moment dat die twee aan het bekvechten waren, zat ik toch al te frummelen aan dat draadje. Want ik dacht Henk, dat wordt matten; straks moet ik ertussen springen. Dat heb ik bij FC Den Haag ook regelma tig gedaan. Ik heb er alles meegemaakt, veel rottigheid ook. En ja, waarom deed je dat? Omdat je het leuk vond. Het was een spel, althans in mijn tijd. Maar die nieuwe hooligans, dat zijn speed-hooligans. Die nemen XTC-pillen en worden mongolen. Ze slaan elkaar dood op een voetbalveld je. Die gasten hebben niks met de ouwe hooligans te maken. Wauzers Bij ons was het nog een eerlijk gevecht. Op de vuist of met een paar stoelen. Maar nu steken ze zestienjarige jongetjes in hun hand om een shawltje te pikken. Dat gaat er bij mij niet in. Laatst hoorde ik dat er een man had gesmeekt, jongens, alsje blieft niet naar die auto gooien, want m'n kinderen liggen erin. Prompt alle ruiten eruit. Dan schaam ik mij dat ik een FC Den Haag-man ben. Dat vind ik heel erg. Maar ze zitten allemaal onder de zooi. Het zijn allemaal gekken, wauzers. Als je mij nou vraagt, verzieken wij het voetballen, en ik wil heel eerlijk zijn, dan zeg ik ja. Het is niet goed te praten. Niet van de ouwe hooligans, niet van de nieu we. Maar daar moet ik dan wel bij aante kenen dat het ook heel vaak verkeerd wordt uitgelegd. Ik zal je een voorbeeld geven. Wij stonden in het Zuiderpark al tijd op Midden-Noord. Maar boven ons gooiden ze 's een keer een flesje bier naar beneden. Dat raakte een kind bij ons op de tribune. Dus die vader loopt met dat hui lende en bloedende kind weg. Wij van Midden-Noord natuurlijk bloedlink, maar konden er niet uit. Het enige wat we toen deden was naar boven kijken en sar castisch klappen, zo van: bedankt hoor. klootzak. De volgende dag stond er in de krant: het hele Midden-Noord klapte voor degene die het bierflesje op het kind had gegooid. Terwijl we juist na afloop nog geprobeerd hadden om die vent te pakken te krijgen. Wij haatten dat juist, wat natuurlijk niet wil zeggen dat we lieverdjes waren. Maar het ging eerlijk. Wij vochten alleen tegen de hooligans, en verder tegen de politie, die altijd in de weg liep. Maar kinderen, vrouwen, vaders met kinderen, die heb ben we met rust gelaten. Sterkste man Maar ik ben nu rustig geworden. Ik train hard, want ik doe mee aan de kampioen schappen van de sterkste man van Neder land. Ik til boomstammen en vrachtau to's. Het is sinds 'n paar jaar een stuk van mijn leven geworden en dat houdt je toch van het geweld van het voetballen af. Zo ben ik op mijn manier goed bezig. Maar ik loop nog wel in de steun. En die meier die ik als loon van de VARA voor Het Lagerhuis krijg, wordt weer van die steun afgehouden. Maarzo is m'n leven nu eenmaal gelopen. Ik heb altijd op de taxi gezeten, maar op een gegeven moment werd ik in elkaar geslagen door vijf Tur ken. Er vielen er twee een oud vrouwtje aan. Dat zag ik Ik riep: dat moet je mij doen. Toen ben ik uitgestapt. Maar toen bleken het er vijf te zijn en heb ik een pak slaag gekregen. Dat heb ik psychisch niet kunnen verwerken. Ik ben drie jaar ziek geweest. Maar ik ben er niet racistisch door gewor den. Verschillen in cultuur interesseren me niks. Ik vind mensen leuk of ik vind mensen niet leuk. Ik denk er niet bij na of iemand nu Hollander, Turk of een Surina mer is. De fout is juist dat er zo de nadruk op wordt gelegd. Ik denk dat wanneer je nu eens met z'n allen, vanaf nu, geen woord meer over buitenlanders zou zeg gen of zou schrijven, dat het een stuk ge zelliger en gewoner werd in dit land. Dan kan je tenminste ook gewoon kankeren en maatregelen nemen als mensen in de fout gaan. Nu kanker je met een knoop in je broek, omdat je bang bent iets verkeerds te zeggen. Nul Na die drie jaar ben ik overigens van de ene ellende in de andere gerold. Ik begon een seksclub, maar toen kwam de aids. Heel die seksclub op z'n reet. Ik begon een zonnebankcentrum in maart. Van april tot oktober ging de zon schijnen. Ik ben zakelijk een nul. Tegen mensen die geen geld hadden, zei ik: betaal morgen maar. Dan vergat ik 't weer. Een week later haal den dezelfde mensen weer geld op voor mij, want Henk heeft het ook niet breed. Het was altijd gezellig, maar ik ging wel mooi naar de kloten. En als je geen geld hebt, ga je ook het verkeerde pad op. Ik heb veel rottigheid uitgehaald en daar heb ik spij t vanIk brak i n bij grote bedrij ven, nooit bij de kruimelaars. Ik pakte ze ven ton ossenhaas bij een grote slagerijIk dacht: dat is lekker vlak voor de Kerst. Het had een waarde van 140.000 gulden en ik zou er 80.000 gulden voor krijgen. Toen ben ik verraden en kreeg ik een jaar. Maar het is een goede levensles geweest. Ik weet nu wat het is om vast te zitten en ik weet nu ook dat je met je poten van het vlees moet afblijven. Het allerergste is dat ik er m'n vader en moeder veel verdriet mee heb gedaan. Maar kennelijk moest ik eerst veertig jaar worden om me dat te realiseren. Maar ik heb m'n straf uitgeze ten en dan moet je verder niet zeiken. Er zijn ergere gevallen bekend, denk maar aan kinderverkrachters. Ik heb altijd ge zegd: als er in Nederland ooit nog eens een baantje vrijkomt als beul, want dan maak ik ze af, voor niks, gewoon met behoud van mijn steunuitkering." Jan D. Swart Voluptueus, kogelrond, parmantige puntjes of uitgerangeerde pronte prammen. De vrouw die 's ochtends voor de spiegel een al dan niet tevreden blik werpt op haar decolleté zal zich waar schijnlijk niet realiseren dat haar uit stulpingen van oudsher middelpunt zijn van fascinatie. Vrijwel niets heeft dooi de eeuwen heen zoveel verschillende be tekenissen gehad als de vrouwelijke boe zem. De vraag is alleen: van wie is de borst? De Amerikaanse professor en schrijfster Marilyn Yalom komt in haar boek De geschiedenis van de borst. Westerse beeldvorming door de eeuwen heen tot de conclusie dat de vrouwelijke borst eeuwenlang 'in handen' is geweest van mannen. Mannen bepaalden of vrouwen hun borsten mochten tonen, waren be last met medisch onderzoek, beeldden vrouwen af op schilderijen, dichtten over de vrouwelijke boezem en bedach ten gepaste bedekkingen. Keurslijven als het korset en later de bustehouder ontsproten aan het mannelijke brein. En mannen gaven de borst zijn erotische la ding. Toch kreeg de vrouw - vooral de af gelopen dertig jaar - steeds meer zeggen schap over haar zowel bewierookte als verguisde lichaamsdelen. „We weten erg weinig over wat vrouwen in vroeger tijden werkelijk hebben ge dacht, en praktisch niets over wat ze dachten over hun lichaam. Wat ons is overgeleverd via literatuur, beeldende kunst en openbare documenten is over het algemeen gefilterd door een op man nelijke ogen afgestemde lens Maar waar was de vrouw in dit alles? Wat dacht zij, wat voelde zij?", zo vraagt Yalom zich af Op zoek naar een antwoord op die vraag, plaatst Yalom de boezem in een histo risch perspectief en stipt zij over een tijdsspanne van 25.000 jaar de momen ten aan waarop een specifieke opvatting over de borst postvatte in de Westerse verbeelding.Via de heilige borst, de ero tische borst, de politieke borst, de psy chologische borst, de commerciële borst, de medische borst, de bevrijde borst en de borst in crisis schetst de docente Vrou wenstudies de uiteenlopende functies en verschijningsvormen die de borst in het verleden heeft gekend. De hoofdstukken zijn gelardeerd met prachtige afbeeldin gen van wouwen in de kunst, fragmen ten van gedichten en foto's. „Ik was verbaasd dat niemand eerder in de geschiedenis van de borst is gedoken" zegt Yalom. „Er zijn wel boeken over borstkanker of over borstvoeding, maar één werk dat alle aspecten behandeld is nooit verschenen." Kersjes De Renaissance in Frankrijk en Italië heeft het vrouwelijke naakt, en met na me de borsten, tot middelpunt van de hoog-culturele erotiek gemaakt. Klein en stevig van stuk was het ideaal en de dichters brachten de borsten graag in verband met velerlei soorten aanlokke lijk fruit en flora: van rozenknopjes tot zoete kersjes en van ivoren bollen tot blanke lelies en meloenen. Niet verwon derlijk dat later ook minder verheffende synoniemen als prammen, memmen, tie ten en zelfs uiers uit mannelijke pennen vloeiden. Een heel hoofdstuk, De huiselijke borst, is gewijd aan het Hollandse gezinsleven in de zestiende en zeventiende eeuw. Het Marilyn Yalom: vei'baasd dat niemand eerder in de geschiedenis van de borst is gedo ken. foto Piet Roorda gezinsgeluk kwam hier op de eerste plaats en daarbij hoorde uiteraard de zorg van de moeder voor haar baby. „Dat hoofdstuk heb ik op het laatst nog toege voegd omdat de Hollandse opvattingen over borstvoeding zoveel verschilden van die elders in Europa", zegt Yalom. „In Nederland werd het toegejuicht als de moeder haar baby zelf zoogde. Ik lees geen Nederlands, dus moest ik veel baseren op schilderijen van Hollandse meesters en vertalingen. De duik in de Nederlandse cultuur was een echte ont dekkingsreis." Schilders werden door Hollandse en Vlaamse vrouwen met veelal pronte boe zems geïnspireerd tot een heel nieuw ide aal. 'Voor het eerst in de geschiedenis sinds de prehistorische godinnen raak ten grote borsten in de mode', schrijft Yalom. Tegenwoordig doet het goed gevulde de colleté nog steeds opgeld. In het hoofd stuk 'De commerciële borst' veranderd Yalom van geamuseerd vertelster in be trokken strijdster tegen het keurslijf waarin mode, media en de man de vrouw proberen te wringen. Yalom: „Het ideaalbeeld van nu is een vrouw met grote borsten, maar met slan ke heupen en dijen. Voor de meeste vrou wen is het onmogelijk aan dat beeld te voldoen. Vrouwen zijn erg ongelukkig met hun lichaam. Ik vind het een uiterst zorgwekkende ontwikkeling dat zij hun toevlucht nemen tot omstreden 'oplos singen' als borstimplantaten en andere cosmetische ingrepen". Verder krijgt de strijd van de vrouwen beweging voor zelfbeschikking prominent aandacht. Van de bh-ver brandingen eind zestiger jaren en de geë mancipeerde afbeeldingen van de borst door vrouwelijke kunstenaars tot het recht van vrouwen zelf te beslissen welke behandeling wordt gevolgd als borst kanker wordt geconstateerd. „Zonder de vrouwenbeweging had ik dit boek waar schijnlijk niet geschreven", zegt Yalom, zelf gematigd feministe. Crisis Uit de titel van het laatste hoofdstuk 'De borst in crisis' blijkt dat Yalom niet erg hoopvol is gestemd over de toekomst van de vrouwelijke trots. 'De borst als tijd loos symbool van geslachtelijkheid, le ven en voeding moet nu strijden met de tegenovergestelde betekenis die zij ook heeft: het voertuig van ziekte en dood. In deze tijd weerspiegelt ze een medi sche en mondiale crisis. We maken ons zorgen over onze borsten zoals we ons ook zorgen maken over de toekomst van onze wereld'. „Ik hoop dat dit boek mensen aanzet iets normaler over de borst te gaan denken, dat vróuwen - hoe 'mooi' of 'lelijk' ze er ook uitzien - zelf mogen uitmaken of ze topless gaan en of ze hun baby willen voeden in het openbaar. Misschien dat mannen dan ook wat minder geobse deerd worden door de vrouwenborst.Of zoals Yalom het uitdrukt: „De moderne vrouw verheugt zich op de dag dat de uit drukking 'Die wouw heeft borsten' even gewoon is als 'Die man heeft kloten'." Berrit de Lange Marilyn YalomDe geschiedenis van de borst. Westerse beeldvorming door de eeuwen heen. 320 pag.. Uitgeverij De Kern. 69,90 (tot 1-8- '97, daarna f 79,90)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 29